OUD WORDEN nou énOUD WORDEN nou én... OUD WORDEN
f ee,n diiif* of lmisdier
Eerste vestiging Holland Huis kwam in Middelburg
gelukkig en voorspoedig
de oudere mens is een gewoon mens als ieder ander
DIT IS AFLEVERING 4
WAT ZIJN BEJAARDEN?
JEUGD EN OUDER WORDEN
Tentoonstelling
over planning
KOFFIEBARWEEKEND
"YOUTH FOR CHRIST"
Woensdag 21 januari 1976
(een publicatie van de stichting „Welzynswerk-voor-ouderen"
p/a Schuttershofstraat la telefoon: 27427)
VRAGEN VAN KINDEREN OVER OUDERE MENSEN
1 hoe worden ze verzorgd?
2 wat gebeurt er als ze ziek zijn?
3 wat doen ze met kerstmis?
Henk Mochel had, even voor Kerst, een t.v.-gesprek met professor dr. J. Th. R.
SCHREUDER, de eerste Nederlandse hoogleraar in de gerontologie, de
wetenschap van de ouder-wordende-mens. De man van het gevleugelde woord:
mobiliseren - waarmee hij bedoelde dat een oud mens £ij zeer hoge uitzondering
in bed gestopt mag worden - heeft zich uit de prestatie-maatschappij
teruggetrokken op een boerderijtje in Lochem en geniet, met zijn vrouw, van een
rustige oude dag. Schreuder, een gezaghebbend man in de bejaardenwereld:
oud-directeur van het Hilversumse verpleeghuis „Zonnestraal", is nu ook
bejaard. Vanuit zijn verpleeghuispraktijk heeft hij vele kern-achtige uitspraken
over de zorg voor de oude mens en de vele voorzieningen die Nederland om die
oude mens heen gebouwd heeft gedaan. Het loog er vaak niet om wat hij zei. Hij
zei het rechtlijnig en scherp. Ik herinner me zijn critiek op veel specialistische
aanpak in ziekenhuizen: „Specialisten? 't Zijn zeldzame-postzegelverzamelaars.
Een gewone bejaarde met een ouderdomskwaaltje moeten ze niet. Daar is geen
eer aan te behalen".
BEJAARDENPROBLEEM
RASSENPROBLEEM
„Komen er veel dingen uit die u altijd
over het bejaard-zijn geponeerd
heeft?" vroeg Mochel aan Schreuder.
En zonder veel aarzeling bevestigt hij:
„Ja. deze samenleving is ten aanzien
van bejaarden discriminerend! De
jeugd wordt geadoreerd; de bejaarden
zijn een randverschijnsel: ze zijn uit
geteld. Ik zou het bejaardenprobleem
willen vergelijken met,het rassenpro
bleem: bijvoorbeeld zoals de negers."
Hij illustreert: „Het is me een paar
maal gebeurd dat ze me opa noemen.
Als me dat nog een keer overkomt ga
ik op de vuist." „Iedereen in dit dorp
groet iedereen. Ik zie slecht en zei een
paar jongens gedag, die teruggroeten
met: „dag, ouwe lui".
Een bejaarde wordt „verdinglicht".
Hij wordt een „het". Men heeft het
over dat „ouwetje", het oude baasje.
De oudemens wordt een ding dat men
vertroetelt..."
„Overdrijft u niet; zo is het toch niet
in het algemeen?"
De professor die nu zelf ook bejaard
is, de drempel reeds overschreden
heeft gaat verder met zijn typologie:
„Ik vergelijk de bejaarde ook weieens
met een huisdier dat men houdt.
Het is een dier waar je lief voor bent en
zo nu en dan over de kop aait. Ik kan
me nog herinneren dat ik met een
directrice van een verzorgingstehuis -
een aardig mens hoor - sprak over de
opname van een bejaarde. Deze be
jaarde bleek al elders opgenomen. De
directrice vermeldde haar spijt: „Ik
vind het jammer dat ik haar weg
moest doen." Net alsof ze over een ge
liefd huisdier sprak.
EENZAAMHEID
NIET BEKLEMMEND
Dan wordt de interviewer persoon
lijker, hij vraagt Schreuder op de man
af wat het ouder worden bij hem voor
gedachten oproept.
„Ja, samen oud worden, he!" Dat is
mijn grootste wens. Mijn vrouw en ik
praten daar veel over. We hebben een
graf gekocht in Barchem. Maar de
lijst van namen van mensen, die we
verwittigen moeten, hebben we nog
steeds niet samengesteld. Zover zijn
we kennelijk nog niet."
