COURANT
f
N°. 97.
GOESSCHE
Wf -UK
jfU.vubncj
X^k
r>"'
^Ojgêj» V-
3 Seccmbcv 1832.
BESTUREN EN ADMINISTRATIEN.
OPROEPING van den LANDSTORM.
De StaatsraadGouverneur van de Provincie Zeeland
Ontvangen hebbende 'sKonings Besluit van den 23 Novem
ber] 1832 {Staatsblad n°55), van den navolgenden inhoud:
WIJ WILLEMbij de gratie GodsKoning
der NederlandenPrins van Oranje-Nas-
sauGroot-Hertog van Luxemburg, enz.,
enz.
In aanmerking nemende, dat Engelsche en Fransche oor
logschepen op onze Kusten zijn verschenen en een Fransch le
ger inBelgie rukt, met het aangekondigd oogmerk, om met ge
weld de uitvoering aan te vangen van eene overeenkomst, tot
welke de eer en het belang der Natie Ons verboden hebben toe
te treden; dat deze omstandigheden het ten pligt maken, om
al die middelen in gereedheid te brengen, welke door onze in
stellingen zijn voorgeschreventot verdediging van de Vader-
landschen grond
Gezien art. 203 der Grondwet en de artikelen 7881 en 82
der Wet van de ir April 1827 Staatsblad n°. 17);"
Gelet op onze ^Besluiten van den 17 dezer Staatsbladen
nQ. 49 en 50);"
Op het gemeenschappelijk rapport van Onzen Minister van
Binnenlandsche Zaken en van den Directeur-Generaal van Oor
log;"
Den Raad van State gehoord
Hebben besloten en besluiten:
Art. 1. „De Gouverneurs der Provinciën zullen eene oproe
ping doen van alle weerbare mannendie niet reeds in persoon
in dienst zijn, het zij bij de Zee- of Landmagt, bij de Natio
nale Militie of Schutterijenof bij eenig ander onder Onze toe
stemming opgerigt vrijwillig Korps, ten einde zich gereed te hou
den tot het doen van zoodanige diensten, als waartoe de Land
storm verpligt is. Deze oproeping zal zich echter voorloopig
bepalen tot de zoodanigeu, die den ouderdom van negentien ja
ren zijn ingetreden en hun vijftigste jaar nog niet hebben vel-
bragt."
Art. 2. Mannen boven de 50 jaren en. jongelingen beneden
de 19 jaren, die verlangen zich aan den Landstorm vrijwillig aan
te sluiten, zullen niettemin worden toegelaten."
Art. 3, De diensten van den Landstorm zijn de volgende:'*
a\ Om, wanneer de aannadering van den vijand, door het lui
den van de alarmklokworde kenbaar gemaaktzich dadelijk
te begeven naar de vooraf dóór de Plaatselijke Bestoren be
paalde verzamelplaatsenen van daar verder naar de bedreig
de punten."
Om de naastbij gelegene Vestingen of posten te bezetten
zoodra zulks noodzakelijk of raadzaam geooordeeld zijnde,
door ons zal zijn bevolen."
Om Militaire transporten te doenindien de noodzakelijkheid
zulks vereischt."
Om de oefeningen in den wapenhandel in elke Gemeente,
op de daartoe te bepalen tijdenbij te warden."
Art 4. „Met uitzondering van de gevallen, Inca $§a,b
c van art. 3 omschreven, blijft ieder bij zijn bedrijf en iü
ijne huisselijke betrekkenkingenen de verpligtsgenbij .Ir Be
sluit opgelegd, bepalen zich blootelijk tot het bijwónen der in
b.
c.
d.
en
weer of jagt- of ganzen roer zal zich daarmede kunnen wape
nen en alzoo op alle excercitien en togten verschijnen.'*
Art. 9. Het zal bovendien vrijstaan zich van sabel en pisto
len te voorzien."
Art. 10. „Aan hen, die geen geweer of jagt-of ganzen-roer
bezittenzullenvoor zoo ver zij door het Departement van
Oorlog niet van geweren wordenr voorzienpieken worden ter
hand gestelddie volgen- een door dat Departement te geven mo-
del en voor den daartoe bepaald wordende prijsin elke Ge
meente door de zorg der Plaatselijke Besturen zullen worden ver
vaardigd en waarvan de kosten van 's Rijks wege aan de Gemeen-:
ten (zullen worden vejgoeddesgelijks zal door het Departement
van Oorlog voor het verstrekken der noodige ammunitien wor
den gezorgd.
u..-^rc- Niemand dergenendie tot de werkelijke dienst
bij den Landstorm verpligt zijnvermag zich aan zijné verplig-
tingen dienaangaande te onttrekken of naarvan te verschoonen,
zonder wettige, door het Hoofd van het Plaatselijke Bestuur,
met overleg van den hoogsten of oudsten in rang van den Landd
storm in de Gemeentegoedgekeurde redenen."
