an en voor vrouwen NIET ALLEDAAGS TRANSPORT 7 ALS JONGEN VAN 14 JAAR BEGONNEN Hobby Koude afdeling Wegwerpkamerplant IManlenmode BIJZONDERE ZEGELS VOOR SURINAME SURINAME SURINAME DE FAAM Ski-mode Prima-donna Lamsvlees Beenkleding Scheiding Slagveld DONDERDAG JANUARI 1972 De heer Schipper temidden van zijn vogels. VOGELS KWEKEN: 'HOBBY WAARVAN EIND ZOEK IS' De heer C. Schipper uit de Vlis- singse Gerbrandystraat is ie mand die op het gebied van vogels beslist wel zijn mannetje staat. Al op ongeveer veertien jarige leeftijd begon hij met het kweken van postduiven. Na zijn huwelijk echter hij verhuisde toen van Koudekerke naar Vlis- singen besloot hij met de dui ven te stoppen en stapte over op de tropische vogels. Hij had uit Koudekerke wel het nacht hok van de duiven meegeno men, niet direct omdat z'n vrien den in de duivensport hem dit hadden aangeraden: „Iemand die een keer met duiven is be gonnen, kan er nooit meer mee stoppen", maar je kunt nooit weten Het nachthok werd gebruikt als zomeronderkomen voor de tere tropische vogels die in de wintermaanden naar de zolder verhuisden. „Je moet ze wel in huis houden", vertelt de heer Schipper, „want buiten was het veel te koud. Het ge beurde dan vaak dat, wanneer er iemand kwam die wist dat ik vogels hield, even boven wilde kijken. De pellen van het vogel zaad lagen dan vaak onder tot boven in het huis verspreid, zo dat mijn vrouw er direct met de stofzuiger achteraan kon". Enkele jaren later gebruikte hij een soort van strandtent als onderkomen voor zijn vogels. Langzaam maar ze ker kwamen er steeds meer, de eigen kweek breidde zich uit en de heer Schipper kocht nieuwe soorten vogels, kortom het werd een hele bedoening. Toen hij op een gegeven dag tijdens zijn dagelijkse werkzaamheden in de bouw een groot aantal stalen ramen moest vervangen door houten kozij nen. groeide in het achterhoofd van de heer Schipper een idee. Hij vroeg aan zijn baas of hij die ramen mocht kopen, kreeg de daarvoor vereiste toestemming en nam ze mee naar huis. Toendertijd behoorde 't gedeelte van Vlissingen waar de heer Schipper nu woont nog tot de gemeente Koude kerke. De heer Schipper kreeg van de gemeente vrij vlot toestemming voor het bouwen van een groot 'vogelhuis' achter in zijn tuin. Er was toen ook nog sprake van een onteigeningsplan: een stuk van de tuin van de heer Schipper viel daar ook onder. Als afscheiding kwam er een stenen muur. De hoogte van deze muur was bepalend voor de hoogte van zijn volière: deze mocht niet boven de muur uitkomen. Het is eigenlijk maar moeilijk om over een volière te spreken. De mees te mensen zullen direct denken aan een hok met daaraan vast een gazen ren. Gazen kooien zijn er in de tuin van de heer Schipper genoeg te vin den, daarin is de zogenaamde koude afdeling gevestigd. Het grootste ge deelte van de tuin wordt erdoor in beslag genomen. „Dat kleine hoekje daar is nog voor mij", wijst mevrouw Schipper, „de rest heeft mijn man in beslag genomen". Achterin de tuin staat een laag gebouw voorzien van grote ramen, het eigenlijke vogelhuis. Het gehele gebouw wordt verwarmd en op precies de goede vochtigheids graad gehouden. Bij het binnenkomen wordt de aandacht direct opgeëist door het ontzettend grote aantal kooi en die overzichtelijk langs de wand staan opgesteld. In de kooien zitten de meest uiteenlopende soorten vo gels en vogeltjes, in totaal bezit de heer Schipper vierendertig verschillen de soorten, te zamen een aantal van ongeveer 180 stuks vormend. „Het is een hobby waarvan als je ermee gaat beginnen, het eind al zoek is", aldus de heer Schipper. „In het begin is het nog vrij kostbaar, maar wanneer het allemaal een