In het Vlissingse Vestzaktheater wordt hard gewerkt Fietsverzekering geen overbodige luxe Opvang ex-hartpatiënten gericht op voorkomen herhaling VAN HAREN SCHOENEN verkoper verkoopster Gegarandeerd beter: OK-inruilwagens LOUISSi-MIDDELBURG B.V. Betrouwbare inruilwagens Achter de schermen van „De Zeeuwse Komedie" in het Vlissingse vestzaktheater „Edenburg" wordt hard gewerkt. Avond aan avond wordt er getimmerd en geschilderd om straks als het nieuwe speelseizoen begint, de mensen in een sfeervol theatertje te kunnen ontvangen. Een van de leden van deze enthousiaste toneelgroep is Ed van Reimersdal uit Vlissingen. Zo gauw hij maar even vrij is, rept hij zich naar „Edenburg" omdat daar nog wel het een en ander te doen valt. „Kij eens" vertelt Ed, „wij als Zeeuwse Komedie streven naar een zo groot mogelijke perfektie, niet alleen in onze toneelstukken maar ook wat betreft de aankleding van het Vestzaktheater. We willen het zo professioneel mogelijk hebben. We zijn niet zomaar een toneelclub waar het gezellig toegaat met op z'n tijd eens een luchtig kluchtje, nee er wordt hier kei en keihard gewerkt. We zijn amateurs die naast de drukke theaterwerkzaamheden ook nog eens belast zijn met het exploiteren van dat theater en dat is - mede dank zij de hele administratieve rompslomp die daar bij te pas komt - geen kleinigheid. Gelukkig zijn we nu - ondanks enorme financiële moeilijkheden - toch een heel eind in de goede richting. Wie schets nu onze verbazing toen een Vlissings gemeenteraadslid kort geleden aan me vroeg: „Wat dacht je ervan als we jullie eens de beschikking zouden geven over ruimte in het nieuw te bouwen ontmoetingscentrum op de Spuikom?" Tsjonge ik moet er niet aan denken. Hebben we net een fijn theatertje uit de grond gestampt en dan stellen ze je voor maar uit te trekken, uit het gezellige sfeertje hier, naar een koel en clean gebouw, nee ons niet gezien. Wat we echter wèl willen, is een bord aan de buitengevel van het gebouw, waarop de naam vestzaktheater Edenburg staat te lezen. Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat er nog steeds erg veel mensen zijn die gewoon niet weten dat wij hier zitten en bovendien nog voorstellingen geven ook. Enkele dagen geleden hebben we het verzoek om zo'n bord op te mogen hangen bij b. en w. ingediend. Ik ben erg benieuwd hoe het uitpakt." Voor het nieuwe seizoen een aanvang neemt wil de Zeeuwse Komedie proberen om een aantal goede amateurspelers bij elkaar te krijgen, om weer een modern stuk bij de kop te kunnen pakken. Daarbij is echter wel vereist dat er een vakbekwame regisseur bij de groep komt. Aan een dergelijk persoon ontbreekt het de Zeeuwse Komedie momenteel nog. Kort geleden werd door de Zeeuwse Komedie „2, 4, 6, 8, wie wordt er om zeep gebracht?" voor het voetlicht gebracht, onder regie van de Hagenaar Edo Douma. Daarvoor was Cor Verdonkschot regisseur. Ed van Reimerswaal hoopt dat men minstens een zo capabele persoon kan vinden. „We hebben al advertenties in o.a. Script geplaatst", vertelt hij, „maar tot nu toe hebben we nog niets gehoord. Hopelijk duurt het niet te lang..." Ook spelers zijn bij de Komedie van harte welkom, als ze tenminste een beetje enthousiasme aan de dag kunnen leggen. Dat is nodig, want tot nu toe gaat het bii de Zeeuwse Komedie zo, dat een modern stuk gelijk een kassucces wordt, getuige de vele opvoeringen van "2, 4, 6, 8," en „De Spaanse Hoer". Regelmatig werden beide stukken ook uitgekocht door bedrijven en personeelsverenigingen. Zoals bij vele verenigingen het geval is, wordt ook deze groep door enkele mensen gedragen. Het is een