'In Twente is het gebruikelijk rond begrafenis boerenerf schoon te vegen Op een koude winterdag in 1993 wordt de 13-jarige Maartje op weg naar school aangereden door een automobiliste die haar auto vanwege de gladheid niet meer kan houden. Maartje raakt ernstig gewond en in het ziekenhuis wordt geconstateerd dat ze hersendood is. Ze leeft nog een week, dan overlijdt ze in het bijzijn van haar familie. Na de begrafenis spreken vader en moeder Kooi de hele avond met de automobiliste. Over wie Maartje was, over de moeite die ze hebben. "De automobiliste was overigens niet bij de begrafenis aanwezig, we konden dat niet aan," zegt Toos Kool veertien jaar later. "Ik verwijt haar niets. Er was geen sprake van schuld. Op het bewuste stukje weg werd niet gestrooid omdat het op de gemeentegrens lag en onduidelijk was wie verantwoordelijk was voor de gladheidbestrijding. Die situatie is nu verbeterd. Voor Maartje maakt het niets meer uit." Mevrouw en meneer Kool verwerkten het verlies van hun dochter geheel verschillend. "Mijn man vluchtte in zijn werk. Ik wilde vooral praten met anderen. Hoe het ook zij, ik ben blij dat ik niet verbitterd ben geraakt. Uiteindelijk moet je toch je leven weer oppakken. Het verdriet is er niet minder om, maar je hebt wel je eigen leven en je moet zorgen dat je er niet aan onderdoor gaat. We hebben veel steun gehad aan elkaar, mijn man en ik." Na de eerste bezoekavond wilden mevrouw en meneer Kool het contact verbreken, maar toen de vrouw die Maartje had aangereden zwanger bleek te zijn, is het contact weer opgepakt. Frappant is dat het eerste kindje van de vrouw werd geboren op de sterfdag van Maartje en het tweede kindje op Maartjes geboortedag. "Na Maartjes dood nam ik contact op met een echtpaar dat een kind had verloren en Een monument waarmee overleden kinderen worden herdacht. dat ik als freelance medewerkster van een huis-aan-huis- krant eens een interview had afgenomen. Belangrijk voor ouders van een overleden kind is dat je aan lotgenoten je verhaal kwijt kunt. Mensen die niet hetzelfde hebben mee gemaakt, kunnen een heleboel begrip tonen en een heel eind met je meegaan maar ze weten niet echt hoe erg het is je kind te verliezen. Die allerdiepste emotie, het gemis... Ze weten het niet uit eigen ervaring. Daarom is het goed dat de Vereniging Ouders van een Overleden Kind, de VOOK, bestaat. Deze vereniging heeft verschillende afdelingen in het hele land en houdt regionale bijeenkomsten waar mensen hun verhaal aan elkaar kwijt kunnen. Er zijn ook speciale gespreksgroepen en werkgroepen zoals de broers en zussen werkgroep. Mensen zoeken een klankbord voor hun gevoelens bij iemand die hetzelfde heeft meegemaakt. Ik maak mee dat mensen in hun verdriet blijven steken. Maar uiteindelijk moet je toch verder." Toen Maartje net was overleden, vroeg de dokter aan haar vader en moeder of ze organen mochten verwijderen. Mevrouw Kool: "Wij zeiden in eerste instantie ja, maai' de dokter zei dat we erop moesten rekenen dat Maartje er na verwijdering van organen heel anders uit zou zien. Dat was een schok voor ons en voor onze kinderen. Wij hadden ons voorbereid om samen, als gezin heel dicht bij Maartje te zijn wanneer de beademingsapparatuur afgesloten zou worden. Dat zou in het geval van orgaandonatie niet kunnen. Daar om namen we uiteindelijk de beslissing om de donatie niet te laten doorgaan. Nu ik voorlichter van VOOK ben, vraag ik binnen de vereniging aandacht voor dit probleem. Ik geef geen oordeel, maar: in theorie kun je voor orgaandonatie zijn, maar in hoeverre heb je er over nagedacht wat het betekeift?" VOOK geeft zes keer per jaar een blad uit, Rondzendbrief, met allerhande informatie en ervaringen van mensen die met de dood van hun kind te maken hebben gehad. VOOK houdt regelmatig lezingen en eenmaal per jaar een landelijke dag. Er is ook een hulptelefoon: 0900-2022723. Op de Nieuwe Ooster begraafplaats in Amsterdam wordt eind november het Nederlands Uitvaart- museum geopend. Uniek in ons land, uniek in Europa. De voorwerpen en informatie in het museum geven een breed beeld van de geschiedenis van de funeraire (begrafenis, red.) cultuur in ons land. Te zien zijn onder meer kisten, rouwkoetsen, grafzerken, kruisbeelden, rouwserviezen en andere begrafenisattributen. Door middel van lezingen.en spraakmakende tentoonstel lingen wil het museum de discussie losmaken over alles wat met begraven heeft te maken. De omvangrijke collectie is grotendeels bijeengebracht door Henk Kok uit Glanerbrug, in ons land en daarbuiten dé deskundige op het gebied van alles wat met de begraafcultuur heeft te maken. Kok, geboren in 1923, is auteur van een groot aantal boeken over begraven door de eeuwen heen, rituelen rondom begrafenissen en de laatste eer. Zo is hij auteur van de standaardencyclopedie over begraven en van het standaardwerk Thanatos, de geschiedenis van de laatste eer. In Brussel ontving Kok vorig jaar voor zijn gehele werk de Lifetime Achievement, een soort Oscar voor de uitvaart- wereld, van de internationale uitvaartorganisatie IFA, waarin Kok actief is. De award bestaat uit een legpenning en een beeld van een kind dat de hemelboog vasthoudt. Kok had graag archeoloog willen worden, maar dat zat er voor de geboren Groninger niet in. Als jonge man werd hij gegrepen door oudheidkundige opgravingen en sindsdien heeft alles wat met begraven te maken heeft, hem niet meer losgelaten. "Door mijn werk als vertegenwoordiger in de textielbranche reisde ik door heel Nederland en was ik veel Henk Kok uit Glanerbrug heeft met zijn inzet voor het Uitvaartmuseiim een lifetime Achievement ontvangen. van huis. Ik bezocht tussen de afspraken door plekken die uit oogpunt van oudheidkunde en begraven interessant zijn, en 's avonds kon ik op mijn hotelkamer studeren. Zo heb ik er tientallen jaren over gedaan om Thanatos samen te stellen. Ik ben in verband met mijn toch wel uit de hand gelopen hobby zo'n beetje de halve wereld afgereisd om overal alles over begraven aan de weet te komen." Kok is altijd semi-wetenschapper geweest. Trots toont hij een brief van de Koninklijke Academie voor Wetenschap pen waaruit de waardering wordt uitgesproken voor het feit dat Kok als spreker op een congres van zoveel kennis heeft blijk gegeven. "Ik sprak soms op congressen zoals van de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek in Amersfoort, als enige niet-wetenschapper tussen allerlei professoren met titels.. Kok mag ook fotograferen op begrafenissen vanhet Konink lijk Huis. Hij heeft niet alleen vele boeken geschreven maar ook aan vele uitgaven meegewerkt. Nederlandstalige en Duitstalige. In het vakblad voor de uitvaartbranche, Uitvaart, heeft Kok een eigen rubriek. Omdat er liefde is bestaar cv geen voorbij

Krantenbank Zeeland

de Faam | 2008 | | pagina 30