GOESSCHE mm
COUR A N T.
JV% 52.
y jH§£
0t'l)bA0 ^|fj|p
BESTUREN EN ADMINISTRATIEN.
S C HU TT E R 1].
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad Goesen
ressorte van dien
Brengen bij deze ter kennis vaneen ieder die het aangaat: dat
de kommissie tot onderzoek der redenen van vrijstelling en uit
sluiting van de Schutterlijken Dienstvoor dit jaaringevolge
art 15 der wet op de Sehutterije, van den n April 1827 zaam-
gesteld hare zitting zal houden ten stadhuize dezer stadop
Maandag den 16 Julij 1832 des namiddags ten vijf ure.
Wordende de genen welke vermeénen redenen tot vrijstelling
of uitsluiting aan die kommissie te kunnen voordragenaandach
tig gemaakt op de navolgende bepalingen van Z. M. besluit van
den 28 Junij 1828 (Staatsbl. n.° 42
Art. 9. Geene vrijstelling of uitsluiting van de dienst zal
mogen worden verleend aan personenwelke in de art. 3 en 4
der wet niet worden opgenoemd, of die zich in de daarbij om
schreven gevallen niet bevinden.
Art. 10. Aan personendie voorgeven met ziekten of ge
breken behebt te zijnzal gëene vrijstelling worden verleend op
vertoon van attestenmaar zullen de zoodanigen worden onder
zocht door den Genees- en Heelkundigen bij de kommissie, Hij
die buiten staat is voor de kommissie te verschijnen, zal in zijne
woning moeten worden onderzocht.
Art, 11. De onvoorwaardelijke vrijstelling op grond van
ziekten en gebrekenzal alleenlijk mogen worden verleend op
grond van de zoodanigenwelke in het Reglement op het on
derzoek der Manschappen bij onze beschikking van den 15 Ja-
nuarij 1821 n.° 59 vastgesteld, worden opgenoemd, als voor
de dienst volstrekt buiten staat, of een volstrekt of betrekkelijk
onvermogen toe de dienst daarstellendenaar welke laatste de
kommissie vooral met bijzondere oplettendheid onderzoek zal
doen; zij die bij nummèrverwisseling in dienst tfeden, moeten
in alle opzigten gezond zijnen vrij van alle gebreken»
Art 12. Als geestelijken bij de onderscheidene gezindheden
en als studenten in de Godgeleerdheid zullen alleen worden vrij
gesteld die genen welke als zoodanig volgens de verordeningen
op het stuk der Nationale Militie regt op vrijstelling van dienst
hebben. Ter bekoming van deze vrijstelling zullen dezelfde be
wijzen moeten worden overgelegd, welke voor de dienst der
Nationale Militie worden gevordert.
Art. 13, De onvoorwaardelijke vrijstellingen vermeld in art.
3 der wet sub. litt. eg, h< ken m zullen alleenlijk mo
gen worden verleend ingeval de belanghebbende de volgende
bewijsstukken overleggen, als*
eDe Hoogleeraren en Lettoren aan de HoogescholenAthe-
neae en Seminaria; het besluit of de akte van aanstelling,
of benoeming als zoodanig.
g% De uit de dienst van den staat te lande of ter zee eervol
ontslagene of gepensioneerde officierenhet eervol ontslag
of de akte van pensioen.
h. De officiereneervol uit de Schutterij ontslagen wegens ver
andering van woonplaats; het besluit van ontslag.
k. De broeder van hem die reeds inpersoon en voor zich zel
ve, bij de Schutterij dient behalven een schriftelijk be
wijs van deze dienst, door den kommandant der Schutte
rij afgegeven, een schriftelijk bewijs van het plaatselijk Be
stuur, dat de dienende broeder met hem bij zijne ouders
inwoont,
l. Die aangesteld zijn voor de dienst der nacht'of brandwach
ten en der brandspuiten een schriftelijk bewijs deswege van
het plaatselijk bestuur.
mDe lijf en huisbedienden een certificaat van den persoon
bij welken zij als zoodanig dienstbaar zijn, gecertificeerd
door het Plaatselijk Bestuur.
Zij die voortdurend uit Armen kassen bedeeld of in ar
men gestichten opgevoed en onderhouden wordeneene
schriftelijke en door het Plaatselijk Bestuur gecertificeerde
verklaring van Bestuurders der Gestichten, houdendewaar
in de bedeeling bestaat, en sedert wanneer en op welke
tijdstippen dezelve genoten is.
Art. 16. Die genen welke voor de kommissie van onderzoek
niet opkomen, zullen gehouden worden geene redenen tot vrij
stelling te hebben, en, voor zooverre zijdienstpligtigenommers
getrokken hebbenniet vallen in de termen van art. 3 der
wet, sub. a. b. c. I. en m. en vnn arr. 4. zullen zij bij de Schut
terij worden ingelijfd) blijvende het hun evenwel vrij om hunne
Si
kT 29 Juiib 1832»
redenen tot vrijstelling in een volgend jaar té doen gelden.
