an en voor vrouwen
NIET ALLEDAAGS TRANSPORT
7
ALS JONGEN VAN 14 JAAR BEGONNEN
Hobby
Koude afdeling
Wegwerpkamerplant
IManlenmode
BIJZONDERE
ZEGELS VOOR
SURINAME
SURINAME
SURINAME
DE FAAM
Ski-mode
Prima-donna
Lamsvlees
Beenkleding
Scheiding
Slagveld
DONDERDAG JANUARI 1972
De heer Schipper temidden van zijn
vogels.
VOGELS KWEKEN: 'HOBBY
WAARVAN EIND ZOEK IS'
De heer C. Schipper uit de Vlis-
singse Gerbrandystraat is ie
mand die op het gebied van
vogels beslist wel zijn mannetje
staat. Al op ongeveer veertien
jarige leeftijd begon hij met het
kweken van postduiven. Na zijn
huwelijk echter hij verhuisde
toen van Koudekerke naar Vlis-
singen besloot hij met de dui
ven te stoppen en stapte over
op de tropische vogels. Hij had
uit Koudekerke wel het nacht
hok van de duiven meegeno
men, niet direct omdat z'n vrien
den in de duivensport hem dit
hadden aangeraden: „Iemand
die een keer met duiven is be
gonnen, kan er nooit meer mee
stoppen", maar je kunt nooit
weten Het nachthok werd
gebruikt als zomeronderkomen
voor de tere tropische vogels
die in de wintermaanden naar
de zolder verhuisden. „Je moet
ze wel in huis houden", vertelt
de heer Schipper, „want buiten
was het veel te koud. Het ge
beurde dan vaak dat, wanneer
er iemand kwam die wist dat ik
vogels hield, even boven wilde
kijken. De pellen van het vogel
zaad lagen dan vaak onder tot
boven in het huis verspreid, zo
dat mijn vrouw er direct met de
stofzuiger achteraan kon".
Enkele jaren later gebruikte hij een
soort van strandtent als onderkomen
voor zijn vogels. Langzaam maar ze
ker kwamen er steeds meer, de eigen
kweek breidde zich uit en de heer
Schipper kocht nieuwe soorten vogels,
kortom het werd een hele bedoening.
Toen hij op een gegeven dag tijdens
zijn dagelijkse werkzaamheden in de
bouw een groot aantal stalen ramen
moest vervangen door houten kozij
nen. groeide in het achterhoofd van
de heer Schipper een idee. Hij vroeg
aan zijn baas of hij die ramen mocht
kopen, kreeg de daarvoor vereiste
toestemming en nam ze mee naar
huis. Toendertijd behoorde 't gedeelte
van Vlissingen waar de heer Schipper
nu woont nog tot de gemeente Koude
kerke. De heer Schipper kreeg van de
gemeente vrij vlot toestemming voor
het bouwen van een groot 'vogelhuis'
achter in zijn tuin. Er was toen ook
nog sprake van een onteigeningsplan:
een stuk van de tuin van de heer
Schipper viel daar ook onder. Als
afscheiding kwam er een stenen
muur. De hoogte van deze muur was
bepalend voor de hoogte van zijn
volière: deze mocht niet boven de
muur uitkomen.
Het is eigenlijk maar moeilijk om
over een volière te spreken. De mees
te mensen zullen direct denken aan
een hok met daaraan vast een gazen
ren. Gazen kooien zijn er in de tuin
van de heer Schipper genoeg te vin
den, daarin is de zogenaamde koude
afdeling gevestigd. Het grootste ge
deelte van de tuin wordt erdoor in
beslag genomen. „Dat kleine hoekje
daar is nog voor mij", wijst mevrouw
Schipper, „de rest heeft mijn man in
beslag genomen". Achterin de tuin
staat een laag gebouw voorzien van
grote ramen, het eigenlijke vogelhuis.
Het gehele gebouw wordt verwarmd
en op precies de goede vochtigheids
graad gehouden. Bij het binnenkomen
wordt de aandacht direct opgeëist
door het ontzettend grote aantal kooi
en die overzichtelijk langs de wand
staan opgesteld. In de kooien zitten
de meest uiteenlopende soorten vo
gels en vogeltjes, in totaal bezit de
heer Schipper vierendertig verschillen
de soorten, te zamen een aantal van
ongeveer 180 stuks vormend.
„Het is een hobby waarvan als je
ermee gaat beginnen, het eind al zoek
is", aldus de heer Schipper. „In het
begin is het nog vrij kostbaar, maar
wanneer het allemaal een beetje mee
zit en je kunt leuk kweken en af en
toe eens wat verkopen, och dan valt
het wel mee. In het begin je bent
dan pas getrouwd en alles wat je
verdient gaat er meestal wel voor een
groot gedeelte door aan de aanschaf
van weet ik wat voor spullen doe
je het voorzichtig aan, maar nu sta ik
van een bedrag van zo'n drie- a vier
honderd gulden voor een koppeltje al
helemaal niet meer te kijken". Niet
dat de heer Schipper alleen maar heel
dure vogels in zijn bezit heeft, o nee.
