JV°. 83. GOESSCHE C O U 1 ftteubag OK}};' 12 #ctofectf 1832» BESTUREN EN ADMINISTRATIEN. Vervolg van het Reglement op het Begraven, zie ons vorig nommerP) Art. 40, De aanstelling der opzigters van de algemeene Burger» hjke begraafplaatsen zal geschieden iA Door de Plaatselijke Besturenvoor zoo veel de algemeene begraafplaatsen, bij art. 2 a i° bedoeld, aangaat. 2.° Door de administratien aan welke de beschikking over de bij art. 2 a 20 bedoelde begraafplaatsen is overgelaten, on der goedkeuring van de Plaatselijke Besturen. 30. Door degenen aan wie de begraafplaatsen behooren, voor zoo veel de bijzondere begraafplaatsen aangaac. De Opzigters der begraafplaatsen zullen aan het toezigt van de Plaatselijke Besturen onderworpen zijnen bij wangedrag of pligt- verzuim door het Plaatselijk Bestuur kunnen worden geschorst. De destitutie van de Opzigters der algemeene begraafplaatsen bij art. 2 a i° omschrevenzal geschieden door het Plaatse lijk Bestuur, hetwelk bevoegd zal zijn de schorsing der Opzig ters van de overige begraafplaatsen te doen voortduren, tot dat de Administratieonder welke dezelve zijn gesteldhen door meer geschikte personen zal hebben doen vervangenof tot dat op vertoog van die Administratie de schorsing door Gedeputeerde Staten zal zijn opgeheven. Art. 41. De Opzigters der begraafplaatsen zullen belast zijn met de bewaring der sleutels van den toegang tot dezelve, met het houden van het register van lijken op de begraafplaatsen ter aarde besteld, met de zorgvuldige bewaring der consent-biljet ten tot begraving bij art. ao bedoeldmet het graven en openen der grafkuilen, onder inachtneming van de inrigting en verdee ling der grafsteden, welke door de Administratien der begraaf plaatsen zullen zijn voorgeschrevenen van de lengtebreedte en diepte voor ieder graf bepaaldmet het nederlaten der doodkisten in de gravenmet de opvulling der grafkuilennadat de doodkisten in dezelve zijn ter neder gesteld; met het ef fenen der grond of het opzetten der grafheuvels boven dezelve waar zulks gebruikelijk isen het leggen der grafsteenen welke op dezelve zullen worden geplaatstalsmede met de afmaaijing van het gras, en met het schoon houden der paden op de be. graafplaatsen aangelegd, Art. 42. De Opzigters zullen zorgen, dat geen vee op de begraafplaatsen welde noch ook worde vastgelegd, met uitzon dering van geitenvoor zoo verre daartoe door het Plaatselijk Bestuur,c|in het belang van minvermogenden, toestemming moge zijn verleend. Art. 43. De Opzigters zullen zich in het doen van al de voor schreven werkzaamhedence hunnen koste, kunnen doen bijstaan door zoo vele bedienden of werkliedenals zij zullen behoeven mits de personen welke zij daartoe bezigen geagreëerd zijn ge worden door het Plaatselijk Bestuur en ook door de Administra tie der begraafplaats voor zoo veel die bij art 2 a 2° be treft, of door de Administratie der begraafplaats, voor zóo veel de bijzondere Kerkelijke begraafplaatsen aangaatzij zijn voor de gedragingen van die beambten of werklieden ten allen tijde ver antwoordelijk. (Jrlet vervolg in een volgend nommer. NIEUWSTIJDINGEN. ENGELAND. Londên den 5 October. De tijdingdat het waarschijnlijk 'isdat de maarschalk Soult aan het hoofd van het fransche mi nisterie zal geplaatst worden, heeft hier een ongunstigen indruk gemaakt. Zelfs die bladen, welke geenezwarigheid zien m.het aanwenden van dwangmiddelen van de zijde van Frankrijk en En geland tegen Nederlanden met de meeste hevigheid aandringen op het te werk stellen van dusdanig geweld (waarbij een fransch leger in Belgie zoude moeten binnenrukken, om tot de ontrui ming der citadel van Antwerpen mede te werken) toonen zich ongerust over de plaatsing van den eersten militairen persoon in Frankrijk aan het hoofd des bewindsen doen opmerkendat de maarschalk tot die partij behoortwelke Belgie en den Rijn de •natuurlijke grenzen van Frankrijk noemt, en welke nog, wei nig is ingenomen met de revolutie van July, om dat dezelve het grrondgebied van Frankrijk niet heeft uitgebreid. Andere bladenvan gelijke kleur, merken bij deze gelegenheid aan, dat het in de tegenwoordige omstandigheden, hoe vrede lievend ook de inzigten der andere mogendheden mogen wezen zeer ligt zonde kunnen gebeurendat de fransche krijgsmagt door Belgie te hulp werd geroepen. Zij houden het namelijk voor mogelijk, dat Belgie, op grond van de reeds gemaakte bepalin gen der londensche conferentieeene poging zal aanwendenom de Nederlanders uit het kasteel van Antwerpen te verdrijvenen alzoo de vijandelijkheden zal beginnen een dergelijke aanval