N'. 39.
GOESSCHE
COURANT.
ie
[A»i j'VSf-?
-rxiZ-iisi^iÉ
14 iïïci IBSL
ia
BESTUREN EN ADMINISTRATIEN.
KA DASTER.
BEK ËNDMAK IN O.
- BURGEMEESTER en WETHOUDERS dér Stad Göes
Wordende mitsdien een iegelijk welke eenige inlichting mogt
vérlangén uitgenoodigdzich op den bepaalden tijd daartoe bij
dien heer aanténielden.
'-Gedaan te Goes den 12 Mei 1832.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
ï- i j. H VERSCHOOR^» Nisse Vt.
Ter ondónnantie van dezelve,
De Sfads-Secretaris,
L. de FOUW, Jz.
SCHUTTER IJ.
P U B 1 I "c - A T I E.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad Goes
én ressorte van dien;
Gezien de wet van den ri April 1827 Staatsblad n°. 17)
betrekkelijk de oprigting van Schutterijen en speciaaf.de Artikels
1, 2,7, 8 en 9 luidende als volgt
Art. 1Ieder ingezeten van het Rijkdie op den 1 Januarij
van elk jaar, zijn 25e. jaar Zal zijn ingetreden en zijn 34e. niet
voleindigt zal hebben, zal ingevolge de bepalingen dezer wet,
daartoe opgeroepen zijnde, verpligt wezen de Schucterlijke dienst
uitteoefenen.
Art.. 2. Als ingezetenen worden, met betrekking tot de.toe
passing dezer wet, beschouwd 1
a. Alle Nederlanders, binnen het Rijk, hun gewoon verbluf
houdende.
b. Alle vreemdelingen, binnen het Rijk woonachtig, welke
hun voornemenom zich aldaar te vestigenzullen hebben aan
den dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelijke verklaring, het*
zij door het werkelijke overbrengen van 'den zetel van hun ver
mogen en de hoofdmiddelen van hun bestaan
De tijdelijke uitoefening van een bedrijf of handwerk in eerti*
ge ondergeschikte betrekking gelijk die van leerling,'knecht enz.
kan op zich zeiven niet beschouwd worden als een bewijs van
het voornemenom zich in ,dit Rijk te vestigen.
Art. 7. Zij die in meer'dan ééne gemeente hurt gewoon ver
blijf houden, of den zetel van hun vermogen hebben gevestigd,
zullen tot de inschrijving verpligt zijnbinnen die gemeente al
waar eene dienstdoende Schutterij aanwezig is.
Bij aldien in de verschillende gemeenten alleen dienstdoende
of alleen rustende Schutterijen bestaanzullen zij zich doen inschrij-
vén in de gemeenten, alwaar zij voor de personele belasting
zijn aangeslagen; en de ambtenaren in dié gemeente, alwaar zij
ambtshaive verpligt zijn hun verblijf te houden.
Art. 8. Die van hunnen ouderdom geen Voldoend bewijs ge
ven. zullen door het plaatselijk bestuur worden ingeschreven,
naardeszelfs oordeel, onverminderd de bevoegdheid Van den in
geschrevenen, om van zijnen juisten ouderdom öader te doen
blijken.
Art. 9. Die bevonden zullen worden zich niet Voor den r Jünij
te hebben doen inschrijven, zullen dóór het plaatselijk bestuur,
ambtshalve ingeschreven wordenen door' den natemelden schut*
tersraad worden verwezen tot eene geldboeteterwijl zijdaaren
boven, zonder loting bij de Schutterij zullen Worden ingelijfd,
indien het zal blijken, dat er, tijdens de verzuimde inschrijving,
geene redenen tot uitsluiting of vrijstelling ten hurtnén aanzien
bestonden."
- Gezien Zijner Majesteits besluit van den 21 Maart 1828c Staats*
blad N.° 6) speciaal de artikels 3 en 4 van den volgenden in
houd:
Art. 3. In het jaar na de eerste oprigting der Schutte
rij, en in ieder der volgende jaren, zal, voor den 1 Junij, de
inschrijving zich tot zoodanige ingezetenen bepalen, die op den
1 Januarij van dat jaar hun 25 jaar zijn ingetreden het register
waarop dezelve worden ingeschrevenzal altijd het eerste regis
ter uitmaken, en zal voorts van de registers der vorige jaren,
het laatste of tiende komen te vervallen.
