N°.74. Gr O E S S C H E COU R AN 4 t, r »K>v li'jf*) -OK r>T gUrgbag 14 &cjrfjem&£V 1832* mes NIE UIVS TIJ DINGEN, cb 'DUITSCHLAND. - Frankfort, den 6 September. Te Berlijn wil men berig- ten uic Petersburg ontvangen hebben, volgens welke binnen kort nieuwe keizerlijke decreten zouden te wachten zijnwaardoor de deels nog zeer bedrukte gemoederen in. Polen zich aan nieu we hoop voedingen zouden kunnen overgeven ten deele zou men dit aan de diplomatische zending van lord Durham, die daar bij met evenveel bescheidenheid als waardigheid in het belang van den algemeenen vrede en van de bevestiging der rust in al le staten te werk gaat, te danken hebben; maar deels ook aan de meer vriendschappelijke-en meer vertrouwen inboezemende staatkundige betrekkingen met Frankrijk. Voorts houdt het berlijnsche berigt indat men de be paalde voleindiging der belgische aangelegenhedenover welke tusschen de hoven der vijfgroote mogendheden zeer levendig on derhandeld werd, met ongeduld te gemoet zag, en dat men eer lang eenen belgischen gezant te Berlijn verwachte, wiens diplo matiek karakter terstond nadat de te sluiten tractaten door al de partijen zouden geratificeerd wezenopenlijk zoude, erkend worden. In de courant van Odessa, van den 17 Augustuswordt gezegd: Eerst in de twee laatste dagen heeft het weder ons daaraan herinnerd dat wij ons in den zomer bevondendé maan den Junij en Julij waren regenachtig en koud. In de Krim, gelijk ook in verscheide andere zuidelijke streken van Europa klaagt men eveneens over eene in dit jaargetijde geheel ongewo ne koude.'" In eenen brief uit Geneve deelt men daarentegen een verschijn sel van eenen tegengestelden aard mede. Na 9 weken van aan houdende droogte en ongewone hitte is aldaar het in de anders vrij vochtige vlakte van plana palus gelegen kerkhof in brand geraaktzoo dat het lange gras op de gravende cijpressen hoo rnen, de houten kruissen enz. vuur vattedenen men met moeite den brand door liet aanvoeren van brandspuiten meester werd; maar nog merkwaardiger is hetgeen in het naburige Savoijénten gevolge eener verzengende hitte de droogtevoorgevallen is óp eenmaal werd in verscheide dorpen de stormklok geluidom de ingezetenen op te roepen tot het dempen vart eenen tot hier toe ongehoorden brand, namelijk eenen onderaardschen, die de wortelen der boomen 2, voet diep onder den grond aantastte, de boomen in menigte deed omvallen, en dan, door het boven komen der brandende wortelende boomen zeiven verteerdemen heeft, om dien brand te stuiten, de boomen aan vele plaatsen omgehouwen, en eindelijk is een weldadige regen een einde ko men maken aan de bekommering der menschendie zoodanig door di'eh onderaardschen brand verschrikt waren dat geheele dorpen werden verlaten. ENGELAND. Londen den 9 September. Eergisteren heeft ónder het corps diplomatiek eene buitengewone drukte gèheerschtten gevolge zoo men zeidevan ontvangene depeches uit WeenenBerlijn Brussel en 's Gravenhage. Verscheide gezantenonder welke ook de nederlandschehebben bijeenkomsten gehoudendoch er schijnt geene conferentie aan het ministerie van buitenlandsche zaken te hebben plaats gehad. De geruchten, die in omloop waren, kwa men niet overeen met hetgeen dezer dagen door de ministeriele bladen gezegd wasomtrent eene minzame schikking der belgi sche aangelegenheden, 's Nachts zijn courriers naar BerlijnPa rijs en 's Gravenhage vertrokken Ons militaire dagblad United Service Journal behelst een artikel omtrent de middelen van verdediging, welke Holland op de Schelde bezit. Dit opstel is des te opmerkelijker, daar het gegeven wordt door deskundigen, welke bij vroegere gelegenhe- dan een deel dier verdedingsmiddelen uit eigen ondervinding heb ben leeren waarderen. Zie hier wat het behelst: Vlissingen is de eerste forteres, welke eene vloot, bij het inzeilen der rivier', zou ontmoeten. In i8op, tijdens derzei ver inneming door de Engelschenhad zij 80 stukken zwaar geschutlangs de voor naamste zeeliniedeze lagen alle op traverseeraffuiten en waren dienvolgens veilig voor het vuur der schepengelijk volkomen' bleektoen sir Richard Strachan's acht linieschepenzoo als wij gezien hebbenniet den geringsten indruk op dezelve maak- tën; Behalve deze hoofdlinie zijn, of waren er twee onbedui- de bu; ten werkenhet eene boven het andere, beneden de stad, elk van welke eenige weinige stukken stukken voerdedie de ri vier bestreken; doch derzelver getal herinneren wij ons niet De batterijen van Caözand, aan de óverzijde der rivier, liggen te ver om eene vloot die Vlissingen aantast, veel te hinderen. Boven Vlissingenaan den zuidelijken uithoek van Zuid-Beveland ligt het fort Bathhetwelk den