driemanschap in dit geval, dat bestaat uit Greetje Bikker, Tim Riemeyer en Ed van Reimerswaal. Met z'n drieën verzorgen ze de administratie, de technische kant van de zaak, de uitgifte van plaatskaarten. het verhuren van het vestzaktheater - maar dan we', voor kulturele doeleinden - en het contracteren van artiesten indien dit noodzakelijk mocht blijken. De groep wil een daadwerkelijke bijdrage leveren aan het kultureel en ontspanningsleven in Vlissingen en omgeving en tegelijkertijd het amateurtoneel stimuleren. Voor het komende seizoen zijn alweer een groot aantal evenementen op het programma gezet, muziek, toneel kleinkunst etc. Een groepje ex-patiënten In het hartrevalidatiecentrum aan de gang: enkele malen per week flink doortrappen, alles geven, zelf leren wanneer je genoeg hebt. Kees op de sta-flets. Terwijl hy trapt, wordt 'n maximale test afgenomen^ zijn prestaties worden gemeten: krachtfletsen om de arts te laten zien welke belasting Kees kan hebben. Hoe meer de Gets in de begeerte staat des te groter biykt ook de kans op ver missing te zyn. Iedere politieman kan u vertellen dat de Bets tot de veel be- dreigde objekten voor diefstal behoort. Een Gets die egens onbeherd staat, neem je gemakkeiyk mee, vooral als je net een Bets nodig hebt. Het moet geen uitzondering zyn dat mensen die hun eigen Gets kwyt raken er dan maar een van een ander pakken. Nauwkeurige cijffers over het aantal fietsen dat jaarlijks gestolen wordt zijn niet bekend. Wel worden de aangiften geregistreerd die bij de politie binnen komen - in 1971 was dat aantal bijvoor beeld 37442 - maar dit betreft maar een deel van de fietsen die gestolen wordt, omdat velen niet de moeite nemen naar de politie te gaan omdat zij denken dat dit toch niets helpt. Daar staat dan weer tegenover dat onbeheerd en niet op slot staande fietsen die door de politie in beslag worden genomen.in zeer veel ge vallen door de eigenaars niet woren op gehaald. Overal moet de politie dan ook van tijd tot tijd opruiming houden en dat gebeurt doorgaans door een publieke verkoping. Soms wordt er voor deze fietsen zonder eigenaar een mooie bestemming gevonden. Zo heeft een ge meentelijke politie eens de nog bruik bare fietsen ter beschikking gesteld aan toeristen om hen in staat te stellen op aantrekkelijke wijze de omgeving te verkennen. Nu vrijwel overal in het land volop fietsen te huur zijn, is een derge lijke dienstverlening door de politie niet meer nodig. Een nauwkeuriger inzicht omtrent het aantal fietsendiefstallen is enige tijd ge leden aan het licht gekomen bij een uit voerig onderzoek naar het fietsgebruik in Nederland. Toen bleek dat in één van ieder vijf gezinnen in de afgelopen vijf jaar een fiets is gestolen. Dat houdt in dat per jaar naar schatting zo'n 150.000 fietsen worden gepikt. Vaak zijn dat nieuwe fietsen die zo tussen de 200, en 400,per stuk kosten. Dat zou dus bij een heel ruwe schatting, naar nieuwwaarde gerekend, op een schade van zo onveveer veertig miljoen gulden per jaar komen. MAATREGELEN NEMEN Het is dus echt wel belangrijk om tegen schade door diefsal de nodige maat* regelen te nemen. Een voor d? hand liggende beveiliging is een deugdelijk fietsslot. Fietssloten zijn in vele soorten (spaak-, ring-, cijfer-, kabelsloten enz.) in de handel. Het is gemakkelijk een goede keuze te doen. De fietsenhandel is daarvoor het aangewezen adres. Vergeet nooit uw fiets, indien deze on beheerd ergens wordt neergezet, op slot te doen. Ook niet als het voor een kort ogenblik is, als u bijvoorbeeld ergens een boodschap moet doen. Dat voor komt veel narigheid. Naast een goed slot en niet-nonchalant beheer zorgt een fietsverzekering voor aanvullende beveiliging tegen de gelde lijke schade. Hoewel er al heel veel jaren fietsverzekeringen tegen diefstal en be* schadiging bestaan, is het toch opmer* kelijk dat velen hiervan onvoldoende op de hoogte zijn.