GOESSGHE N°. 35. itl A .in bag CO I: a® T. 30 QtpvU 1832* NIB UIV&T IJ DING EN* DUIÏSEHLAND. Frankfort, den at April. In het kanton Bezel is sedert de laatste gebeurtenissen niets van belang voorgevallenbehalve al leen dat het geheele platteland van dat kanton door troepen van het bondgenootschap bezet isen nu alle landliedenzelfs die welke te voren nog eene onbepaalde gehechtheid aan de stad aan den dag lagen, zich of reeds werkelijk met de afgeval lene gemeenten vereenigd hebben of deswege in onderhandeling getreden zijn. De stad Bazel schijnt daarbij vast besloten te blijven om op den nu eenmaal ingeslagen weg te volhardenver volging van alle zoogenaamde liberalen, bitse weigering van alle bondgenootschappelijke bemiddelingen zelfs verklaringendat alleen het geweld der wapenen de stad tot het innemen van bondstroepen dwingen zaldat men dus beproeven wil om ge weld met geweld af te weren, zoodanig luiden de berigten, welke men uit die stad ontvangtin welke men den grooten hoop in een buitengewone opgewondenheid gebragt heeft. Voor het oogenblik wordendoor de tegenwoordigheid der bondstroepen de partijen in bedwang gehouden; maar wordt Bazél niet be- zét en verlaten de bondstroepen het kanton, dan breekt onver mijdelijk de burgerkrijg met groote verbittering uit. r Uit Rome schrijft mendat het aldaar ontvangen berigr dat Oostenrijk tot de bekrachtiging van het Belgische traktaat besloten had, eenen buitengewonen indruk op het Roomsche hof had gemaakt. Alle verstandigen erkenden sedert, dat het niet meer mogelijk zijeenen vruchteloozen tegenstand tegen den algemeenen wil der onderdanen en der garanderende mogend heden voort te zetcen. Eenige door de onbuigzaamheid hun ner gevoelens bekende personen, hadden de party gekozen om zich uit de hoofdstad te verwijderen of zich van alle uiting over de publieke zaken te onthouden. De vreemde, ministers hebben thans volkomen ingezien dat geen der door de Pausse- lfjke regering voorgeslagen wetten aan de onderdanen de minste concessie verzekerde, dat men geenszins het voornemen had om de belofte van Gregorius XVIhet begin van een nieuw tijd perk voor zijne, volken, te vervullen; en de Europesche staat kunde erkent thans, hoewel wat laat, dat de tegenstand der ingezetenen van- de legatien tegen de aanneming der laatste wet ten van Romeslechts de uitdrukking eener regtraatige klagt was, waaraan het hoofsche egoismus het aanzien van rebellie gaf. Den i r April is van Bologna naar Rome vertrokken de Oos- tenrijkscbe commksaris ridder van Sabregondiderwaarts be langrijke bouwstoffennamelijk de onderzoekingen, welke hij zelf betreffende de ongehoorde wanorde van hec bnrgerlijk en fegterlijfe beheer in de Legatien heeft irt het werk gesteld, over brengende, en men koesterde in de Legatien groote verwach tingen van de zending van eenen man, die zieh in dezelve door zijn doorzigt en door zijn innemend gedrag de algemeene achting verworven heeft. Frankfort, tien 22 April. De onlangs in Beijeren opgerig- te Raad tot het houden van opzigt over de studiën, heeft dezer dagen alle zoogenaamde studenten vereenigmgen gestrengelijk ver boden., en de leden van dergelijke vereenigingen ("van welke som mige, die te Munchen en Wurzburg bestaan, als zeer gevaar lijk worden voorgedragenmet strenge straffen bedreigd. Mén schrijft uit Weenen van den 13den dezer, dat se dert eenige dagen aldaar wederom personen door de cholera wer den aangetast. Frankfort, den 23 April. Bijzondere brieven uit Weenen van den ijlden, meldendat aldaar 3 bataillons landweer waren doorgetrokkenzich naar het binnenland van Oostenrijk bege vende, alwaar zij verdere bevelen zouden afwachten, en wer- waarts ook uit Hongarije eenige batterijen artillerie op marsch moesten gaan. Omtrent het spoedig vertrek der Franschen uit Ancona en de gunstige ontknooping van de italiaansche aangele genheden heerschte in Weenen bijna geen twijfel meer. Men SpPak er van, dat de Keizer in de maand Mei eene reis naar de kust en- onder andere ook naar Venetie zoude doen. - De stad Bazal dringt aan op het bijeenroepen eener bui tengewone Vergadering van den Landdag, waarschijnlijkom aan'denzelven voorstellingen te doen wegens het verblijf der bonds troepen in* het kanton, en wegens het gevaar waarméde de stad van de zijde der afgescheidene gemeenten, welke ten deze bij genoemde troepen, steun vinderu bedreigd wordt- Men meld thans stellig, dat de Paus met eenigezwitsersche kantons eene overeenkomst beeft' gesloten tot het in dienst nemen van twee regimenten r, karholijke zwitsersche soldaten. Z. M. de Koning van Holland heeft aan de Iedert van dè commissie tot regeling der Rijn