In het Vlissingse Vestzaktheater
wordt hard gewerkt
Fietsverzekering geen overbodige luxe
Opvang ex-hartpatiënten
gericht op voorkomen herhaling
VAN HAREN SCHOENEN
verkoper
verkoopster
Gegarandeerd beter:
OK-inruilwagens
LOUISSi-MIDDELBURG B.V.
Betrouwbare inruilwagens
Achter de schermen van „De Zeeuwse
Komedie" in het Vlissingse
vestzaktheater „Edenburg" wordt hard
gewerkt. Avond aan avond wordt er
getimmerd en geschilderd om straks als
het nieuwe speelseizoen begint, de
mensen in een sfeervol theatertje te
kunnen ontvangen. Een van de leden
van deze enthousiaste toneelgroep is Ed
van Reimersdal uit Vlissingen. Zo gauw
hij maar even vrij is, rept hij zich naar
„Edenburg" omdat daar nog wel het
een en ander te doen valt.
„Kij eens" vertelt Ed, „wij als Zeeuwse
Komedie streven naar een zo groot
mogelijke perfektie, niet alleen in onze
toneelstukken maar ook wat betreft de
aankleding van het Vestzaktheater. We
willen het zo professioneel mogelijk
hebben. We zijn niet zomaar een
toneelclub waar het gezellig toegaat met
op z'n tijd eens een luchtig kluchtje, nee
er wordt hier kei en keihard gewerkt.
We zijn amateurs die naast de drukke
theaterwerkzaamheden ook nog eens
belast zijn met het exploiteren van dat
theater en dat is - mede dank zij de hele
administratieve rompslomp die daar bij
te pas komt - geen kleinigheid.
Gelukkig zijn we nu - ondanks enorme
financiële moeilijkheden - toch een heel
eind in de goede richting. Wie schets
nu onze verbazing toen een Vlissings
gemeenteraadslid kort geleden aan me
vroeg: „Wat dacht je ervan als we jullie
eens de beschikking zouden geven over
ruimte in het nieuw te bouwen
ontmoetingscentrum op de Spuikom?"
Tsjonge ik moet er niet aan denken.
Hebben we net een fijn theatertje uit de
grond gestampt en dan stellen ze je voor
maar uit te trekken, uit het gezellige
sfeertje hier, naar een koel en clean
gebouw, nee ons niet gezien.
Wat we echter wèl willen, is een bord
aan de buitengevel van het gebouw,
waarop de naam vestzaktheater
Edenburg staat te lezen. Wij kunnen
ons niet aan de indruk onttrekken dat
er nog steeds erg veel mensen zijn die
gewoon niet weten dat wij hier zitten en
bovendien nog voorstellingen geven
ook.
Enkele dagen geleden hebben we het
verzoek om zo'n bord op te mogen
hangen bij b. en w. ingediend. Ik ben
erg benieuwd hoe het uitpakt."
Voor het nieuwe seizoen een aanvang
neemt wil de Zeeuwse Komedie
proberen om een aantal goede
amateurspelers bij elkaar te
krijgen, om weer een modern stuk bij
de kop te kunnen pakken. Daarbij is
echter wel vereist dat er een
vakbekwame regisseur bij de groep
komt. Aan een dergelijk persoon
ontbreekt het de Zeeuwse Komedie
momenteel nog. Kort geleden werd
door de Zeeuwse Komedie „2, 4, 6, 8,
wie wordt er om zeep gebracht?" voor
het voetlicht gebracht, onder regie van
de Hagenaar Edo Douma. Daarvoor
was Cor Verdonkschot regisseur. Ed
van Reimerswaal hoopt dat men
minstens een zo capabele persoon kan
vinden. „We hebben al advertenties in
o.a. Script geplaatst", vertelt hij, „maar
tot nu toe hebben we nog niets gehoord.
Hopelijk duurt het niet te lang..."
Ook spelers zijn bij de Komedie van
harte welkom, als ze tenminste een
beetje enthousiasme aan de dag kunnen
leggen. Dat is nodig, want tot nu toe
gaat het bii de Zeeuwse Komedie zo,
dat een modern stuk gelijk een
kassucces wordt, getuige de vele
opvoeringen van "2, 4, 6, 8," en „De
Spaanse Hoer".