[et gaat dan vrijwel altijd om de kombinatie diefstal en beschadi ging, bijvoorbeeld tijdens transport door derden. Ook dat laatste is een niet onbelangrijk punt. Een fiets die inten sief wordt gebruikt heeft vele kansen beschadigd te worden en zo dat men een verhoudingsgewijs flink bedrag op tafel Voor ons filiaal Middelburg vragen wij i Sollicitaties: VAN HAREN, Lange Delft 42, Tel. 01180 - 2723 3 Maanden volledige garantie: dat betekent ook op onderdelen als arbeidsloon. 2 Weken zeil testen - niet tevreden, andere wagen. Elke OK-inruilwagen is kerngezond en voldoet voor 100% aan strenge General Motors eisen. Merk en type Opel Kadett Standaard Opel Kadett Coupé 1100S Opel Kadett Standaard Opel Kadett Standaard Opel Kadett Standaard Opel Kadett Standaard Opel Kadett Standaard opel Manta 16 S semi luxe '70 oker Opel Manta 16 Luxe '73 oranje 18.000 Opel Rekord 1700 S '72 wit 71.000 Vauxhall Viva '70 rood 75.000 VW 1300 L '71 groen 82.700 VW 1600 TL '71 groen 91.000 Nog enkele voordelige inruilauto's o.a. Simca 1000 Special '69, Opel Kadett '69, NSU-Prinz *67, VW Kever '67. jaar kleur km-stand '69blauwmet. 61.000 '70 beige 94.000 '72 bronsmetal. 90.000 '72blauwmet. 51.400 '72 wit 32.000 '73 lichtblauw 30.100 '73 donkergroen 12.600 60.000 Gortstraal 60, Middelburg, lel. 01180-5851 Verkoper: K. Dekker 01188-2047 moet leggen om de schade te laten her stellen. Voor een fietsverzekering kan men zich wenden tot een schadever zekeringsmaatschappij of 'n assuran tiebezorger. Er zijn ook fietsenhande laren die voor zo'n verzekering kunnen zorgen en dat gebeurt dan bij aankoop vaneen nieuwe fiets. Globaal gezien kan men zijn fiets verzekeren tegen de geldelijke schade die geleden wordt door: 1. brand, explosie, blikseminslag; 2. diefstal, verduistering, vermissing; 3. schade als gevolg van aanrijding, botsing, omvallen, overstroming, moed willige beschadiging door derden en dergelijke. De aankoopprijs wordt daarbij als verzekerd bedrag aange houden. De hoogte van de te betalen premie hoeft geen bezwaar te zijn. Dit bedrag is ter voorkoming van veel narigheid dubbel en dwars verant woord. De jaarpremie voor een gewone fiets ligt - en dat verschilt natuurlijk per maatschappij en de voorwaarden die gesteld worden - op gemiddeld ƒ20, In bepaald evallen geldt bij schade onder de ƒ50,een eigen risico van 10,De dekking geldt voor schade aan het eigen vervoermiddel of zoals dat in verzekeringstermen heet de kasko- dekking.In de meeste gevallen wordt in de polis als voorwaarde gesteld dat bij diefstal alleen de geleden schade wordt vergoed als de fiets op slot stond. Er be staan ook verzekeringen die dit voorbe houd niet maken. Het verdient in ieder geval aanbeveling de polisvoorwaarden goed te bestuderen. Men weet dan waar men aan toe is. ANDERE RISICO'S Als fietser kan men in het verkeer door het veroorzaken van een ongeluk aan zienlijke schade aan anderen toe brengen, die men zelf als aansprakelijk persoon tot de laatste cent zal moeten betalen. Denk maar eens aan het geval van de plotseling op de weg komende fietser, die een auto tot uitwijken dwingt. Dat kan tot gevolg hebben dat de automobilist een andere auto aan rijdt of tegen een boom opvliegt. Hoewel er een heleboel juridische kanten aan kunnen zitten, kan het er op neerkomen dat de fietser aansprakelijk wordt