„Och, dat we eens afscheid moeten
nemen, daarmee zijn we op onze leef
tijd natuurlijk wel vertrouwd."
Mochel vuurt de vraag af die in een
dergelijk interview altijd op een mo
ment komt: „Bent u niet bang voor de
eenzaamheid: om alleen achter te blij
ven?" Professor Schreuder gaat even
verzitten. Eenzaamheid is een ver
schijnsel dat je kan beklemmen als je
daar bij stil staat.
„Ik kan me niet voorstellen dat ik me
eenzaam kan gaan voelen." Kijkt door
de kamer met de vele kleine bijzon
derheden waaraan een bewoner
gehecht kan zijn. „Och, onze kinderen
komen regelmatig. En dan: we hebben
geweldige fijne buren. Het zijn pret
tige mensen en alleen de gedachte al
dat ze vlakbij zijn zal de eenzaamheid
verdrijven."
ANGST VOOR
AFHANKELIJK WORDEN
„Waar bent u het meest voor bevreesd
als u denkt aan oud worden?"
Opvallend is dan dat de hooggeleerde
dezelfde angsten onder woorden
brengt die wij, bij goed luisteren, ie
dere bejaarde horen uitspreken:
„Bevreesd om hulpbehoevend te
worden; angst om iets te gaan
mankeren. Ik zou het erg vinden om
van anderen afhankelijk te worden.
Alhoewel ik wel weet - ik heb dat hon
derden keren zelf verkondigd - dat
slechts een zeer klein percentage van
de bejaarden - drie op de honderd -
werkelijk hulpbehoevend wordt."
En dan wijdt Schreuder uit over
principia van de bejaardenzorg.
Over de naoorlogse hausse in de te-
huisbouw. „Men dacht toen de beste
oplossing gevonden te hebben door de
bejaarden maar op te bergen in grote
huizen. Gelukkkig denkt men er nu
anders over: oud worden op je eigen
plekje, dat is het beste! Komt nog bij
dat de ouderwordende-mens niet alles
uit handen genomen moet worden,
want dan word je snel oud. En de hulp
moet niet voornamelijk door be
roepskrachten verricht worden. Ik
houd altijd een pleidooi voor de
vrijwilligers. Hun spontane hulp is on
misbaar...."
I
In grote lijnen blijkt uit gesprek dat de
samenleving-scheef tegen de bejaarde
mens aankijkt, maar dat deze oudere
mens evengoed mens is als alle an
deren en als zodanig behandeld wil
-worden. Een gesprek dus dat helemaal
past in de bedoeling van deze rubriek.
toegewenst door
„Raad voor het Bejaardenwerk"
„Stickling Welzynswerk-voor-ouderen"
Dienstencentrum „Het Schuttershof"
NOG NIET „MEER
GENIETEN VAN MUZIEK...
De eerste aankondigingen dat de
Stichting „Welzijnswerk-voor
ouderen" samen met de „Zeeuwse
muziekschool" een cursus „meer ge
nieten van muziek" zou starten heeft
acht gegadigden opgeleverd. Te
weinig om zo'n cursus te realiseren.
Het doel om op informele, dus gezel
lige wijze met elkaar naar muziek te
luisteren en onder leiding van een mu-
ziekdeskundige wat meer van de be
luisterde muziek te weten te komen
spreekt kennelijk weinigen aan. De
poging om via Kerstconcert in de
Concertzaal, meer adspirant-cursisten
te lokken, is ook niet geslaagd. Wel
licht is het nog niet aantrekkelijk om
gezamelijk naar platen of musici te
luisteren; misschien doet men dit lie
ver individueel thuis.
Wat later gaan we deze poging her
halen.
MEER-BEWEGEN-VOOR-OUDE-
REN
daar biyft men jong by
Moeder-de-vrouw kan daardoor haar
gewone werkzaamheden in huis en
keuken zonder moeite verrichten. Pa
kan zijn tenen blijven aanraken
zonder z'n knieën te buigen.... en de
tuin blijft mooi. Beiden blijven fit voor
een wandeling. Het reactievermogen,
om de gevaren in het moderne verkeer
te voet of per fiets te kunnen trotseren,
blijft ook op peil.