Regelmatig werden beide stukken ook
uitgekocht door bedrijven en
personeelsverenigingen. Zoals bij vele
verenigingen het geval is, wordt ook
deze groep door enkele mensen
gedragen. Het is een driemanschap in
dit geval, dat bestaat uit Greetje
Bikker, Tim Riemeyer en Ed van
Reimerswaal. Met z'n drieën verzorgen
ze de administratie, de technische kant
van de zaak, de uitgifte van
plaatskaarten. het verhuren van het
vestzaktheater - maar dan we', voor
kulturele doeleinden - en het
contracteren van artiesten indien dit
noodzakelijk mocht blijken.
De groep wil een daadwerkelijke
bijdrage leveren aan het kultureel en
ontspanningsleven in Vlissingen en
omgeving en tegelijkertijd het
amateurtoneel stimuleren.
Voor het komende seizoen zijn alweer
een groot aantal evenementen op het
programma gezet, muziek, toneel
kleinkunst etc.
Een groepje ex-patiënten In het
hartrevalidatiecentrum aan de gang:
enkele malen per week flink
doortrappen, alles geven, zelf leren
wanneer je genoeg hebt.
Kees op de sta-flets. Terwijl hy trapt,
wordt 'n maximale test afgenomen^
zijn prestaties worden gemeten:
krachtfletsen om de arts te laten zien
welke belasting Kees kan hebben.
Hoe meer de Gets in de begeerte staat
des te groter biykt ook de kans op ver
missing te zyn. Iedere politieman kan u
vertellen dat de Bets tot de veel be-
dreigde objekten voor diefstal behoort.
Een Gets die egens onbeherd staat,
neem je gemakkeiyk mee, vooral als je
net een Bets nodig hebt. Het moet geen
uitzondering zyn dat mensen die hun
eigen Gets kwyt raken er dan maar een
van een ander pakken.
Nauwkeurige cijffers over het aantal
fietsen dat jaarlijks gestolen wordt zijn
niet bekend. Wel worden de aangiften
geregistreerd die bij de politie binnen
komen - in 1971 was dat aantal bijvoor
beeld 37442 - maar dit betreft maar een
deel van de fietsen die gestolen wordt,
omdat velen niet de moeite nemen naar
de politie te gaan omdat zij denken dat
dit toch niets helpt. Daar staat dan weer
tegenover dat onbeheerd en niet op slot
staande fietsen die door de politie in
beslag worden genomen.in zeer veel ge
vallen door de eigenaars niet woren op
gehaald. Overal moet de politie dan ook
van tijd tot tijd opruiming houden en
dat gebeurt doorgaans door een
publieke verkoping. Soms wordt er voor
deze fietsen zonder eigenaar een mooie
bestemming gevonden. Zo heeft een ge
meentelijke politie eens de nog bruik
bare fietsen ter beschikking gesteld aan
toeristen om hen in staat te stellen op
aantrekkelijke wijze de omgeving te
verkennen. Nu vrijwel overal in het land
volop fietsen te huur zijn, is een derge
lijke dienstverlening door de politie niet
meer nodig.
Een nauwkeuriger inzicht omtrent het
aantal fietsendiefstallen is enige tijd ge
leden aan het licht gekomen bij een uit
voerig onderzoek naar het fietsgebruik
in Nederland. Toen bleek dat in één van
ieder vijf gezinnen in de afgelopen vijf
jaar een fiets is gestolen. Dat houdt in
dat per jaar naar schatting zo'n 150.000
fietsen worden gepikt. Vaak zijn dat
nieuwe fietsen die zo tussen de 200,
en 400,per stuk kosten. Dat zou
dus bij een heel ruwe schatting, naar
nieuwwaarde gerekend, op een schade
van zo onveveer veertig miljoen gulden
per jaar komen.
MAATREGELEN NEMEN
Het is dus echt wel belangrijk om tegen
schade door diefsal de nodige maat*
regelen te nemen. Een voor d? hand
liggende beveiliging is een deugdelijk
fietsslot. Fietssloten zijn in vele soorten
(spaak-, ring-, cijfer-, kabelsloten enz.)
in de handel. Het is gemakkelijk een
goede keuze te doen. De fietsenhandel is
daarvoor het aangewezen adres.
Vergeet nooit uw fiets, indien deze on
beheerd ergens wordt neergezet, op slot
te doen. Ook niet als het voor een kort
ogenblik is, als u bijvoorbeeld ergens
een boodschap moet doen. Dat voor
komt veel narigheid.
