KORT KORT KORT Vragenformulier helpt bij (ver)koop appartement Tien dagen showtime Keurmerk voor Huis Hypotheek Woongoed Middelburg bouwt seniorenwoningen Jan des Bouvrie: Dutch Style Woningnood Minderheid Familie Corporaties Vooroordelen Jaargang 3 nummer 15 Reizen Dynamiek Woensdag 21 juli 1999 Dutch Style, een nieuw boek van Jan des Bouvrie. Appartementen spelen in de woningmarkt een aparte rol. Niet in de laatste plaats omdat een appartementencomplex altijd een Vereniging van Eigenaars (WE) kent, waarin be woners samen zorg dragen voor een goed beheer van het gezamenlijke woongebouw. Het hebben van een actieve op juist slapende WE is van invloed op de waarde van een ap partement. Om dit gegeven beter inzichtelijk te krijgen, is door de Vereniging Eigen Huis en de makelaarsorganisatie NVM een formulier ontwikkeld met vragen over de WE. Het formulier wordt een vast onderdeel van de koopakte en biedt de koper essentiële informatie. De makelaar ziet het formulier als een prima instrument om kopers en verkopers te kunnen adviseren. De opzet van Femina en Sfeer Interieur 1999 is opnieuw groter dan die van vorig jaar. De twee beurzen in Ahoy Rot terdam kunnen met één toegangskaartje worden bezocht. De Sfeer Interieurbeurs biedt een overzicht van de woon- mode op allerlei gebied. Aan de orde komen zeker accessoi res, plafonds, vloeren en keukens. In de Creashow worden doorlopend creatieve workshops gegeven. De beurs is van 1 tot en met 10 oktober elke werkdag van 11 tot 17 uur en van 19 tot 22.30 uur te bezoeken. De Huis Hypotheekvestigingen in Middelburg en Vlissin- gen hebben een keurmerk van de Stichting Keurmerk Hypo theek Bemiddeling gekregen. De klant weet zich hierdoor verzekerd van een onafhankelijke, betrouwbare en deskundi ge hypotheekbemiddelaar. Eis is bijvoorbeeld dat de hypo theekbemiddelaar met tenminste vijftien geldverstrekkers contact heeft, om zo de schijn van afhankelijkheid te voorko men. Verder is er de voorwaarde die stelt dat de bemidde laar hypotheekbemiddeling als voornaamste activiteit heeft, zodat ook echt van een 'specialist' gesproken mag worden. Daarnaast moet de onderneming verzekerd zijn tegen aan sprakelijkheid, zodat de risico's van het vak niet afgewenteld kunnen worden op de klant. De invoering van het Keurmerk is een initiatief van hypotheekadvies ketens, in samenspraak met de Vereniging Eigen Huis en het Ministerie van VROM. De onafhankelijke Stichting Keurmerk Hypotheek Bemidde ling controleert alle adviseurs en is aanspreekpunt wanneer klanten onverhoopt niet tevreden zijn over de gang van za ken. Dutch Style is het nieuwste boek met meesterlijke ontwer pen van Jan des Bouvrie. De uitgave van het woontijdschrif- te Eigen Huis en Interieur beschrijft topontwerpen van de Nederlandse designer. Des Bouvrie maakte het interieur de afgelopen jaren lichter en eenvoudiger, maar zeker ook com fortabel en sfeervol. Aan de orde komen niet alleen villa's, bungalows en kantoren maar ook karakteristieke plaatsen als een oude boerderij en een woning aan zee. Het boek telt honderdzestig pagina's en kost 59,90. Het is te verkrijgen in de erkende boekhandel. Woonwagenbewoners Per 1 maart is de Woonwagenwet afgeschaft en genie ten woonwagenbewoners geen aparte status meer. Te gelijkertijd is er een schreeuwend tekort aan staanplaat sen, waardoor de eigen, op saamhorigheid gebaseerde cultuur van de woonwagenbewoners wordt bedreigd. Er is tegenwoordig veel aandacht voor andere manieren van wonen en samenwonen, en er wordt voor minderhe den van alles gedaan. Maar men lijkt de woonwagenbe woners te vergeten. De zomer komt er weer aan. Wanneer het seizoen aan breekt trekken talloze Neder landers als het even kan elk weekend naar hun eigen pa leisje buiten: de stacaravan. Leven op een klein stukje grond dat je als van jezelf be schouwt, in een gemeenschap waar je iedereen kent, waar je lief en leed deelt, en waar de kinderen als ze een gezin heb ben gesticht misschien zelf ook wel