N°. 5. SGOESSGHE cou <&Jrgb&0 v \*yy| "•éSK?*H 18 Smuurg 1833. BESTUREN EN ADMINISTRAT1EN. BEPALINGEN TEGEN DE NALATIGEN BIJ DE MOBIELE SCHUTTERIJ. WIJ WILLEM, bij de gratie GODS Koning der Nederlanden, Prins, van Oranje-Nassau, Groot-Her tog van Luxemburg, enz,enzenz Allen die [deze zullen zien of hooren lezen salutl doen te weten Alzoo Wij in overweging genomen hebbendat de Wet van den ii April 1827 (Staatsbladno. 17) geene voorschriften be vat ten aanzien van diegene welke zich aan hunne verpligting tot de dienst bij de mobiele Schutterij onttrekken. Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten Generaal, hebben goedgevonden en verstaan gelijk wij goedvinden en verstaan bij deze: Art. 1. Allen die in het vervolg, voor de mobiele Schut terijen bestemd zijnde, ten dage wanneer zij door het Bestuur hunner Gemeente tot de werkelijke dienst bij dezelve zullen zijn opgeroepen, daaraan niet voldoenzullen aangehoudenen gebragt worden voor de Gedeputeerde Staten hunner Provincie, die de redenen hunner nalatigheid zullen onderzoeken. Art. 2. Deze redenen, door Gedeputeerde Staten voldoende bevonden wordende, zullen de nalatigen, voor de dienst geschikt zijnde, alnog dadelijk in persoonof, des verkiezende, bij plaats vervanging, bij de Mobiele Schutterij worden ingelijfdom daar bij de diensten te volbrengen waartoe dezelve geroepen wordt. Bijaldien daarentegen de ingebragte redenen onvoldoende wor den bevonden, of wel geene redenen voor de nalatigheid wor den aangevoerdzullen zijvoor de dienst geschikt zijndeon verwijld bij de Nationale Militie worden ingelijfd, en gehouden zijn daarbij te blijven dienenniet alleen al den tijd dat de Schut terijen mobiel zijn, maar bovendien, na het ophouden der mo bilisatie, een tijdvak gelijkstaande aan dat, gedurende hetwelk zy te voren de dienst bij de mobiele Schutterij verzuimd hebben; jullende zij, die alzoo bij de Nationale Militie worden ingelijfd, geacht worden deel te blijven maken van de Schutterij hunner Gemeenten, doch in mindering strekken van het kontingentaan dezelve voor de Nationale Militie opgelegdhet zij van het loo- pende jaar, indien hetzelve nog niet is afgeleverd, het zij van het volgendeindien deze aflevering reeds heeft plaats gehad. Art. 3. Degenen die dus verre nalatig mogten zijn gebleven om aan hunne verpligting tot de dienst bij de mobiele Schutte rijen te voldoenzullen alnog worden toegelaten dat verzuim te herstellen, door zich, te dien einde, binnen dertig dagen na de afkondiging dezer Wet, bij het Hoofd van het Plaatselijk Be stuur hunner woonplaats aan te melden. Van deze vergunning geen gebruik makende zullen zij aan de bepalingen der voorgaaride artikelen onderworpen zijn. Art, 4. De bepalingen dezer Wet zullen mede worden toe gepast op de zoodanigendie de inschrijvingen voor de Schut terij, of, reeds tot de Schutterij behoorende, de aangifte van verandering van woonplaats hebben verzuimd, ingeval zij, ten gevolge der toepassing van art. 9 of 27 der Wet van den 11 April 1827 (Staatsblad n°. 17)» bevonden worden, tijdens het plaats gehad hebbende verzuim, tot de cathegorie te bchoó- ren dergenendie aan de werkelijke dienst' bij de mobiele Schut- terijën hadden moeten deel nemen. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden ge plaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Cóllegiën en Ambtenaren aan de naauwkeurige uitvoering.c|e hand zullen houden. 'Gegeven te VGravenhageden 31 December desjaars 1832, het twintigste van [Onze Regering, WILLEM. Van wege den Koning, J. G. de Meij van Streefkerk. Uitgegeven den 1 Januarij 1833. De Secretaris van Staat J. G. de Meij van Streefkerk. IC A D A S T E R. De STAATSRAAD GOUVERNEUR yan de Provincie land: Gehoord her rapport van den fungerenden Inspecteur van het Kadaster, houdende 'dat de kadastrale plans benevens de aan wij zende tafels en de Perceelsgewijze leggersvan de Gemeenten VeereAagtekerke GrijpskerkeDomburgOost -Cappelle, Serooskerke Gap in geKlever skerkeNieuwlandVrouwepol derArnemuidenStLaw ensVlis dn genBigge kerkeAfe- lis en Mariekerke., Oost SouburgWest-CappelleZoutelande% KoudeketkeWest-Souburg en Riti'iem aan derzelver respective Besturen zijn toegezonden. Roept mits deze op al de Grondeigenaars, Pachters en Be stuurders van Vaste Goederen in