ge steld voor de schade. Dit soort risico's kan worden verzekerd door een wette lijke aansprakelijkheidspolis voor partikulieren, die gelukkig in een groot deel van de Nederlandse gezinnen aan wezig is. Wil de fietsr zichzelf tegen risico's in het verkeer verzekeren dan is dat mogelijk door een partikuliere onge vallenverzekering. Bij zo'n ongevallen verzekering kan men navolgende uit keringen verzekeren: a. een van tevoren overeengekomen som bij ovelijden ten gevolge van een ongeval; b. een van tevoren overeengekomen som bij blijvende invaliditeit ten gevolge van een ongeval; ongeval; c. een uitkering bij arbeidon geschiktheid ten gevolge van een onge val; d. kosten van geneeskundige be handeling als gevolg van een ongeval. d. kosten van geneeskundige behandeling als gevolg van een ongeval. Allemaal zaken die een fietser goed dient te overdenken. In de eerste plaats een goed fietsslot. In de tweede plaats een of meer verzekeringen. Men fietst dan geruster. En dat is wel iets waard. KATWIJK- Pietersen is een joviale vijftiger, druk, goede vrienden met iedereen, met een goed huwelijk en drukke zaken. Een man in de kracht van zijn leven. Iets boven het gewicht dat hij zou moeten hebben, met iets te weinig beweging. Een man zoals er dertien in een dozijn gaan. Pietersen overkomt wat dertien in een dozijn overkomt. Zaterdagmorgen staat hij de auto te wassen en krijgt pijn op de borst. Dan weet hij niets meer en wordt wakker in een vreemd bed, in een ziekenhuis, met allemal draden aan zijn lijf, zijn armen en benen. Om zijn arm een soort band, mensen in witte jassen om hem heen, die wel Nederlands spreken, maar een raar soort, vol onbe grijpelijke termen. Hij heeft een hartaanval gehad en ligt op de hartbewakingsafdeling van een modern ziekenhuis. Pietersen heeft geluk, een paar weken later mag hij naar een normaal ziekenhuisbed. Zonder al die apparaten, en hij mag even op. Vier weken later gaat hij naar huis. Hij krijgt wat instructies mee. Zo van: doet u het vooral wat kalmpjes aan. Voorzichtig aan met de trap. Gemeenschap met uw vrouw? Voorlopig nog maar kalm aan. Komt u over een paar weken maar op het spreekuur. Dat gaat nog zo voor negen van de tien patiënten met een hartaanval. Dat wil zeggen: van de tien die de eerste paar weken overleven. Want een derde overleeft die periode niet. De onzekerheid is groot. Wat kan ik aan? Zal ik mijn werk ooit weer kunnen doen? Kan ik nog voor mijn vrouw zorgen? Zullen de mensen mij naroepen: kan je wel, slampamper? Er is immers niet aan me te zien dat ik zo ziek ben geweest. Ineen aantal gevallen gaat het beter met de opvang van die ex-hartaanvla- patiënten. In Leiden, maar ook elders in het land, komen alle mensen die een hartaanval hebben gehad en opge nomen waren in het academisch zieken huis, terug op een speciale polikliniek, de PMI. De afkorting staat voor Post Myocard Infarct. Naast de PMI- patiënten uit het academisch ziekenhuis komen er daar ook nog uit andere ziekenhuizen. Het doel van de polikliniek is uit te zoeken of er afwij kingen aanwezig zijn die de PMI- patiënt voorbestemt tot een nieuwe hartaanval. ONDERZOEK Jansen heeft, voor hij naar huis ging, al een afspraak gemaakt op de PMI-poIi. In het grote polikliniekgebouw op een bovenverdieping wordt hij ontvangen door een efficiënt uitziende zuster, zijn papieren uit het ziekenhuis liggen er al, geen overbodige rompslomp. De zuster meet de bloeddruk van Jansen, omdat een verhoogde bloeddruk risico brengt, niet alleen voor een nieuwe hartaanval, ook voor beroertes en nieraan doeningen. Zij neemt Jansen wat bloed af, waaruit het