Kema-keur voor corporaties
Meeüs opent derde
kantoor in Zeeland
Wonen belangrijker
dan hobby's, sparen
en kroost
het woningnieuws
deze week
in de Faam/Vlissingern
en de Bevelander
De Vereniging tot verbetering van de volks
huisvesting Vlissingen (VVV) heeft één van de
topmonumenten die de Scheldestad rijk is op
geknapt: het Zeemanserve of Cornelia Quack
Hofje. Het hofje dat licht verscholen in de na
oorlogse bebouwing in de Vlissingse binnen
stad is sinds 1995 in eigendom van de VVV. De
afgelopen jaren is de onderhoudsdienst van de
woningcorporatie druk in de weer geweest om
zoveel mogelijk van de oude luister van het
hofje te herstellen.
Monument
Poort
Veel woningcorporaties zijn bezig de kwali
teit van hun dienstverlening op te schroe
ven. Simpelweg een aantal nieuwe procedu
res in voeren, is daarvoor niet voldoende.
Het vergt een nieuwe manier van werken en
denken die van top tot teen in de organisa
tie moet doordringen. De Stichting KWH
biedt daarvoor ondersteuning en verleent
aangesloten corporaties die in hun opzet
slagen het KWH-label, een soort Kema-keur
voor woningcorporaties.
Iets anders
Label
Metingen
Streng
Uitdaging
Op de Dam in Middelburg heeft Meeüs Make
laars haar derde kantoor in Zeeland geopend.
Het bedrijf waarvan het hoofdkantoor in Breda
is gevestigd is voornemens om in Zuid-Neder
land in alle gebieden met een inwoneraantal
vanaf vijftigduizend een kantoor te openen.
„Wat betreft Midden-Zeeland zitten we nu op
volle sterkte", vertelt Dick Mik, regiodirecteur
Zeeland van Meeüs Makelaardij.
Woensdag 20 januari 1999
FAAM/VLISSINGER
17
Voor informatie kunt u bellen naar: 0118 - 484000
Vlissingse woningcorporatie
VVV knapt monument op
'Dit huys heeft gesticht Corne
lia Quack weduwe van Karei
Nys Saligher' luidt de eerste
regel van de gevelsteen in het
Zeemanserve. De steen ver
haalt de oorsprong van het
hofje en de bedoeling waar
mee het is gebouwd. Het hofje
is in 1643 op initiatief van Cor
nelia Quack gebouwd als huis
vesting voor behoeftige wedu
wen en wezen van zeelieden
en vissers. Oorspronkelijk wa
ren er drieëntwintig huisjes in
het hofje. In de jaren tachtig is
het hofje verbouwd en zijn er
dertien woningen gecreëerd.
Het hofje is van 1786 tot 1995
beheerd door het Fonds der
Zeemans- en Vissersbeurs.
„Via de gemeente hebben wij
het in 1995 overgenomen",
vertelt Jan van Beekhuizen, di
recteur van de VVV. „We zijn
de woningen gewoon blijven
verhuren in de lijn zoals dat
oorspronkelijk bedoeld was.
Toen we het hofje kochten wa
ren alle dertien woningen ver
huurd en nu is dat nog steeds
zo. Er is in die periode wel
enig verloop geweest".
Toen de woningcorporatie in
het bezit van het Zeemanserve
kwam was dit het eerste mo
numentale pand dat aan het
huizenbestand van de vereni
ging werd toegevoegd. „Daar
zijn we ons terdege van be
wust geweest", doet Van
Beekhuizen uit de doeken.
