N.o 50.
GOESSCHE
1830.
COURANT.
4 11
i
I
I
I
s*,- J s 2
6;|
I 1
MAAND AO
FRANKRTK.
Parijs, den 13 Junlj.
Van wege het Gouvernement is het volgend
uitscreksel publiek gemaakt uit een rapportdöor
admiraal Duperrêden 2 junijaan boord der
Provencein zee beneden winds van IVlajorca
geschreven
De vloot, den aksten der vorige maand uit
de baai van Touleo onderzeil gegaan roet eene
opkomende west noordweste koeltebestond
uit 75 oorlogschepen* Eene afdeeling van het
konvooidat haar vergezelde,was 55 zeilen sterk.
Zij zeilde behoorlijk vereenigd voort, toen zij
des nachts van den 27sten op den 28sten over.
vallen werd door een sterken oosten en oost
2oid«oosten wind op de hoogte van Minorca en
Majorca, Ik heb haar onder de lijzijde der ei
landen gebragrwaar zij eene veilige plaats ge
vonden heefr. Het was fraai weder geworden
ba de vloot en het konvooi bereenigd en na
voorzien te hebbeti in het vertrek uit de baai
van Palma van de landingsvloot, welke er bin^
nengeloopen was, ben ik naar de kust van Al
giers gestevend. Den volgenden dag (den 29
sten), des avonds, verkende ik die kust op een
zeer verren afstand. Het was fraai weder met
eene oostelijke koelte, die misschien een wei
nig en sterk doorwoei. De vloot heeft des
bachts gemanoeuvreerd, zoo dat zij zich dén
posten bij het krieken van den dag op een klei
nen afstand van land bevond* Zij was werke
lijk den 30sten, des ochtends ten vier ure, in
bet noorden van kaap Caxine op een afstand van
ten hoogste vijf of zes mijlendoch de kust was
met revel bedekt, de lucht betrokken, de koel.
te wakkerde langzamerhand aan s alles kondigde
slechts weder aan, De vloot heeft zich noord
waarts van de kust met een oosten en oost-zuid
oosten wind verwijderd, zonder vandaar, zoo
ik meen gezien te zijnuit hoofde Van het
duistere weder*.
De verpligiing om eenê zoo grooté menigte
schepen van zoo verschillenden aard en hoeda
nigheid bij elkander en in een goeden koers te
houden, en bij den wind zeilende, werd on-
mogelijk; ook hebben wij ons niet op den me
ridiaan van Algiers kunnen houden. De reser
ve bestaande uit gabarres en andere vaartuigen
van minder rang, is benéden winds geraakr* Het
konvooi, dat ik de voorzigtigbeid had gehad
verscheiden mijlen in den wind te houden, is
daarin vrij wel gebleven* Maar drie dagen ster
ke koelte uit het oost-2uid-oosten lieten ons
geene hoop óver om wedèr de algerijnsche kust
te bereiken. Dë eenige partij, die te kiezen
overbleef, Was om de reserve en het konvooi
in de baai van Palma te hereenigen en de vloot
onder de lijzijde der eilanden te houdenin af
wachting van goed weder en van het hereenigen
en het reorganiseren der konvooijen. patwelk
den aysten uit Toulon vertrokken is en zich
op de afrikaanscbe kust bij de vloot moest voe-
geo-, is bij het vertrek door een hevigen noord
oosten wind verstrooid geraakt Ik heb ver
scheiden schepen daarvan vereénigd roet het
konvooidac de vioot vergezeld* Anderen zijn',
door de zorg van de door mij uitgezonden ligre
schepennaar de baai van Palma gezeild en
daar moet de algemeene hereeniging plaats heb
ben. Ik hoop daarin te slagen en de vloot in
staat te stellen van op nieuw te ageren.- Dit za)
niet lang duren* Ik heb order gesteld om de
landings flottille, die gezeild was om zich op
het operatie-punt met mij te vereeoigen, naar
Palme terug te roepen* Ik heb er geen berigt
van gekregen maar het weder is niet 9lecht
genoeg geweest om daarover in ongerustheid te
zijn: zij is zaroengeSteld uit goede vaartuigen,
geschikt om zee te bouwen e» de koelte, die
er gewaard heeftuit te staan.
so juixr.
