nemen. Het gezondheids-comité is vergaderd geweest en heeft met den minister dArgout gearbeid. Parijs, den 31 Maart. De Monittur maakt heden een tweedié bulletin van de Cholera-ziekte bekend.; inhoudende dan tot iaari middernacht vart den 30 dezer, 178 personen zouden zijn aangetast, en daarvan 60 bezweken. Voorts is van rege ringswege in alle dagbladen geplaatst, en afzonderlijk bij een aantal exemplaren verspreid, een berigt, waarin de meest ge schikte middelen worden aangewezenom zich voor de Cholera ziekte te behoeden, en, bij onverhoopten aanval, dezelve te keer te gaan. De vrees voor deze kwaal schijnt overigens niet zeer veel indruk te hebben gemaakt; de openbare vermakelijk heden worden niet alleen voortgezet, maar tevens niet minder bezocht. Alleen de menigvuldige voorzorgen, weHte door het stedelijk bestuur genomen worden; geven eenige meerdere, leven digheid, en doen daardoor de tegenwoordigheid der ziekte op merken. NEDERLAND EN. 'sHertogenbosch, den 1 April. Het leger te velde is se dert gisteren ochtend uit de tot dus verre bezette positien op gebroken. Zoover men kan nagaan,; bepaalt het zich tot het meer bijeentrekken van de troepen, die dé onderscheidene divisien uit maken, en bij het posteren van dezelve nader aan de grenzbn. in de rigting van de stellingen, welke zij te voren bezetteden. Tevens spreekt men van het vermeerderen van het wapen der ar tillerie. Reeds is eene bespannene batterij twaalfponders uit Nij megen naar het leger opgebrokenen men schijnt ook de batte rij rijdende artillerie uit Amersfoort te wachten Eergisteren heeft Z. K. H. de prins van Oranje Tilburg be zocht, doch is noch voor den avond in het hoofdkwartier, 'twelk zich steeds binnen deze vesting bevindt, teruggekomen. Gisteren avond is Z. K. H.. prins Frederik uit 's Gravenhage alhier gearriveerd. Ten aanzien van de aanleidende oorzaken tot deze maatregelen is nog niets met genoegzame zekemeid gebleken. Men heeft gesproken van schendingen van het grondgebieddoch het is tot dus verre alleen zeker, dat zich een twaalftal gewapende Belgen heeft vertoond bij het tolhuis te Borkel op den grooten weg van Eindhoven naar Maastricht. -Het schijnt, dat bewegin genvan de zijde der Belgenen welligt ondernemingen, welke de veiligheid van het kasteel van Antwerpen zouden kunnen bedreigen, de genomene maatregelen van voorzorg, bij welke Uien van deze zijde heeft getoond steeds gereed te zijnhebben te weeg gebragt. Breda, den 2 April. De Fransche en Belgische bladen deelen eene nota medewelke door den buitengewonen Russischen ge zant, graaf Orloff aan 'net 'Nederlandsche hof zoude zijn over handigd, en waarvan de inhoud, zoo dezelve waarheid bevat, onzen tegenwoordigen toestand ten aanzien van de groote mo gend naauwkeurig afteekent. Na in alle bijzonderheden den loop der onderhandelingen over de Belgische kwestie te hebben nagegaanzegt de Russische di plomaat dat hij, ingevolge den last van Z. M. den Keizer, niet heeft opgehoudenden Koning der Nederlanden ondubbelzinnige bewijzen van vriendschap en toegenegenheid te gevengelijk hij zich overtuigd houdt dat men ook dezerzijds zal moeten erkennen. Eene vrijwillige toetreding tot de schikkingen bij het trak taat van 10 November 11. vastgesteld, was de eenige weg, om aan de langdurige en moeijelijke onderhandelingen over dit on derwerp een einde te maken. Het kabinet van Z. M. den Koning der Nederlanden heeft dit anders ingezienen het is niet aan den ondergeteekenden voor behouden om zich over de beweegredenendie tot dit besluit hebben geleid, ten deze uit te laten. Intusschen kan Z. M. de Keizer niet ontveinzen, en deze ver klaring gaat met!leedwezën gepaard, dat het Nederlandsche hóf de eenige en laatste gelegenheid heeft doen verloren gaanwel ke de Belgische kwestie overeenkomstig deszelfs ware belangen konden ten einde te brengen. Deszelfs bondgenooten en onder deze het Russische hof, zouden voortaan te vergeefs trachten aan hetzelve nuttig te zijn. Z. M. de Keizer heeft opregtelijk alle de pligten eener wederkeerige vriendschap jegens den Koning der Nederlanden vervuldmaar dezelve kan nimmer vergetendat hem ook door de verbonden met andere mogendheden en bepaaldelijk door de noodzakelijke zorg zijner eigene onderdanenverpligtin- hen zijn opgelegd, welke ook bij de verdere behandeling der Bel gische zaak zullen moeten worden in aanmerking genomen. Ten -gevolge van dit een en ander heeft Z. M. de-Keizer den ondergeteekenden gekst de volgende verklaring af te leggen Na alle middelen van overreding te hebben uitgeput; om Z. M. den koning der Nederlanden behulpzaam te zijn tot het daar- stellen eener minnelijke schikking, welke tegelijker tijd aan de waardigheid van deszelfs kroon en van de belangen zijner getrou we onderdanen zoude beantwoordengevoelt zich Z. M. de kei j zer van Rusland buiten staat, om voortaan eenige ondersteuning te verleenen. Hoe gevaarlijk de toestand ook moge zijn waar in hof van 's Gravenhage zich door de laatste besluiten geplaatst h