'Toen ik hoorde van de ondergang was het net of m'n broer doodging' Willem Ruys heeft een warm plekje in hart Vlissingers In de voorbije 125 jaar zijn er in Vlissingen bijna vier honderd schepen van de helling gegleden of op een andere wijze aan het water toevertrouwd. Alle projec ten hebben wel een eigen verhaal. Maar de ereplaats komt onbetwist toe aan de Willem Ruys, die in een nieuw leven onder de naam Achiile Lauro enkele bange avonturen beleefde, waarbij het schip tenslotte brandend ten onder ging. Stokje Achiile Lauro Vijftig jaar later Smakelijke herinneringen Koninklijk Jubileum 17 Zeg in het bijzijn van A.Rietveld geen kwaad woord over de Willem Ruys, want dan heb je de poppen aan het dansen. „Dan kom je aan mijn ziel", verkondigt de oud-firmant van het koeltechnisch installatiebedrijf Sohier en Rietveld. Er gaat geen dag voorbij of Rietveld denkt aan het schip. Een foto in zijn werkkamer herinnert hem dagelijks aan het schip. De leu ning langs de trap die naar het werk vertrek voert is gemaakt van hout waarmee de Willem Ruys werd be timmerd. En het dagelijks benutte be stek getuigt ook al van een hechte band met het schip. Het schip heeft als bouwnummer 214 van 1940 tot 1946 beeldbepa lend voor Vlissingen op de helling ge legen. Onvoorstelbaar dat het casco zonder al te veel schade door de oor logsjaren is gekomen, zeker als daar bij in aanmerking wordt genomen dat Vlissingen de zwaarst bestookte stad was. Ook kon worden verhin derd dat de Duitsers het schip zou den opblazen. Aanvankelijk was de stapelloop van het schip gepland in de zomer van 1940. De oorlogshandelingen staken er echter een stokje voor. De voor het bevorderen van een soepele te waterlating ingeslagen grote voorra den schapevet werden in de loop van de oorlog opgegeten door de weinige Vlissingers die de stad niet waren ontvlucht. De verslaggever van de Nieuw-Zee- landse krant Evening Post was niet bepaald goed geïnformeerd toen hij later berichtte over de Willem Ruys in oorlogstijd. Volgens zijn relaas zou den Schelde-arbeiders een muur rond de scheepsromp heen hebben ge bouwd en het bovenste deel van het casco hebben afgedekt met zeil en zand. 'Maar helaas, de Duitsers ont dekten het schip toch en dwongen de Schelde arbeiders de Willem Ruys af te maken'. Wat weer wel klopt is dat de Duitsers nog hebben overwogen de oceaan- reus als vliegkampschip te laten af bouwen. In de oorlog heeft een in stallatie aan boord ziekenhuis, bevol king en lokale industrie van drinkwa ter kunnen voorzien. De oorlogshandelingen brachten met zich mee dat het schip veel verder dan gebruikelijk op de helling werd afgebouwd. Dat was bij de tewaterla ting goed te merken toen een enor me waterverplaatsing van 12.000 ton in minder dan geen tijd de hele om geving blank zette. Het vlaggeschip van de Rotterdam- sche Lloyd kwam in 1965 in handen van de Italiaanse rederij Achiile Lau- ro. Op een van de tochten werd het cruiseschip in oktober 1985 door vier Palestijnen gekaapt. De 427 pas sagiers werden samen met de beman ning enkele dagen in gijzeling gehou den. De kapers brachten één passa gier om het leven. In november 1994 kwam de vroegere Willem Ruys op noodlottige wijze aan zijn eind. Een vuurzee maakte toen het schip op de Indische Oce aan vóór de kust van Somalië voer, een voortijdig einde aan de cruise- tocht voor rond duizend passagiers, waaronder het echtpaar Van Kalkeren uit Vlissingen. Vlissinger Rietveld vindt het frappant dat het schip precies vijftig jaar nadat het aan de eerste reis begon ten on der is gegaan. De eerste kennismaking vond plaats in januari 1946 toen Rietveld als me dewerker van het installatiebureau Van Rietschoten en Houwens aan boord kwam om daar gedurende drie maanden aan molestschadeherstel te doen. Daarna was hij gedurende twee jaar bij de afbouw betrokken. Riet veld roemt niet alleen de vorm van het schip, maar wijst ook op de uit zonderlijke betimmeringen van het interieur. „Prachtig man. Zo maken ze ze tegenwoordig niet meer. Het is nu allemaal kunststof wat je ziet". De Scheldcwerknemers hadden de gewone betimmeringen voor hun re kening genomen. Het luxere werk, zoals de betimmering van bv de rook- salon eerste klas en de bibliotheek, werd door een ingehuurd bedrijf ver richt. Rietveld vertelt hoe hij met hart en ziel aan het schip werkte. „Als het half zes was had je er gewoon de pest in dat je naar huis moest. Het schip was van jou.Toen het ten onder ging was het net of mijn broer dood ging, zo erg vond ik het". Rietveld was er ook bij tijdens de proefvaarten. Daar heeft hij smakelijke herinnerin gen aan overgehouden. „We kregen dingen te eten waar we thuis in die tijd zo vlak na de oorlog nog niet aan konden komen. Aardappelpuree met zuurkool en gekookte coteletten met botersaus. Dat blijft me mijn leven lang bij". Het is er helaas nooit van gekomen om nog eens een cruise te maken met het schip. Rietveld ging uiteraard wel langs de waterkant kijken toen de Willem Ruys in de beginjaren ne gentig als Achiile Lauro langs Vlissin gen kwam. Dat was een teleurstelling: „Een heel andere voorsteven. De masten eraf. Het was gewoon ons schip niet meer". De vroegere Willem Ruys passeerde in 1983 Vlissingen. *"j ir:#» int! IIIIWIlliHHIIHHtidH mm """HïggW muni

Krantenbank Zeeland

de Faam | 2000 | | pagina 45