uitspraken STADHUIS NIET ZO VER ALS DEN HAAG knelpunten koers DE TOEKOMST IS HIER EN NU! vragen Er zijn doelstellingen voor het welzijnsbeleid voor ouderen vastgesteld. Vastgesteld door een ambtelijke werkgroep voor ons en ons welzijn, maar ook zonder ons. Twee gemeente-ambtenaren en een wethouder maken uit wat voor ons, ouderen, goed is. Dat bevestigt in ieder geval de plaats die wij, als gepensioneerdenin de samenleving innemen: we tellen nog wel mee, maar als onmondigen. Tot nu toe klopten instellingen bij de rijksoverheid aan om geld voor hun werk. De gemeente betaalde die subsidie dan door en de instellingen besteedden dit geld zo goed mogelijk aan personeel, gebouwen en materialen ten behoeve van het welzijn van de burgers. "Wij kunnen, als ouderen, met onze jarenlange ervaring best meepraten over het beleid, maar we krijgen de kans niet!" "We willen meepraten, want er worden koeien van fouten gemaakt." fesiivalkrani een vette kluit voor het forum WAT WIJ ER ZELF VAN VINDEN Omdat wij als mondigen mee willen tellen, hebben wij onze mening over de doelstellingen naar voren gebracht in de gespreksgroepen 'wat vindt u er zelf van?' Die mening beslaat uit pert inente uitspraken en dri11 gende vragen. Die vragen en uitspraken zijn in het bijzonder bedoeld voor de MiddelhurgsÉ genieenteraads l eden. Die zullen de uitspraken ter harte moeten nemen en de vragen beantwoorden, want zij gaan straks het welzijnsbeleid goedkeuren. Van hun politieke stuur man skunst hangt het af of ouderen zich gaan welbevinden zoals zij dat zelf willen. Hieronder onze uitspraken en vragen, Voor het Politieke Forum op 30 oktober een vette kluif: IHet uitgangspunt 'de ouderen in opgeruimd staat netjes?. decentralisatie andere voorzie- In de zeventiger jaren groeide het werk van de welzijnsinste 1 1ingen erg snel. Steeds meer viel het op dat zij een bijdrage leverden aan het welzijn, het welbevinden van de bevolking. Tegelijkertijd viel het de regering op dat d Le we l z L jnsins te 1 1 i tigen een f 1 inke hap uit de ruif van de staats ie as vcrorberd en. In die periode van snelle groei ver zocht de regering op een zeker moment ('73) een groep deskundigen zich eens op de toestand te beraden. Die boraadsgroep stelde veel knelpun ten in het beleid van hef welzijns werk vast en noemde daarom zijn nota: knelpuntennota Deze nota gaf als hoofdlijn aan dal er meer harmonie, onderlinge afstem ming, tussen de welzijnsvoorzieningen zou moeten komen. Vaak werd er naast en niet met elkaar gewerkt. Vaak werd er ook werk opgezet vóór mensen, maar zónder dat deze mensen aan konden geven of zij daar behoefte aan hadden of dat zij ningen wilden. Daarom pleitte de nota voor een andere aanpak. De mensen waar zoveel geld voor uitgegeven werd -geld van hun eigen belasting-bijdrage- moesten meer over de bestemmingen kunnen mee praten. De mensen zelf zouden aan moeten kunnen geven waaraan het geld besteed moot worden om hun welzijn, het prettig kunnen leven en wonen, te verbeteren. Decentralisatie was het nieuwe begrip, het begrip dat staat voor de opdracht die de rijksoverheid nu geeft aan de gemeentelijke overheden om een plan te maken, samen met de burgerij en de instellingen, opdat de subsidiegelden zo goed mogelijk worden besteed. Burgers kunnen dan meepraten. Kunnen sturen aan liet welzijnsbeleid. Niet een zich verweg bevindend ministerie, maar een dichtbij bevindende gemeente raad plus -en dus niet vóór maar zon de r hen- c 1 e be 1 anp;hebb'ende burgers moeten bepalen welke koers het wel zijnswerk neemt. Daarom praten vele burgers ook op dinsdagmiddag3D oktober, in de Concert- en Gehoorzaal over het w el zijnsw e rk voor oud e re n staat stellen zo lang mogelijk in de eigen omgeving te blijven funktione ren' is juist gekozen, maar wij iTiissen het streven om de ouderen geïntegreerd in de samenleving te laten funktioneren Bevorderd moet worden dat wij meer meedoen Er hoort een dikke streep te staan onder het woord integratie (in de toelichting wordt dit begrip wel aangehaald, maar het behoort ook uitgangspunt te zijn.) 2. In de subsidie-verordening dient een bepaling opgenomen te worden, die voorkomt dat ouderen onnodig (uit besturen, overlegsituaties e.d) uitgeschakeld worden. Verder moet er voor ouderen in bestu ren van instellingen en organisaties die voor hen -geheel of voor een deel werken, een voorname plaats ingeruimd worden Scholing moet behulpzaam zijn dat ouderen de bestuursplaats waar kunnen maken 