„Een topmomument als het
Zeemanserve vraagt natuurlijk
wel om een iets andere aan
pak. We hebben toen een plan
gemaakt om het monument
weer zoveel mogelijk in de
oorspronkelijke staat terug te
krijgen". Het plan werd door
de gemeente Vlissingen on
dersteund in de vorm van een
subsidie. Over een periode
van vijf jaar heeft de woning
corporatie het hofje onder
handen genomen. De Monu-
mentenwacht nam de buiten
kant voor haar rekening. „Er
zijn wanden en schoorstenen
herstelt", weet Johan de
Smidt die als hoofd techni
sche dienst belast is met het
project. „We hebben eerst de
grootste schade herstelt en
zijn daarna met kleinere klus
sen als schilderwerkzaamhe
den aan de slag gegaan. In de
loop van de tijd waren er nog
al wat aanpassingen aan het
gebouw gemaakt die niet echt
in een monument thuis horen.
Dat hebben we weer in de ou
de staat gebracht. Bijvoor
beeld kunststof dakgoten ver
vangen door zinken goten, zo
als het oorspronkelijk was. En
ontluchtingskappen van
kunststof verwijderd". Tijdens
de werkzaamheden konden de
bewoners van het hofje ge
woon in hun huizen blijven
wonen. „Het brengt natuurlijk
wel wat onrust binnen de mu
ren van het hofje", weet De
Smidt. „Maar we hebben een
aantal grote werken in één
keer kunnen uitvoeren waar
door de rust ook weer snel
kon terug keren".
Zowel directeur Van Beekhui
zen als hoofd technische
dienst De Smidt zijn ondertus
sen een beetje verknocht ge
raakt aan 'hun' hofje. „Het is
heel jammer dat het er zo ver
loren bij staat tussen de na
oorlogse bebouwing", is Van
Beekhuizen van mening. „Aan
de ene kant is de Korte Zelke,
niet meer dan wat achterkan
ten van winkelpanden. Aan de
andere kant is een parkeer
plaats. Het zou bijvoorbeeld
mooi zijn als de achtergevel
van de Korte Zelke wat aan
trekkelijker gemaakt zou kun
nen worden. En als op de par
keerplaats aan de andere kant
huizen gebouwd zouden wor
den kwam het hofje weer
meer aansluiten bij de omge
ving". Van Beekhuizen ziet het
al helemaal voor zich, de par
keerplaats zou volgens de di
recteur gemakkelijk onder de
grond als kelder kunnen wor
den gebouwd.
De opknapbeurt van het Zee
manserve is ook door de be
woners met enthousiasme
ontvangen. „Dat is duidelijk te
zien", is De Smidt van me
ning. „De bewoners gaan de
binnenplaats van het hofje nu
zelf ook weer wat leuker aan
kleden. De bewoners zijn trots
op hun huisjes en dat merk je
aan de manier waarop ze de
aankleding verzorgen". Om de
toegang tot het hofje wat op
vallender te maken is ook de
poort die toegang geeft tot de
binnenplaats opgeknapt. De
Smidt: „Er zijn verschillende
ornamenten en gevelstenen
verwerkt in de poort. Die zijn
in de oorspronkelijk kleuren
geschilderd en vallen nu veel
meer op. De schildersbedrij
ven hebben trouwens hele
maal gratis de poort opge
knapt, zo leuk vonden ze het
project". Ook andere Vlissin-
gers hebben het hofje inmid
dels herontdekt. Zo doet de
VVV sinds drie jaar mee aan
open monumentendag. In het
eerste jaar kwamen er zeven
mensen naar het hofje kijken,
in het tweede zeventig en het
afgelopen jaar maar liefst
honderdtachtig. Van Beekhui
zen: „Dit was ons eerste res
tauratieproject. Onze vereni
ging bestaat negentig jaar, we
zijn dus zo langzamerhand zelf
een monument. En nu hebben
we dan ook een echt monu
ment".
Aspirant-kopers maken zich niet druk over de
prijsstijgingen van woningen. Naarmate het inko
men van kopers stijgt, blijkt het dat kopers moei
lijker een geschikte woning kunnen vinden. Ko
pers zijn bereid gemiddeld 37.000 gulden meer te
betalen, dan wat zij aanvankelijk als prijs in hun
hoofd hadden. Wonen is trendy en heeft prioriteit
boven hobby's, sparen en kinderen. Dit blijkt uit
het onderzoek van onderzoeksbureau OTB van de
Universiteit Delft.