cft en welke gevolgen daaruit mogen voortvloeien, ziet Z. M. de Keizer zich genoodzaakt om de vriendschappelijke g£voèpis ter zijde te stellenen aan het hof van Is Gravenhage al gcheê- le verantwoordelijkheid over te laten Getrouw aan de eenmaal gegevene belofte zal Z. M. geeene ^dwangmiddelen bezigen om den Koning der Nederlanden tot de onderteekening der 14 arti kelen te iioodzaken; maar in aanmerking nemende, dat dezelve de eenige grondslagen inhouden naar welkebehoudens zooda- nige wijzigingen als welke in het eind traktaat tusschen de beide natten zouden kunnen worden ingevoerd, - eene afscheiding tusschen Belgie en Holland kan plaats hebben, erkent Z. M. dat het billijk en tevens noodzakelijk is, dat België voor hen oogenblik in het genot der regten èr? voordeelen treed welke bij die artikelen aan hetzelve zijn toegekenden bepaaldelijk de onzijdigheid genietewelke als jbegïnsel door Z. M. den Koning der Nederlanden is erkend geworden. Als een noodzakelijk gevolg van het voorafgaande, kan Z. K. M. zich niét tegen de maatregelen verzettenwelke de confe rentie tot het behoud en de handhaving dier onzijdigheid zoude nemenvvanneer dezelve door eene hervatting van vijandelijkheden van de zijde Yan Holland werd geschonden. Indien zelfs onver- hooptelijk dit fnogt plaats vinden, zoude Z. K. Mornet zijne bondgenooten de middelen beramenwelk geschikt zouden zijn om den algemeenen vrede te bewaren. De ondergeteekende heeft zich genoodzaakt gezien de verdere onderhandelingen te staken, omdat dezelve voor het oogenblik buiten staat is Z. M. 'den Koning eenige meer afdoende bewij zen van vriendschap, in naam van zijner meesterte geven. Hij Iaat dus aan dé wijsheid van het Nederlandsche hof over, om de gevolgen te bereken van eenen staat van zaken, welke eene opregte en belattglooze vriendschap had gewenscht te voorkomen.'4 Na deze bovenstaande verklaring aan onzen Koning te hebben- afgelegd: zou graaf Orloff" van Z. M. een bepaald antwoord ge vraagd hebbendit antwoord ontkennend zijnde geweesthad de graaf zijne paspoorten gevraagd en was daarop naar Londen vertrokken. (Latere berigten *uit de ministeriele dagbladen be twijfelen de echtheid dezer nota.) Breda, den a April. Van de citadel van Antwerpen had men berigt van den 3 r maartdien morgen hadden eënige Bel gen die sedert een vrij geruimen tijd verlof haddenom als slag- ters, winkeliers en kroeghouders op het kasteel te verblijven, van daar weggevoerd en tot nader order op de flotille in verze kerde bewaring gestelddeze lieden werden gezegd in correspon dentie met den vijand te staan. Gisteren is door 's Bosch gepasseerd de batterij rijdende ar tillerie onder bevel van den kapitein Casembroot. De houding en het voorkomen der manschappenhet schoon aanzien der paar den en van het matrieel werden algemeen opgemerkt en bewon derd.—Te 's Bosch is in den morgen van gisteren binnengebragt een belgisch jager te paardin volle wapenrustingwelke gezegd werd, als ordonnans met depêches belast te zijn geweest, en met dezelve tot de onzen te 2ijn overgeloopen. /^- Middelburg den 4 April. Men meent alle zekerheid te heb ben dat er van dè zijde van ons gouvernement geene vijandelijk heden zullen begonnen wordenmaar alles wordt in een' beduch ten s"fiiat van tegenweer gebragt. Den ingezetenen van Breda is, als maatregel van voorzorg en voorzigtigheidaangezegd, zich voor drie maanden te provianderen; zij zijn tevens onderrigt, hoe zich in geval van alarm te gedragen. In het vierde en vijfde distriet onzer provincie en op de voorposten is tot heden ook alles rustig, hoewel men voortgaat met de reeds bèstaande verdedigings-middelen te versterken en de grootste waakzaamheid in acht neemt, ten einde onzen vij anden wanneer zij het mogten wagen onze grenzen te schenden te doen gevoelen, dat moed en vertrouwen den Noord-Neder lander .steeds bijblijven bij de verdediging zijner heiligste regten. De laatste Engelsche brieven meldendat de ratificatie der 24 artikelen zou zijn uitgesteld. De Oostenrijksche gezant had order tot de ratificatie ontvangen, maar mogt daarvan zonder Pruissen geen gebruik maken en de gevolmagtigde van laatst- gemelde mogendheid verbeide nog depeches van zijn hofook de graaf Orloff was nadere intructien wachtende. AD FE KT ENT I EN* Met dankzegging voor de ondervottdene medewerking, brengen de ondergeteekenden ter kennis hunner geachte Stadge- nooten, dat de zuivere opbrengst van den Muzijkalen Avond van den 6 Maart jl. heeft bedragen 60,08waarvan de helft is gestort bij den Rentmeester van den Algemeenen Armenen de wederhelft, bij den Boekhouder der Nederduitsche Her vormde Diaconie Armen alhier. Goes, 4 April 1832. M. P. BLAAÜBEEN. C. C. van den BOSCH. v Te HUUR, tegen primo Mei 183a, het WOONHUIS met den daarachter gelegene TUIN, in de Lange-Vos- straat te Goeswijk A. 153 ;te bevragen bii B. STEEN- DIJK aldaar. Te Goes, bij F. KLEEUWENS, Stadsdrukker en Boekhandelaar.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1832 | | pagina 2