ingang van den hoofdarm der Schelde bestrijkt. Deze plaats was in 1809 niet gewapendniaar is van aanmerkelijkë sterkteen in 1814 vah toereikend garnizoen en geschut voorzien zijnde werd Zij met voordeel verdedigd, Dit fort, echter, kon de schepen niet beletten, op te zeilen; want men een' goeden wind blijven zij te korten tijd binnen bet bereik van deszeifs batterijenom door het vuur defzelye veel te lijden. Maar van den anderen kant vermogceh schepen het fort: niet iritenemen en deszeifs vernieling* indieh zij al mogelijkwarezou geene vrucht aanbrengenaangezien het zonder eenige waarde is, uitge zonderd alleen als verdediging der Schelde. Voorbij Bath komt men aan het fort Lillo, dat eertijds in ónze jaarboeken van zee - en krijgszaken zoo beroemd was.' Dit fort alleen zou voor oor logszaken, oorlogschepen, die den vasten wil hadden om de rivier optezeilengeene volstrekte verhindering opleverenwant de werken zijn niet hoog en destukken, ofschoon zwaar en tal rijk, liggen allen in schietgaten» zbodat digte vlagen schroot de kanonniers waarschijnlijk van hunne posten drijven zouden. Maar, met betrekking tot het fort Liefkenshoekdat op den tegenover liggenden oever der rivier geplaatst is, is het geval geheel an ders; want aldaar is de hoofd batterij, die er na de expeditie van 1809-aangelegd is, volgens het plan van Montalambert gecase- matteerdzoodat de artillerie en de artileristen volkomen beschermd zijn zoo lang hunne steenen wallen overeind staan en welke vloot zou zich lang genoeg kunnen kunnen ophouden om dezelve te ver nielen? De lagere batterij ligt echter gelijk met het water, en daar de stukken en barbette schietenzoo zou dit werk alleen geen zeer geduchten weerstand kunnen bieden. Om redenen hier boven opgegeveri gelooven wijdat schepenWind en tij in der- zelver voordeel hebbendézelfs tusschen deze beide forten zou* den kunnen doorzeilenmaar zeker zouden zij het niet dóen zon der eene zeer zware schade te lijden eene schade die, gevoegd bij hetgeen er in het voorbijzeilen van Bath en Vlissingen noodwendig geleden zOu zijnbeslissend zou wezen omtrent den uitslag Vail alle gevecht, hetgeen men té leveren zou hebben tegen eette plaats van zulk eene sterkte als de citadel vap Antwerpen, ondersteund door de werken van het Vlaamsche hoofd, en gecommandeerd door zoo bekwaam eti zoö heldhaftig eenen krijgsman als gene raal Chassé. Wat de tegenwoordige toestand van al deze werken wezen mag, zijn wij niet instaat te zeggen, maar in 1815 wa ren zij geducht genoeg, óm de pogingen van elke vloot, hoe sterk ook, volkomen te trotseren; en naar het karakter van der zelver Gouverneur kunnen wij ligtelijk onderstellen, dat men de zelve niet zal hebben laten vervallen F R A N K R IJ K. Parijs dep 6 -September. De Messager de Chambreswelk blad gewoonlijk ren koste der waarheid partij trekt om in de ge schillen tusschen Holland en Belgie ten fiadeele van eersgenoemcf land te sprekenbehelst heden onder anderen de drie navolgen* de artikelen i Londenden 1 SeptemberBij gelegenheid der plaats ge had hebbende beraadslagingen over het regt, hetwelk Holland heefd om een tolgeld aan den mond der Schelde te heffen» bet» ik in staat geweest om een uittreksel te bekomen van de op den 1 o Julij 11 door de gevolmagtigden der vijf hovenin confe rentie te Londen vereenigd, aan den Nederlandschen gevolmag- tigde toegezonden nota, en ik beijver mij om u hetzelve als een officieel stuk mede te deelen gij zult het even als ik, van het hoogste gewigt beschouwen: Van den anderen kant ("wordt daarin gezegd) zou de con- ferentie van Londen gewis niet hebben voorgesteld dat de scheep- vaart op de stroom?n of rivierenWelke het Hollandsche en „het Belgische grondgebied gelijkelijk scheiden of doorloopen provisioneel voortging aan de regten onderworpen te zijn wel* ke aldaar thans geheven wordenindien zij had kunnen weten dat er geene bestondenen eene dergelijke opmerkingin dien geest door den baron Zuylen 1>an Nyevelt geopperd, zou nood- zakelijk bij de Ondergeteekenden in aanmerking genomen zijn." Deze verklaring van de conferentie behelst de volledigste erkenning van het regt van Nederland om een tolregt te ontvan gen aan den mond der Schelde, als op deszeifs eigen grondge bied gelegen Een gisteren morgen Uit Brüssel vertrokken en zoo even te Parijs aangekomen courrief, brengt eenen brief mede, waarvan ons het volgend uittreksel is medegedeeld: De botsing, welke wij vreesden, zal geene plaats heb- ben. De moeijelijkheden met Holland snellen ten einde Leo- po ld is tot ails de voorstellen van Willem toegetreden, zoo

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1832 | | pagina 1