vaartdoor tusschenkomst van hoogstdeszelfs commissaris den heer Boürcourdkostbare gou den snuifdoozen, met edelgesteenten versierd, geschonken, ter gedachtenis aan het gelukkig tot stand bfengeu van het verdrag omtrent die vaart. E N GELA N D. Londen, den er April. Men zegt, dat de aanvaarding dei1 souvereiniceit over Griekenland, waartoe prins Otto van Beijeren door de mogend heden verkozen iszoo spoedig nog geen voort gang zal kunnen heb ben. Twee zvvarigheden schijnen voorname lijk vertraging te géven. De eerste is het voorzien in de civile lijst van den jongen vorstzoo het schijnt hadden de mogend heden zich ten deele tot de keuze van eenen soüverein voor Grie kenland uit de Béijersche familie bepaald omdat de koning van Beijeren van zich zeiven een groot vermogen heeften düs iri staat kan gerekend worden om voor zijnen zoon gedurende eeni y jaren in diens civile lijst te voorzienten einde alzoo niet dade lijk daarmede de zoo uitgeputte fi nart tien van Griekenland te be zwaren; de koning van Beijeren echter heeft zich geenszins ge neigd getoond tot zoo iets uit eigen middelen, en is overtuigt, dat de Beijersche kamers in eene aanvrageom er uit de landsmidde- len in te voorziénbewilligen zouden daar de Beijersche natie de ver heffing van prins Otto tot den kroon van Griekenland beschouwt als eene familie-zaak welke haar in het minst niet aangaat 5 de eenige uit weg in dezen is alzoo eene geldleening onder garantie van die mogendheden welke aan prins Otto de souvereiniteit hebben aan geboden, -en dat middel moet de Koning van Beijeren dan ook hebben geopend. De tweede zwarigheid is dekeüs van den minister die den jongen vorst verzeilenen gedurende diens minderjarig heid met de daad regeren zal; daaromtrent worde gezegd dat de mogendheden niet volkomen eens zijnde graaf1 van Armans- pergals een man van groote bekwaamheden ed liberale begin selen, is voor dien post in aanmerking gekomenett zijne be noeming wordt inzonderheid door Frankrijk voorgestaan, doch aan Rusland schijnt hij daarentegen in het geheel niet te bevallen, en de koning van Beijeren zelf zou tegen zijne benoeming zijn. enkel uic personelen weerzin. Men dat al gelooft men, dat, indien prins Otto naar Griekenland gaatgraaf van Armansperg zijn eerste minister zijn zal. Tot heden heeft de uitwisseling der bekrachtigingen van wege Rusland nog geen plaats gehadmaar men schijnt die voor het einde dezer maand te blijven verwachten. In de laatste 24 uren zijn hier nog wederom 15 tnenscheö door de cholera aangetast. 8 daaraan overleden en 19 hersteld. In alles blijven er nog 85 onder behandeling. FRANKRIJK. Parijs, den 21 April. De officielle rapporten betreffende des cholera van den 17 18 en 19 dezer bepalen het getal der aan dien geesel Overleden personen gedurende die dagen in alles op 525, 445 en 327waaruit derhalve blijkt, dat werkelijk reeds voor eenige dagen deze vreesselijke ziekte haar hoogste toppunt bereikt had," en thans sterk afnemend is, Den 17. hebben voorts 129, den volgenden dag 130 „en eergisteren roö herstelde cholera zeiken de gasthuizen verlaten. De heer d' Ar gout minister van den koophandelis mede door eenen hevigen aanval van de cholera aangetast geworden in het eerst was zijn staat zeer verontrustend, en maakte de belemmerde ademhaling het zetten van bloedzuigers noodzakelijk 5 doch volgens de jongst uitgegevene berigtenbetreffende zijnen toestand, bevindt hij zich eenigzins beter. Ook ten aanzien van den heer Pér ter wiens echtgenoote en Zoon almede door de heerschènde ziekte zijn aangetast, luiden de berigten niet on* gunstigdoch beide de ministers gevoelen zich buiten staat om voor het tegenwoordige zich met staatszaken te bemoeijenhet* welk den Koning heeft doen besluiten om hunne ambtsbezig heden tijdelijk aan andere ministers op te dragenhetwelk de Moniteur gisteren in dezer voege mededeelde Ten gevolge van den door den president van den raad en door den minister van koophandel uirgedrukten wensehheefe de koning den groot-zegelbewaarder gemagtigd om voor den mi nister vanbinnenlandschezaken te teekenen, enden minister voor het openbaar onderwijs en de eerediensten om voor den minis ter voor den koophandel en de openbare werken te teekenen, tot aan. het volkomen herstel dier beide ministers. Onder de slagtoffers, die in de laatste dagen aan de cholera binnen deze hoofstad zijn bezwekenbevinden zich de heer de Berthoisafgevaardigde; de echrgenoote-van den luitenant gene raal graaf Pajolzijnde eene dochter van den maarschalk Öttdi m-, de marquisin de Montealmde geneesheer d'Hflkncourt

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1832 | | pagina 1