beetje mee zit en je kunt leuk kweken en af en toe eens wat verkopen, och dan valt het wel mee. In het begin je bent dan pas getrouwd en alles wat je verdient gaat er meestal wel voor een groot gedeelte door aan de aanschaf van weet ik wat voor spullen doe je het voorzichtig aan, maar nu sta ik van een bedrag van zo'n drie- a vier honderd gulden voor een koppeltje al helemaal niet meer te kijken". Niet dat de heer Schipper alleen maar heel dure vogels in zijn bezit heeft, o nee. De duurste vogels zijn een koppel prachtige rood- of bloedvleugelparkie- ten (Australië), de goedkoopste Japan se meeuwtjes. Daartussen ligt een heel schala: binzen- en Wiener astrilden, geel- en zwartkop gouldamandines, maskeramandines, di- amantvinken, driekleur papegaai amandines, gordelgrasvinken etc. etc. Een groot gedeelte van de vogels heeft eitjes of. jongen. In de tropische landen is het op dit moment zomer en de tropische aard is nog steeds in de vogels aanwezig. De heer Schipper ringt de vogels ook zelf. Daartoe heeft hij een heel assortiment ringen hangen. Dit ringen moet zeer zorgvul dig gebeuren: ten eerste moet men oppassen het pootje van de vogel niet te beschadigen, bovendien is het zo, dat wanneer op een tentoonstelling blijkt dat een vogel een te grote ring draagt, de desbetreffende deelnemer wordt gediskwalificeerd. Op vogelten toonstellingen is de heer Schipper beslist geen onbekende. Op een ten toonstelling in Rotterdam heeft hij het al eens tot Europees kampioen gouldamandines gebracht. Dat is hem daarna echter nooit meer gelukt. „Toch is dat het mooiste van de sport", vertelt de heer Schipper „Vol houden, volhouden en nog eens vol houden. De kunst is om weer terug te komen nadat je een paar keer goede resultaten hebt geboekt". Dat beha len van goede resultaten is sterk afhankelijk van het 'onverwant' hou den van de vogels. Wanneer er sprake is van een steeds toenemende inteelt, vader en dochter, broer en zus, loopt de kwaliteit steeds verder achteruit. Vandaar ook dat de heer Schipper regelmatig naar Brabant gaat voor de aankoop van nieuwe vogels. Ook voor de verkoop komt hij vaak buiten de provincie terecht. „Het is voor mij bij dat ene kampioenschap gebleven", al dus de heer Schipper. „Ik heb daarna nogal wat pech gehad. Je kent in de vogelkweek ups en downs. Vorig jaar had ik bijvoorbeeld een heel slecht jaar, er zijn toen erg veel jonge vogels doodgegaan. Ook heb je af en 'toe met ziekte te kampen. Ik heb hier spoelwormen gehad. Op een gegeven ogenblik gingen er een groot aantal parkieten dood. Ik heb er één openge maakt en onderzocht en jawel ze ven stuks grote dikke wormen. Geluk kig heb ik met medicijnen deze plaat de kop in weten te drukken. In eerste instantie kwam ik voor medicijnen bij de dierenarts maar een flesje medi cijn voldoende voor 1 liter water want je doet het middel in het drink water kostte maar eventjes een gulden of acht. Ik ben toen eens gaan snuffelen in oude jaargangen van een vogelblad waar ik op ben geabon neerd en daarin ontdekte ik een veel goedkopere manier, een behandeling met tabletten die ook voor mensen worden verstrekt. Nu krijgen de vo gels die buiten zitten ieder half jaar een kuur. Ik heb dan ook van spoel- worm geen last meer". De heer Schipper is bestuurslid van de Vlissingse Vogelvereniging. „In on- De jongste telg ook gek op konijnen. ze vereniging is de sfeer bijzonder prettig. Er wordt zo nu en dan ge woon handel gedreven in vogels, maar dan zonder betaling. De één ruilt een koppel vogels voor een koppel van een ander soort. Ook komt het vaak voor dat we bij elkaar langs gaan. Het gebeurt soms wel dat we hier met een man of vijf, zes binnen