r ffi s t-. g T3 f/i - rï S Oi c °O o> r o Srfeed -eg s 1^ I S! ra S>» ra e o o 4. -O JC N -p E ra -.5 o. w O 2 4i g -j* 45 B-g -zs M .2 e 'P ca o OS gW •O 2 -C 3-:^ te ;|o "1° «5 m tx "T3 TO "V O c xi X w 0» :r b i c te C3 </5 CS t o ai Sa s f j'S s s e 4^?l| 8« -SO:=r ,-N g^p N 235 -o "O to -S C 5~ ï<s'««:S isli»:c f etf (J li m U B jf^ g 2 Jj -O ra U s-Ou. 2 O w 4» a -e o tt c o bt< O- C 4i Z C tl - 2 ca o c £d 03 2-°* tt Cd O i*s hS JJ Q> -m 5 0» 'bc o w c 3 V fcfi ®P 4> 9 T3 .2 M C/5 Wïjs tJ" CJ 'n Q. C 4> O •w '2 o O s .0$ 5 -C <u _c c u "O c at a, - 2 -o 4. O O ■a-fc w -itj •2? 3 G ca P e ra O rs be w X t- O u J 'I m X) w C J= jv u C .- tc *o f w ai ej •n TJ G a's 4» O •tJ 4) V» tec c 4» -O 4> c« h0 o. O Ql ra 2f «C C O CU C O T3 - X co «•t c •- c co <5 w.<; O •S t- "2 O JC O 0» Q> JJ "O ns ra ra c ra w ®5 goi ra -o Q c C o> 0> <u tx-o 1» O -ëca 41 «Kö ote a» O O O O O c g T5 c 0 ey 4* TD •b C QJ c tb •O 2 V bC a> QJ •C c ra C 4» Tl ra B! O O .2 bt - S Q 4> ft) e ft) B S jc O «,2 a T3 JIJ H> 5i U O *- 01 ocd^ u S C n C Q< behoorden tor het gezelschap aan boord der stoomboot: 'sNamtddags voor vier ure was de zelve reeds van Numegen terug maar voer nu nog verder den Rijn af Op dezen togt werd het gezelschap tegen over het landgoed Hul- kestein, bewoond door mevrouw de douairière Joh, Brantsenverrast door het lossen van klei» ne stukken geschut, die voor dit- landgoed wa ren geplaatst. Men ziet mevrouwlirantsen van de stoomboot. Drie heereo, te weten de heer kolonel Kuijk van de tgde afdeeling infanterie, de heer wethouder van Rappard ea de beer canrróleur Nahitijsstappen spoedig in een bootje en laten zich naar den oever brengen om mevrouw Brantsen uit te noodigen, mede aan boord der stoomboot te komen. Zij neemt de oitnoodiging aan, en gaat, verzeld van de genoemde heereo* roet hare beide kinderen* een zoontje en een dochtertje., benevens eeoe jov.ge jnfFïr uü Zutpben, een zoontje van den beer Dijckmcester uit Tiel eo twee kinderen van den heer burgemeester Weerss* (cok een zoontje en een dochtertjedie zich op Hol- kcstem bevonden, inhei bootjedat nu van land afsteekt om de stoomboot te naderen. Men heeft dezelve bgna bereikt, het gezelschap aan boord der stoomboot maakt zich gereed om de nieuwe bezoekers te ontvangen, maar eens klaps verliest het kleine vaartuig het evenwigt, slaat om, en allen die zich in hetzelve bevin den storten in den stroom. De heer Nahaifs de «tuurman van de boot en de jonge heer Dijcktneesier worden gered. De jonge joffer uit Zutphen grijpt men gelukkig daar zij tegen de sroomhoot aandrijft* en zij wordt roede ge red i maar dit zijn ook de eenigendie de V T3 0 ra JtZ •W ra O fa c "W 1 a» ro ra w co 69 te te «r SS hè! fej co Cr3 o stroom teruggeeft. Mevrouw Brantsen roet hare beide kinderen en die van den burgemees ter IVtertsde heer kolonel Kuijkbenevens de heer wethouder van Rappardblijven zijne prooi en geen spoor wordt meer van hen ont dekt. Men kan zich het jammenooneel aan boord der stoomboot verbeelden* waar ouders hunne kinderen de vrouw haren man het kind zijneo vader de 'broeder zijne zusterzich ^eensklaps voor altijd zagen ontrukt Algemeen is de deelneming ia den rouw over dit ontzet tend, verliest S i aö - sz 2.1 mm TO 2' D c N «i e» a V) c a -c ft, c JS at ra 3C 41 CL W tl. c - C CU ft) c ra ra ra e ra V JA Jé O

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1826 | | pagina 2