H
O) 5JC 1> tl
g - ecu
S- r w c o
c„ o c o
Sp*° a S e 'I
E O B w
o "O <n 'es
o!"2! c si
&g S1?® oO
o 2 Sd
•2 g e o O
&C o 4*
O -3 #C 2 3 .2
•TO <L> H3
o 0 .ti, 1
O o «-* u o
2 -o S3 S
g "S e 2 «-
«- t£ i"o
n q fcfi a> «u c
Sg
T3 -O >X3
«»0 W 3
8 *0 a-i C
I
i I'S S- e
Q C O c
ei 5 «O E d o
E *- i
o O e
5 J: O SP td
.O "T3 C -4
o s S :iM" O
s-° t| g,jfc
.2 S-2 S
S e v >5 O .2 -«
S»C 'S p'°
§,.5 hO Q C
*4 B u e S
x 2
o w *o e c
Se o o o
"SÊfo^^S'
s
-ïZ, e
JO g .5 co
r"s e •-
o o»
"«f s» c y_
cl
OOO'H 1-1
bC - 'S Kft
M u
cc .5 .5
2 <s22
g o bC
8 B 2-
•o 2 <J
j= 55 k;
:sr o ND <a 2
Md h c
•-» <j
O
'.SP'g o
u 4. Q>
O Js S p
C ,U g'-g C "O
s w 2-3 g hef
O O w
.<rt'- 4» C N
es o 55 a» J O --C
s| %g;° s>
rr: o o 2 c
w. 4- C fcw
- Q-'rti a* «j
?<v5M-S
- «rS**S-
2'SOS-®
v SS s
u
c
0 c e c o
o 2-
O -O <3 -
TT- be r e
w -5
"§OgW"'
M -c Z o c
U "C 9*13 E
J,f»l 1 O o O
g U -o c U c
c
O
O
"O
§*8
J5 O s
W *2 -o
W o ao
<3 M
J- O
O
H tD 1
nQ O
6\ ja
3
V
u. '-a£Q s. w
w at j. tJci2
*C B g
o kJ* t.
m^S S* n
Ji ja
C w cl
o o
O u^OO
U Cl
Sz; -Ï
E E -0 c
JB W o
M C n "o
g ÈU w Jé
N - "E S. o
s O 2
V -3 u Ot
(Z *-»
-a
s
„O
)~T-4
O
4.
S üj
guj
Ö4
■ut
s
3
rt
■ra
"OS
ê:^C2ü
I*-* Q H
•o o 2 1x3 Cd
Cé
c
u
3 _Q
<n C Cd Cd
w
O O
P =Q
- c es 10 w a.
I X ld 2
S£ 2 ?V «Q w - 2
ï-S g
'E
b 2 «- W s
f Sc 2 «g
'S^S-^z
:e- a a
"S - N ai
ca J>
Cu c o> -
C O bt^
i- J.
c N 2
S -ui^
hO
o
t^.
ui -W
ui Z
&.;h?9 >3
id
O
Cd
3
o
Cd 3
gt3
fe
30S2
ajfT rr
■- Z. O o O
3 fcd
O O
5/3 cd
S O
«a -O
Cd
Ni O
c/i
..«U
- I"
U.
s
2
a c jj
2.S «S'
S O
o#*%*
c 2 C~ïCé
s
O
O
co
CO
Z
fd
CO
O
O
Cl
H
en deze gevangene individos tot die foort
welke in het Hnilandsch Postkop worde ge
noemdbefchreven door Houttuynifte deel
3de ftuk, bladz 547; zijnde over het gebeele
bovenlijf zwart en aan den baik graanwachtig
wit, bebbende pene fterkê achterwaarts ge
kromde vin op den rag; den kop als kort in-
geftompt; in den mud, boven en onder, eene
rei tanden, en achter den kop een gat, waar
door zij hec water fpuicen
Het is niet onwkarfc'hïjnKjkdat deze of
foorigelijke zeedieren reeds eenigen tijd zicb
om eo bij de Zesuwfche kusten hebben opge
houden: men meenr altans, door derzeiver ge
woel in het waterofschoon zij toen niet
gezien zijn, zeer eenvoudig te knnnen verkla
ren een verfchijnfei, hetwelk onlangs hier om-
flreeks beefc pla3-s gehad, te weten:
Schipper Ary de Groot lag, in den nacht
tusfehen Zondag eo Maandag den 13 en 14
Februari) laatstleden, met zijne fchnir, bij ilil
en mooi weder, io den mond der haven dezer
ftad, en ontwaarde, orniUeeks één uur, eene
bijzondere zware deining, die het water oyer
de achterneven van zijn vaartuig wel ander
halven palm hoog deed heenlloivenen huiten
dien het fchip meer dan vier ellen op de drooge
flikken joeg, zich in de haven toe benoordent
de (tailing uittrekkende. - Dit verfchijnfel duur
de omtrent vijf minorenvoor en na hetzelve
was het water volkomen (lil en vlak. In den
namiddag van Maandag den 14 is hetzelve ver
fchijnfel nogmaals waargenomen, tusfehen de
ftad Vere en de noordzijde van de haven 4
De kronijken en overleveringen bewijzen
overigens, dat zoodanige bezoeken van groote
en in onze water-oorden eigenlijk niet thuis
hoorende water bewoners, niet zeer zeldzaam
zijoVf Over een groote zestig jaren was het
Veergat zoo vol Thonijnen men noemde ze
ten minste zoo: misfchien waren bet ook wel
Pestkoppen dat zij over het hoofd re "Vere
henenfprongenen geen menscb, zoo long
dit fchouwfpel duurde, aldaar durfde blijven
ftaan.
K.
O ©cc®, -
«5«2*
u SC a c -a
I B Vi I (I
o v> *S o J3
C 3
"o OW Cu4i
I 0° w Jg
-g C C fl
w 5 ca "B
M «- O O O C
fgjj
tfï
•- h w S
a
C 33 O
tm*
CS
K
<U
P-. o •- C-» S
e~ Qj=ü4 stu
e w
«M--Ï
e
cd
o
Cd
Cd
-4
Ut
S3»
JO
*Z v «n v
O tsj .2 DD-O
C*) Getrokken uit een echt narigt, vriendelijk mede
gedeeld door den Wei Ed. Ge&r. Heer Burgemeester
Byte vt ld.