Meer-bewegen-voor-ouderen In Mid
delburg
1 Nieuw- en St. Joosland - dorpshuis:
donderdagsmiddags van 15.45-16.45
uur
2 Rotterdamsekaai - gymnastiekzaal
(links): vrijdagsmiddags van 17.00-
18.00 uur
3 Nassaulaan - sporthal: vrijdagsmid
dags van 14.15-15.15 uur
4 Magjstraatwyk - wijkgebouw „het
zuiderbaken": dinsdagsmiddags van
14.00-15.00 uur
5 Sint Laurens - „Groene Kruis "-ge
bouw: donderdagsmiddags van 14.00-
14.30 uur
6 Dienstencentrum „Het Schutters
hof" dinsdagsmorgens van 9.30-10.00
en van 10.15-10.45 uur.
De lessen worden gegeven door me
vrouw J. FREGERES-BAERT. Vaak
wordt er na de les koffie gedronken of
is er nog een club. Kosten per les:
0.75.
Fit met veel pret
De lessen zijn voor velen een „uitje".
Het bewegen door oefeningen, balwer-
pen, spel, muziek, is een erg plezierige
bezigheid waarvan je vrolijk wordt.
Begin in het nieuwe jaar goed en
meldt u (voor de aanvang) op de les
die uw voorkeur heeft. Doe eens vrij
blijvend mee. Kijk gerust de kat uit de
boom
(Inlichtingen dienstencentrum: tel.
27537)
Volksdansen-voor-ouderen in Middel
burg
Op de tonen van de pittige AI1-
American-Promenade, de meeslepen
de Griekse melodie van de Djako-kolo
of de traditionele wijs van de
kruispolka, veleta of de st.-bernards-
wals - en nog vele andere - bewegen
ruim honderd dames en heren van
boven 50 zich wekelijks op:
donderdagsmiddags van 15.30-17.00
uur
in het dienstencentrum;
dinsdagsmiddags van 14.00-15.00 uur
in de hal van de Ontmoetingskerk in
de Stromenwijk;
vrijdags middags van 15.45-17.15 uur
in het dorpshuis in Nieuw- en St.
Joosland
Nieuwe deelnemers zijn van harte wel
kom. Deze volsdansgroepen kennen
geen vaste leden (trouwens geen der
clubs in het werk!) Men kan er aan
meedoen waar en wanneer men wilt.
Het programma is zo ingesteld dat het
niet te vermoeiend is en dat er steeds
dames en heren mee kunnen doen, die
weinig of niet gedanst hebben.
Volksdansen is feestelijk gezellig; het
houdt fit en brengt in contact met
anderen.
Kom eens kijken en doe mee
4 wat moeten ze ervoor betalen?
5 wat doen bejaarden zoal?
6 krijgen ze met kerstmis een extraatje?
7 komen de kinderen veel op bezoek?
8 hebben de bejaarden een eigen kamertje?
9 als er iets gebeurt kunnen ze dan gelijk een seintje geven?
10 en komen ze dan gelijk?
11 wie komt er dan?
12 leven ze op d'r eigen?
13 waarvoor dienen die rode lichten in hun kamer?
14 en als ze blind zijn, wat moeten ze dan?
15 wat zijn de toelaat-eisen voor een man of vrouw in een bejaardentehuis?
16 kunnen daar oude-van-dagen hun eigen menu samenstellen?
17 wat wordt er voor de bejaarden allemaal georganiseerd?
18 op de hoeveel mensen is er in een bepaalde stad een bejaardentehuis?
19 wat is de gemiddelde wachttijd om toegelaten te worden?
20 hoelang doet u al bejaardenwerk?
21 hoe ziet zo'n kamer eruit waar bejaagden in zitten?
BERGEN MISVERSTANDEN
„Bij ons in de straat woont een oude,
blinde man en als hij gaat wandelen
dan schelden de kinderen hem uit;
gemeen hè!"
„Als een oud mens nou zo ziek is dat
er niks meer aan te doen is, mag de
dokter haar dan een spuitje geven?"
„Zijn de bejaarden eenzaam met
kerstmis?"
„Komen de kinderden vaak op
bezoek?
Al die vragen - en nog veel meer -
worden op ons afgevuurd door een
groep LEAO-leerlingen op
vormingsdagen in het vormings
centrum „het zilveren schor".
Misschien is 't onderwerp al verkeerd
gesteld: praten met elkaar over
groepen die het, tijdens de feestdagen,
waarschijnlijk erg moeilijk hebben,
zoals: gevangenen, gastarbeiders,
kinderen in tehuizen, bejaarden. De
bedoeling is goed, maar zo worden
mensen wellicht ongeoorloofd ge
categoriseerd. Al is het waar dat dan
pas over problemen te praten valt als
ze ingekaderd zijn. Juist dat kader
maakt het gevaar echter levensgroot
om die mensengroep te gaan ver
bijzonderen en daardoor buiten de
samenleving te plaatsen.
