I 11 Stad en platteland Milieu en economie Dit willen wij met Zeeland Algemeen Havens en industrie Landbouw Visserij Toerisme en recreatie Infrastructuur Onderwijs Bedankt voor alle reacties Aanleiding De bevolkingsontwikkeling De verhouding steden-dorpen Leefbaarheid en openbaar vervoer Veiligheid Zorgvoorzieningen Cultuur Weinig regio's in Noordwest-Europa hebben zo'n goede uitgangspositie als Zeeland wanneer het gaat om directe verbondenheid met zee en diep vaarwater. Daarom zijn de havens en de daar aan verbonden bedrijven al tientallen jaren de hoeksteen van de Zeeuwse economie. Dat zal ook in de toekomst zo blijven. De havens moeten het logistieke knooppunt blijven voor tal van activiteiten die met zeevaart te maken hebben. Daarbij denken we onder meer aan het ontwikkelen van kenniscentra en opleidingsplaatsen. Verder moeten we kunnen profiteren van de technologische kennis van zaken bij de grotere havens van Antwerpen en Rotterdam. Samenwerking met die havens is van belang. Nieuwe bedrijven die hier komen vanwege de' goede aan- en afvoermogelijkhecfen, willen we zoveel mogelijk vestigen op de bestaande havenschapsterreinen en bedrijfslocaties bij de steden. De ontwikkelingen in de chemische industrie zijn zodanig dat het risico van aantasting van het leefklimaat steeds minder wordt. Ook voor deze tak van industrie blijft er dus ruimte. Voor nieuwe vestigingen gelden echter wel strenge milieu-eisen om de kwaliteiten van onze provincie te behouden. Dat houdt een keuze in voor schone, hoogwaardige bedrijvigheid. de voedselproductie ook in de toekomst zeker stellen. Mede om die reden is voorzichtigheid geboden bij het opkopen van hoogwaardige landbouwgronden voor andere doeleinden. De landbouw in Zeeland heeft nog steeds goede kansen, hoewel het landbouwbeleid grotendeels Europees beleid is geworden en de sector te maken heeft met grote inter nationale concurrentie. In de nabije toekomst lijkt specialisme in de landbouw de beste vooruitzichten te bieden. Daarom moeten we ons meer gaan richten op bijzondere producten en op een biologische wijze van telen. Bovendien willen we De visserij is karakteristiek voor Zeeland, ook al zorgt ze met haar toeleveringsindustrie voor een relatief beperkte werk gelegenheid. Duurzame visserij en andere vormen van aqua- cultuur hebben in Zeeland een goede toekomst. Wel streven we, net als bij de landbouw, naar een verbreding van de sector met bijvoorbeeld het kweken van vis. Nadrukkelijk willen we daarbij bio-industrieachtige toestanden voorkomen. Terugdringen van toerisme in Zeeland is niet nodig, kwaliteits verbetering wel. De kwaliteit van de omgeving zal voor het toerisme een steeds belangrijker rol gaan spelen. Ook hier geldt daarom dat de ontwikkeling van de sector alleen wordt toegestaan binnen strikte milieu- en landschapseisen. Ons standpunt is dat de grens is bereikt voor wat betreft de recreatiedruk aan de kust tijdens de zomermaanden. Daarbuiten zijn er zeker nog wel mogelijkheden, zowel wat betreft seizoensverlenging als ontsluiting van het achterland. Daarom zal het acquisitie- en promotiebeleid zich verder moeten verbreden en zich minder op de massatoerist moeten richten. Verder zijn er meer mogelijkheden voor verdere ontwikkeling van de watersport. Zeeland moet als water sportprovincie op de kaart worden gezet. Er zijn diverse verkeersknelpunten in onze provincie, met name waar landverkeer waterwegen kruist. En daar willen we wat aan doen. Met name een directe afwikkeling van het weg- en railverkeer naar de infrastructuur buiten de provincie (zoals de A4) is daarbij van groot belang. We