I„^Ik heb de elementen tegen gehad; ik heb
slechts men schel ij fce krachten daar tegen kunnen
aanweoden. Ik heb in ra ij a en ijver en io mijne
verknochtheid aan de dienst des Konings die
krachten gevondenwelke mij behulpzaam ge*
weest zijn om ongelukken voor te komen, raaaf
die niet in sraat geweest zijn om eene vertraging
te beletten in hec uitvoeren van de ontwerpeis
krijgsverrigtingen*
De gezondheids toestand der vloot is goed
de geest en gezindheid zijn dezelfde sis bij het
vertrek, dat is volmaakt."
Nóg heeft de Admiraal aan het ministerie Van
marine een rapport ingezonden van den luitenant
d' Asrignyomtrent de stranding der brikken
de Av ent ure en de Sylène
Uit die verslag blijktdac beide Vasrtuigéb
den 15 mei, des avonds, mee storm en raise
op de algerijnsche kust bij kaap BenguÊ2es en
dertig mijlen omtrent de kaap Casine. gelijk'
tijding gestrand zijn. Hec volk, op één man
na, gelukkig aan wal gekomen zijnde, hielden
de officieren krijgsraad en werd hun doof de
bevelhebbers, de heeren d" Assigny en Bruai
voorgesteld, of om zich te wapenen en djgc bij
de brikken te blijven tot dac hec weder aan de
oorlogschepen zou toelaten van hen te zien en te
reddenof om geen weerstand te bieden en
zich door de Bedouinen naar Algiers te laten voe.
ren. Tot dit laatste werd besloten, daar het
kruid nat geworden was en de lucht en zee wei,
nig hoop overlieten om de schepen dien ge,
heelen dag te kunnen zien. Al hec volk dus
verzameld en eenige levensmiddelen, die doof
de zee op strand geworpen warenvergaderd
hebbende, sloegen de schipbreukelingen den
weg naar Algiers inhet strand volgende. Dit
geschiedde des ochtends omstreeks teo vier ure
en naauwelijks hadden zij een vierde mijls af
gelegd toen eene bende gewapende Bedouinen
op hen aanviel*
Onder de manschap van de Sijlene bevond
Zieh een Maltbeser, voor Oran door die brik
in eene visschersbooe genomen. Deze, die dé
arabische taal sprak en lang roet de Algerijnen
gevaren hadnam op zich om allen te redden na
het volk uitdrukkelijk vermaand te hebben vati
hem niet tegen te spreken. Hij verhaalde aan
de woedende Arabieren, dat zij Engelschen wa
ren. Drie malen werd hem den dolk op de keel
gezet, om te beproeven van hem schrik aan te
jagen en te ontdekken uit zijne ontsteltenis of hij
de waarheid sprak; zijne standvastigheid bedroog
de Arabieren, en hoewel zij niet volkomen wer
den overtuigd waren zii echter in twijfel ge
raakt dat gedeeltelijk medewerkte om de schip-
breukelingen te behouden. Onder voorgeven van
hen langs een korteren weg naar Algiers te bren
gen deden zij hen de bergen ingaan, en na een
roarsch, van een vierde uufs aan een dorp ge
komen* dat uit een klein aantal hutten bestond,
begonnen zij hen te plunderen, eerst zachtelijk
maar weldra met de grootste wreedheiddaar zij
hen zonder hemd aan de gure noordenwind en
stortregen bloorgesteld lieten. Na omtrent vier
mijlen in de bergen afgelegd te hebben eh dik*
werf gedwongen geweest te zijn halt ie maken,
bi) welke gelegenheid hun nog het overig ge-
deehe hunner kleeding ontroofd werd kwamen
de ongelukkige aao een vrij aanzienlijk dorp
bijna op de meridiaan van kaap Dellys, waarde
Arabieren hen stil deden houden en aan eenige
hunner een weinig brood gaven» Verscheiden
malen op dien moeijelijken togt werden zij van
de eene bende Arabieren aan de andere overge
geven en telkens ging onder die rovers het schrik
kelijk gejuich op, terwijl zij tevens groote blij
ken van vijandigheid gaven. Oodertusschen, hoe
zeer zij dikwerf hunne dolken eo wapentuig op»
QHet vervolg op de kant van deze bladz)
a, e <u t
O C 4)
C3 w
é- 0
-o if?
o g N
S - C
O» CS 01
2
o 3
e
jTN
•O O Q.—i
-* l to
e e
0 2 I
ot" O N G
E? 2
«S tj o
E se ex
CöSÏÏE
w *0 O
c
O
i i) c
I ft»
•O "W
2 *0 0
p <j
o
hC
4, ft» c
tic 2*
p 0 c
so c
ft» 4» C "X
•o e
tX
a
fcX
E
o
e
es
w
C
9
s
-c
a.
o
j*
O
O
c
a
T3
o M^ti
-n bC g'
5 -E
g -O -c
«b o m <u
o
n E
5
•o
4,
xM
ss
C.X
_o
5-ss.