Uit de cijfers van het onderzoek blijkt dat de gemiddel
de, maximale prijs die een koper bereid is te betalen op
361.000 gulden uitkomt. Bij duurdere woningen vanaf
360.000 gulden ligt die bereidheid zelfs op 49.000 gul
den. Deze cijfers heeft OTB van zichzelf, de Nederlandse
Vereniging van Bouwondernemers, Het Algemeen Ver
bond Bouwbedrijf en van het ministerie van VROM.
De bereidheid om meer te willen betalen verklaart OTB
voor een belangrijk deel door de hoge overwaarde die
doorstromers voor het 'oude' eigen huis vangen. Uit het
onderzoek blijkt dat veel doorstromers gemiddeld
181.000 gulden aan eigen geld uit het 'oude' huis in een
nieuwe woning kunnen inbrengen.
Kopen is erg in 'swung' onder dertigers. Zo'n 98 procent
overweegt te kopen. Ook mensen in de leeftijd van 45
tot 50 jaar, maar liefst 94 procent, denkt aan kopen. Ook
ouderen zien een koopwoning zitten: 58 procent kiest
eerder voor een koop- dan voor een huurwoning.
De wens van de potentiële koper is een kwalitatief hoog
waardig huis. Dat daar een prijskaartje aanhangt speelt
geen rol. Mensen in een rijtjeshuis willen graag een
twee-onder-een-kapper, en de eigenaren van twee-on-
der-een-kappers willen het liefst overstappen naar een
vrijstaand huis.
Uit het onderzoek blijkt tevens dat de prijsklassen
nieuwbouwwoningen niet evenwichtig zijn met de vraag
naar woningen in diverse prijsklassen. Zo is het aanbod
nieuwbouwhuizen in de prijsklasse tot 243.000 gulden
28 procent, terwijl de vraag ernaar op 12 procent ligt.
Het aanbod woningen in de prijsklasse vanaf 332.000
gulden is slechts 38 procent.
De vraag ernaar is 58 procent. De onderzoekers vinden
dat het aanbod woningen op de grote uitbreidingsloca
ties meer gedifferentieerd in prijzen moeten zijn. Het
wordt volgens hen tijd dat de bouw aan de markt wordt
aangepast.
i
Stel, je gaat op zoek naar
een nieuwe auto. Is de ver
koper een ongeïnteresseer
de botterik, dan ga je weg,
op zoek naar een dealer
waar de klant wel als ko
ning wordt behandeld. Au
tomerken zat.
Bij het huren van een wo
ning ligt het genuanceerder.
Vind je dat je corporatie je
niet goed genoeg behan
delt, dan ga je niet meteen
verhuizen naar een woning
van een andere corporatie.
Staat de corporatie daar
door sterk? In principe wel,
maar de woningmarkt
dwingt corporaties ertoe
goed naar hun klanten te
luisteren. Bovendien pas
sen klantgerichtheid en
kwaliteitszorg in het mo
dern ondernemerschap.
Ook bij de corporaties
dringt dat duidelijk door.
Vroeger was er een tekort
aan huurwoningen. Je
mocht blij zijn dat je een
woning had. Tegenwoordig
ligt het wel iets anders. Ko
pen is steeds verleidelijker
geworden. Wie verhuurt
moet het huren dus zo aan
trekkelijk mogelijk maken.
Huren is makkelijk. Geen
onderhoud, geen gedoe,
geen rente in de gaten hou
den, gewoon lekker wonen.
Maar steeds meer dringt
door dat dat niet genoeg is
om huren aantrekkelijk te
houden.