Op verzoek van de vormingsleiding
zitten we dan in een grote kring
beweeglijke mensenkinderen met
elkaar te praten over de vragen die zij
in hun groepjes gevonden hebben:
vragen over bejaarden. Eerder zagen
we nog een video-opname van een
rollenspel dat het onderwerp illus
treerde. Hij liet heel duidelijk zien hoe
deze grote-stadkinderen - en wij
vermoeden heel vele met hen -
bejaarden zien.
In dit gesprek en ook in het gesprek
twee dagen later met een andere groep
over hetzelfde onderwerp, blijkt hoe
scheef dat beeld is. Het komt kortweg
hierop neer:
- bejaarden zijn gebrekkig, hulp
behoevend, moeten verzorgd worden,
wonen in tehuizen
- bejaarden zijn grijs, beverig,
ouderwets, zielig, worden kinds
- bejaarden zijn vaak eenzaam
Als zo'n jeugdgroep gevraagd wordt
hoe groot zij het percentage bejaarden
schat dat in een verzorgingstehuis
woont of in een verpleeghuis verblijft,
komen er getallen van 70 80 of de
helft naar voren.
('t Zou een goed ding zijn deze visie
eens te chèquen bij de middelburgse
jeugd enbij de volwassenen) Dan
blijkt hoe belangrijk het is dat deze
image, die de bejaarden kennelijk bij
grote-stadsjeugd heeft, te corrigeren: 9
A 10 woont in verzorgings- of
verpleeghuizen. 90, dus de overgrote
meerderheid van de medeburgers
boven-de-65, woont zelfstandig.
In de discussie moet gewoon „puin
geruimd" worden. Je vraagt je af hoe
groot de kloof wel is tussen groot
ouders en kleinkinderen. Zij schijnen
alleen maar „beleefdheidsbezoek
contacten" te kennen. Echt met elkaar
optrekken en daardoor elkaar goed
leren kennen en waarderen vindt niet
plaats.
„Zijn bejaarden meestal sjaggerijnig;
uit hun humeur?"
„Lopen ze vaak te mopperen?"
Het antwoord was eenvoudig: ouderen
zijn niet vaker uit hun humeur dan
jongeren en volwassenen. Rijst de
vraag of jongeren veel met
mopperende ouderen in aanraking
komen en zijn de weinige ouderen, die
zij ontmoeten, notoire mopperaars?
Een bejaarde in plan-Zuid vertelde
onlangs: „Mijn bejaarde overburen
kunnen niets van kinderen velen. Als
er zomers kinderen met stoeltjes en
een tafeltje op het grasveld spelen, dan
jagen zij ze weg met een kopje water.
Ik geef die kinderen een schoteltje
koekjes om mee te spelen..."
„Zijn bejaarden met feestdagen een
zaam?" Waarom wordt dat nu alleen
van bejaarden verwacht, kan de
wedervraag zijn en waarom worden
deze vragen alleen gesteld tegen de
kerstdagen? Heeft het te maken met
het bewustworden van ons, bij maal-
tijden-met-kaarslicht, zodanig in de
schulp terugtrekken, dat het onszelf
opvalt? Als we dan een telefonisch
verzoek krijgen: heeft u nog adressen
van eenzame bejaarden, die we aan
onze tafel kunnen uitnodigen, dan is
het antwoord niet snel gevonden. Er
zijn legio bejaarden waarvan te ver
moeden is dat zij eenzaam zouden
kunnen zijn. Zij-zelf bijten liever de
tong af dan dit toe te geven. En dan....
als ze eenzaam zijn, doen we daar
alleen op kerstmis wat aan? Komen
we eenzaamheid niet in alle leeftijds
groepen tegen? Kunnen we een
zaamheid zo zonder meer signaleren?
Want wat is eenzaamheid eigenlijk?
(Een jong gezin in Middelburg-Zuid
nodigde met kerst een alleenwonende
bejaarde dame thuis uit. Ze, beide
partijen, vonden het een geweldige
ervaring. „Dat zou volgend jaar op
grote schaal gestimuleerd moeten
worden!" We houden dit idee in petto.
Êr zitten veel mogelijkheden in.)
Het geheel overziende heeft onze
rubriek „Oud wordennou en?" ter
stof overdenking genoeg. We hopen
dat u, jonge en oudere lezer, met deze
conclusie instemt.
De volgende aflevering „Oud worden
nou enzal worden gewijd aan het
„vriendschappelijk huisbezoek", zoals
dit in Middelburg door de ver
schillende kerken en organisaties
gedaan wordt.
