GOESSCHE COURAN T. N°. 95. 26 1832. BESTUREN EN ADMINISTRATIEN. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad Goes, én ressorte van dien, gezien de circulaire aanschrijving van Zij ne Excellentie den Staatsraad Gouverneur dezer Provincie van den 22 November dezes Jaars A N.° 13096/1. 1 Afdeeling, be trekkelijk de formatie en organisatie van de reserve Schutterij, tot welke behooren, al de leden van den isten Ban, welke nog niet bij de mobiele Schutterij zijn ingelijfd, of van dezelve an ders dan met verlof zijn teruggekeerd, alsmede al de overige tot den 2den en 3den ban behoorende leden der Schutterij.Bren gen ter kennis van de belanghebbendendat de leden der reserve Schutterijwelke mogten verlangeneenen Plaatsvervanger te stel len, daartoe gelegenheid zal worden gegevenvooreerst, op den Dingsdag van elke week. des namiddags ten één uur, aan het lokaal van het Provinciaal Gouvernement te Middelburgkun nende zij alsdan hunne Plaatsvervangers, welke voor hen van den ouderdom van 24 rot dien van 45 jaren aannemelijk zijn aldaar, aan de tot dat einde ingestelde Commissie ter goedkeuring aan bieden. En zal hiervan Publicatieaffixie en insertie in de Stads Cou rant geschieden. Gedaan ten Stadhuize van Goes den 24 November 1832. Burgememeester en Wethouders voornoemd, J, H, VERSCHOOR van NisseVt> Ter ordonnantie van dezelve, De Stads Secretaris L. de FOUWJz. PUBLICATIE BURGEMEESTER en WETHOUDERS der SStad Goes en ressorte van dien. Gezien Zijner Majesteit's Besiuiten van den 17 November dezes jaars {Staatsblad n.° 49 en 50) betrek kelijk de formatie en organisatie der reserve Schutterijén hou dende bepalingen tot voorbereiding en tot het spoedig daarstel- len van dezelve, mitsgaders de circulaire aanschrijving van Zijne Excell. den StaatsraadGouverneur dezer Provincie van den 22 derzelver maand A, n 0 13096/1. ie. Afdeeling omtrent de uit voering van deze verordeningen; en in aanmerking nemende, dat het Z. M. behaagd heeft, daarbij te bepalen: Dat dege nen die niet behoorende tot de Schutterijmogten verlangen zich aan de reserve Schutterij Vrijwillig aantesluiten daartoe gelegen heid zal worden gegeven. Brengen ter kennis van derzelver Ingezetenendat een ieder welke verlangen mogtom zich aan de reserve Schutterij dezer StadVrijwillig aantesluitendaarvan dagelijks in den voormid dag, ter Stedelijke Secretary aangifte zal kunnen doen, en dien ten gevolgedadelijk in een daartoe bestemd Register zal wor den ingeschreven, alsmede dat aan de leden der reserve Schutte rij voor zoo veel het belang van de dienst zulks medebrengt vergunning zal worden gegeven, om, gedurende den tijd, dat dezelve Mobiel zal zijn'bij eenig korps van het staande Leger t)f Vrijwillig korps, als Vrijwilligers te dienen. Wordende de Ingezeten dezer Stad en Gemeente bij dezen uit- genoodigd en aangemoedigd, om, van deze gelegenheidter be- tooning van hunne gehechtheid aan Koning en Vaderlandge bruik te maken, en ieder naar vermogen medetewerkenom dé Eer en het Belang van Nederlandte verdedigen tegen de onregt- vaardige maatregelen van geweldwelke tegen hetzelve worden aangevoerd. En zal deze worden gepubliceerd, ter gewoner plaatsen aange plakt en geinsereerd in de Stads Courant, Gedaan ten Stadhuize van Goes, den 24 November 1832. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. .H VERSCHOOR, van NisseVt, Ter ordonnantie van dezelve De Stads Secretaris, L. de FOUWJz. NIEUWSTIJDINGEN. duitschland. Frankfort den 19 November, (pnder dagteeekenin0* van don 10 dezer meldt de Augsburgsche Zeitung uit Berlijn Aan het departement van buitenlandsche zaken heerscht alhier eene buitengewone levendigheid. De heer v Ancillon had heden eene langdurige konferentie in het koninklijk paleis, en later met de Russische en Oostenrijksche gezantennaar alle zijden vertrek ken koerrierseen adjudant des Konings werd na Koblentz ge zondenonze troepen geraken in beweging, en in de Staats-cou rant verscheen heden eene officiële verklaring om het publiek niet in onzekerheid te laten. Zulks was te meer noodzakelijk, om dat de handelstand bevreesd werdde fondsen aan het dalen wa- rep, en daar toch niets op het verkeer zoo nadeelig werkt, dan de onzekerheid in staatkundige betrekkingen. Een geducht