zitten. Niet dat we altijd over vogels praten, helemaal niet-, maar ergens voel je je toch op één of andere manier aan elkaar verwant". Samen met een vriend gaat de heer Schipper er vaak op uit. Soms tot in België of Limburg toe. „Wanneer we in Brabant moeten zijn nemen we de vrouwen mee, die zetten we dan in Breda af", vertelt de heer Schipper. Uit een van de kooien pakt hij een nestkastje met daarin een paar piep jonge gouldamandines. Deze vogels zijn zogenaamde 'holenbroeders'. De bakjes van de kleintjes zijn voorzien van fosforstipjes die in het donker oplichten. De ouder-vogels kunnen in het donker precies zien waar ze met het voedsel naar toe moeten. Om enigszins aan de natuurlijke broed plaats tegemoet te komen is er voor gezorgd dat de gouldamandines ach ter in het nestkastje hun nest maken. Vanuit het vogelhuls waar in hoofd zaak tropische vogels huizen, heeft men een uitzicht op de koude afde ling. In de volières zitten o.a.: dia mantduiven, rode boskwartels, splen did parkieten, de bijzonder mooie bloed- of roodvleugelparkieten, stanly rosella's en prachtrosella's en Engelse grasparkieten. De volières en ook de kooien in het vogelhuis zijn voorzien van planten. Vooral binnen geeft dat een levendige indruk. Een bijzonder plaatsje wordt ingenomen door 'blinde Marie' een bijziende kanarie van een jaar of tien oud. „Waarom zou ik het diertje doodgooien, het kan nog zelf zijn eten vinden althans in de kooi waar het nu zit, in een andere misschien niet meer". Aldus de heer Schipper. In dezelfde kooi huizen nog een koppel groenvleugel duiven en diamantvin- ken. „Vooral met de laatste moet je oppassen", vertelt de heer Schipper „ze zijn in staat om zelfs een veel grotere vogel kaal te plukken om aan dons en veren voor hun nest te ko men". Behalve het houden en kweken van vogels is ook het vissen met de werphengel een geliefde bezigheid van de heer Schipper. De oudste van zijn twee zoons houdt hem daarbij vaak gezelschap. Zijn jongste zoon heeft in de schuur een paar marmotjes en konijnen. Bij deze konijnen zitten en kele fraaie rasdieren. Ook heeft hij nog een sierduifje dat zijn oudere broer meebracht van school, het was daar tegen een raam gevlogen en versuft blijven liggen. De dierenliefde komt ook al aan het licht bij de jongste telg, een dochtertje van een jaar of vijf. Ook zij is gek op de konijnen. Bovendien is ze de enige die de papegaai Tokkie' gewoon op kan pakken zonder dat deze kwaad wordt. Op het appel mag ook de hond Dirk, een Schotse collie, niet onbreken. In de huiskamer zitten nog een paar putter bastaards vanwege hun fraaie zang en een kleine parkiet. Het spreekt vanzelf dat er voor al die vogels nogal wat voer komt kijken. Vaak krijgen ze gedroogd en gemalen bruin brood, dat door de hele buurt voor de heer Schipper wordt ge-, spaard. „Toch valt de hoeveelheid erg mee," aldus de heer Schipper. „Ik heb wel eens gehoord van een man die veertig kanaries een kilo of veertig zaad per week voerde, nou dat is totaal onmogelijk. De vogels zijn maar klein en eten dus met zoveel. De heer Schipper vindt het jammer dat er vaak mensen zijn die hoewel ze het graag zouden willen niet in de gelegenheid zijn een volière te bouwen en in te richten omdat dit soms door de gemeente of woningbouwvereni ging niet wordt toegestaan. Hij geeft te kennen dat wanneer de tuin nog groter zou zijn, er misschien ook nog wel een pony bij zou zijn gekomen. Mevrouw Schipper, die de interesse van haar man voor vogels en andere dieren volkomen begrijpt en deelt, lacht maar eens. Ze is bezig om knopen aan een jasschort te zetten: Tokkie de papegaai heeft alle knopen er af gebeten toen de schort tijdens een