kiezen niet voor meer en nieuwe ontsluitingswegen. De verkeersdruk in het toeristisch hoogseizoen vraagt om een andere aanpak. Meer transferia bijvoorbeeld. De Hogeschool Zeeland en de ROC's ontplooien lovenswaardige initiatieven om met een zo breed mogelijk onderwijsaanbod te komen. Door de geringe bevolkingsomvang ontbreekt het echter aan voldoende draagvlak om aan de onderwijsbehoefte van alle Zeeuwse jongeren te voldoen. Goede samenwerking met andere hbo-instellingen, universiteiten en bedrijfsleven moet bijdragen aan het eigen gezicht dat onze provincie in sociaal-economisch en onderwijs kundig opzicht wil ontwikkelen. Dat houdt in: specialisatie op agrarische, ecologische, logistieke, maritieme en recreatieve studierichtingen. Als provincie willen we dit stimuleren. Zeeuwse burgers bepalen voor een deel de toekomst van de provincie. Deze conclusie kunnen we in alle bescheidenheid trekken uit de resultaten van het Zeelanddebat. Vijf maanden lang hebben politici, inwoners en maatschappelijke organisaties in de provincie op verschillende manieren met elkaar gesproken. Samen hebben we een resultaat bereikt, dat is samengevat in het rapport "Strategische Visie Provincie Zeeland 2001-2015". Daarin staat in welke richting Zeeland zich de komende vijftien jaar moet ontwikkelen. Het is gebundeld in vier centrale thema's: milieu en economie; stad en platteland; zoet en zout water; bestuur en organisatie. Behalve dat het aantal reacties buitengewoon groot was, zaten er ook veel inhoudelijk bruikbare ideeën en plannen bij. De keuzes die we als Projectcommissie Strategische Visie, waarin alle politieke partijen uit de Zeeuwse Staten zijn vertegenwoordigd, hebben gemaakt, zullen we de komende tijd aan onze inwoners toelichten. Dat gebeurt via inloop bijeenkomsten in de regio en enkele chatsessies. Dat laatste is relatief nieuw en verloopt via internet. Daarmee kunnen wij als politici via de computer rechtstreeks met de Zeeuwse burgers communiceren over tal van onder werpen die direct met de strategische visie, en dus onze toe komst, te maken hebben. Na deze gedachtenwisseMng geven Próvïri'dale Staten op 26 oktober hun eindoordeel. In deze krant gaan we in op de toekomstvisie zoals we Provincie Zeeland die als politiek en burgers met elkaar hebben uitgewerkt. Bedankt voor alle reacties. De Projectcommissie Strategische- Visie Uit onderzoek dat de provincie enkele jaren geleden deed naar haar eigen functioneren, kwam onder andere naar voren dat een samenhangende visie voor de middellange termijn® veelal ontbrak. Ook bleek dat de Staten in het algemeen |j slecht communiceerden met de samenleving. Dat was voor de Zeeuwse Staten de aanleiding een samenhangende toekomstvisie voor Zeeland op te stellen en de Zeeuwse samenleving daar nauw bij te betrekken: het Zeelanddebat. Uit het Zeelanddebat kwam duidelijk naar voren dat men hecht aan het behoud van het karakter van Zeeland, als provincie waar rust en ruimte, kwaliteit van natuur en landschap en de kleinschaligheid van de bebouwde omgeving centraal staan. Groei van bevolking en economie zijn wel nodig voor de leefbaarheid en het instandhouden van voorzieningeVi, maar moet wel bescheiden van omvang blijven. De kwaliteiten van de provincie mogen niet in de knel komen. Nadelen van die beperkte groei moeten op een creatieve manier worden omgezet in kansen. De provincie moet daarin het voortouw nemen. Dat is de algemene doelstelling van de visie. Daarbinnen zijn, op basis van het Zeelanddebat, de volgende keuzes gemaakt. Zeeland staat natuurlijk niet op zichzelf maar vormt een samenhang met andere