een caravan plaatsen. Nederlanders en hun huisjes op wielen. Om warm van te worden. Maar wat is het dan toch ake lig dat we die kleine groep landgenoten die altijd zo wil len leven zo slecht behande len. Woonwagenbewoners. Hun verhaal is om koud van te worden. „De groep woonwagenbewo ners in Nederland telt ruim 10.000 gezinnen, dat zijn zo'n 30.000 personen. Er zijn 8.000 geregistreerde staanplaatsen, dus dan praat je al over een tekort van 2.000. Tel daarbij de gezinnen die uit nood dan maar in een gewoon huis zijn gaan wonen maar zo snel mo gelijk terug zouden willen, dan kom je makkelijk op een tekort van 3.000 staanplaatsen. Drie duizend op de achtduizend: dat is een enorme woning nood als je bedenkt dat in de volkshuisvestingssfeer een te kort van twee a drie procent acceptabel wordt gevonden. Bij de kamerdebatten over de afschaffing van de Woonwa genwet heeft staatssecretaris Tommei uit het vorige kabinet toegezegd dat dit tekort in 2003 zal zijn ingelopen. De kamerfracties van de PvdA, CDA en ook D66, Tommels ei gen partij, plaatsten grote vraagtekens bij de haalbaar heid. Men kon niet anders doen dan Tommei te geloven, maar stelde wel als voorwaar de dat de voortgang werd ge controleerd. Tot nu toe is er van inlopen van de achters tand nog niets te merken en ik ben niet optimistisch over de komende jaren". Aan het woord is Rinus van Wanrooij, geboren en getogen woonwa genbewoner, actief belangen behartiger van zijn groep. Als een groep binnen de Ne derlandse samenleving be staan de 'reizigers'- zo noe men de woonwagenbewoners zichzelf - zo'n tweehonderd jaar. Ze worden wegens hun verwante leefwijze nog wel eens verward met zigeuners, een nomadisch volk dat zijn oorsprong vindt in Azië. De meeste reizigers zijn van Ne derlandse origine. Armoede dwong de mannen uit de ar me veengebieden in de Peel en Drenthe elders op zoek te gaan naar werk. Seizoensar beiders dus, die zich verder ook specialiseerden in werk zaamheden als mandenvlech ten, stoelenmatten, scharen en messen slijpen. Later gin gen de vrouwen ook mee, en uiteindelijk liet men de vaste woonstee achter om er met het gehele gezin per huifkar voorgoed op uit te trekken, het werk achterna. Begin van deze eeuw waren er in ons land duizenden mensen die zo'n rondtrekkend bestaan leidden, in feite een aparte be volkingsgroep met een eigen leefwijze en een sterke saam horigheid. In 1918 werd de Woonwagenwet afgekondigd. Er was behoefte de woonwa genmensen een wettelijke sta tus te geven die ze onder scheidde van zwervers en landlopers. Woonwagens moesten aan bepaalde eisen voldoen, en je moest aantoon bare middelen van bestaan hebben. In de jaren zestig wil de de regering meer grip heb ben op de groep. Er werden 54 grote centra ingericht, waar iedereen naartoe moest. Van Wanrooij: „Dat was een hele slechte ontwikkeling. Het rondreizen was goeddeels voorbij. Er werden mensen sa mengebracht die vaak in de zelfde beroepssfeer zaten, zo als autosloop en handel in ou de metalen. Er onstond een onmogelijke onderlinge con currentie, velen zagen hun middel van bestaan verdwij nen en kwamen in de bijstand terecht. De criminaliteit nam toe. Verder was de grootte van de centra niet gebaseerd op groei van onze populatie. Er kwamen veel illegale stand plaatsen bij. Ons imago, toch al niet best, verslechterde". In de jaren zeventig zag de over heid in dat het zo niet langer kon. Van grote centra wilde men over naar een groot aan tal kleinere: decentralisatie. Dat deed men mede om de in tegratie van de woonwagen bewoners in de Nederlandse samenleving te bevorderen. Die wens tot integratie komt niet bij de groep woonwagen bewoners vandaan. Die wil volledig deel uitmaken van de Nederlandse samenleving, maar wel met behoud van datgene dat hen onderling bindt. Kenmerkend voor de woonwagenbewoners is hun sterke onderlinge solidariteit. „Dat is waarom wij in eigen groepen willen blijven wo nen", zo verklaart Van Wan rooij. „Je zult onze bejaarden alleen