GOESSCHE
COURANT.
«fa..
1.1
f:
A°. 1819;
Maandag
VER.VOLG van bet
PROVISIONEEL REGLEMENT
betrekkelijk de Scheepvaart op de
Buiten- e» Binnen - Haven mitsga-
gaders door de Schutfluis, tot in
de haai der fad GOES.
Zie onze vorige Courant
3de AFDEELING.
Van de Scheepvaart
Aft. 1. Alle perfonen welke de Haven de
zer ftad bevaren, zullen gehouden 2ijn, zich in
alleq opzigte te reguleren naar het geen bij dit
Reglement is vastgesteld, en zich voorts moe
ten gedragen naar de befchikkingen van de Ha
venmeester, als belast met de directie oVer de
fcheepvaart op de gemelde Haven.
Art'. 2. Het worde uitdrukkelijk verboden
om in de binnen - haven te zeilen of eenig zeil
te voeren, of te boomen, of eenige ankers of
dreggen uitte werpen, op de boete vin 25,
telken reize te verbeuren.
Art 3 De fchepen en vaartuigen, welke
dé binnen - Haven bevaren, zullen met Paarden
van en door den ftadscrekker moeten worden ge
trokken, behalven Hengscen, Hoog-aarfen en
kléinere vaartuigen die doormenfehen getrokken
worden, of roeibooten, welke zullen mogen
worden geroeid; ook zal het provifioneel ge
oorioofd zijn, om met Hengsten, Hoog-aarfen
en kleinere vaariC'gen vóór- of bij den wind te
zeilen, zonder immêr te mogen laveren des de
fchippers die voor of bij de wind zeilen, ver
antwoordelijk zijnvoor aile fchadewelke door
hun wordt Veroorzaakt, de fchippers van
zoodanige dezer vaartuigen, welké mogten on
dernemen om te laveren, verbeuren behalven
de veroorzaakte fchade, eene boete van f 25
telken reize.
Art 4. Aan dé fchippers en fcheepsgezellen
en die verder de haven bevaren zullen, wordt
alle mogelijke behoedzaamheid aanbevolenten
einde de: haven-wanden en bezoding niet te bena-
deelenen zulks op poene van vergoeding van
alleböVQed willig verborzaakte fchade, en verbeur
te daar.teboven van eene boete van zes Guldens
Art Geene fchepen of vaartuigen zonder
Qnderfcheid, welke van deze ftad afvaren of naar
deze, ly.e beftemd zijn, zullen in defgeheele uitge-
ilrek.théid^der Haven last mogen breken goe
deren innemen of zich mogen ophouden, zonder
fchriftehjk confent van den Havenmeester, ge-
vifeerd dóór Heeren Burgemeesteren en den ont
vanger d,er iVêdëlijke belastingen; wordende de
fchepen. voor ,de fabrieken dezer ftad beftemd,
insgelijks aan deze verpligting onderworpen, al
les op verbeurte eener boete van 25, boven en
behalven alle zoodanige vérdere pser/aüteiten, als
bij de reglementen voor de ftedelijke belastingen
of andere wetten en reglementen tegen overtre
ding van dezelve zijn vastgefteld.
Voor het gerequireerde confent zal door de
Belanghebbendeaan en ten behoeve van den Ha
venmeester, betaald worden, 10 cents.
Art. 6. Al'e fchepen welke de Haven zullen
bevarenzullen onderworpen zyn aan de vifira
tien van de Ambtenaren der ftedelijke Belastin
gen, overeetikomftig de beftaande wetten en re-
glementep.
4de AFDEELING.
Van den Trekker en het trekken der fchepen.
Art. u G?en fghipper za! vermogenzijn
fchip in of uit de Haven te laten trekken met an*
dere Paarden, dan die welky door den ftads-trek
ker worden geleverd en tegen betaling van het
toon bij natemelden tarif vastgeftekf.