Een moderne verhuurder
moet zich extra inspannen
om het zijn klanten naar de
zin te maken en gaat dus
bijvoorbeeld niet moeilijk
doen wanneer een huurder
verbeteringen aan zijn wo
ning aanbrengt. Die doet
dat immers om de woning
als het ware meer 'eigen' te
maken, om zijn woongenot
te verhogen, en zal dus
goed met het huis omsprin
gen. Dat is een gemeen
schappelijk belang, beide
partijen hebben er wat aan.
Een woningcorporatie die
het kwaliteitslabel van de
Stichting KWH heeft, han
teert dus bijvoorbeeld soe
pele regels voor klussen in
de woning. Een verbouwing
moet wel van tevoren wor
den besproken, maar daar
tegenover staat dat er af
spraken te maken zijn voor
een vergoeding wanneer de
huurder de woning verlaat.
Ook is het mogelijk bepaal
de werkzaamheden tegen
vergoeding door de corpo
ratie te laten uitvoeren. Een
corporatie met het KWH-la-
bel (Kwaliteitszorg Woon
diensten Huursector) zal
ook altijd aanbieden een
woning samen met de po
tentiële huurder te gaan be
kijken.
De corporatiemedewerker
kan dan informatie geven
over de staat waarin de wo
ning verkeert, over de aan
wezige voorzieningen en
over verbeteringen die nog
worden aangebracht voor
dat de woning wordt be
trokken. Ook kan hij infor
matie geven over de woon
omgeving. Een labelhou-
dende corporatie heeft een
snelle onderhoudsservice
en is voor calamiteiten al
tijd bereikbaar, doet heel
veel aan informatie, bereik
baarheid en toegankelijk
heid. Het zijn zo een paar
punten uit de waslijst aan
voorwaarden die de Stich
ting KWH hanteert. Wie bij
een corporatie met het
KWH-label huurt, die zit
goed.
Op dit moment zijn er vijf
corporaties die het label
hebben verworven. Zo'n
vijftig corporaties hebben
zich bij de Stichting KWH
aangesloten en zijn bezig
zichzelf zodanig te verbete
ren dat ze binnen enkele ja
ren voor het label in aan
merking komen.
'Het komt nooit voor dat
een corporatie meteen voor
het label in aanmerking
komt', zo licht Frédérique
Bijl, directeur van de Stich
ting KWH, toe. 'Door aan
sluiting bij de stichting kan
een corporatie gebruikma
ken van de diensten van on
ze stichting. Wij begeleiden
corporaties op weg naar het
KWH-label. Doorgaans zijn
er jaren voor nodig voordat
men zover is. Je hebt te
maken met ingrijpende ver
anderingsprocessen.'
Een van de belangrijkste ac
tiviteiten van de Stichting
KWH is het uitvoeren van
halfjaarlijkse metingen naar
de kwaliteit van de dienst
verlening. Labelhouders
worden elk half jaar door
gemeten. Bijl: 'Wij doen dat
op drie manieren. In de eer
ste plaats telefonisch. Wij
bellen de corporatie met
vooropgestelde vragen, als
of wij een klant zijn. We leg
gen een probleem voor en
kijken of wij inderdaad me
teen met de juiste persoon
of afdeling worden doorver
bonden. We kijken of de te
lefoon na maximaal drie
maal wordt opgenomen.
Zo hebben we een groot
aantal controlepunten om
de telefonische dienstverle
ning te testen. Elk punt is
met een simpel "ja" of
"nee" te beantwoorden.
Het is dus een puur objec
tieve meting. Hetzelfde
geldt voor onze tweede
meetmethode: de inzet van
onze mystery-guest. Ie
mand doet zich namens ons
voor als klant en bezoekt de
corporatie. Hij controleert
bijvoorbeeld of de opening
stijden strikt worden aange
houden, of er een woonin-
formatiepunt is en of er een
folder bestaat over een ser
vice-abonnement. Zo zijn er
een heleboel objectief
waarneembare zaken.
Metingen bij de klant vor
men ons derde onderzoeks-
element. We vragen klanten
naar hun mening over de
service van de corporatie.