bij uitzondering in een bejaarden- of verzorgingste huis zien. We lossen die zorg zelf en samen op. Je kunt spreken van een hele sterke familiecultuur, en onze men sen hebben er veel voor over om hun plaats daarin te be houden. De reizigers die uit nood dan maar in een huis gaan wonen, raken vaak in de psychische problemen. Die kunnen in de gewone burger maatschappij, waar de indivi dualisering zeer sterk is door gedrongen, niet aarden". Bij de deconcentratie, die veel te traag verliep, werd uitge gaan van centra van maxi maal 15 plaatsen. In de prak tijk werden ze vaak nog klei ner, waardoor familiegroepen uiteen werden gerukt. In die tijd al was Rinus van Wanrooij dag in dag uit bezig voor de belangen van de woonwagen bewoners op te komen. In het Alkmaarse centrum, waar hij zelf woont, staan inderdaad vijftien wagens, en ook op an der plaatsen kreeg hij het no dige voor elkaar. In 1985 werd hij consulent van het landelijk Platform voor Woonwagenbe woners en Zigeuners. Dit insti tuut werd in 1996 met het stopzetten van de subsidie op geheven. Van Wanrooij werd toen beleidsmedewerker van de unit woonwagenbewoners van de stichting Forum, insti tuut voor multiculturele ont wikkeling. Daar heeft hij nu net afscheid genomen omdat hij er te weinig kon doen aan directe belangenbehartiging: „Dat is nu meer dan ooit no dig en daar ligt mijn hart ook, ik ga er mij als vrijwilliger nu volledig op toeleggen". Na de afschaffing van de Woonwagenwet is het beleid nu een zaak van de gemeen ten. Die moeten de centra overdragen aan de woning corporaties, maar die staan niet te trappelen. Van Wan rooij: „In veel gevallen is er sprake van achterstallig on derhoud, terwijl de exploita tieberekeningen er vaak verre van rooskleurig uit zien. Overi gens vind ik dat daarbij niet de juiste uitgangspunten wor den gehanteerd. Zou men bij voorbeeld een langere af schrijvingstermijn kiezen, wat heel goed verdedigbaar is, dan ziet het plaatje er al gun stiger uit. Maar begrijpelijker wijs willen de corporaties er niet op toeleggen. Die verlan gen bij de overdracht een bruidsschat van de gemeente. Die zou er ook kunnen komen, want het rijk gaf altijd jaarlijk se subsidies voor woonwa gencentra. Die zijn nu in een keer afgekocht. Maar ik ken nog geen enkel geval waarin een gemeente met dat geld aan de slag is gegaan. Conclu sie: er gebeurt zo goed als niets". Op het niveau van de hogere overheden en de landelijke politiek ontmoette Van Wan rooij meestal een welwillend oor. Helaas zijn daar nu nau welijks nog ambtenaren die goed in de woonwagenpro- blematiek thuis zijn, maar on wil is er in elk geval niet. Op gemeentelijk niveau ligt de zaak slechter. Ambtenaren en politici staan er dichter bij de bevolking, waar de vooroor delen tegen woonwagenbe woners het grootst zijn. Van Wanrooij denkt dat de proble matiek buiten de plaatselijke politiek moet worden gehou den. „De woningcorporaties staan boven de politiek en hebben een verplichting je gens diverse achterstands groepen, denk aan ouderen, jongeren of minderheden. Daar moeten de woonwagen bewoners aan toe worden ge voegd. Er zijn zeker mogelijk heden voor de rijksoverheid om daar controle op uit te oe fenen. Het zou niet uit moeten maken of je praat over het hu ren van een huis of het huren van een standplaats. En net zoals er sociale koopwonin in de knel gen worden gebouwd zou je ook koopstandplaatsen kun nen inrichten. Laat woonwa genstaanplaatsen onder het zelfde regiem vallen". Van Wanrooij denkt dat veel jongeren zich niet zullen neer leggen bij de situatie. De kans is niet gering dat ruimtezoe- kende jonge stellen in de ille galiteit gaan. „Ik maak me daar grote zorgen over. Nu de zaak op laag bestuurlijk ni veau ligt, hoop ik dat jongeren in gesprek treden met ge meenten waar gebouwd gaat worden om bijvoorbeeld sa men een groep koopstand plaatsen te realiseren. Maar dan moeten ze wel een luiste rend oor vinden". Explosief is de stemming nog niet, maar dat kan hij