van zijn schreeuwbuien over de kooi werd gelegd....! In de gang toont de heer Schipper een respectabel aan tal bekers en medailles die hij met zijn hobby heeft gewonnen, en op de kapstok een plaatsje hebben gekregen. Tot afscheid een kenmerkende opmer king van deze vogelliefhebber bij uit stek: „Je komt nog maar eens een keertje kijken, tot ziens!" Zelfs de kamerplant sukkelt met de milieuverontreinigin DEN HAAG Zelfs de kamer plant ontkomt niet aan de spe cifieke kwaal van onze tijd die milieuvervuiling wordt ge noemd. Die milieuvervuiling komt echter niet van buitenaf, maar manifesteert zich binnen de potten waarin de groene huisgenoten staan te groeien en te bloeien. In die potgrond kan op zeker ogenblik een situatie ontstaan waardoor de planten ondanks regelmatige verzor ging toch gaan kwijnen. Zo'n plant 'doet' het niet meer en dat is dan voor de leek een groot raadsel, maar voor de plantendeskundige een weet: waarschijnlijk sukkelt het ge was in zo'n geval met 'verzil- ting'. De oorzaak van die verzilting komt echter van buitenaf en de in Den Haag gevestigde commissie voorlich ting bloemen en planten wil alle Ne derlandse plantenliefhebbers wel eens graag vertellen hoe dat komt: te veel mensen geven hun kamerplanten wa ter op de schotel en door het gebrui kelijke verdampingsprocédë via grond en pot blijft daardoor in de bovenste grondlaag een sterk geconcentreerd zoutgehalte achter. Die verzilting is dus vaak de boos doener als een voorheen ontstuimig groeiende plant zonder aanwijsbare redenen gaat kwijnen. De remedie is simpel: het verschijnsel kan worden voorkomen door kamerplanten niet op de schotels, maar altijd op de bovenkant water te geven. Eigenlijk hebben planten een zogenaamde giet- rand nodig, maar als die er niet is kan in de aarde gewoon een gootje worden gemaakt dat ongeveer een centimeter diep is. De commissie voorlichting bloemen en planten heeft ook wat cijfers we reldkundig gemaakt. De Nederlandse kwekers van bloemen en kamerplan ten hebben alle reden tot tevreden heid, want de belangstelling van de consument voor snijbloemen en plan ten neemt de laatste jaren sterk toe. Zeshonderd miljoen gulden bedroeg in 1970 de totale produktiewaarde van bloemkwekerijproduklen in ons land, en men neemt aan dat dit bedrag over 1971 meer dan 700 miljoen zal bedragen. Veel wordt geëxporteerd naar het buitenland en vooral West- Duitsland is een grote afnemer van alles wat de Nederlandse bloemkwe kerijen voortbrengen. Ook op plantengebied manifesteert zich langzaam maar zeker de wegwerp- rage die op vele andere terreinen al een bekend verschijnsel is. De kamer plant die haar beste tijd heeft gehad verdwijnt: eerder dan vroeger naar de vuilnisemmer om door een nieuw exemplaar te worden vervangen. De sport van het stekken en 'overhouden' die vroeger (vaak ook uit zekere zuinigheidsoverwegingen) door heel wat huisvrouwen werd beoefend, ligt er een beetje uit, behalve bij de echte liefhebbers. Een flink deel van die liefhebbers in Nederland vindt elkaar in de Konin klijke Nederlandse Maatschappij voor tuinbouw- en plantkunde, een organi satie waarin zo'n 30.000 amateurs ver enigd zijn. De vereniging geeft een eigen blad uit, organiseert tentoonstel lingen en cursussen in bloemschikken, en is in Den Haag gevestigd op het adres Elandstraat 42. Gek verschijnsel in de plantenwe reld: er is op gezette tijden sprake van een zekere 'mode' in kamerplan ten. Met de opkomst van de moderne interieurs zijn de ficus, de sanseviëria en allerlei Scandinavisch kruip- en klimgroen populair geworden. De monstera (gatenplant) is nog altijd een bestseller onder de groene decora tieve kamerplanten, de