3. Wij, .ouderen., vinden de huidige bejaardenwoningen -zeker voor een echtpaar- te klein. Woningen voor ouderen dienen in het stadscentrum of althans zo dicht mogelijk bij dat centrum gebouwd te worden. Wij willen namelijk in 'het volle leven' mee blijven doen. k. We verwachten van de Stichting Welzijnswerk voor Ouderen voorlichting en informatie op allerlei gebied. Over ontspanning, culturele evenemen ten, subsidies, voeding, ontwikke lingen over ouder worden op welk ge bied danook. Waarom wordt deze stichting echter door de gemeente op zijn begroting van dit jaar voor 20 mille beknot? De geldkraan is al jarenlang dichtge draaid voor dit ouderenwerk. Laat de gemeente daar nu niet nog een schepje bovenop doen! 5. Er moet meer bekendheid gegeven worden aan wat vrijwillige helpers willen en kunnen doen. Maar er moet vooral meer samengewerkt worden. Er wordt teveel naast en zonder van elkaar te weten gewerkt. 6. De voorbereiding op de pensione ring moet sterk uitgebreid worden. Nu kunnen alleen werknemers van grote bedrijven de pensioen-in-zicht- opzet meemaken. Daar moet geld voor komen'. 7. Cursussen speciaal voor ouderen zijn niet nodig. Onze eerste vraag: O Wat voor rol ziet u in de toekomst weggelegd voor de bejaarde mensen Toffler: „In het verleden hadden we een tekort aan banen; daar- •om zorgden we ervoor dat de „jeugd" van het menselijk individu een stuk langer duurde. We sloten de jongelui op in plezierige oorden, die noemden we „universitei ten", en we vertelden hun dat ze daar goed hun best moesten doen om zoveel mogelijk titels te halen. Maar dat is alleen maar een manier om ze weg te houden van de arbeidsmarkt. Aan de andere kant verwijderen we de bejaarden van de arbeidsmarkt door ze op almaar lagere leeftijd met pensioen te sturen. Het resultaat daarvan was dat er een wat ik maar zal noemen „middelbare leeftijd-imperialisme" werd gecre- eerd: het gehele systeem van besluitvorming en pro- duktie is nu in feite in de handen van de mensen tussen de 35 en 55. Over het geheel gezien kun je wel stellen, dat we steeds meer macht hebben geconcentreerd in de rij en der middelbaren, en almaar minder bij de ouderen en de jongeren. Nou, waar je imperialisme hebt, daar krijg je anti- imperialisme. Er bestaat dan ook alle kans dat de jonge en de oude mensen elkaar zullen ontdekken ook poli tiek. Dan zullen ze op deze of gene wijze de handen in een slaan. Er zijn terreinen genoeg waarop de overeen komsten tussen jong en oud zwaarder wegen dan de verschillen. Een paar voorbeelden: medemenselijkheid, 't streven om jezelf te redden, niet echt (meer) thuishoren in een klassieke gezinssituatie en ga zo maar door. In de toekomst zullen de Grijze Panters (de strijders met grijs haar) zich verenigen met de jongelui en van twee kanten tegelijk de Middelbaren te lijf gaan!" Uit: Avenue rubriek Alvin Toffler) Er gebeurt ontzettend veel daar in ons stadhuis I Maar over de .plannen die er voor óns gemaakt worden, willen we graag meepraten Aan de hand van deze brochure, een uitgave van de Stichting Welzijnswerk voor Ouderen, is onlangs een aantal 1 praattafels gehouden in de stad. De verslagen van deze gesprekken zijn. tijdens het Festival verkrijgbaar. Ook van deze brochure zijn nog een aantal exemplaren beschikbaar. Geen oma-mavo. Maar wel cursussen waarin, wat onderwerp en tempo be treft, ouderen van harte kunnen mee doen, als het onderwerp daartoe dwingt/aanleiding geeft: dan wel apart Is er te weinig voor ouderen op de markt -en dat komt vaak voor- dan moeten er wel specifieke momenten georganiseèrd worden. 1"Waarom krijgen ouderen geen inspraak over de regels van de hulp -regels die uitsluitend door de in stellingen van bovenaf bepaald worden? Waarom krijgt de een meer hulp dan de ander? Waarom móet de hulp dit en mag zij dit-of-dat niet? 2. "Hoe denkt men ons in staat te stellen om zo lang mogelijk zelfstan dig te blijven als de hulp steeds meer ingekrompen wordt?" 3. "Waarom zijn de straten in de binnenstad zo slecht begaanbaar? Zou er niet meer rekening met de voetgangers gehouden kunnen worden?" h. "Er bestaat een 'Raad voor bejaar- denwerk'dat heb ik pas gehoord. Waarom hebben wij, ouderen, in die raad geen stem?" 5. "Waarom moeten wij het in Middel burg met zo'n oud en uitgewoond ge bouw doen aJs het dienstencentrum 'Het Schuttershof'? Moet je de gebouwen in Vlissingen eens zien! Kan ons dienstencentrum er niet wat uitnodigender uitzien?" 4 4 f

Krantenbank Zeeland

de Faam | 1979 | | pagina 24