wel wor den. Van Wanrooij blijft er bij iedereen op hameren dat je moet blijven praten, dat je al les met de rede moet zien op te lossen. Maar het wordt wel steeds moeilijker. Nu de Woonwagenwet is af geschaft, is de uitzonderings positie van woonwagenbewo ners voorbij. Hadden voor heen alleen woonwagenbe woners en hun familieleden recht op een standplaats, nu staat dat open voor iedereen. Afschaffing van discriminatie dus, en daar is Van Wanrooij het van harte mee eens, maar: „De keerzijde geeft ons louter nadelen. Er had voor ons wel een goed vangnet moeten zijn. De wet gaf ons een machtsmiddel om dwarslig gende overheden te dwingen standplaatsen in te richten. We staan nu met lege han den". De woonwagenbewoners vin den het dan ook wrang dat ie dereen nu recht heeft op een standplaats terwijl er al zo'n enorm tekort is. Door het op heffen van een wet die inder daad discriminerende elemen ten heeft, wordt hun achter stand in de praktijk alleen maar versterkt. Rinus van Wanrooij is in een woonwagen geboren en be waart aan zijn jeugd de beste herinneringen. „We trokken met paard en woonwagen door het land, altijd op zoek naar werk. Al op zes-, zevenja rige leeftijd moest ik meewer ken. Langs de deuren om messen en scharen op te ha len - mijn vader was scharen slijper, een echte vakman. Ook verkocht ik wel kunstbloemen of ging ik met een marmotje langs de deur dat de mensen dan tegen betaling mochten zien. Je leefde veel buiten, was één met de natuur. Ik her inner me hoe ik met vriendjes ons paard uitspande, er een deken oplegde en vervolgens heerlijk gingen rondrijden in de Limburgse bossen. Wat een vrijheid". Woonwagens hebben nog steeds wielen, maar het reizen lijkt toch wel afgelopen te zijn. „Niet helemaal", corrigeert Ri nus, „de woonwagen blijft staan, maar er zijn honderden stellen en gezinnen die er met de toercaravan op uittrekken, zo'n grote, met vaste slaap plaatsen en toilet. Ze trekken in het voorjaar weg en komen in het najaar weer terug. Meestal naar Oost-Europa. Na de val van het Oostblok be hoorden wij tot de eersten die daar een markt zagen. Wij zijn nu eenmaal handelsmensen". Het huidige woonwagenbe- leid, of eerder het ontbreken daarvan, is een regelrechte bedreiging voor de eigen cul tuur van de reizigers, vindt Ri nus van Wanrooij: „De kracht is dat bij ons alles samen leeft, oud en jong in één ge meenschap. Daar kan de Ne derlandse samenleving nog wat van leren. Zonder ge meenschapszin gaat een sa menleving stuk. Ouderen heb ben bij ons een speciale plaats. We proberen ze zo lang mogelijk in onze ge meenschap te houden. We re specteren ze, ze hebben het nodige meegemaakt. Maar zo als de vlag er nu bijstaat is er voor onze kinderen straks geen ruimte. Dat zou vergrij zing met zich meebrengen, de dynamiek zou uit de gemeen schap verdwijnen. Een ge meenschap overigens die he lemaal niet zo besloten is als de buitenwereld denkt. Zestig tot zeventig procent van onze jongeren trouwt met iemand van buiten de woonwagenwe reld. Maar komt er geen woonruimte voor ons bij, dan bloedt onze gemeenschap dood. En de manier waarop wij leven, wat is daar nu op te gen?" Bij de deconcentratie van de 'kampen' is uitgegaan van staanplaatsen met maximaal vijftien wagens. Hier een woonwagen-eenheid in Arne- muiden. foto Jaap Wolterbeek. De Middelburgse burgemeester B. Spahr-van der Hoek heeft woensdag 7 juli het startsein gegeven voor de bouw van ze venenvijftig seniorenappartementen aan de Breeweg/Kruis- weg in de provinciehoofdstad. Het te bouwen woonhof be staat uit zevenentwintig koop- en dertig huurwoningen. Van de koopwoningen zijn nog enkele te koop. Het complex wordt gebouwd in de onmiddellijke nabijheid van zorgcen trum Swerfrust. Huurders en kopers van de nieuwe senio renwoningen kunnen bij het zorgcentrum een zorgabonne- ment afsluiten. Burgemeester B. Spahr-van der Hoek geeft het startsein voor de bouw. foto Ruben Oreel Advertentie

Krantenbank Zeeland

de Faam | 1999 | | pagina 13