Terwijl de gene welke vermeenen, op grond van art 86, der
wet, aanspraak te kunnen maken op overplaatsing bij de reserve
of finaal ontslagmede verpligt zijn deze réclames bij voorschre-
ve kommissie te doen gelden, met overlegging van een extract
uit hét stamboek der Schutterij bij welke zij gediend hebben óf
nog dienen*
Èn aangezien dezelve kommissie tflede bestemd is, tot het
onderzoeken der redenen van vrijstelling of uitsluiting, die de be
langhebbenden, ook ha hunné inlijving hebben voortedragen T
(volgens art. 19 van het. Koninklijk Besluit van den 28 Junij
1828, Staatsblad N.° 42O ?oo worden de genen welke bjj
den eersten ban der Schutterij zijn ingelijfden bij derzelver af
wezigheid, hunne betrekkingen, op deze bepaling gewezen en
aangemaand, om» indien zij aanspraak op vrijstelling hebben ver
kregen, met overlegging van de gevorderde bewijzen voor de
kommissie te 'verschijnenten tijde en plaatse hierboven om
schreven.
En opdat niemand onwetendheid voorwende zal deze worden
gepubliceerd, geaffigeerd en geplaatst in.dezer Stads-cotirant.
Gedaan ten Stadhuize, van Goes den 23 Junij 1832,
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. H. VER.SCHOOR van Nis se, Vt.
Mij Bekend
De Stads Secretaris,
L. DE FOUW, Jz.
NIEUWSTIJDINGEN.
D U T S H L AND.
Berlijn, den 22 junij. Het Russisch ministerie van oorlóg
heeft, bij een bevelschrift Van Z. M. den Keizer, eene nieuwe
organisatie ondergaan. Vólgens eene ükase des jaars 1815, was
het hoofdbestuur der landmagt Verdeeld tusschen den algemeenen
staf en het ministerie van oorlog, doch thans, wordt hetzelve
onder één bestuur, dat van het ministerie van oorlog, gebragt.
De post van chef van den algemeenen staf vervalt in vredestijd
doch by den persoon des Keizers zal een algemeene staf blijven
bestaan, welke, onder anderen, zal Zamengesteld zijn uit den
minister van oorlog, uit den generaal-veldtuigmeesteruit den
generaal du jóur uit den Commanderende» generaal van het Kei
zerlijk hoofdkwartier, tiitde generaals- en vleugeladjudanten Zijner
Majesteit enz. De gansche algemeene staf zal onderworpen zijn
aan den minister van oorlog. Het ministerie van oorlog bevat
de gezamentlijke departenlenten van den voormaligen algemeenen
staf en van het ministerie, gelijk mede den Keizerlijken algemee
nen staf der militaire koloniën en van bet cecönomisch comité.
Bij het ministerie vah oorlóg zal een krijgsraad worden opgë-
rigt. Alleswat den eigenleken dienst betreftzal onmiddelijk
door den minister van oorlóg bestuurd wordenhet huishoude
lijk gedeelte door denzelven gemeenschappelijk met den krijgsraad.
Frankfort den 22 JunijIn St. Wendelvan Waar de pruls-
sische troependie et waren binnengerukt om de openbare orde
te handhavendadelijk weef zijn vertrokkennadat tusschen de
regering en eenige voorname Ingezetenen eene overeenkomst was
gesloten, waarbij onder andere bepaald werd, dat de laatstge
noemden voor de rust zouden zorgenis het nadien aftogt dier
troepen steeds zeer woelig gebleven* De burgers, welke zich
naast de regering aan hoofd der zaken geplaatst haddenheb
ben den r4 dezer in hunne vergadering besloten, dat de vrijheids
boom welke steeds in stand Was gelaten zoude worden wegge
nomen doch dat daarentegen uit de drie kantons van het vor
stendom twintig voïksafgevaardigden zouden verkozen Worden,
aan welke de taak zoude worden opgedragenom een manifest
nopens de bestaande grieven uittevaardigeneti orti de middelen
te beramen, die behoorden te worden aangewend, om aan den
treurigen toestand des land éêrt einde te maken. Inmiddels is
besloten, dat men de betaling der belastingen zoude staken.—;
Terwijl het alzoo schijnt, dat de'opstand rich niet alleen tot de
stad Sr Wendel bepaalt, maar zich over het geheele Vorsten
dom Lichtenberg heeft Uitgebreid, zijn vele niet vreemd van het
denkbleéd. dat de revolutionnairen aldaar te lande zich aanmer
kelijk gesterkE gevoelen door de onmiddelyke nabijheid van Rijn-
Beijeren aan de eene, en van Frankrijk aan de andere zijde.
Berigten uit Rome Van den ics en Uit Bologna van den rg
maken gewag van nieuwe onlusten, van meerder óf minderem-
stigeft aard in ettelijke plaatsen vafi de paösselijke Legarien en
Marken als onder ander te Faenza, Forli, Ravenna Ferrara
enz. In laatstgenoemde stad hebben de paussslijke troepen op