Naast een goed slot en niet-nonchalant
beheer zorgt een fietsverzekering voor
aanvullende beveiliging tegen de gelde
lijke schade. Hoewel er al heel veel jaren
fietsverzekeringen tegen diefstal en be*
schadiging bestaan, is het toch opmer*
kelijk dat velen hiervan onvoldoende op
de hoogte zijn.[et gaat dan vrijwel altijd
om de kombinatie diefstal en beschadi
ging, bijvoorbeeld tijdens transport
door derden. Ook dat laatste is een niet
onbelangrijk punt. Een fiets die inten
sief wordt gebruikt heeft vele kansen
beschadigd te worden en zo dat men een
verhoudingsgewijs flink bedrag op tafel
Voor ons filiaal Middelburg vragen wij
i
Sollicitaties: VAN HAREN, Lange Delft 42,
Tel. 01180 - 2723
3 Maanden volledige garantie: dat betekent ook op onderdelen
als arbeidsloon. 2 Weken zeil testen - niet tevreden, andere wagen.
Elke OK-inruilwagen is kerngezond en voldoet voor 100% aan
strenge General Motors eisen.
Merk en type
Opel Kadett Standaard
Opel Kadett Coupé 1100S
Opel Kadett Standaard
Opel Kadett Standaard
Opel Kadett Standaard
Opel Kadett Standaard
Opel Kadett Standaard
opel Manta 16 S semi luxe '70 oker
Opel Manta 16 Luxe '73 oranje 18.000
Opel Rekord 1700 S '72 wit 71.000
Vauxhall Viva '70 rood 75.000
VW 1300 L '71 groen 82.700
VW 1600 TL '71 groen 91.000
Nog enkele voordelige inruilauto's o.a. Simca 1000
Special '69, Opel Kadett '69, NSU-Prinz *67, VW
Kever '67.
jaar kleur km-stand
'69blauwmet. 61.000
'70 beige 94.000
'72 bronsmetal. 90.000
'72blauwmet. 51.400
'72 wit 32.000
'73 lichtblauw 30.100
'73 donkergroen 12.600
60.000
Gortstraal 60, Middelburg, lel. 01180-5851
Verkoper: K. Dekker 01188-2047
moet leggen om de schade te laten her
stellen. Voor een fietsverzekering kan
men zich wenden tot een schadever
zekeringsmaatschappij of 'n assuran
tiebezorger. Er zijn ook fietsenhande
laren die voor zo'n verzekering kunnen
zorgen en dat gebeurt dan bij aankoop
vaneen nieuwe fiets. Globaal gezien kan
men zijn fiets verzekeren tegen de
geldelijke schade die geleden wordt
door:
1. brand, explosie, blikseminslag; 2.
diefstal, verduistering, vermissing; 3.
schade als gevolg van aanrijding,
botsing, omvallen, overstroming, moed
willige beschadiging door derden en
dergelijke. De aankoopprijs wordt
daarbij als verzekerd bedrag aange
houden. De hoogte van de te betalen
premie hoeft geen bezwaar te zijn. Dit
bedrag is ter voorkoming van veel
narigheid dubbel en dwars verant
woord. De jaarpremie voor een gewone
fiets ligt - en dat verschilt natuurlijk per
maatschappij en de voorwaarden die
gesteld worden - op gemiddeld ƒ20,
In bepaald evallen geldt bij schade
onder de ƒ50,een eigen risico van
10,De dekking geldt voor schade
aan het eigen vervoermiddel of zoals dat
in verzekeringstermen heet de kasko-
dekking.In de meeste gevallen wordt in
de polis als voorwaarde gesteld dat bij
diefstal alleen de geleden schade wordt
vergoed als de fiets op slot stond. Er be
staan ook verzekeringen die dit voorbe
houd niet maken. Het verdient in ieder
geval aanbeveling de polisvoorwaarden
goed te bestuderen. Men weet dan waar
men aan toe is.
ANDERE RISICO'S
Als fietser kan men in het verkeer door
het veroorzaken van een ongeluk aan
zienlijke schade aan anderen toe
brengen, die men zelf als aansprakelijk
persoon tot de laatste cent zal moeten
betalen. Denk maar eens aan het geval
van de plotseling op de weg komende
fietser, die een auto tot uitwijken
dwingt. Dat kan tot gevolg hebben dat
de automobilist een andere auto aan
rijdt of tegen een boom opvliegt. Hoewel
er een heleboel juridische kanten aan
kunnen zitten, kan het er op neerkomen
dat de fietser aansprakelijk wordt ge
steld voor de schade. Dit soort risico's
kan worden verzekerd door een wette
lijke aansprakelijkheidspolis voor
partikulieren, die gelukkig in een groot
deel van de Nederlandse gezinnen aan
wezig is.
