Adrie Trimpe (82) werd geboren in Vlissin- gen en runt met zijn vrouw een groentewin kel aan het Groenewoud. En dat blijft hij doen, ondanks alles. Reportage Ooit was Vlissingen een vissersgehucht, een nietszeggend stipje op de kaart. In 1294 kocht Floris V het als dorp. Het was zijn opvolger, Willem III, die Vlissin gen in 1315 stadsrechten verleende. Uit de lan ge geschiedenis blijkt dat Vlissingen een paar bijzondere pluspunten in zich draagt. Ten eerste was de stad was altijd al gezegend met een uitstekende strategische ligging aan het water. Ten tweede: de bevolkingsaard wordt gekenmerkt door vrijbuitersmen taliteit. Michiel de Ruyter was het le vende bewijs. Gedu rende lange tijd bloeide de stad als knooppunt van de (haringvisserij, han del en scheepvaart. Het was Napoleon die daaraan een ein de maakte. De stad raakte in verval. Pas na 1870 leefde Vlis singen op. Er wer den nieuwe havens aangelegd, het Ka naal van Walcheren werd gegraven, er kwam een spoorlijn en scheepswerf De Schelde vestigde zich aldaar. Met de 82-jarige Adrie Trimpe, die aan het Groene woud zijn groente zaak runt, kijken we terug in de tijd. Onlangs was Trim pe nog in het nieuws omdat hij op daadkrachtige wijze een overvaller zijn winkel uitbonjour- de. Zijn heldendaad was tot in Australië breaking news. Op de vraag hoe hij als ondernemer de Vlis- singse geschiedenis ervaren heeft, reageert hij met de nuchterheid van een geboren Vlis- singer. „Het is gewoon een kwestie van door blijven gaan." Het is zijn geboorteplaats en hij zag de stad tot tweemaal toe her opgebouwd worden. De eerste keer was naar aanleiding van een schokkende oorlogsdaad. „Ik weet het nog precies. Na het bombardement van maandag avond 6 januari 1942, om 18.10 uur, lag Vlis singen in gruzelementen. Bij ons aan de Wa terstraat bleef alleen de winkelgevel over eind. De rest was in puin. Ons gezin verkaste naar Wolphaartsdijk, om pas in 1948 terug te keren. Mijn vader kocht de behangzaak aan Groenewoud 13 en begon daar opnieuw met klandizie op te bouwen." Als jonge jongen liep hij met de handkar vol groenten en fruit door de Vlissingse straten. Er werd toen nog bij veel mensen thuisbe zorgd. „Wie een bestelling had, zette een em mer voor de deur met een bestelbriefje. Bij voorbeeld: drie kilo aardappelen vandaag. Het geld ligt onder de emmer." Later bracht hij bestellingen rond op zijn fiets met ballon banden. Dan ging hij over het 'Sluusje' naar de overkant om frites af te leveren bij Hotel Zeeland. Als het druk was wel drie of vier keer op een dag. „Het was toen nog een we reld waarin sprake was van vriendschap, ver trouwen en saamhorigheid." Hij weet zich nog goed te herinneren hoe Vlissingen marcheerde. Alles draaide om vis in die tijd. „Aan de kaai was het een komen en gaan van vissersschepen. We hadden toen ook nog de Vismijn. De mannen voeren uit en brachten de vislading aan land. De vis sersvrouwtjes leurden daar dan mee door de straten en riepen: 'Scharretjoe?'. Leuren was toen gewoon. Later kwamen de winkels. Die zijn er nu nog. Maar wellicht niet meer zo lang. Vlissingen raakt langzaam leeg." Scherp in het geheugen ligt de twee de wederopbouw die rond 1980 plaatsvond. „Dat was ook een slech te tijd. De hypotheekrente liep op tot zestien procent. De binnenstad stond te verkrotten. Toen kwam er een nieuwe rege ling. Die stond toe dat oude panden konden worden gesloopt. De monumentale gevel bleef staan en daarachter kwam dan een nieuwe woning." Ook de structuur van de binnenstad werd aangepakt. Hij weet nog dat de Lange Zelke een rijbaan was. „Wij verplaat sten in die tijd de groentewinkel van Groenewoud num mer 13 naar 16." En hij herinnert zich ook nog goed dat het assortiment in de winkel werd uit gebreid. „We gingen boter en melkwaren verkopen. Dat mocht blijkbaar niet." Na twintig jaar groenteman te zijn geweest, werd hem vriendelijk doch dringend verzocht om eèn vakdiploma te halen. Hij volgde de handelsavond school. Later kwam daar de eis van midden standsdiploma bij. Dat behaalde zijn vrouw. Samen zet ten zij de winkel voort tot op de dag van vandaag. En dat zal hij blijven doen, met veel plezier. Hij zou niets anders willen. Kinderen heeft hij niet. En niks doen ligt hem niet zo. Dus elke dag om acht uur 's och tends staat hij klaar voor zijn clientèle. Op de vraag wat hij van de veranderingen aan het Bellamypark vindt, reageert hij met: „Da's goed voor de horeca, maar Vlissingen verloor daar wel zijn groene hart." Hij heeft nog een tip voor startende onderne mers. „Met geleend geld heb je weinig kans van slagen. Geld van de bank is al fout. Ze le nen je schokbeton (papiergeld voor stenen en grond) waar je alleen je gat mee kunt afve- Wie een bestelling had, zette een emmer voor de deur met een bestelbriefje We gingen boter en melkwaren verkopen. Dat mocht blijkbaar niet lenen je schokbeton waar je alleen je gat mee kunt afvegen door Dimp Nelemans foto's Ingrid Borger

Krantenbank Zeeland

de Faam | 2015 | | pagina 43