cholesterolgehalte kan worden bepaald. Daarna wordt Jansen gefotografeerd: niet zijn mooie profiel, maar wel zijn borstkas, om te kunnen zien hoe groot zijn hart is en hoe zijn bloedvaten er uitzien. Jansen krijgt een vragenlijst in te vullen over zijn familie en gewoonten. Even verderop wordt een ECG gemaakt, een elektrische opname van de hartslag, die Jansen al precies kent. Daarna wordt hij gewogen en tot slot wordt op het laboratorium nog een paar uur lang ieder half uur een beetje bloed uit de vinger opgevangen, na een prikje met een klein mesje. Jansen hoort dat het een glucose-tolerantietest is en dat het een proef is om uit te maken of er bij hem een nieging tot suikerziekte bestaat. Later zal Jansen horen dat zo'n neiging vaak aanwezig is bij mensen met een hartinfarct. Het is een van de risicofactoren, zoals de dokters zeggen. Daarna heeft iedere PMI-patiënt, dus ook Jansen, een gesprek met een dokter. Zolang de patiënt terug moet komen, zal dat steeds dezelfde dokter zijn. Dat schept vertrouwen, en vertrouwen is wat de man-met-een-hartaanval het hardst nodig heeft. De dokter bespreekt met Jansen heel uitgebreid wat een hartaanval precies is, wat er bij Jansen gebeurd is, wat er bij Jansen aan reserves zitten. Inmiddels heeft die dokter de resultaten van het hele onderzoek gekregen. Jansen krijgt te horen dat hij teveel cholesterol-vet in zijn bloed heeft. Hij moet naar de diëtiste om te bespreken hoe hij daarvan af kan komen. Tot nu toe is er geen enkele patiënt waarbij het niet gelukt is met een dieet een normaal cholesterol gehalte te krijgen. Zijn vrouw kan kooklessen krijgen en leren dat smakelijk eten niet vet hoeft te zijn. ANGSTEN UITPRATEN Het lichaamsgewicht moet omlaag, daarvoor kan Jansen ook bij de diëtiste terecht. Het roken wordt Jansen afgeraden, maar het voornaamste is dat Jansen zijn angsten kan uitpraten tegen de dokter, die niet alleen alles van harten afweet, maar ook van mensen. Jansen krijgt te horen dat een groot deel van de hartpatiënten weer aan het werk kan komen. Ook dat hij zichzelf niet zal moeten sparen. Jansen heeft eens een andere dokter horen zeggen: Wie binnen drie maanden na een hartaanval gaat werken, is gek. Wie zes maanden erna nog niet werkt, is ook gek. Samenleving mag, als het maar met een vrouw is met wie Jansen echt wil. Het mag geen moeten zijn. En Jansen krijgt de raad zich te laten revalideren op een hartrevalida tiecentrum. Er zijn vijf hartrevalidatiecentra in ons land. Het zijn plaatsen waar de mens leert leven met het feit dat hij een hartaanval heeft gehad. PMI- poliklinieken en hartrevalidatiecentra ontstonden het eerst in Zweden, een land met een groter percentage hartaanvallen dan bij ons. Sinds drie jaar is er zo'n centrum in Katwijk aan Zee, voor mannen en vrouwen. Wie er wil komen, kan er niet opgenomen worden. Maar het dorp heeft wel vele pensions. Willemsen woont ergens in Zuid- Holland en moet iedere dag heen en weer reizen voor zijn revalidatie. In Haarlem, bij Groningen, worden de mensen wel opgenomen in het centrum. Ze kunnen er geen vrouwen gebruiken; die komen soms helemaal naar Katwijk, tien weken lang. Andere centra bevinden zich in Enschede, Utrecht en bij Amsterdam. Daar kunnen de mensen opgenoemen worden of op en neer reizen, al naar gelang het het beste uitkomt. Niet overal wordt op dezelfde manier gerevalideerd. Als Jansen lotgenoten zou ontmoeten uit andere centra, zouden ze een aardige discussie kunnen hebben over de voor- en nadelen van de centra. KATWUK Overleg tussen de dokters van de verschillende centra is er tot nu toe te weinig, iets