Wie kleurt
ermee?
Hoeveel
eieren
kun je
tellen
Naam:
Adres:
Postcode:
DE FAAM - DE VLISSINGER
21
De paashaas kwam
Er heerste een gezellige drukte op de za
terdagmiddag voor Pasen. In de huiska
mer zaten de kinderen rond de tafel,
voorzien van verfdozen, penselen, bakjes
water en een grote schaal met gekookte
eieren. Wat deden ze hun best om de eie
ren zo mooi mogelijk te beschilderen!
Kees, die negen jaar is, was buitenge
woon handig. Hij kon heel goed met de
verfkwast omspringen en de anderen,
Mieke van zeven en Fransje van zes jaar,
keken steeds met bewondering naar de
eieren van hun grote broer, die al netjes
klaar in een schaaltje lagen.
harder. "Weet je wat", zei mama, "ik zal de
paashaas wel opwachten en eens met hem
praten, misschien..." Maar Fransje hoorde het
niet. Hij was helemaal verdrietig. Nu zou het
fijne spel voor hem voorbij gaan.
In zijn bedje lag hij nog lang na te snikken en
toen viel hij in slaap. Maar ineens werd hij
wakker. Wat was dat? Wat hoorde hij daar?
Het leken wel voetstappen op de gang. Heel
stil luis-terde hij. Ja hoor, daar ging heel zacht
jes de deur van zijn kamertje open en in het
licht van de manestralen, die door het raam
naar binnen vielen zag hij... de paashaas. Op
En zette een prachtige doos met een strik bij zijn bed.
Fransje spande zich vreselijk in; met een
hoogrode kleur en zijn tong tussen de tanden
geklemd schilderde hij aan zijn eieren. En
wanneer hij er weer een klaar had, liet hij die
vol trots aan zijn zusje en broertje zien. Zo
kleurden ze de hele middag en toen alle eieren
voorzien waren van prachtige kleuren en voor
stellingen, kwam mama en nam de schalen
mee naar de keuken, want vannacht, tegen de
ochtend zou de paashaas komen en hij zou al
die mooi beschilderde eieren in de tuin ver
stoppen. Als de kinderen dan wakker werden,
moesten ze zo snel mogelijk in de tuin gaan
zoeken en ze wisten uit ervaring, dat de paas
haas het ze niet gemakkelijk maakte. Tjonge,
wat kon die de eieren goed verstoppen: soms
zochten ze wel een uur lang, voordat ze alle
eieren gevonden hadden.
Kees en Mieke maakten al wilde plannen voor
de volgende morgen. Kees wist verschillende
plekjes waar de paashaas vermoedelijk de eie
ren neer zou leggen, van die heel gemene
plekjes, waar je de eieren bijna niet zou kun
nen vinden. Mama keek bezorgd naar Fransje;
die deed niet mee, maar zat met een hoogro
de kleur in een hoekje en zei niets. "Wat is er
Fransje?" wilde mama weten, "ik heb zo'n
pijn in mijn buik en ik ben zo misselijk", ant
woordde de jongen zachtjes.
"Dan zal ik je maar vlug in bed stoppen",
vond mama. "Ik geloof vast, dat hij een beetje
koorts heeft", zei papa bezorgd. Mama con
troleerde de temperatuur en ja hoor, Fransje
had waarschijnlijk een kou gevat en moest zo
snel mogelijk naar bed. "Morgen moet je er
naar in blijven", zei mama. Maar dat was te
veel voor de kleine jongen. Hij barstte in wild
snikken uit. "Dan kan ik niet meedoen met
paaseieren zoeken!" huilde hij. "Ja jongen,
maar als je ziek bent, dan moet je toch in je
bedje blijven", vond papa. Fransje snikte nog
zijn tenen sloop de haas naar het bedje en
Fransjes hartje klopte van spanning. Wat zou
de paashaas willen? Vlak bij hem bukte het
dier zich over hem heen om te kijken of hij
sliep, maar het schrok toen het zag dat de jon
gen wakker was. "Oh Fransje", klonk het,
"ben je wakker? Dat is jammer, want ik wilde
je komen verrassen." "Verrassen?" vroeg
Fransje. "Ja zeker", vervolgde de paashaas.