Wil de fietsr zichzelf tegen risico's in
het verkeer verzekeren dan is dat
mogelijk door een partikuliere onge
vallenverzekering. Bij zo'n ongevallen
verzekering kan men navolgende uit
keringen verzekeren: a. een van tevoren
overeengekomen som bij ovelijden ten
gevolge van een ongeval; b. een van
tevoren overeengekomen som bij
blijvende invaliditeit ten gevolge van een
ongeval;
ongeval; c. een uitkering bij arbeidon
geschiktheid ten gevolge van een onge
val; d. kosten van geneeskundige be
handeling als gevolg van een ongeval.
d. kosten van geneeskundige
behandeling als gevolg van een ongeval.
Allemaal zaken die een fietser goed
dient te overdenken. In de eerste plaats
een goed fietsslot. In de tweede plaats
een of meer verzekeringen. Men fietst
dan geruster. En dat is wel iets waard.
KATWIJK- Pietersen is een joviale
vijftiger, druk, goede vrienden met
iedereen, met een goed huwelijk en
drukke zaken. Een man in de kracht
van zijn leven. Iets boven het gewicht
dat hij zou moeten hebben, met iets te
weinig beweging. Een man zoals er
dertien in een dozijn gaan.
Pietersen overkomt wat dertien in een
dozijn overkomt. Zaterdagmorgen staat
hij de auto te wassen en krijgt pijn op de
borst. Dan weet hij niets meer en wordt
wakker in een vreemd bed, in een
ziekenhuis, met allemal draden aan zijn
lijf, zijn armen en benen. Om zijn arm
een soort band, mensen in witte jassen
om hem heen, die wel Nederlands
spreken, maar een raar soort, vol onbe
grijpelijke termen.
Hij heeft een hartaanval gehad en ligt op
de hartbewakingsafdeling van een
modern ziekenhuis. Pietersen heeft
geluk, een paar weken later mag hij
naar een normaal ziekenhuisbed.
Zonder al die apparaten, en hij mag
even op. Vier weken later gaat hij naar
huis. Hij krijgt wat instructies mee. Zo
van: doet u het vooral wat kalmpjes aan.
Voorzichtig aan met de trap.
Gemeenschap met uw vrouw?
Voorlopig nog maar kalm aan. Komt u
over een paar weken maar op het
spreekuur.
Dat gaat nog zo voor negen van de tien
patiënten met een hartaanval. Dat wil
zeggen: van de tien die de eerste paar
weken overleven. Want een derde
overleeft die periode niet.
De onzekerheid is groot. Wat kan ik
aan? Zal ik mijn werk ooit weer kunnen
doen? Kan ik nog voor mijn vrouw
zorgen? Zullen de mensen mij
naroepen: kan je wel, slampamper? Er
is immers niet aan me te zien dat ik zo
ziek ben geweest.
Ineen aantal gevallen gaat het beter met
de opvang van die ex-hartaanvla-
patiënten. In Leiden, maar ook elders in
het land, komen alle mensen die een
hartaanval hebben gehad en opge
nomen waren in het academisch zieken
huis, terug op een speciale polikliniek,
de PMI. De afkorting staat voor Post
Myocard Infarct. Naast de PMI-
patiënten uit het academisch ziekenhuis
komen er daar ook nog uit andere
ziekenhuizen. Het doel van de
polikliniek is uit te zoeken of er afwij
kingen aanwezig zijn die de PMI-
patiënt voorbestemt tot een nieuwe
hartaanval.
ONDERZOEK
Jansen heeft, voor hij naar huis ging, al
een afspraak gemaakt op de PMI-poIi.
In het grote polikliniekgebouw op een
bovenverdieping wordt hij ontvangen
door een efficiënt uitziende zuster, zijn
papieren uit het ziekenhuis liggen er al,
geen overbodige rompslomp. De zuster
meet de bloeddruk van Jansen, omdat
een verhoogde bloeddruk risico brengt,
niet alleen voor een nieuwe hartaanval,
ook voor beroertes en nieraan
doeningen. Zij neemt Jansen wat bloed
af, waaruit het cholesterolgehalte kan
worden bepaald. Daarna wordt Jansen
gefotografeerd: niet zijn mooie profiel,
maar wel zijn borstkas, om te kunnen
zien hoe groot zijn hart is en hoe zijn
bloedvaten er uitzien.