waaraan de Hartstichting ijverig werkt. Het volgende verhaal gaat over Jhet centrum in Katwijk. Kees een man tussen de 29 en 71, kreeg zes weken geleden een hartaanval. Zijn hartspecialist nam contact op met de dokter van het hartrevalidatiecentrum in het Zeehospitum in Katwijk aan Zee. Kees kreeg een oproep om zich daar te melden. Ook kreeg hij bericht dat een districtszuster van Interkruis, de samenwerkende kruisverenigingen, hem deze week thuis zal bezoeken. In een gesprek met Kees en zijn vrouw zoekt die zuster uit hoe het daar zit. Ziet Kees er wat in, in die revalidatie? Hoe staat zijn vrouw ertegenover? Hoe gaat het met het werk? Doet de baas mee? Wie betaalt? Dat laatste is een belangrijke vraag. Hartrevalidatie is duur in machines, mankracht en reiskosten. Het ziekenfonds betaalt wel de revalidatie, en daarnaast meestal alleen openbaar vervoer Geen pensionkosten bij .klinische behandeling. Particuliere verzekeraars die een NV of BV zijn, betalen de revalidatie gedeeltelijk, de verzekeraars die een stichting zijn, betalen veel te weinig. Ligt hier een taak voor de AWBZ? Op de afgesproken dag komt Kees in Katwijk, met zijn vrouw. Een lichte wachtkamer, met biljart. Daar komt Kees niet direct aan toe. Hij moet mee, zijn gegevens worden, waar nodig, aangevuld. Hij wordt helemaal onder zocht. Dan komt hij voor een sta-fiets. Hij moet zijn bovenlijf blootmaken en op de fiets klimmen. Hij krijgt een masker op om te zien hoeveel zuurstof hij gebruikt. Draadjes aan armen, benen en op een heleboel plaatsen op borst en rug. Kees weet dat die draadjes aangesloten worden op een ECG-toestel. Als hij aan het fietsen is, kan de dokter controleren of er niets fout gaat met zijn hart. Een bloeddrukband om de arm en Kees moet gaan fietsen. ALLES GEVEN Hard fietsen is de order. Als Kees op toeren is (er zit een toerenteller op), en alles gaat goed, dan wordt een soort rem in werking gesteld, het fietsen wordt daardoor zwaarder. Kees werkt zich in het zweet en twijfelt toch: kan dat allemaal maar, met zijn hart? Maar de dokter heeft van tevoren gezegd dat er geen gevaar is. Kees moet alles geven wat hij heeft. Later hoort Kees dat het maar zelden nodig is dat de dokter moet laten stoppen. Alleen als de bloeddruk daalt, of als het hart onregelmatig gaat kloppen, gebeurt dat. Verder is het aan Kees en zijn lotgenoten om te stoppen als ze niet meer kunnen. Per jaar worden er 6000 mensen op een sta-fiets geoefend en 400 van die belasting- proeven gedaan zoals Kees er nu een ondergaat. Daarvan is maar twee keer een hartaanval het gevolg geweest waarvan één met dodelijke afloop. De andere had er genoeg van en kwam niet meer terug. Na het krachtfietsen moet een lijst met 150 vragen worden ingevuld. Het is een psychologische test. die niet bij iedereen in goede aarde valt. De waarde ervan is niet helemaal duidelijk. Een pikneus zou zeggen dat die test best weggelaten kon worden. Na de test is er een uitvoerig gesprek met de maatschappelijk werkster. Die heeft tussen de bedrijven door al met de vrouw van Kees gesproken. Ze is blij dat ze Kees een poosje uit huis kwijt zal zijn. Kees is lastig na zijn infarct. Zijn vrouw kan daar niet veel tegen doen zonder het verwijt te krijgen: je bezorgt me weer een hartaanval. Kees schopt tegen de tas van zijn dochter in de gang en valt dan woedend uit. Ze is blij dat ze eens uit kan praten, niet alleen met de maatschappelijk werkster, maar ook met de andere vrouwen die daar aanwezig zijn. Het uitwisselen van gegevens is heilzaam; het is opvallend hoe al die vrouwen dezelfde ervaringen hebben. HUWELUK GOED De