IMO» $Aé W3 c*' o w
S E C te"* 'I
den 9 Augustus.
c Pf s/S S 4v
te e S "2 0 16 *3
<U E <U c O* fa: 1
et-su CJ v,;.»
h S o, r -ti SP
-s I
Art- a De aanfteiling van deft trekker ge»
fchiedt door de Regering der ftad Goes; het trek
loon wordt ten behoevejder ftedelijke kas ontvan
gen of het regt tot dien ontvangst door Huö
Ed. Achtb. aan den meestbiedenden verpacht.
Art 3. De Trekker zal verpligt zijnteft zij
nen kosten afin het Sas en in de nabijheid dezer
ftad, ter plaatfe döor Heeren Burgemeesteren
aantewijzen, eén behoorlijk zigtbaar Sein teftel-
len, mitsgaders voor de behoorlijke bediening
van het feinwerktuig, in de nabijheid dezer ftad,
ren zijnen koste moeten zorgen hij zal deze fei-
nen gedurig moeten obferveren en dadelijk op
het gegeven fein, de noodige Paarden en roebe-
hooren, op de beftemde plaats, ten dieofte van
de fcheepvaart leveren.
Ar: 4. Hij zal verpligt zijn zich te voor
zien van, en ren allen tijde in gereedheid te hou
den, een genoegzaam aamal gefchikte Paarden,
benevens de benoodigde bedienden alles ter be
oordeeling van Heeren Burgemeesteren; en zal
de fchipperij altoos Vaardig en iiiec befcheiden-
heid moeten bedienenvolgens den inhoud van
dit Reglement en van zoodanige inftructien als
Heeren Burgemeesteren mogten goedvinden te
arresteren.
Art. 5. Van de fchepen welke niet verder dan
de brug bij het Nieuwedorp in den Wilhelmina
Polderde haven zullen binnen, of van daar of
korteren afstand van de Sluis zullen naar buiten
varenzal (lechts de helft der bij natemelden ta*
rif bepaalde trekloonen betaald Worden.
Art. 6. Het is aan den trekker en desZelfi
bediendens verbodenom onder eenig voor-
wendfel hoegenaamd, iets meerder te vragen,
dan bij dit Reglement is bepaald.
Art. 7. leder fchip zal afzonderlijk moeten
worden getrokken, zonder dat het zal geoor
loofd zijn, om de fcf epen aan elkander te koppe
len, op de boete van 3, telkens te verbeuren.
Art 8, De rang in het trekken, zal gere
geld worden naar de gedane waarfchuwtng of
het gegeven feinten ware de febipper bij de
aankomst van den trekker nier gereed moge zijn,
in welk geval die beurt zal voorbijgaan,
Art. 9. Ten einde alle ongeregeldheden efï
oponthoud, bij het trekken der fchepen, zoo
veel mogelijk te voorkomen, zal men ren aan
zien éan de treklijnen de volgende regel in acht
nemen, ten zij de wind of andere omstandighe
den het anders mogten vereisfchenen de Ha
venmeesters in zoodanig geval, een andere re
gel mogten noodig oordeelen, waarna, zoo den
trekker als de fchippers, zich zullen moeten ge
dragenop de boete van f 3, telkens door ieder
te verbeuren
Wanneer fchepen elkander té gemoet varen
zullen die welke naar de ftad komende lijn la
ten zakken.
Wanneer fchepen elkander achter op varen,
zal de craagstvarende de lijn laten vallen en de
fneilervarende laten pa-feren.
Een roeijend of zeilend vaartuig moet wijken
voor een dat getrokken worde, en dus langs de
overzijde van den trekberm voortroeijen óffturen
Ook zal een vaartuig dat door menfehen ge
trokken wofdtin alle gevallen, de lijn laten val
len, vooreen, dat door paarden Worde getrokken.
En zal den trekker naauwkeurig op de lijnen
acht geven, en zich in tijds ter Waarfehuwing
gereed houden.