"Ik hoorde van je mama, dat je ineens ziek
bent geworden en nu morgen niet mee kunt
doen aan het eieren zoeken in de tuin. Nu zou
jij dus geen eieren kunnen vinden. Daar heb ik
nu iets op gevonden. Kijk eens wat ik voor jou
heb meegebracht. De paashaas greep in de
mand, die hij op zijn rug droeg en haalde er
iets uit. Het was een grote kartonnen doos en
die zette hij op het kleine tafeltje, dat naast
het bed van de jongen stond.
"Wat zit er in?" wilde Fransje nieuwsgierig
weten. "Dat vertel ik je niet", lachte de haas.
"Nu ga ik weg, want ik heb nog heel veel te
doen en je moet mij beloven, dat je niet aan
de doos zult komen, vóórdat het licht is. Wan
neer de zonnestralen in je kamertje schijnen
en de anderen gaan zoeken, mag jij de doos
openmaken, maar niet eerder hoor. Zal je dat
beloven?"
Fransje beloofde het en de paashaas vertrok.
Tjonge, wat was dat nu vervelend. Fransje
brandde van verlangen en nieuwsgierigheid
om te kijken wat er in die grote doos zat, maar
ja, hij had het de paashaas beloofd, dus... Hij
kon er gewoon niet van slapen. Een hele tijd
lag de jongen nog wakker, maar toen viel hij
toch in slaap en snurkte dat het een lieve lust
was.
Toen hij wakker werd, scheen de zon al volop
naar binnen, recht op de grote kartonnen doos
die op zijn tafeltje stond. Buiten hoorde Frans
je de anderen roepen en juichen. Zij waren
aan het eieren zoeken en juist wilde hij ver
drietig worden, toen hij ineens aan het nach
telijk bezoek van de paashaas dacht. Oh ja,
het geschenk mocht hij nu openmaken.
Vlug sprong hij overeind. Hij had geen pijn
meer en was allerminst misselijk. Hij voelde
zich ook niet gloeierig warm, nee Fransje leek
weer helemaal de oude. Met trillende handen
maakte hij de doos open en haalde er een ge
weldig groot paasei van chocolade uit. Gewel
dig, zo'n paasei had hij nooit gezien. Het was
helemaal versierd met kleurige stukken mar
sepein en bovenop het ei zat een zacht geel
kuikentje. Oh wat was hij blij. Jammer dat hij
nu in bed moest blijven. Daar kwam mama al
aan, om te zien hoe het met hem was. Ze zag
hem daar zitten, rechtop in bed met het ge
weldige paasei op schoot. "Mama, dat heeft
de paashaas vannacht gebracht, omdat ik
ziek was en niet mee kon doen aan het eieren
zoeken". Mama lachte. "Ja, ik heb eens even
met de paashaas gesproken en hij vond het
toch wel heel erg jammer voor jou. Daarom
ging hij naar boven en bracht je dit cadeautje.
Fijn hè?"
Mama zag al heel gauw dat Fransje niet meer
ziek was. Ze besloot wel, hem die dag in ieder
geval niet naar buiten te laten gaan, maar hij
mocht wel opstaan en samen met de anderen
ontbijten aan de gezellig versierde tafel. Van
zijn broertje en zusje kreeg hij ook een paar
van de gevonden eieren en naast hem stond
op de tafel het grote paasei.
De kabouters zijn ontzettend druk met het
schilderen van de paaseieren. Maar door alle
rompslomp zijn ze de tel kwijtgeraakt.
Nou vragen ze jullie of je ze even wilt helpen.
Je kunt de eieren een kleurtje geven en ze
heel precies tellen. Zet het aantal op een brief
kaart met je naam en adres er op en stuur de
ze naar de redactie van De Faam/De
Vlissinger, Postbus 5017, 4330 KA Middel
burg. De ingekleurde tekening mag je ook
opsturen, maar omdat we altijd zoveel mooie
tekeningen krijgen zouden we iedereen wel
een prijs willen geven. Dat doen we deze keer
dus niet.
Heel veel plezier!
v