huwelijken lijken grotendeels goed. Een echt onderzoek daarnaar vindt echter niet plaats. Dat is jammer, want niemand krijgt zomaar een hartinfarct. Patiënten met een hartaanval weten, net als hun vrouwen, heel goed hun gevoelens te verbergen, het zijn echte oppotters. Artsen buiten de revalidatiekliniek hebben wel eens de indruk dat het vaak huwelijken-met- een-schone-schijn zijn-.. Het gesprek met de maatschappelijk werkster gaat vaak over de houding van de patiënt ten opzichte van zijn kwaal. Is hij bang? Zal hij weer aan het werk komen? Het luisteren is hier belangrijk, het met de mensen vertrouwd raken. De mensen laten oefenen en pratgn in groepen van zes tegelijk, steeds in aanwezigheid van fysiotherapeut of maatschappelijk werkster. Tenslotte is er het uitslaggesprek. Wel of niet revalideren. Twintig procent valt af. Ze zijn niet geschikt, omdat ze toch niet durven of willen, of ze kunnen thuis trainen. Met de rest wordt besproken in welke groep ze komen. Er zijn zes groepen per dag. Iedereen komt een uur, tussen negen en half vijf, met anderhalf uur rust voor de staf. Kees komt van ver; hij begint om half twee. Vijf weken, vijf keer per week, vijf weken daarna drie keer per week. De eerste dag komt hij met een paar die al bezig waren, ook nieuwelingen, net als hij. Allemaal op een sta-fiets, ontbloot bovenlijf. Kees krijgt een week lang nog de elektrocardiograaf aan zich verbonden, net als de andere nieuwelingen. Daarna moet hij zelf voelen als hij genoeg heeft. Maar steeds klinkt: meer geven, alles geven wat je hebt. BEKLEMMING Kees leert dat hij kan voelen als hij genoeg heeft. Hij heeft nog wat over gehouden na zijn hartaanval; een beklemming op de borst bij inspanning. Dat heet een angina pectoris. Iedereen heeft hem gewaarschuwd; Kees, als je dat hebt, moet je ophouden. Neem een tabletje onder de tong en je bent eraf. Hier leert hij: nee hoor, rustig doorgaan, van dat beetje pijn ga je niet dood. Kees leert dat hij zijn auto niet aan de kant hoeft te zetten als hij een gevoel van beklemming in de borst krijgt. Kees leert wanneer hij genoeg heeft, en dat is „veel minder vaak dan hij dacht. De tweede dag is er drie kwartier spel en sport. Dat gaat er ruw toe, het kost wel eens een gebroken pols of gescheurde kleren, maar geen hartaanvallen. Tafeltennis, volleybal, handbal. Hier is de ploeg niet ingericht op vrouwen: de mannen gaan te zacht met de dames om of te hard. Er zijn maar weinig vrouwen: één op de 50 mannen. Er komt veel agressie los tijdens het spel, gevloek ook. De groep wordt aangemoedigd die woede tegenover elkaar te uiten, als die er is. Naderhand komt dat allemaal wel goed. Kees leert dat hij zelfvertrouwen kan hebben. Voor de revalidatie was hij, net als zijn lotgenoten, in slechtere lichamelijke toestand dan zijn leeftijdgenoten. Na de revalidatie doet hij het duidelijker beter. Voordien was hij nog geen 50 procent arbeidsgeschikt, erna 80 procent. Het meest moeizaam is nog de herplaatsing als de oorspronkelijke baan een te zware belasting is. Tot nu toe is niet aangetoond dat er na de refalidatie minder tweede hartaan vallen optreden dan ervoor. Wel is aangetoond dat revalidatie de kwaliteit van het leven duidelijkbeter maakt. Kees hoort ook dat niet allen op deze manier met hun hartaanval kunnen leren leven. In heel Zuid-Holland is maar plaats voor 30 mensen per dag. Volgens de gemeenschappelijke medische dienst zijn er 140 gegadigden, vier en een half keer zoveel, Dat is jammer, want hartrevalidatie schept zelfvertrouwen en vermindert invaliditeit.

Krantenbank Zeeland

de Faam | 1974 | | pagina 7