Dit is het subjectieve deel
van het onderzoek.'
Subjectief heeft in het dage
lijkse taalgebruik vaak een
wat negatieve bijklank,
maar moet in dit verband
zeker niet zo worden opge
vat. Het geeft immers aan
hoe de huurders de service
persoonlijk beleven. Al
scoor je in de objectieve
metingen goed, wanneer de
klanten de service negatief
waarderen, dan doe je iets
verkeerd. Bijl: 'Uit onder
zoek is gebleken dat er een
sterk verband is tussen de
waardering voor een pro
duct en de waardering voor
de service die erbij hoort.
Dus: is men ontevreden
over de kwaliteit van een
woning, dan beïnvloedt dat
het oordeel over de service
negatief. De kwaliteit van
de woningen op zich wordt
door ons niet beoordeeld,
maar de mening over de
service is zeker een graad
meter voor het totaal.'
Voor elk van deze punten
krijgt de corporatie een rap
portcijfer. 'Voor het verkrij
gen of behouden van het
KWH-label moet je op elk
punt minimaal een zeven
scoren' legt Frédérique Bijl
uit. 'Zit je op één punt lager,
dan verdien je het label
niet. De metingen vinden
elk half jaar plaats, en het
label is een jaar geldig.
Haalt een labelhouder op
één of meer punten een zes
of lager, dan heeft hij dus
een half jaar de tijd om
voor herstel te zorgen. Vol
doen de zaken bij volgende
meting nog niet aan de
norm, dan verliest de cor
poratie het label.'
Een strenge club dus, die
Stichting KWH. Bijl: 'Dat
moet wel, anders is de
waarde maar beperkt. Het is
een keiharde stimulans
voor de corporaties om
goed te blijven presteren.
Natuurlijk zijn er altijd rede
nen aan te geven hoe het
komt dat een corporatie in
punten terugvalt. Toch han
teren wij geen verzachtende
omstandigheden.
Daar heeft de klant immers
geen boodschap aan. Zijn
er interne problemen, dan
is het aan de corporatie om
die op te lossen. Dat is een
kwestie van professionali
teit.'
Frédérique Bijl benadrukt
dat er vaak veel binnen een
corporatie moet veranderen
voordat die zich voor het la
bel kan kwalificeren. 'Het
kost geld, tijd en je haalt
een hoop onrust naar bo
ven. Het belangrijkste is dat
je binnen de organisatie
voldoende draagvlak
creëert. Mensen houden
van nature niet van veran
deringen en je zult er veel
energie in moeten steken
om iedereen van de nood
zaak van de verbeteringen
te blijven overtuigen. Er is
vaak een forse cultuurom
slag nodig. De tussentijdse
metingen van de Stichting
KWH zijn bij die veranderin
gen trouwens belangrijke
ïjkmomenten. Ze geven aan
of een corporatie op de
goede weg is en kunnen als
stimulans voor de mede
werkers worden gehan
teerd.'
Op dit moment geniet het
KWH-label bij huurders nog
geen grote bekendheid. De
corporaties die het hebben
behaald, treden er zoveel
mogelijk mee naar buiten,
en naarmate het aantal la
belhouders groeit zal de
olievlekwerking sterker
worden.
Het is de bedoeling dat het
KWH-label een algemeen
bekend begrip wordt. Zodat
de huurder weet wanneer
een corporatie een goede,
moderne partij is, waar het
goed huren is.
Voor het KWH-label
wordt een corporatie
op de volgende acht
punten getoetst:
voorlichting
wooninformatie
openstelling en te
lefonische bereik
baarheid
woningaanbieding
onderhoudsservice
en service-abonne
ment
huurderszelfwerk-
zaamheid
individuele huur
subsidie
huuropzegging.