De duurste vogels zijn een koppel
prachtige rood- of bloedvleugelparkie-
ten (Australië), de goedkoopste Japan
se meeuwtjes.
Daartussen ligt een heel schala: binzen-
en Wiener astrilden, geel- en zwartkop
gouldamandines, maskeramandines, di-
amantvinken, driekleur papegaai
amandines, gordelgrasvinken etc. etc.
Een groot gedeelte van de vogels
heeft eitjes of. jongen. In de tropische
landen is het op dit moment zomer
en de tropische aard is nog steeds in
de vogels aanwezig. De heer Schipper
ringt de vogels ook zelf. Daartoe
heeft hij een heel assortiment ringen
hangen. Dit ringen moet zeer zorgvul
dig gebeuren: ten eerste moet men
oppassen het pootje van de vogel niet
te beschadigen, bovendien is het zo,
dat wanneer op een tentoonstelling
blijkt dat een vogel een te grote ring
draagt, de desbetreffende deelnemer
wordt gediskwalificeerd. Op vogelten
toonstellingen is de heer Schipper
beslist geen onbekende. Op een ten
toonstelling in Rotterdam heeft hij
het al eens tot Europees kampioen
gouldamandines gebracht. Dat is hem
daarna echter nooit meer gelukt.
„Toch is dat het mooiste van de
sport", vertelt de heer Schipper „Vol
houden, volhouden en nog eens vol
houden. De kunst is om weer terug te
komen nadat je een paar keer goede
resultaten hebt geboekt". Dat beha
len van goede resultaten is sterk
afhankelijk van het 'onverwant' hou
den van de vogels. Wanneer er sprake
is van een steeds toenemende inteelt,
vader en dochter, broer en zus, loopt
de kwaliteit steeds verder achteruit.
Vandaar ook dat de heer Schipper
regelmatig naar Brabant gaat voor de
aankoop van nieuwe vogels. Ook voor
de verkoop komt hij vaak buiten de
provincie terecht. „Het is voor mij bij
dat ene kampioenschap gebleven", al
dus de heer Schipper. „Ik heb daarna
nogal wat pech gehad. Je kent in de
vogelkweek ups en downs. Vorig jaar
had ik bijvoorbeeld een heel slecht
jaar, er zijn toen erg veel jonge
vogels doodgegaan. Ook heb je af en
'toe met ziekte te kampen. Ik heb hier
spoelwormen gehad. Op een gegeven
ogenblik gingen er een groot aantal
parkieten dood. Ik heb er één openge
maakt en onderzocht en jawel ze
ven stuks grote dikke wormen. Geluk
kig heb ik met medicijnen deze plaat
de kop in weten te drukken. In eerste
instantie kwam ik voor medicijnen bij
de dierenarts maar een flesje medi
cijn voldoende voor 1 liter water
want je doet het middel in het drink
water kostte maar eventjes een
gulden of acht. Ik ben toen eens gaan
snuffelen in oude jaargangen van een
vogelblad waar ik op ben geabon
neerd en daarin ontdekte ik een veel
goedkopere manier, een behandeling
met tabletten die ook voor mensen
worden verstrekt. Nu krijgen de vo
gels die buiten zitten ieder half jaar
een kuur. Ik heb dan ook van spoel-
worm geen last meer".
De heer Schipper is bestuurslid van
de Vlissingse Vogelvereniging. „In on-
De jongste telg ook gek op konijnen.
ze vereniging is de sfeer bijzonder
prettig. Er wordt zo nu en dan ge
woon handel gedreven in vogels, maar
dan zonder betaling. De één ruilt een
koppel vogels voor een koppel van
een ander soort. Ook komt het vaak
voor dat we bij elkaar langs gaan.
Het gebeurt soms wel dat we hier
met een man of vijf, zes binnen
zitten. Niet dat we altijd over vogels
praten, helemaal niet-, maar ergens
voel je je toch op één of andere
manier aan elkaar verwant".
Samen met een vriend gaat de heer
Schipper er vaak op uit. Soms tot in
België of Limburg toe. „Wanneer we
in Brabant moeten zijn nemen we de
vrouwen mee, die zetten we dan in
Breda af", vertelt de heer Schipper.
Uit een van de kooien pakt hij een
nestkastje met daarin een paar piep
jonge gouldamandines. Deze vogels
zijn zogenaamde 'holenbroeders'. De
bakjes van de kleintjes zijn voorzien
van fosforstipjes die in het donker
oplichten. De ouder-vogels kunnen in
het donker precies zien waar ze met
het voedsel naar toe moeten. Om
enigszins aan de natuurlijke broed
plaats tegemoet te komen is er voor
gezorgd dat de gouldamandines ach
ter in het nestkastje hun nest maken.
Vanuit het vogelhuls waar in hoofd
zaak tropische vogels huizen, heeft
men een uitzicht op de koude afde
ling. In de volières zitten o.a.: dia
mantduiven, rode boskwartels, splen
did parkieten, de bijzonder mooie
bloed- of roodvleugelparkieten, stanly
rosella's en prachtrosella's en Engelse
grasparkieten.