zou-> de, volgens de bedoelde bladen, wederkeerig vijandelijkheden van den kant der Nederlanders op belgisch grondgebied ten ge volge hebben, en dan zoude Koning Philips zich niet alleen ge. regtigdmaar zelfs verpligt rekenenóm vorst Leopold met zijn. ïfeger tc hulp te komen, Zoude een dergelijke incogt der Fran- schen in Belgie (dus vragen de bedoelde bladen) door de ande^ re mogendheden beschouwd worden als geregtvaardigd door de omstandigheden?" FRANKRIJK. Parijs, den 6 October. Omtrent de belgische kwestie be.' vestigt hex. Journal des Dehats het berigt, reeds van elders me-- degedeeld, dat de conferentie in hare zittingen van den 1 en 2 dezer zeer breedvoerig heeft beraadslaagd over de vraag, of men den Koning der Nederlanden door eenige dwangmiddelen tot de aanneming der 24 artikelen zoude hoodzakendat voorts alle da tegenwoordig zijnde gevohnagtigden tot het voorstel waren toe getreden, om het belgisch gouvernement tot vergoeding van oor logskosten, eene korting van een millioen guldens per weekop de aan Holland verschuldigde renten; toe te staan; doch dat einde lijk de buitengewone russische gezant, Matuchewitz zich ook tegen dezen maatregel in eene nadere bijeenkomst had verzeten dus tot nieuwe zwarigheden aanleiding had gegeven. De heer Durand de Mareuil moet in deze omstandigheden reeds sedert onderscheidene dagenop nadere instructien wachtend- de zijnwelke men echterdaar de heer de Sebastiani zich ge heel aan de leiding der buitenlandsche zaken onttrokken heeft, en daar bovendien de bedoelingen van het aanstaand ministerie voor als nog niet bekend zijnniet in staat is te geven. Men houdc het er algemeen voordat indien de maarschalk Soult inderdaad tot voorzitter van den raad wierd benoemd zulks ookten aan zien der belgische aangelegenhedenFrankrijk eene meer beslis sende houding zoude doen aannemen, daar hij toch degeen is geweest, die de armee van het Noorden op nieuw heeft doen bijeentrekkenen de bedreigingen aan Holland gedaan, wilde doorzetten» NEDERLANDÉN. Amsterdam den 7 October. Wij ontvangen de Engelsche dagbladen tot Vrijdag 5 Octoberwaaruit wij het volgende extrake ontleenen Langs een vertrouwen verdienenden weg zijn wij onderrigt ge worden dat er zeer vee! twijfel bestaat opzigtelijk de bewilliging van de drie groote Noordsche Mogendheden in het ten uitvoer brengen tegen den Koning van Holland der beraamde middelen van dwang. Men zegt, dat de gronden van Ruslands, Oosten rijks en Pruissens ongeneigdheid om het aanwenden van dwang of geweld te gedoogen daarin bestaan, dat de Koning van Holland bij de door hem alreeds gemaakte concessien alles gedaan heefc wat van hem inj zijne positie van onafhankelijken staat kon ge vergd wordenen dat hij is te werk gegaan in overeenstemming met de algemeene staatkunde der besturende Mogendheden van Europa. Dat hijdoor afstand te doen van zekere gedeelten zijns gebieds, de grenzen van den nieuwen belgischen staat aan- te nemen, Leopold als deszelfs koning te erkennen en de on zijdigheid en onafhankelijkheid van Belgie te eerbiedigen, alles gedaan heefc wat met eenige billijkheid van hem kon verlangd worden. Dat de tusschen de beide afgescheiden landen alsnog ter beslissing overblijvende geschilpunten geene algemeene ge schilpunten zijn, die de ciisschenkómst of den dwang der con ferentie behoevenmaar bijzondere en als het ware huishoudelijke zaken zijndie door wederkeerige overeenkomst tusschen de bei de landen moeten vereffend worden. Wat dwangmiddelen betreft wordt van. den kant der protesterende partijen aangevoerd, dac hetzij men tot werkdadigen dwang of knellende geldelijke bestraf fing overga, zulks inderdaad, indien op den Koning van Holland toegepast wordende, altijd een dwangmiddel zou blijven. Wij achten het onzen pligt dit berigt mede te deelen, daar onze bron voorzeker het meeste vertrouwen verdient. Maar wij hopen en vertrouwen dat zulk een struikelblok niet aan de ver effening der Hollandsch Belgische zaak moge in den weg gewor pen worden. Het Belgische dagblad le Memorial behelst het volgende De regterlijke organisatie zal de groote gebeuitenis der week uitmaken; wij gelooven, ten gevolge der van alle kanten oprij zende reclamatiéndat het tijdstip kwalijk is gekozen, en dat binnen weinige dagen aan elk een zal gebleken zijn, dat men niet onder het gezag van wisselende oogenblikken had moeten over- gaan tot dè definitiefe-organisatie der magistratuur. De kanselier Bacon heeft gezegd, dat goede wetten zich niet in tijden van

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1832 | | pagina 1