N.°3. GO ES S C HE TOg t vi>" ©rijbajj 4M "-'---■ - BESTUREN EN ADMINISTRATlEN BEKENDMAKING. NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad GOES en ressorte van dien. Brengen bij deze ter kennisse van een iegelijk dien zulks zou de mogen aangaan, dat ter voldoening aan de wetten van 8 Januarij 1817 en 27 April 1820 op de Nationale Militie, op Maandag den 2 Januarij 1832 en volgende dagen, tot den 20 daaraanvolgendedagelijksuitgenomen des Zondags des mor gens van 10 tot 12 uren, ter Secretary van deze Stad, za gereed liggen, het register van inschrijving tot de loting voor dezelve Militiewelk register op denzclven dag door het hoofc van het Bestuur zal worden geteekend; zij welke zich voor of op dien dag niet hebben laten inschrijven, zullen alsnog wor den ingeschreven aan het einde van hetzelve register en tevens verwezen worden tot eene boete van niet minder dan ƒ5 en niet te bovengaande de som van 100 of ingeval van volstrekt onverr mogentot eene gevangenis van vier dagen tot zes wekenter wijl dezulken, die zich voor den 28 dierzelve maand niet heb ben laten inschrijven, dadelijk zullen worden gearresteerd en naar de hoofdplaats der Provincie gebragtom aan den Militairen Kommandantter inlijving en tot vermindering van het kontin- gent, te worden overgeleverdovereenkomstig art» 66 en 68 der Wet van 8 Januarij 1817 en art. 8 en 10 der wet van 27 April 1820. Wordende mitsdien alle manspersonenwelke op den eersten Januarij 1832, hun 19de jaar zijn ingetreden, hoedanige zijn aezUllien geboren in den Jare 1813}, bij dezen opgeroepen en vermaandom met overleggingvan hun geboorte of doop akte zich in bovengemelde dagen ter inschrijving in het gemelde register, ten Stadhuize alhier aan te bièden, en voor afwezigen hunne ouders, voogden, curators of gevolmagtigden; En tèn einde niemand zich zoude kunnen excuserenuit hoofde van onkunde aan dé wetten, ten opzigte der inschrijving, en 't geen verder daarbij is bepaald, zoo worden bij deze de navol gende artikelen uiteerstgemelde wet op de Nationale Militie woor delijk geinsereerd. Art. 21. Almede zullen zich jaarlijksvoor den vijfden Janu arij* aan het Plaatselijk Bestuur, in geschrifte moeten adresseren de bij de Nationale Militievoor zich zei ven dienende manschappen die in den loop van het laatst voorleden jaar, hetzij door over lijden van ecnên vader of wel moeder, weduwe zijnde, of door eene plaatst gehad hebbende regterlijke separatie of echtscheiding der ouderen, of eindelijk door overlijden van een'broeder of broe ders 'fegtöp vrijstelling, overkomstig de bepalingen bij Art. 91 gemaakt, hebben verkregen, en hun ontslag diensvolgens zullen verlangen. Bij deze verzoekschriften zullen moeten worden over gelegd de noodige bewijzen, ingerigt overeenkomstig de voorschrif- tèn hij het aangehaalde Art. 91 gestatueerd. Tot her doen der voorschreve jaarlijksche aanvrage om ont slag, Jèijtiï, évéh zeer als de manschappen zelve, Ook dqrzelver ouders "of voogdencurators en gemagtigden bevoegd. Art. 224 De Plaatselijke Besturen na dc voorschrevene adressen en bijgevoegde bewijsstukken te hebben onderzocht, zenden dézelve voorzien van hunne considcratien voor den 15 Jwiuarij aan den Gouverneur der Provincie. Art. 23. Alle aanvragen om ontslag ter zake voorschreven, bij de Plaatselijke Besturen niet voor den 15 Januarij ingekomen zijnde, of waarvan de bewijsstukken niet in behoorlijke orde zijn bevonden, zullen voor dat jaar niet worden toegestaan. Art '49. Om tot eene geregelde loting te komen, zul- lén ovëfeenkomstig art. 207. der grondwet alle Ingezetenen die op den 1 Januarij van elk jaarhun negentiende jaar zijn ge treden, na daartoe bij Publicatie te zijn opgeroepen voor den 20 Januarij van ieder Jaar bij het Plaatselijke Bestuur van hun ne woonplaats zich tot die loting doen inschrijven. Art. §U Ten opzigte der inschrijving cn loting zal wel Jn Ybijzonder in het oog moeten worden gehouden, dat, welke iiinspraak. óp vrijstelling iemand zoude vermeenen, wegens ge breken of anderzins te hebbendesniettegenstaande de inschrijving en toeing door denzei ven "eveneens als door alle andere zal moe ten geschieden. Onder de insöhrijving j zullen Ook begrepen zijnde ge huwden en afwezenden; de gehuwden zullen aar» de Militie Raad moeten overleggen de bewijzen van hun huwelijk. 