S i s: 2 S i"SS> jgsv. S-S-Sg-l'gslg-s-'go ?ifïS-8:tfïS O J- i-> 3 S3 3 Q 3 i U i 3 3 3 i Op dien weg viel hij twee Joden aan, doch deze gelukte het, na een' kleinen worfielilrijd, hem te ontkomen. Te Husfenhovenvatte hij een* boer aan, die zoo lang met hem wordelde, tot dat eenigen menfchen, welke op zijn ge. fchreeuw toefchoten, heni uir de handen van dezeft uitzinnigen reddeden dié vervolgens ge bondendoor hen. alhier is aangebragt:1 Toen men hem de flagtoffers zijner woede voor oogen (lelde, zeide hij: Ik heb dit niet gedaan, her is mijn boze geest die dezen heeft vermoord Frankfort, den 9 April, De mis is 1 *Q note 1 1 matig uitgevallen In fommige artikelen, in-'' zonderheid in leder, heeft men goede zaken ge daan. T- Zoo lang echter -de thans bestaande^ tolwetten in Duitschland niec worden veran derd, of gewijzigdkan mén niet verwachcen, dar de rnisfen zullen verbeteren. Velden en wijngaarden leveren tot nog toeliet gunstigst Vooruitzigt op i N E D E R L A N D E N. Gbnt, den 8 April Aan het toeval heefc mtfD fomcijds de krSchtigfte én eenvöudigfie mid- 1 Vervolg op d& zdebiadz.) O (B 3 3 1 t «-, 3 fö Ui 1 ja Unter Bobingen flapje hij afen ging zijne paarden met een bijl ip de hand vooruit. Al lereerst ontmoette hij eene vrouwdie hij eeni- ge houwen met de bijl toebragt en in de (loot die langs den weg loopt, liet liggen. Een klein eind wegs verder^ hieuw hij een jongeling van 13. jaren het hoofd af, en even daarnadoeg hij een*! man van; 30 jaren de berfenpatf, aan (hikken; hij (hooide de herfens over den wegenna het lijk nog .eenige^ hquwen te hebben coege- bragt, wierp, hij zijneJbiji weg verliet zijn rij. tuigen tioeg den we'g naar Husfeoboven in. de bailjuwfchap van F reuden (lad, die onlangs in vólkomen gezondheid van daar Vertrókisop weg herwaarts, zinneloos gewordenvermoe delijk is zijn berfengertel door de werking.dér zonnéftrafèn gekrenkt geraakt. Bij zijne aan komst te Aaiengaf hij de eerde blij ken van kfthkzinnigheid, door zich; tpéV zijne drie paar- den, zonder dèTélve' van; vóeder te voorzien jn den (lal op te fliiiten, eh, bij het héén rij; den twee paarden voor te fpannen en het der de bezijden het rijtuig te laten loopen Té JMoggelingen mishandelde hij eene vrouw. Te

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1820 | | pagina 1