"MET EEN PASSENDE VAKOPLEIDING VIND JE ALTIJD EEN BAAN." VOOR ALLE VAKRICHTINGEN VAN DE KLARENBEEK CTS IS DE PRAKTIJK DE BESTE LEERMEESTER - Klarenbeek# CTS Prestige BOUW TECHNIEK INSTALLATIE TECHNIEK I Ingenieur L.A. van Gelder, directeur Schelde Ketelbouw: "Technisch onderwijs is uitermate belangrijk. Ons hele produktie-apparaat staat of valt met goed opgeleide vakmensen", aldus ingenieur L.A. van Gelder. Als directeur van Schelde Ketelbouw en voorzitter van de Brabants-Zeeuwse Werkgevers vereniging (BZW), sectie Zeeland, weet hij waarover hij spreekt. "Goede vakmensen brengen de kwaliteit van het produktie-appa raat op een hoger niveau. Hierdoor worden anderen als het ware meegenomen waardoor de concurrentiepositie wordt versterkt. Hierdoor gaat ook de werkgelegenheid omhoog", vervolgt hij. Daarnaast moet ook het bedrijf actief zijn. Opleiding, begeleiding en werkoverleg zijn daarbij erg belangrijk. Een goede communi catie- vooral goed luisteren- is daarbij een vereiste. Daarom vindt Van Gelder het ook erg belangrijk dat werknemers inspraak hebben wat de gang van zaken binnen het bedrijf betreft. "Zo worden de mensen zich ook meer bewust van hun taak en ver antwoordelijkheid legt hij uit. "Als je weet waarvoor je werkt, motiveert dat je", is zijn filosofie. Overigens, werknemers kunnen hun capaciteiten wel willen ont wikkelen maar het bedrijfsleven moet dan ook de mogelijkheid bieden om door te groeien. Als je deze lijn doortrekt, ligt het voor de hand dal het bedrijfs leven- en daarmee de BZW- zich intensief bezighoudt met het onderwijs. "Het is onze plicht om als bedrijven de politiek en ande ren in te lichten over wat er gaan de is; waar de problemen liggen en waar werkelijk behoefte aan is. "Als wij het niet doen, wie doet het dan?", zo vraagt hij zich af. "De BZW probeert hierin ook een vinger aan de pols te houden. Onze leden worden namelijk gestimuleerd lid te worden van een schoolorganisatie." Mensen moeten goed worden opgeleid ter voorbereiding op een functie in de praktijk. Daarbij vindt Van Gelder bet erg belang rijk dat gekeken wordt naar het niveau dat iemand kan bereiken. "Het is jammer dat er vaak een verkeerde keuze wordt gemaakt doordat "te hoog" wordt gegre pen. Men heeft vaak nog een ver keerd beeld van de mogelijkhe den van een functie binnen het produktie-apparaat van een bedrijf in vergelijking met een kantoorbaan. Ook hier ligt een taak voor het bedrijfsleven." "Het gaat er tenslotte om", zo zegt hij, "een kind dat te geven wat het boeit en bezig houdt. Ze zul len het zelf moeten maken in de maatschappij. Je kunt een paard wel naar het water brengen maar het zal zelf moeten drinken", zo verklaart Van Gelder zijn stelling- name. Hij besluit met de woor den: "Met een goed passende vakopleiding vind je altijd een baan, ook in de techniek, daar ben ik van overtuigd." De heer Bakker is sinds 1978 werkzaam als leraar op deze school. Hij geeft het vak bouwtechniek in de derde en vierde klas. "Zodra de jongeren in de praktijk iets moeten presteren, zoals bij de bouw van het huis, is de motivatie bijzonder groot." Het team streeft naar zoveel mogelijk afwisseling in het vak. Bakker: "Het feit dat veel leerlin gen voor de bouw kiezen hebben we mijns inziens te danken aan een voortdurend herhaalde ver nieuwing. We willen als school bij zijn en bij blijven door ons te richten op de praktijk. Ver nieuwing strekt zich uit over diverse gebieden: in de auto matisering, in het lesgeven, in de contacten met het bedrijfsleven en nu dus ook in onze projecten." Samen met collega J.Dominee zwaait J. Braam de scepter over de kleinste praktijkafdeling van de Middelburgse school. Hoewel de groep vrij klein is, wordt het lesprogramma steeds aangepast aan nieuwe technie ken. De leerling moet niet alleen handig zijn. maar ook goed na kunnen denken. De verwar mingsinstallatie moet het per slot van rekening ook doen. De arbeidsmarkt voor schoolver laters ziet er rooskleurig uit. Braam: "Voordat ze bun diploma hebben krijgen de meesten al een baan aangeboden. Meestal heb ik meer aanvragen van bedrijven dan dat ik leerlingen beschikbaar heb." De Klarenbeek CTS werd nog maar door tweehonderd leerlingen bezocht toen G. Boot, nestor van de afdeling, er als docent begon. Doordat Boot al heel wat jaar tjes meedraait, krijgt hij nu ook kinderen van oud-leerlingen in de klas: "Het is heel leuk om te zien dat die kinderen vaak sprekend op hun vader lijken." Hij heeft nog steeds contact met een aantal oud-leerlingen: "Ik ken veel oud-leerlingen in bedrijven, die weer een stage plaats voor leerlingen kunnen regelen: erg handig." Boot is optimistisch over de toekomst voor het VBO: "Mensen die met de handen kunnen werken zijn onmis baar.". Volgens de docent mechanische techniek blijft de vraag naar vakmensen op het gebied van montage, lassen en staalconstructies groot. In zijn afdeling staan dan ook moder ne draaimachnes en lasappa- ratuur. De leerlingen krijgen dus een degelijke basis voor een beroep in de metaal aange boden. H.A. van der Hart geeft electrotechniek aan de Klarenbeek CTS. Hij heeft te maken met zeer gemotiveerde leerlingen. "Bij elektrotechniek moeten de jongens er zich van bewust zijn dat ze met onzichtbare, gevaarlijke zaken bezig zijn. Elektriciteit hoor je niet, je ruikt het niet, maar het is er wel. Als er ergens spanning op staat, dan zie je dat niet. De jongens moeten ook leren om voorzichtig te zijn. Hier op school mogen ze niet onder spanning werken", aldus Van der Hart. Hij voegt er nog aan toe dat ondanks het onzichtba re gevaar van elektrotechniek, op Klarenbeek er zelden iets fout gaat. Volgens Van der Hart vormen de jongens die de richting elektrotechniek kiezen, een zeer gemotiveerde groep. Deze jongens krijgen ook veel theo rie. Van der Hart: "Naarmate de techniek voortschrijdt, wordt het vak steeds ingewik kelder en moeten de jongens meer kennis van vaktheorie hebben." In de vierde klas krij gen de jongens elf uur praktijk en zes uur vaktheorie.

Krantenbank Zeeland

de Faam | 1993 | | pagina 41