ouderwetse ka- merpalm komt er ook weer in, en volgens de commissie voorlichting bloemen en planten valt ook een co- me-back te verwachten van de zoge naamde kamerden. Die was in de vooroorlogse jaren al populair als kamerplant, en begint op het ogenblik langzaam maar zeker terug te ko men. Tips van de commissie voorlichting: geef planten altijd water op kamer temperatuur (dat wist u waarschijn lijk al) en liever regenwater dan lei dingwater, wanneer u dat natuurpro- dukt nog kunt opvangen. Kies altijd ruime sierpotten en vul de bodem dan desnoods op met een laagje fijn grind. Planten in plastic potten heb ben vaak genoeg aan zo'n 40 pet van de normale hoeveelheid water, omdat de plastic pot veel minder vocht ver dampt dan de stenen exemplaren. Voor wie nog meer wil weten: de commissie heeft mooie nieuwe folder tjes met allerlei algemene en gespeci ficeerde wenken voor de verzorging van kamerplanten de wereld inge stuurd. Ze worden gratis verspreid via de bloemisten. Voor de koene skiloopsters van dit seizoen blousonpakken, gemaakt uit gewatteerde stof met lieflijke kleine liberty-bloempatroontjes. Verder veel warme combinaison-pakken met lange ritssluitingen, gemaakt uit allerlei stoffen: vrolijke doorgestikte madras- ruiten, breedgestreepte, geribbelde ny- lonstoffen, zware donkere ribfluwelen, en katoenen matelasséstoffen met in- zetsels van breiwerk. „Schat het water boven allen drank, drinkt 'er 's morgens eenlge glazen vol van, 't zy warm, of laauw, zoo als ge- wilt. Het brengt, om ozo te spreken, de gezondheid in 't lichaam". Deze plechtige taal heeft liet voorlich tingsbureau voor de voeding ontleend aan een meer dan twee eeuwen oud boekwerk dat 'Nederlands Displcgtlg- heden' heet en waarin het 'gebruik en misbruik aan den dis' breed wordt uitgemeten. Wat dat veelgeprezen drinkwater nog meer heette te doen voor het menselijk lichaam: 't mengd de overblyfzelen van de vertering van den voorgaanden dag, het veroorzaakt afgang, doet waterlozen, zuiverd de nieren en bewaard de vloeibaarheid van het bloed en andere vogten'. Voorts zou water ook nog de gal beter maken, de honger opwekken, de vertering bevorderen en het lichaam Toeter en vlugger tot den arbeid' ma ken. Vandaar deze drink-tip: 'Bedden u ook in uw maaltyden van water tot een gewone drank, het zy kout, laauw of heet, volgens de gewoonte, en t jaargety'. Voor een aantal automobilisten was dit transport maandagmiddag aanleiding om even uit te stappen. De 250 tons drijvende bok 'Wal cheren' van de Vlissingse bergings firma Van den Akker werd met behulp van twee sleepboten door het Kanaal door Walcheren ge sleept. De kraan transporteerde een sluisdeur naar Vlissingen. "De prima-donna van het natuurlijke en de charme': zo schijnt Anneliese Rot.henberger, gevierde Duitse opera zangeres, meermalen te worden be schreven. Het blad Jasmin noemt haar een ster naar het hart van het publiek: geen allures, geen schandaal tjes, knap, en ook nog serieus. Ze is bij de vrouwen in de Bondsrepubliek even populair als bij de mannen: negen van de tien vrouwen kennen en bewonderen haar, acht van de tien mannen beschrijven haar als de vrou welijke ster die ze het liefst zien optreden. Dat laatste heeft, volgens Jasmin, te maken met het feit dat Anneliese Rothenberger als twee druppels water lijkt op 'de ideale vrouw' zoals de gemiddelde Westduitser zich die voor stelt. Die ideale vrouw moet vrolijk zijn en zich toch als een dame gedra gen, ze moet bovendien haar partner bewonderen en hem dat ook goed laten merken, en ze moet een 'klein slank hups wezen' zijn. Aan dat signa lement voldoet Rothenberger dan ook wel: iets meer dan 1.60 meter groot, gewicht