Jansen krijgt een vragenlijst in te vullen
over zijn familie en gewoonten. Even
verderop wordt een ECG gemaakt, een
elektrische opname van de hartslag, die
Jansen al precies kent. Daarna wordt hij
gewogen en tot slot wordt op het
laboratorium nog een paar uur lang
ieder half uur een beetje bloed uit de
vinger opgevangen, na een prikje met
een klein mesje. Jansen hoort dat het
een glucose-tolerantietest is en dat het
een proef is om uit te maken of er bij
hem een nieging tot suikerziekte
bestaat. Later zal Jansen horen dat zo'n
neiging vaak aanwezig is bij mensen
met een hartinfarct. Het is een van de
risicofactoren, zoals de dokters zeggen.
Daarna heeft iedere PMI-patiënt, dus
ook Jansen, een gesprek met een dokter.
Zolang de patiënt terug moet komen,
zal dat steeds dezelfde dokter zijn.
Dat schept vertrouwen, en vertrouwen is
wat de man-met-een-hartaanval het
hardst nodig heeft.
De dokter bespreekt met Jansen heel
uitgebreid wat een hartaanval precies is,
wat er bij Jansen gebeurd is, wat er bij
Jansen aan reserves zitten. Inmiddels
heeft die dokter de resultaten van het
hele onderzoek gekregen. Jansen krijgt
te horen dat hij teveel cholesterol-vet in
zijn bloed heeft. Hij moet naar de
diëtiste om te bespreken hoe hij daarvan
af kan komen. Tot nu toe is er geen
enkele patiënt waarbij het niet gelukt is
met een dieet een normaal cholesterol
gehalte te krijgen. Zijn vrouw kan
kooklessen krijgen en leren dat
smakelijk eten niet vet hoeft te zijn.
ANGSTEN UITPRATEN
Het lichaamsgewicht moet omlaag,
daarvoor kan Jansen ook bij de diëtiste
terecht. Het roken wordt Jansen
afgeraden, maar het voornaamste is dat
Jansen zijn angsten kan uitpraten tegen
de dokter, die niet alleen alles van
harten afweet, maar ook van mensen.
Jansen krijgt te horen dat een groot deel
van de hartpatiënten weer aan het werk
kan komen. Ook dat hij zichzelf niet zal
moeten sparen. Jansen heeft eens een
andere dokter horen zeggen: Wie
binnen drie maanden na een hartaanval
gaat werken, is gek. Wie zes maanden
erna nog niet werkt, is ook gek.
Samenleving mag, als het maar met een
vrouw is met wie Jansen echt wil. Het
mag geen moeten zijn.
En Jansen krijgt de raad zich te laten
revalideren op een hartrevalida
tiecentrum.
Er zijn vijf hartrevalidatiecentra in ons
land. Het zijn plaatsen waar de mens
leert leven met het feit dat hij een
hartaanval heeft gehad. PMI-
poliklinieken en hartrevalidatiecentra
ontstonden het eerst in Zweden, een
land met een groter percentage
hartaanvallen dan bij ons. Sinds drie
jaar is er zo'n centrum in Katwijk aan
Zee, voor mannen en vrouwen. Wie er
wil komen, kan er niet opgenomen
worden. Maar het dorp heeft wel vele
pensions.
Willemsen woont ergens in Zuid-
Holland en moet iedere dag heen en
weer reizen voor zijn revalidatie. In
Haarlem, bij Groningen, worden de
mensen wel opgenomen in het centrum.
Ze kunnen er geen vrouwen gebruiken;
die komen soms helemaal naar Katwijk,
tien weken lang. Andere centra
bevinden zich in Enschede, Utrecht en
bij Amsterdam. Daar kunnen de
mensen opgenoemen worden of op en
neer reizen, al naar gelang het het beste
uitkomt.
Niet overal wordt op dezelfde manier
gerevalideerd. Als Jansen lotgenoten
zou ontmoeten uit andere centra,
zouden ze een aardige discussie kunnen
hebben over de voor- en nadelen van de
centra.