:a
O»
Q>
T3 C
fc. <u
OJ
4> -O
JSC C
*5
c
'l
V
u
c'E
c
a>
ft» O
C3
8--S-
miC
w
C to
a»
CM
ft» v.
M
01
e -e c at u
-■ 3 O C3
£X-0 9
c o n)
"t Jr
ti
-• ft»
SPB
büSj
*2 o
I 2*8
E
w
W W
b£ qj
«si
c «t
C3
c -
rj C
e o
Q)
'O c c
«t
CL G
«j a c
2 3
GJ
QJ w
V
c aj
o •-
r
i s
-c -O
0 L
Q> g
o 2
ja
c
Qj O
c
a a*
O a»
T3 P
QJ
e c
at
at
T3 c
V
T
3 JB
-O
c
bt
O
a» O
u
ft#
S
CJ
"P u. -
O
ft» X to
a>
£■2
t g
C
tJ ^3
w C
w 2
fclC w
Gj
,2- <3J
ue
a»
•t3
T3
C
-o
-o u
-
e
o»
0 ti
ta .jsc
C 'w
0 mO
a ft»
J1 IS
to
<u
e c
■a J
to T3
to eö .o»
»p-1
c .E
01 -o
uQh
O ft»
•a -o
g a»
u ft»
N Cl
<J> C/5
c c
d. ex
to
O
o
JO
ft» -ri
L.
c
o»
•tj
Z. C
ft» ft»
*0 c
o C
C ft»
ft» JX
QJ QJ
Q»
QJ
WC c
U
S -G
l
a»
-O 1
ft»
ft» ja
cl15
t S
WC W3
c
Si to
Urn fl»
g
-s e
.to ft,
»»-a
5
e
CJ C-',
43 Ci
u <u
O» P
-O
O
2 c
CL»
b.
O
Xi
0>
QJ
-
Cm C
O o»
■S
.2 o
Qj Qj yi
X
ci E 2
o
exo -o
'S
o g -a to
O ft,
Ï.E. ex
2 S
s I
0» tjt
c "O O ox
o 00
s C
g E S o
to T3 to
he ja
*3.'5 5
O C u.
>0 pc.
a a a,
X ""O j- <u~-o a ra -n o» ft»
to c* c c to Sd"®» O
2 e 1 3
_ft>ft»"U fc.<m»J; lm o
r. bx— c c a» «5 o»
to -o ^Jft»5>a»-o>n
w-t3 -t- 0 .32 -B to ft»
SÏRië 5 P-S SP
ÜJ 'n <D m C k
22>to-o--c.a
>r,c9_jcO<».C{U a,'~
ö'cC p S 1 o» 2 M"»
a» a
Src to to J-,— O*,
O C &C -T3 k 3 C
exs»to»to^j c E cj ai
3 5 I" g a
•5?. to P -O <4 w -TJ V
F c S£ SlS o
m A» HJ a» r4 G w
-TT •vBj .5? 4> s
w r r» "a Vr
xi n i» o Q 41 - *söra»'
x F c s£ tuS X -
M bi 3j Qj G w
g bB">; c B c 2
to 3 - ï=-> -c Pi a
g -ë S' ft, -to -£ '^1 Sj*-*
(1 -Z. ^tojs f. &-o <->
m -O C X1 to
c ft» toca^JSSïT'to
to2x='StoQ£^S"2a
e Cgjcj»
L- ft» .'O» Cm-
e to O r c "to ra CX
S"°^ "O e c a c M,
.2 o» ^totou-jfu^to
A to o. "O xx; 61? f y
O is
lm
ft»
Om
?-
*-
u
ft»
ft»
<0 ft)
to
--
a
QJ
c
-a
a
C3 u
w ft»
tn O
O to "2
Q jk s