De vestiging in Middelburg is
het vijfentwintigste kantoor
dat de Meeüs Groep heeft ge
opend. „En wat nog meer bij
zonder is", voegt Mik toe. „Is
dat dit het eerste kantoor van
Meeüs is dat echt helemaal
vanaf de opening bij de
Meeüs Groep hoort. Tot nu
toe is het altijd zo geweest dat
Meeüs een bestaand bedrijf
overnam en aan de groep toe
voegde. In Middelburg is dit
dus niet het geval". Het bedrijf
richt zich niet alleen op de
Walcherse huizenmarkt. Naast
makelaardij heeft het kantoor
ook verzekeringen, pensioe
nen en financieringen als ver-
mogenbeheer in haar porte
feuille. Hoewel ook in Vlissin
gen een vestiging van het be
drijf is heeft Meeus er toch
voor gekozen een kantoor in
Middelburg te openen. Mik:
„Vlissingers kopen niet zo
graag in Middelburg, en Mid
delburgers niet in Vlissingen.
Niet iedereen hoort dat even
graag maar toch is het zo.
Daarom zitten we nu ook in
Middelburg, we denken zeker
dat daar een markt voor ons
is". Een specialiteit van Meeüs
is bovendien bemiddeling bij
verkoop van agrarische bedrij
ven. „Daar hebben we specia
le rentmeesters voor in
dienst", legt Mik uit. „Die zijn
gespecialiseerd in verplaatsin
gen van boerderijen, ruilver
kaveling en in andere delen
van het land zijn ze bijvoor
beeld bezig met de onteige
ning van grond voor de Hoge
Snelheid Lijn".
Het kantoor van Meeus is ge
vestigd in het pand Dam 8,
een pand met een roemrucht
verleden. „Het is een schitte
rend pand", is regiodirecteur
Mik van mening. „Dat past
wel bij onze uitstraling, we
willen graag betrouwbaar bij
de klanten overkomen. Het
pand ziet er niet alleen heel
mooi uit maar heeft ook een
heel eigen geschiedenis. Op
een bordje op de gevel is te
lezen dat hier in november
1944 de Duitse troepen zich
hebben overgegeven".
Op de begane grond van het
pand waar voorheen Bruids
huis Fiasta was gevestigd is
het kantoor van Meeüs. Boven
de zaak zijn bovendien nog
twee luxe appartementen.
Het interieur van de ruime
huisvesting van Meeüs in
Middelburg is in lichte tinten
geschilderd. „We hebben het
grondig laten opknappen",
vertelt Mik. „Het hele interieur
was voorzien van zwart be
hang, dat hebben we allemaal
weg gehaald en daarna de
muren voorzien van wat fris
sere kleuren".
Evenals het kantoor in Vlissin
gen heeft Meeüs Middelburg
voor het afsluiten van hypo
theken een vestiging van fran-
chise-organisatie Huis Hy
potheek binnen de deuren.
Overigens is regiodirecteur
Mik van mening dat de hui
zenmarkt nog steeds kernge
zond is. „Het gaat nog steeds
prima, gelukkig is het hecti
sche er wel een beetje van af.
Zoals het er nu naar uitziet zal
de huizenmarkt zich geleidelijk
aan steeds meer gaan stabili
seren. Zeeland loopt wat dat
betreft niet voorop maar het
zal hier zeker ook wat rustiger
op de huizenmarkt worden".
In het kantoor in Middelburg
werken nu vijf mensen. Bin
nen zo'n twee jaar moet dat
aantal zijn gestegen naar acht
tot tien man. „Dan zitten we
op volle sterkte. We gaan ons
nu eerst helemaal voorberei
den op het komende voorjaar,
want dan breken in de makel
aardij de drukke tijden weer
aan".
Dick Mikregiodirecteur Zeeland van Meeüs Makelaardij voor het nieuwe kantoor in Middelburg,
foto Jaap Wolterbeek.
Jan van Beekhuizen, directeur van het VVV en hoofd technische dienst Johan de Smidt voor het
Zeemanserve, foto Jaap Wolterbeek
«XMMSm IS "0t lit!