artil lerie-park moet van Maagdenburg naar den Rijnkant worden ge transporteerd, en de kontrakten tot het overbrengen van militai re goederen en tot onderhoud van het leger, indien eene grooc tere massa werd zamen getrokkenmoeten worden gesloten. Hec ware inderdaad te wenschen, dat de Fransche regering wel over woog, wat zij onderneemt; door hare onvoorzigtigheid kan een brand ontstaandie door geene menschelijke hand spoedig weder is te blusschen, en die ten slotte Frankrijk zelve op 't gevoe ligst treffen kan: Het is de fransche staatkunde, die na vergeef- sche pogingen, om, ten koste van andere, de nieuwe regering staande te houden, nu nog eenmaal tracht, door aanmatiging een stelsel te handhaven, dat reeds van zijne geboorte af, de zaden van dcszelfs ontbinding bij zich droeg. Deze staatkunde heeft in Londen door de partijdigheid van lord Palmerston weerklank gevonden, en men meent zich nu sterk genoeg, om met opge heven vizier voorwaarts te gaanhet zwaard in de weegschaal te werpen, en eenen strijdwaaraan men geheel vreemd is, met ge weld te beslissenhoezeer ook het gewoon gevoel van billijk heid zulks verbiedt, en de voorzigtighéid het ontraadt. De ver overing toch der Antwerpsche citadel zal evenmin den strijdlust der Fransche bewegings-gezinden koelen, als het kabinet van 's Gravenhage noodzakenom op eens zijne vermeende regten te laten varen, en voorwaarden te onderteekenen, die den onder gang van den Hollandschen handel ten gevolge zouden hebben. Men heeft dus zoo goed als niets voor de bevrediging der oppo sitie en de beslissing der Belgische strijdvraag gewonnenin dien de fransche expeditie onder de muren van Antwerpen een einde neemt. Veleer zal de oppositie daardoor meer gevaarlijke wapenen in de handen krijgen, en de Belgische kwestie nog ingewikkelder worden. Het kan overigens het Parijssche kabinet niet onbekend zijn, dat de geringste schending van het Hollandsch grondgebied, de geringste poging om den oorlog, na de ver overing der Antwerpsche citadel verder voort te zetteneene oor logsverklaring jegens de Noordsche mogendheden zoude zijn. Waar toe dan deze militaire bravadedie het grooste ongeluk voor de stad Antwerpen, en geene gewigcige resultaten kan opleveren* immers indien men aan de verzekeringdat de expeditie zich bij bij die verovering zal bepalengetrouw blijft. F R A N K R IJ K. Parijs, den 18 November. Men ziet met gespannen ver wachting tegen morgen de opening der kamers te gemoet. De regering neemt alle voorzorgen tegen gevreesde onlusten. Heden hebben de leden der oppositie eene bijeenkomst ge houden waarin over de benoeming van eenen voorzitter der ka mer is gehandeld Men heeft beslotenden heer Lafitte daartoe te ondersteunen. Hoogstwaarschijnlijk zal echter de heer Dupiny die thans het ware juiste midden tusschen het ministerie en de tegenpartij uitmaakt, tor die betrekking verkozen worden. De heer de Chateaubriand heeft aan den minister vatl justitie een' openen brief voor de hertogin van Berry gezonden met verzoekhaar dien te doen behandigen. Die briefwelke hij ook in de nieuwsbladen heeft doen plaatsen luidt aldus: „Geneve den 12 November 1832. Mevrouwhet moet u wel stoutmoedig schijnen, dat ik itt deze oogenblikken u kom bezig houden met een verzoek om eene gunst, die de laatste eerzucht van mijn leven zijn zal. Ik zou vuriglijk wenschen, door u als een uwer verdedigers geko zen te worden Ik heb geene persoonlijke aanspraak op de hoo- ge genadedie ik u vraagmaar ik durt daarnaar staan om der gedachteniswille van een Prins, tot wiens geschiedschrijver gij mij wel hebt willen benoemen. Ik hoop ook nog daarop als de belooning voor het bloed van mijn geslachtmijnen broeder viel de eer te beurt om met zijnen doorluchtigen grootvader, de Malesherbesden verdediger van Lodewijk XVIop den- zelfden dag, op hetzelfde uur, voor dezelfde zaak en op het zelfde schavot te sterven. Ik ben met den diepsten eerbied, Mevrouw, uwe zeer nederige en zeer gehoorzame dienaar, Chateaubriand." De liberale oppositie trekt uit dezen brief het gevolgdat de heer de Chateaubrianden met hem alle legitimisten, zich verbeeld hebbendat de hertoginingevolge de verleden jaar t

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1832 | | pagina 1