KATWUK
Overleg tussen de dokters van de
verschillende centra is er tot nu toe te
weinig, iets waaraan de Hartstichting
ijverig werkt. Het volgende verhaal gaat
over Jhet centrum in Katwijk.
Kees een man tussen de 29 en 71, kreeg
zes weken geleden een hartaanval. Zijn
hartspecialist nam contact op met de
dokter van het hartrevalidatiecentrum
in het Zeehospitum in Katwijk aan Zee.
Kees kreeg een oproep om zich daar te
melden. Ook kreeg hij bericht dat een
districtszuster van Interkruis, de
samenwerkende kruisverenigingen, hem
deze week thuis zal bezoeken. In een
gesprek met Kees en zijn vrouw zoekt
die zuster uit hoe het daar zit. Ziet Kees
er wat in, in die revalidatie? Hoe staat
zijn vrouw ertegenover? Hoe gaat het
met het werk? Doet de baas mee? Wie
betaalt?
Dat laatste is een belangrijke vraag.
Hartrevalidatie is duur in machines,
mankracht en reiskosten. Het
ziekenfonds betaalt wel de revalidatie,
en daarnaast meestal alleen openbaar
vervoer
Geen pensionkosten bij .klinische
behandeling. Particuliere verzekeraars
die een NV of BV zijn, betalen de
revalidatie gedeeltelijk, de verzekeraars
die een stichting zijn, betalen veel te
weinig. Ligt hier een taak voor de
AWBZ?
Op de afgesproken dag komt Kees in
Katwijk, met zijn vrouw. Een lichte
wachtkamer, met biljart. Daar komt
Kees niet direct aan toe. Hij moet mee,
zijn gegevens worden, waar nodig,
aangevuld. Hij wordt helemaal onder
zocht. Dan komt hij voor een sta-fiets.
Hij moet zijn bovenlijf blootmaken en
op de fiets klimmen. Hij krijgt een
masker op om te zien hoeveel zuurstof
hij gebruikt. Draadjes aan armen,
benen en op een heleboel plaatsen op
borst en rug. Kees weet dat die draadjes
aangesloten worden op een ECG-toestel.
Als hij aan het fietsen is, kan de dokter
controleren of er niets fout gaat met zijn
hart. Een bloeddrukband om de arm en
Kees moet gaan fietsen.
ALLES GEVEN
Hard fietsen is de order. Als Kees op
toeren is (er zit een toerenteller op), en
alles gaat goed, dan wordt een soort rem
in werking gesteld, het fietsen wordt
daardoor zwaarder. Kees werkt zich in
het zweet en twijfelt toch: kan dat
allemaal maar, met zijn hart? Maar de
dokter heeft van tevoren gezegd dat er
geen gevaar is. Kees moet alles geven
wat hij heeft.
Later hoort Kees dat het maar zelden
nodig is dat de dokter moet laten
stoppen. Alleen als de bloeddruk daalt,
of als het hart onregelmatig gaat
kloppen, gebeurt dat. Verder is het aan
Kees en zijn lotgenoten om te stoppen
als ze niet meer kunnen. Per jaar
worden er 6000 mensen op een sta-fiets
geoefend en 400 van die belasting-
proeven gedaan zoals Kees er nu een
ondergaat. Daarvan is maar twee keer
een hartaanval het gevolg geweest
waarvan één met dodelijke afloop. De
andere had er genoeg van en kwam niet
meer terug.
Na het krachtfietsen moet een lijst met
150 vragen worden ingevuld. Het is een
psychologische test. die niet bij iedereen
in goede aarde valt. De waarde ervan is
niet helemaal duidelijk. Een pikneus
zou zeggen dat die test best weggelaten
kon worden.
Na de test is er een uitvoerig gesprek
met de maatschappelijk werkster. Die
heeft tussen de bedrijven door al met de
vrouw van Kees gesproken. Ze is blij
dat ze Kees een poosje uit huis kwijt zal
zijn. Kees is lastig na zijn infarct. Zijn
vrouw kan daar niet veel tegen doen
zonder het verwijt te krijgen: je bezorgt
me weer een hartaanval. Kees schopt
tegen de tas van zijn dochter in de gang
en valt dan woedend uit. Ze is blij dat ze
eens uit kan praten, niet alleen met de
maatschappelijk werkster, maar ook
met de andere vrouwen die daar
aanwezig zijn. Het uitwisselen van
gegevens is heilzaam; het is opvallend
hoe al die vrouwen dezelfde ervaringen
hebben.