regio's. Maar ook dat geheel is weer afhankelijk van zogeheten trends. Die trends -internationaal, nationaal en regionaal- zijn in feite allemaal afhankelijk vanJ de welvaartsgroei en ontwikkelingen in Europa en de rest van de wereld. Dat betekent dat ons verwachtingspatroon voor de toekomst daardoor beïnvloed kan worden. Met andere woorden: je kunt een prachtig toekomstplan opstellen met prima ideeën, maar als de (inter)nationale ontwikkelingen het uitvoeren van die plannen niet toelaat, dan zul je daa firiaan passi ngëh' mödt en doorvoeren.'1 nev. rroov Zonder bijzondere maatregelen zal de bevolkingsomvang van onze provincie na ongeveer twintig jaar stabiliseren of licht afnemen. Vergrijzing is een algemeen Nederlands verschijnsel en zal in Zeeland hoogstens iets sterker zijn. Er is voorlopig geen reden om aan te nemen dat dit tot grote problemen voor de samenleving zal leiden. Vergrijzing heeft zelfs positieve effecten op bijvoorbeeld koopkracht en vrijetijdseconomie. De bescheiden groei die wij voor ogen hebben zal vooral moeten komen door het vasthouden of aantrekken van jongeren. Ook immigratie van ouderen kan een bijdrage leveren. Het moet op die manier mogelijk zijn om voldoende draagvlak te behouden voor de voorzieningen. Gezinsverdunning en bescheiden bevolkingsgroei leiden tot de vraag naar meer woningen. Waar die moeten worden gebouwd, is vastgelegd in het streekplanbeleid. Dat beleid heeft zijn waarde bewezen en zal daarom worden voortgezet. Dat houdt in dat nieuwe woningen zo veel mogelijk in de steden worden gebouwd. Hun vitaliteit is cruciaal, ook voor de dorpen. In de dorpen willen we nieuwbouw beperken tot de behoefte die er is door de natuurlijk aanwas. Het waarborgen van voldoende en goed openbaar vervoer is een opmerking die tijdens het Zeelanddebat steeds terug kwam. Positieve verwachtingen voor de toekomst waren er nauwelijks. Om de leefbaarheid van het platteland te waar borgen heeft flexibel en betaalbaar openbaar vervoer voor ons hoge prioriteit. Dit probleem is niet licht te onderschatten in een provincie met zoveel platteland als de onze. Onderzocht zal worden welke rol de provincie op zich zal nemen om het openbaar vervoer beter te laten functioneren. Een ander veelbesproken onderwerp is de (sociale) veiligheid. Door Zeeland lopen belangrijke transportstromen van gevaarlijke stoffen. Ook de industrie levert een extra veilig heidsrisico op. Ons uitgangspunt is het tot aanvaardbare proporties terugbrengen van deze risico's. De provincie moet alles op alles zetten om de voorzieningen in de zorg op peil, toegankelijk en bereikbaar te houden. Er moet sprake zijn van een goed samenhangend netwerk tussen allerlei zorgvoorzieningen, ook al bevinden de meer specialistische delen daarvan zich buiten de provincie. Het netwerk moet duidelijk aansluiten bij steeds wisselende behoeften die er zijn bij hen die deze zorg nodig hebben. Dat vergt een enorme inspanning van alle betrokkenen. Hier ligt en belangrijke regisseursfunctie voor de provincie. Culturele identiteit is lastig te omschrijven, maar toch wordt het door velen als belangrijk ervaren. Het gaat om een gemeenschappelijk beleefd gevoel dat moet blijven, ondanks alle veranderingen in de maatschappij. Dat is geen nostalgie, want ook nieuwe cultuurvormen voor jong en oud maken daar deel van uit. In cultureel opzicht verkeert onze provincie in een goede uitgangspositie.Er is veel aandacht voor het behoud van het culturele erfgoed. We kiezen er voor meer accent te gaan leggen op datgene wat uitdagend en vernieuwend is.

Krantenbank Zeeland

de Faam | 2001 | | pagina 6