nauwelijks 110 pond, en een der weinige internationale operaster ren die fabelachtig zingen en er toch niet als omvangrijke matrones uit zien. „Nieuwzeelands lamsvlees, het nati onale gerecht van Europa", roept het informatiebureau Nieuwzeelands lams vlees overmoedig. Dat lamsvlees is in elk geval het nationale exportartikel van Nieuw-Zeeland, een natie die voor de helft bestaat uit weidegronden waar het toekomstig consumptie-arti kel argeloos loopt te grazen. Het vlees van al die lammeren wordt naar zo'n 50 andere landen uitgevoerd en ligt ook te koop in Nederlandse slage rijen en supermarkten. Omdat de Hollandse keuken zich nooit zo intensief bemoeit met lams- en schapevlees, heeft het informatie bureau Nieuwzeelands lamsvlees weer eens een boekje laten samenstellen waarin de juiste aanpak van het (be vroren) lamsvlees uitvoerig uit de doeken wordt gedaan. Recepten voor bakken, grilleren, braden en stoven van lamsvlees in dit boekje dat gratis kan worden aangevraagd bij het infor matiebureau, adres: Leliegracht 25 in Amsterdam. Volgens het vakblad Texpress staat Nederland bij de Westeuropese landen op de tweede plaats bij het verbruik van 'damesbeenkleddng', een begrip waarvan we waarschijnlijk wel mogen aannemen dat er panty's, kousen en kniekousen mee worden bedoeld. Van al dit goedje werd in Nederland in 1970 per hoofd van de bevolking ge middeld bijna 27 paar opgemaakt. In West-Duitsland verslijten ze nog iets meer, maar het verschil met het verbruik in Nederland is te verwaarlo zen. Op de derde en vierde plaats staan België en Luxemburg met een gemiddeld verbruik per jaar per Üoofd van ruim 24 paar. De Franpai- ses zijn minder sleets (ruim 17 paar per vrouw per jaar), en in Italië komen de dames maar net boven de tien paar per jaar uit. werpers vinden het een ei van Colum bus: door de mond ademhalen wordt onmogelijk gemaakt, snurken is dus afgelopen, beweren zij. Voor de prijs van anderhalf Engels pond is hun vinding te koop, maar afgaande op de beschrijving van het apparaatje zou het middel wel eens erger kunnen zijn dan de kwaal. Een op elke vier huwelijken ïn de Verenigde Staten eindigt vandaag-de- dag in een echtscheiding. Het aantal huwelijken dat tijdens de afgelopen jaren is gesloten en nu alweer ontbon den wordt stijgt op het ogenblik zeer snel, vooral in de grote dichtbevolkte steden langs de westkust. Het geboor tecijfer in de V.S. is tijdens de afgelo pen halve eeuw met bijna de helft teruggelopen. (Ladies' Home Jour nal). Ter gelegenheid van het veertigjarig jubileum van het Waterleidingbedrijf zal de postadministratie van Surina me van 2 februari 1972 tot en met 1 februari 1973 twee bijzondere postze gels zonder toeslag uitgeven. De ont werpen werden verzorgd door Jules Chin a Focng uil Paramaribo. Waarden, voorstellingen en kleuren: 15 c.; gestileerde waterdruppel; zwart op paars fond; 30 c.; stromende kraan en watertoren; zwart op blauw fond. Bijzondere tekst: '1932-1972' en 'Water leiding.' Prijs per serie in Nederland se munt 0,90. Technische gegevens: beeldformaat 21x35 mm; zegelformaat 24x38 mm; tanding W/r.WA; papier zonder wa termerk; gommige synthetische gom; velindeling 5x10 50 zegels; druk techniek offset. De zegels zijn voor onbepaalde tijd voor frankering gel dig. 1922-1972 waterleiding p 'Het huwelijksbed kan een slagveld worden als een der partners een ge woontesnurker is,' schrijft Woman's Own dramatisch. Het blad signaleert een nieuwe 'remedie' tegen het snur ken, kortgeleden op de Britse markt verschenen in de vorm van een rub ber mondstuk dat met bandjes achter het hoofd wordt vastgemaakt. De ont-

Krantenbank Zeeland

de Faam | 1972 | | pagina 7