Art. 4* Tot de Ze inschrijving Zullen zich ook moeten aaii*
gevendie generj welke schoon in andere gemeenten ingeschre*
ven, sedert de laatste inschrijving in de gemeente zijn komeii
wonen; alsmede Vreemdelingen die sedert de laatste inschrijving
in de termen gevallen zijn, om volgeris art. 2 der Wet, als
ingezetenen te worden beschouwd. De inschrijving van deze
personen zal geschieden in dat register, waartoe zij volgens hun
nen ouderdom behooren
Gezien Z. M. besluit van den 7 September 1818 Staatsblad
n*° 55) voornamelijk de bepalingen van art. 7 en 8, aldus lui
dende
Art. 7- Ue gehuwden 'en weduwnaars eeri öf rüeer kinderen
hebbehdedoor sterfgeval of anderzins in de termen vallende om in
de eerste klasse te worden övergebragtzullen voor de eerstvol
gende jaarlyksche inschrijving, bij Publicatie worden opgeroepen
om daar van kennis te geven aan het Plaatselijk Bestuurwanneet
deze kennisgeving mogt worden verzuimden de nalatige, ten ge
volge van dit verzuimniet bij de Schutterij is ingelijfd geworden
zal deswege door het Plaatselijk Bestuur Proces - Verbaal worden
opgemaakt en aan de bevoegde Regtbank toegezondenten einde
de straf bepaling van art. 1 der Wet van den 6 Maart 18x8
{Staatsblad n.° 12) op den nalatigen toetepassen.
Art. 8. De nalatigein het vorig artikel vermeld, zal dade
lijk bij de Schutterij worden ingelijfdtegen ontslag van hem die
in zijne plaats is opgeroepen de diensttijd door hem te volbren
gen, zal ingaan met het jaar waarin hij is ingelijfd geworden."
Roepen bij de opalle mannelijke ingezetenen dezer Stad en
gemeente, welke op den 1 Januarij dezes jaars hun 25 jaar zijtt
ingetredenhocdanigetl zijn die geboren in den jare 1807, om zich
van den 15 tot en met den 31 der ioöpeilde maand Mei, voot
de Schucterlijke dienst dezer Stad. ter Stads Griffie, alwdaf daar
toe dagelijks (.Uitgenomen des Zondags) des morgens van 1 a cot
12 uren Zal worden gevaceerd, te doen inschrijvenen zich voof>
af te voorzien vari een geboorte of doopextraceten einde zich
van bunnen juisterl ouderdom ter behoorlijke inschrijving te ver
zekeren en zich door eene verzuimde of onbehoorlijke inschrij"-
ving niet bloot te stellen aan de stfaf bij boven geinsereefd 9e.
artikel der wet van den 11 April 1827 vastgesteld.
Terwijl tevens worden (opgeroepen om zich ter bovengenoemde
tijde en plaatse te doen inschrijven alle manspersonen geboren in
de jaren f798 tot en met 1806 welke ten vorigen jare elders inge
schreven z'ijn, doch sedert dien tijd binnen deze Stad 'zijn kotrièn
wonenmet overlegging van het bewijs der vroeger gedane in
schrijving in eene andere Gemeente als|raede zoodanige ontslagene
Militairen en vreemdelingen als sedert de laatste inschrijving in de
termen der Schutterij gevallen en binnen deze Stad en Gemeente
woonachtig zijn.
Wordende de personen welke feeds ingeschreven zijn ett deel
aan de loting genomen hebben, behoorende tor de tweede
klasse zijnde gehuwden en weduwnaars meteen of meer kinderen*
welke door sterfgeval of anderzins, als nu in de termen der eerste
klasse vallen aangemaand om daarvan almede ten boven bepaal
den tijde en plaatsekennis te geven.
Zullende de onderscheidene daar van te höuderie registers op den
1 Junij eerstkomende worden gesloten en de genen welke bevöfl-
den zullen Worden ten dezen nalatig te zijn geweest, en zich na
dien tijd komen aangeven of ontdekt worden, aan het einde der
registers ambtshalve worden ingeschreven, onverminderd de daar
op vastgestelde boeten en straffen.
En op dat niémand hier van onkundig zij, zal deze worden ge*
pübliCeerd geaffigeerd cn geïnsereerd in dezer Stads - Cóürant.
Gedaan ten Stadhuize van Goes den 12 Mei 1832.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. H. VERSCHOOR van Nisse Vt.
Mij Bekend,
De Stads Secretaris,
L. de FOUW, Jz.
■■rvn. i-«r 1 nf ir"i rr r> rr r i1 t tfr' iv.'i if n 1*
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad Goes
en ressote van dienontvangen hebbende de circulaire van Zijne
Excell den GouVerneüf dezer Provincie van dert 10 dezer maand»
A N.° 5149, 5e. afdeeling Provinciaal Blad N.° 6tbren
gen dien overeenkomstig tef kennis van derzelver Ingezetenen:
Dat de wet tot daarstelling van eenen Accijns op de Zeep(ge
plaatst in het Staatsblad N.° 13.)» met ^en dezer maand»
in werking moet wordeh gebragten uit krach té van Arti 44 dier
wet een aanpeil van de bestaande Harde en Zachte Zeepzal
moeten plaats hebben.
Dat tèn dien einde dóór Zijne Majesteitby besluit van den
éh ressórte Vail dien, verwittigen de daarbij belanghebbenden.
Dat de heer Clötterhoóke PatijnControleur van het kadaster
in deze ProVincié, op Woensdag den 16 en Donderdag den 17
dezer loopende maand ten Stadbuize alhier zal vaceren van des
ihorgens 9 tot des middags 12 urenten einde de belangen
der Eigenaren te onderzoeken.