HUWELUK GOED
De huwelijken lijken grotendeels goed.
Een echt onderzoek daarnaar vindt
echter niet plaats. Dat is jammer, want
niemand krijgt zomaar een hartinfarct.
Patiënten met een hartaanval weten, net
als hun vrouwen, heel goed hun
gevoelens te verbergen, het zijn echte
oppotters. Artsen buiten de
revalidatiekliniek hebben wel eens de
indruk dat het vaak huwelijken-met-
een-schone-schijn zijn-..
Het gesprek met de maatschappelijk
werkster gaat vaak over de houding van
de patiënt ten opzichte van zijn kwaal.
Is hij bang? Zal hij weer aan het werk
komen? Het luisteren is hier belangrijk,
het met de mensen vertrouwd raken. De
mensen laten oefenen en pratgn in
groepen van zes tegelijk, steeds in
aanwezigheid van fysiotherapeut of
maatschappelijk werkster.
Tenslotte is er het uitslaggesprek. Wel
of niet revalideren. Twintig procent valt
af. Ze zijn niet geschikt, omdat ze toch
niet durven of willen, of ze kunnen thuis
trainen. Met de rest wordt besproken in
welke groep ze komen. Er zijn zes
groepen per dag. Iedereen komt een
uur, tussen negen en half vijf, met
anderhalf uur rust voor de staf.
Kees komt van ver; hij begint om half
twee. Vijf weken, vijf keer per week, vijf
weken daarna drie keer per week. De
eerste dag komt hij met een paar die al
bezig waren, ook nieuwelingen, net als
hij. Allemaal op een sta-fiets, ontbloot
bovenlijf. Kees krijgt een week lang nog
de elektrocardiograaf aan zich
verbonden, net als de andere
nieuwelingen. Daarna moet hij zelf
voelen als hij genoeg heeft. Maar steeds
klinkt: meer geven, alles geven wat je
hebt.
BEKLEMMING
Kees leert dat hij kan voelen als hij
genoeg heeft. Hij heeft nog wat over
gehouden na zijn hartaanval; een
beklemming op de borst bij inspanning.
Dat heet een angina pectoris. Iedereen
heeft hem gewaarschuwd; Kees, als je
dat hebt, moet je ophouden. Neem een
tabletje onder de tong en je bent eraf.
Hier leert hij: nee hoor, rustig doorgaan,
van dat beetje pijn ga je niet dood. Kees
leert dat hij zijn auto niet aan de kant
hoeft te zetten als hij een gevoel van
beklemming in de borst krijgt. Kees
leert wanneer hij genoeg heeft, en dat is
„veel minder vaak dan hij dacht.
De tweede dag is er drie kwartier spel en
sport. Dat gaat er ruw toe, het kost wel
eens een gebroken pols of gescheurde
kleren, maar geen hartaanvallen.
Tafeltennis, volleybal, handbal. Hier is
de ploeg niet ingericht op vrouwen: de
mannen gaan te zacht met de dames om
of te hard. Er zijn maar weinig
vrouwen: één op de 50 mannen. Er komt
veel agressie los tijdens het spel, gevloek
ook. De groep wordt aangemoedigd die
woede tegenover elkaar te uiten, als die
er is. Naderhand komt dat allemaal wel
goed.
Kees leert dat hij zelfvertrouwen kan
hebben. Voor de revalidatie was hij, net
als zijn lotgenoten, in slechtere
lichamelijke toestand dan zijn
leeftijdgenoten. Na de revalidatie doet
hij het duidelijker beter. Voordien was
hij nog geen 50 procent arbeidsgeschikt,
erna 80 procent. Het meest moeizaam is
nog de herplaatsing als de
oorspronkelijke baan een te zware
belasting is.
Tot nu toe is niet aangetoond dat er na
de refalidatie minder tweede hartaan
vallen optreden dan ervoor. Wel is
aangetoond dat revalidatie de kwaliteit
van het leven duidelijkbeter maakt.
Kees hoort ook dat niet allen op deze
manier met hun hartaanval kunnen
leren leven. In heel Zuid-Holland is
maar plaats voor 30 mensen per dag.
Volgens de gemeenschappelijke
medische dienst zijn er 140 gegadigden,
vier en een half keer zoveel, Dat is
jammer, want hartrevalidatie schept
zelfvertrouwen en vermindert
invaliditeit.