Het is, zo denken wij, een goed ding
dat ouderen en jongeren op de hoogte
zijn van dit bezoek aan zieken,
bejaarden en alleenstaanden. Dus: tot
aflevering 5.
I
In samenwerking met The British
Council houdt januari - 3 februari een
tentoonstelling van Britse boeien en
tiidchriften cxeo „FnvërcnmcntaL
planning".
Planning wordt in deze tentoonstelling
opgevat als een politiek proces, waarin
mensen een rol spelen, een proces dat
niet is terug te brengen tot een een
voudige of duidelijk geregelde
ordening. In overeenstemming met dit
uitgangspunt bevat de expositie dan ook
boeken en tijdschriften over een groot
aantal onderwerpen die volgens de
samenstellers rechtstreeks met
planning te maken hebben. De hoofd-
rubrieken zijn: milieu en behoud van de
omgeving, ecologie, beheersing van
vervuiling, bestemmingsplanning
(stadsplanning, woningbouw, recreatie,
verkeer).
De tentoonstelling bevat circa 300
boeken en tijdschriften, gepubliceerd in
de jaren 1970-1974. Het Documentatie
centrum Zeeuws Deltagebied heeft er
een aantal publikaties aan toegevoegd
betreffende Zeeuwse zaken in dezelfde
sfeer. De tentoonstelling wordt
gehouden in het gebouw Abdij 11 en is
geopend van maandag tot vrijdag van 2
tot 5 uur.
Hoeveel inwoners van Middelburg
zullen al eens nieuwsgierig door de grote
ramen op de hoek van het idyllische
Damplein naar binnen hebben gekeken
en zich hebben afgevraagd wat er daar
toch stond te gebeuren?
Een open huis, zonder drempel, waar Je
zomaar kunt binnenwippen. Iets nieuws
voor Middelburg, maar ook nieuw voor
héél Nederland.
De „winkel op de hoek" is nu officieel
open: een winkel voor iedereen die
anders wil gaan wonen, die zijn eiqen
woonsituatie eens nuchter en zakelijk
wil bekijken voor nu en voor de
toekomst, die een huis wil kopen of
verkopen, die wel eens wat meer wil
weten over hypotheken, over taxatie&,
of over noodzakelijke verzekeringen, die
gewoon adviezen wil van een architect of
een jurist, die geïnteresseerd is in
recreatiebouw, nieuwbouw of zomaar in
anders en beter wonen.
Die openheid van dat sfeervolle pand op
het Damplein is er niet voor niets: het is
een kenmerk van Holland Huis: een
organisatie in onroerend goed, die het
publiek meer service wil verlenen, meer
aandacht voor de wensen en problemen
van de consument wil, meer aandacht
wil besteden aan de financiële
draagkracht, ook op langere termijn,
meer aandacht voor het totale
dienstenpakket dat de makelaar kan
bieden: zoals beheer, taxatie,
financiering, bouwkundige adviezen,
meer aandacht voor inspraak bij
architecten wanneer
nieuwbouwplannen nog in een pril
stadium verkeren en last but not least
méér aandacht voor de wensen van de
vroux wat betreft prettiger wonen.
Geheel vrijblijvend advies dat is het
devies van Holland Huis. Iedereen kan
binnen komen om eens rond te neuzen
tussen de op borden overzichtelijk
opgehangen aanbiedingen, iedereen
kan zich melden om de „fotopost"
regelmatig te ontvangen zodat men
thuis op zijn gemak het aanbod kan
bekijken.
Ook kan men gebruik maken van de
computer die snel kan uitrekenen hoe
bepaalde soorten hypotheek voor de
toekomst op het budget inwerken, en
tevens kan men door middel van een
diaprojector aanschouwen wat er zoal te
koop is in Zeeland en op de Zuid-
Hollandse eilanden.
Loco-burgemeester W. P. J. Baars
verrichtte vrijdagmiddag de officiële
opening. De vestiging wordt geleid door
makelaar J. Kenema. Deze bood de
heer Baars na diens toespraak een
cheque aan voor een goed doel in
Middelburg.
Youth for Christ „Walcheren" houdt
van 23 tot en met 25 januari in Middel
burg een speciaal koffiebarweekend. In
deze drie dagen wordt een programma
aangeboden met de kreatieve gToep
„Op Vrije Voeten" en de film „Stof of
bestemming".
Aanvang elke avond om 20.00 uur in
„Rainbow", Hofplein 20 te Middelburg.
Zaterdagmiddag treedt de groe+p „Op
Vrije Voeten" om 15.30 uur op in de
Graanbeurs. Damplein te Middelburg.