de voormelde Gemeenten gele gen welker aanslagen in de Grondbelastingwegens, verkoop of andere vervreemding, verandering behooren te ondergaan om aan de Plaatselijke Besturen eene naauwkeurige opgave der verkochte of ook op eene andere wijze overgegane perceelen inteleveren. i Deze opgave tot het opmaken van welke de hier boven ver melde bij de Gemeente Besturen nedergelegde stukken alle ge mak aanbieden, zullen behalve de letter en het nummer vanrhet kadastrale plan mitsgaders de soort en inhoudsgróote der percee len ook eene aanwijzing moeten bevatten van de Koopers, Ver krijgers enz. en zullen dezelve aan meergemelde Besturen behoo ren worden ingediend, van maandag dep 14 tot maandag den 28 Januarij aanstaande. Wordende een ieder dien zulks aangaat aangemaandomdoor de tijdige indiening van eene naauwkeurige opgave, zich tegen alle nadeel welke uit eene tegenovergestelde handelwijze in deze, zoude kunnen voortvloeijenvrij te waren. Middelburg den 9 Januarij 1833. De Staatsraad Gouverneur voornoemd, VAN VREDENBURCH. NIE VWS TIJDINGEN ENGELAND, Londen, den 13 Januarij. In Ierland nemen de woelingen op eene onrustbarende wijze toe Terwijl schier dagelijks tus- schen de beide partijen kleine gevechten voorvallen, en de ver» bitterde landlieden door moordplunderingbrandstichting en an dere dergelijke gruweldaden hunnen moed koelen aan hunne voor gewende onderdrukkers, predikt de beruchte 0\Connellmet de andere hoofden zijner partij openlijk opstand tegen het wettige gezag, en afscheiding tusschen Ierland en Groot Brittannie. Het antwoord uit 's Gravenhage op de jongste voorsrellen van onze en van de fransche regering is alhier nog niet aangekomen ten minste nog niet bekend. De ministeriele bladen betoonen zich ten uicerste verbolgen over het afwijzen van schepen op de Schelde door de Nederlandsche scheepsmagr, welke voor de mi litaire posicien op die rivier gestationeerd is. - Intusschen duurt dezerzijds de zee-rooverij tegen de Nederlandsche koopvaarders voor welk misdrijf in dér tijd menigeen door het britsch bestuur met alie regt is opgehangensteeds voort, en verneemt men nog niets van het vrijlaten der aangehouden vaartuigen. Hetberigt, alhier ontvangen, dat twee Oostenrijkscne vaar tuigen die de Schelde wilden afvaren, van de zijde van Neder land teruggewezen zijnheeft hier veel indruk gemaakten al gemeen de overtuiging doen geboren wordendat door de be- magciging der citadel van Antwerpen, niets voor Belgie gewon nen, en zelfs voor dat landveel, namelijk de vaart op de Schel de tijdelijk verloren is, De bladen der Tories dringen deze op merking in scheipe vertoogen aan, en weiden uit over het regt, dat den Koning der Nederlanden-allezins toekomt, om, terwijl men hem met geweld eene sterkte, welke hij als een onderpand voor eene behoorlijke schikking aanmerkte, ontrukte, maatrege len van wedervergelding re nemen. De Guardian besluit eene zijner redeneringen over deze zaak met de volgende spottende aan merking: De bondgenooten van den Koning der Nederlanden hebben de citadel van Antwerpen vermeesterdmet oogmerk om den vrede van Europa te handhavenen Zijne Nederlandsche Majesteit, hetzelfde oogmerk koesterende, sluit de Schelde.'" Geheel anders is natuurlijk de taal der ministeriële bladen. De Courrier noemd, in overeenstemming met zijnen Brusselsehen correspondent., de sluiting van de Schelde een' staatkundigen misslag van den Koning van Holland. Door deszelfs verde diging van de citadel" zegt dat bladtrachtte de Koning van Holland op zwakken grond eene sterkte te behouden, waarop hij erkende geen regt te hebben, thans benadeelt de sluiting van de Schelde niet alleen Belgie, maar alle natiën, welke handels verkeer met dat land hebben. De geschillen tusschen Belgie en Holland ter zijde stellen de, zou het schijnendat Groot Brittannie-genoodzaakt-zal zijn, voor zich zelf tusschen beide te komen. De. erkenning dezer blokkade door het Britsch gouvernement- zou eene loochening zijn van al deszelfs verklarigen 'en van deszelfs -laatste 'daadwerkelijke tusschenkomst gezamenlijk met Frankrijk. Maar, wat zal er ge beuren wanneer de blokkade door de Britsche regering niet er- -&■ "vft'g- i.MJ' V .V V-:UV 'É^p£ «fo-v k'y- .f -*»

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1833 | | pagina 1