Art. Ten einde te kunnen nagaan, dat een ieder aan
die verpligtingen behoorlijk voldoe, zullen van den Landstorm
jn elke gemeente registers worden aangelegd, op welke van de
in het voorgaande artikel vermelde redenen van verschooning aan-:
teekening zal worden gehouden. Deze registers zullen tevens
aanduiden ieders ouderdom, beroep of ^betrekking, alsmede wie
ongehuwd of wie gehuwd of weduwenaar is, en in de tWee
laatste gevallen, hoeveel kinderen ieder heeft.
Art. 13. „De gouverneurs der provinciën zijn belast met de
zorg voor alles, wat de organisatie van den Landstorm betreft;
zij verdoelen denzelve in iedere gemeente in kompagnien en ba-
taillons of onderdeden dezelvestellen daarbij voorloopig de
noodige officieren in dienst en dragen deze vervolgens, door tus-
schenkomst van het departement van binnenlandsche Zaken, aam
ons te» benoeming voor; zij regelen almede den tijd der exer
citiën in iedere gemeente en zorgen voor de wapeningomtrent
dit alles en hetgeen verder ten deze zal vereischt worden zullen
zij te rade gaan me: den provincialen kommandant.
Art. 14. „Het tegenwoordig besluit zal door de zorg van
de gouverneurs der provinciën dadelijk in alle steden en gemeen
ten op de gebruikelijke wijze ter kennis der Ingezetenen wor
den gebragt
Onze Minister van binnenlandsche zaken ert de directeur-gene
raal van oorlog .zijn belast met de uitvoering van dit besluit,
hetwelk aan onze beminde zonen, den Veldmaarschalk en den
Admiraal en Kolonel-Generaaimedegedeeld en in het Staatsblad
zal worden gedrukt, enz.
Gegeven te 'jGravenhage, den 23 November desjaars 1832,
en van Onze Regering het negentiende."
v WILLEM,
Van wege den Koning,
J, G. de Meij van Streefkerk,
Uitgegeven den vlet en tmntigsten November 1832-
De Secretaris van Staat
Jf G de Meij van Streefkerk.
Brengt hetzelve ter keunis van de Ingezetenen der Provincie,
met verdere uiedódeóHng dat de Registers van inschrijving voor
de weerbare mannénwelke ingevolge het voorzegde Besluit aart
den Landstorm voorloopig behooren deel te nemente weten
d van het zoo even aangehaalde artikel vermelde exercitiën." de Ingezetenen die den ouderdom van 19 jaren ingetreden en hnti
Art. 5. „Zoodra de Landstorm, in de gevallen bij art. 2 j jaaf n°g niet hebben volbragt, en niet persoonlijk in dienst:
uitgedrukt, de Gemeente verlaat, zal dezelve op gelijke verzor- zijn bij de Land- of ZeemagtNationale Militie, Schutterijën öf
ging, bezoldiging en verdere voorregten aanspraak kunnen ma
ken als aan de schutterijen in dezelfde omstandigheden is toege
kend, doch daarentegen ook aan dezelfde verpligtingen onder
worpen zijn."
Art. 6. De exercitien van den Landstorm zullen worden
bestuurd door officieren, onderofficieren en soldaten der staande
armee, nationale militie of schutterijen, die eervol ontslagen;
op pensioen, retraite of gagement gesteld zijn en daartoe door
de. plaatselijke besturen zullen worden uitgenoodigd."
Art. 7. Bij gebreke van een genoegzaam getal geschikte
personenom de exercitien te besturenzal het plaatselijk be
stuur bevoegd zijnin dat gemisdoor. de keus van anderen
welke de ten deze gevorderde vereischten bezitten, te voorzien,
of voorziening in dit gemis vragen bij cfen gouverneur der Pro
vincie, die zich hieromtrent zal verstaan met den provincialen
kommandanten die deswegezoo noodigwederom de beve
len van het departement van oorlog zal vragen."
Art- 8. „Ieder man van den Landstormbezitter van een gc-
bij eenig ander onder Zr. Ms. toestemming opgerigt vrijwillig
Korps, in hunne woonplaats zullen geopend zijnvan Maandag
den 3 December tot en met Zaturdag den 15 dier maand.
Dat op eerstgemelden dag tevens in elke Stad of Gemeente zul
len geopend zijnde register tot inschrijving van de mannen bo->
ven de 50 jaren en de jongelingen beneden de 19 jarendie zóu»
wenschen zich vrijwillig aan den Landstorm aantesluiten.
De Staatsraad Gouverneur zou den uitmuntenden geest van Zee-
lands Ingezetenen te kort doen en hunne liefde en gehechtheid
aan Kortingen Vaderland miskennen, indien hij twijfel voedde,
dat niet een ieder, in of buiten de jaren van opschrijving voor
den Landstorm vallendezich haasten zalom op de dagen en
uren welke daartoe nadër irt elke Gemeente door het Plaatse
lijk Bestuur zullen wofden bekend gemaaktzich van eene ver-
pligting te kwij'ten, welke evenzeer door onze grondwettige in
stellingen is voorgeschrevenals door de omstandigheden waarin
het Vaderland verkeert noodzakelijk wordt geboden.
Hij acht hét ceveps niet overbodig aan de Ingezetenen te her-»
- --
r}\ n
T X_/~W rt M 3 n M .1 A u II IX IA- "t-.-M 1 J