'Art. 53. Dé oudersvöögdgnén'fëgenten ztrttetrverpligt- zijn hunne kinderen of pupillen in persoon of door iemand t daartoe door hun schriftelijk gemagtigd, te doen inschrijven-; daarinfia- latig blijvende, zullen zij verbeuren 'eétteboétie with hièt ttiöét dan honderd guldensdoch .niet minder dan vijf en twintig gul- dons en in geval van volstrekt onvermogen met eené gevangenis van één tot twee maanden worden gestraftonverminderd dè be palingen, ten aanzien der kinderen of pupillen, bij Aft. iö&. hier na gestatueerd. Art. 56. De wettige woonplaats of domicile voor de inschrij ving hier boven vermeld Wordt gehouden voor hundie ónge^ huwd zijn de woönpliaïsf '9èf 'ouderenen bij het overlijden vacfl beiden, die van den éerstbenöemdén voogdvóór de gehuwdèft de plaats alwaar zij hun bestaan hebben in twijfelachtige gèvél- en omtrent gehuwdenzal Vóór de Wettige Woonplaats gehoUdeï* worden, die plaats, alwaar zij, op den' eersten Januarij van'élfc jaar, tot de uitoefening van eenig beroep patent hebben beko men of (wel voor het middel Van het personeel eh mobilair, of 'dat hetwelk in de plaats daarvan zoude mogen worden geïft^ troduceerd, beschreven zijn én voör zoo verre zij 'daar in niet beschreven zijn noch patent hebben bekomende plaats Waar Ztf zich bevinden; met deze Verdere bepalingen dat zij die in eent vreemd landuit oudérs ter oorzake van 's lands dienst afwezend of anderzins op reis zijnde, buiten het Rijk zijn zullen worden ingeschreven binnen die plaats alwaar zij hunne wettige woon plaats hebben dat jongé liedendoor hun vadermoedérvoogd of curator achtergelaten en geen bestaan hebbende, op de lijsteil van die gemeente zullen worden gebragt, alwaar hunne ouders, eerst in rang benoemden voogd of curator het laatst hunne woon plaats hebben gehadén Wanneer deze woonplaats niet bekend mogt zijn of dat dezelve buiten het Rijk is -gelegen, op die van de plaats alwaar zij zich bevinden. Dat zij die geene ouders voogden of eigen bestaan hebben zullen worden ingeschreven in de plaats alwaar zij zich bevinden# Dat de geallimenteerden cn kinderen in godshuizen en lief dadige gestichtenzullen worden ingeschreven in die plaats al waar de godshuizen zijn gelegen ol de allimentatie geschied. En dat ten opzichte van dé gevangenenwelke in de jaren der loting vallen, de régenten der gevangenissen verpligt^zullen zijn voor den 10 Januarij van ieder jaaraan het bestuurvait de gemeenten, alwaar die gevangene hunne vaste woonplaats hebben, eene naauwkeurige opgave te doen van alles wat.het zelve voor de opschrijving noodig heeft *te wetenmet bijvoe* ging der misdaad waar van zij beschuldigdof om welke zij veioordeeld zijn geworden, enden tijd voor welken zij zijn ge- confineerd. Art. 59. Het register Zal bevatten alle jongelingen diehiia 19de jaar, zijn ingetreden ert dz eerste klasse van hét loopende jaaf uitmaken. Tot de gemeente in welke iemand, by het intreden van deszelfs 19de jaar, voor de eerste klasse zal zijn ingeschreven, zal hij, met betrekking tot de Nationale Militie'blijven behoè- ren. werwaarts hij zijn domiciliegedurende denktijd dat hy ii» de jaren der Nationale Militie valt, moge overbrengen. Art. 63. De alzoo ontdekte personen, door de Militie- Raad na gedaan onderzoek in hunne eerste zitting, tot de dienst voor altijduit hoofde van ligchaams-gebréken of an dere omstandigheden, ongeschikt bevonden wordende; ofwel wanneer zij redenen kunnen allegueren die hen van d e dienst finaal vrijstellen, zullen in eene boete worden verwezen, naar gelang der personen en omstandighedeni van niet minder dan vijf guldensdoch niet te bovengaande de som van honderd guldens; en ingeval vati volstrekt onvermogen, worden gestraft met eene gevangenis van vier dagen tot 'zes weken. Art. 64. Tot de dienst niet zoodanig ongeschikt zijnde, dat zij finaal behooren te worden vrijgesteld, of geene voldoen de redenen van vrijstelling kunnende allegueren, zullen zij tot-de boetehier boven vernieldwöfden verwezen en aan het hoofd van de hierna te beschrijven lotingslijst van de eerste klasse, welke hunnen ouderdom ook zijn mag, werden geplaatst Art 65. Door tijdelijke ongemakken óf gebreken waar van de genezing mogelijk istot de dadelijke dienst buiten staat 'geoordeeld wordendezullen zij tot de boete of penalitei- tenbij art 63 bepaaldworden (verwezen envoor één jaaf worden vrijgesteld, doch het volgende jaar, of in het jaar wan neer zij tot de dienst geschikt geoordeeld wordenaan het hóófd der lotingslijst worden geplaatst, Art. 166. De nasporingen nair de dienstplrgtigen der Na tionale Militiewélke zich aan de inschrijving, aan de loting of aan de dienst mogten onttrekken, zullen op gelijke wijze bestuurd worden als ten opzigte der deserteurs van het krijgsvolk van .den Staat gebruikelijk is. Dc gearresteerden zullen aan den pro? OPROEPING VOOR DE

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1832 | | pagina 1