Art. 10. De Trekker zal de bepalingen vafi
dit Reglement ftiptelijk moeten, naapkomenzul
lende bij iedere nalatigheid, wanneer daarom
trent bij Heeren Burgemeesteren kla.gten gedaan
en gegrond bevonden Worden, verbeuren eene
boete van ƒ,4, behalven ontzetting van Zijne be
diening of verval van zijne pacht, indien daartoe
termen mogten zijn.
(ft Vervolg op dekaiii dezer bladtfj
o g z «2 tife-sr
af va,:..-»
s 5 J4-t-
cj -r a "fy 2 z, v c
c 0 CD O. S
2 'ÏS
Uh
- 5 O g A c
fcCp "2 c tii ii O w
g 3 w B g iBLÖJ
-g ge A - 5 ir-ga
CP~6J3-c"S_C
«J-5 s s5
g-go-ï"'
n O se 2
O
►—4
m
w
Q
fa
-O
«s
**5
2
2 i
s-
bjc-"
C 4»
S
Ï3 .r—.
O
4=
•5 N
s. N ft» ft)
S g W
l. 5 c
W §-
2 d
M OK ra k.
1 .E 2 .2
£- O C A
D-è WD
<U A
55
tz-t
1
S -
g i 8
WD a# w
•tj 60
CJ J» O
su c S
g I
-S CJ
-4 <u o o
ra «- g NÉ
s s
a* 3
O -
1 *V c *^5
tc SI
2 fco
ea S 2
Iq
O
X 'f trn
E
01
111*
.s <É3 6
t
e
•r»
F c
0 w
'O ~Z
S- S3
fc. O N
O
O ti
T3 O»
o
JX
a
ÓQ
<u
2
O
E
.0
-5
c
2 ra -as
ra ra -r.
■a a
m s
—.43
0 e*
N! C C
QJ
Qi T3
H 4ö •-
QJ 4,
T3 Ifa Q
1 6
O c
2
0 2
S6£ O
1A. 4-»
w 5)
u>
d>
O
A QJ
O
i 4»
O
43
0/
G
ra
•«-*
43
C
40 Qj
iS' ra
4» éS
T)
C
C3 -O
CJ fat
E
w
c te
QJ -C
<L>
C
5"
WD 06
ra E
II
t? "f
O
i- O
O 4é
SÉS
■S i -S*
Ut QJ
2
QJ w *2
C 2 M
QJ c G M
u - (1
'QJ g fe
1^1
1 t-s-S
5 -E"' ra 48
P3 e ti
U «.'3
e M
<t> - w
SA g
<u G Si S
rr «j
TJ isr*
t: V
cj a e
S d
2 en
qj -o L e'
JD tlE-o g
43 2 S 2
IJ 2 O
-S3 tC O o
u 5
2 4>
QJ G
QJ ra -O
iiiifuTnfi.
aaüj'
SU
Q»
^iO
k
bs
S»
<S
fa
f-»
'c4
E^.
o
S
w 14
ft) O
CS
C o d
O «O O
e£
A A
O
6
«O V3
ï- R
1 1
A
e
u
E A
"S s 5d
vu £J a
fa* A S
QJ O
e "s-S
o 00
G fa 2
3 n
4tf JZ te
QJ fa*
ft- fa, o
- JÖ
O c c
O w
T3 *p
ra 5-
1; O
.1
E
o»
«j
b -a,
W C 2
5. ra
U3 S C
J2
*"T fc*
O. QJ
ru *i
43
.0 t, J2 -2
T3 C
<g c M
2
Ojj
43 73
t- -C C
'5 5 <u
-tJ QJ
e
ra
9
•s
43
fa
QJ
-g
S t#
.s? s
'5 jS
w o*
52 ui
cj
5> -O
fa
<0
k
J;
c
v
ra
us
a
v
QJ *U
c
c
ft*
e o
QJ T3
T3
dB
m S3
-ra* W
ém0
U (4