De volières en ook de kooien in het
vogelhuis zijn voorzien van planten.
Vooral binnen geeft dat een levendige
indruk. Een bijzonder plaatsje wordt
ingenomen door 'blinde Marie' een
bijziende kanarie van een jaar of tien
oud. „Waarom zou ik het diertje
doodgooien, het kan nog zelf zijn eten
vinden althans in de kooi waar het nu
zit, in een andere misschien niet
meer". Aldus de heer Schipper. In
dezelfde kooi huizen nog een koppel
groenvleugel duiven en diamantvin-
ken. „Vooral met de laatste moet je
oppassen", vertelt de heer Schipper
„ze zijn in staat om zelfs een veel
grotere vogel kaal te plukken om aan
dons en veren voor hun nest te ko
men".
Behalve het houden en kweken van
vogels is ook het vissen met de
werphengel een geliefde bezigheid van
de heer Schipper. De oudste van zijn
twee zoons houdt hem daarbij vaak
gezelschap. Zijn jongste zoon heeft in
de schuur een paar marmotjes en
konijnen. Bij deze konijnen zitten en
kele fraaie rasdieren. Ook heeft hij
nog een sierduifje dat zijn oudere
broer meebracht van school, het was
daar tegen een raam gevlogen en
versuft blijven liggen. De dierenliefde
komt ook al aan het licht bij de
jongste telg, een dochtertje van een
jaar of vijf. Ook zij is gek op de
konijnen. Bovendien is ze de enige die
de papegaai Tokkie' gewoon op kan
pakken zonder dat deze kwaad wordt.
Op het appel mag ook de hond Dirk,
een Schotse collie, niet onbreken. In
de huiskamer zitten nog een paar
putter bastaards vanwege hun fraaie
zang en een kleine parkiet.
Het spreekt vanzelf dat er voor al die
vogels nogal wat voer komt kijken.
Vaak krijgen ze gedroogd en gemalen
bruin brood, dat door de hele buurt
voor de heer Schipper wordt ge-,
spaard. „Toch valt de hoeveelheid erg
mee," aldus de heer Schipper. „Ik heb
wel eens gehoord van een man die
veertig kanaries een kilo of veertig
zaad per week voerde, nou dat is
totaal onmogelijk. De vogels zijn
maar klein en eten dus met zoveel.
De heer Schipper vindt het jammer
dat er vaak mensen zijn die hoewel
ze het graag zouden willen niet in de
gelegenheid zijn een volière te bouwen
en in te richten omdat dit soms door
de gemeente of woningbouwvereni
ging niet wordt toegestaan. Hij geeft
te kennen dat wanneer de tuin nog
groter zou zijn, er misschien ook nog
wel een pony bij zou zijn gekomen.
Mevrouw Schipper, die de interesse
van haar man voor vogels en andere
dieren volkomen begrijpt en deelt,
lacht maar eens. Ze is bezig om
knopen aan een jasschort te zetten:
Tokkie de papegaai heeft alle knopen
er af gebeten toen de schort tijdens
een van zijn schreeuwbuien over de
kooi werd gelegd....! In de gang toont
de heer Schipper een respectabel aan
tal bekers en medailles die hij met
zijn hobby heeft gewonnen, en op de
kapstok een plaatsje hebben gekregen.
Tot afscheid een kenmerkende opmer
king van deze vogelliefhebber bij uit
stek: „Je komt nog maar eens een
keertje kijken, tot ziens!"
Zelfs de kamerplant sukkelt
met de milieuverontreinigin
DEN HAAG Zelfs de kamer
plant ontkomt niet aan de spe
cifieke kwaal van onze tijd die
milieuvervuiling wordt ge
noemd. Die milieuvervuiling
komt echter niet van buitenaf,
maar manifesteert zich binnen
de potten waarin de groene
huisgenoten staan te groeien en
te bloeien. In die potgrond kan
op zeker ogenblik een situatie
ontstaan waardoor de planten
ondanks regelmatige verzor
ging toch gaan kwijnen. Zo'n
plant 'doet' het niet meer en
dat is dan voor de leek een
groot raadsel, maar voor de
plantendeskundige een weet:
waarschijnlijk sukkelt het ge
was in zo'n geval met 'verzil-
ting'.
De oorzaak van die verzilting komt
echter van buitenaf en de in Den
Haag gevestigde commissie voorlich
ting bloemen en planten wil alle Ne
derlandse plantenliefhebbers wel eens
graag vertellen hoe dat komt: te veel
mensen geven hun kamerplanten wa
ter op de schotel en door het gebrui
kelijke verdampingsprocédë via grond
en pot blijft daardoor in de bovenste
grondlaag een sterk geconcentreerd
zoutgehalte achter.
Die verzilting is dus vaak de boos
doener als een voorheen ontstuimig
groeiende plant zonder aanwijsbare
redenen gaat kwijnen. De remedie is
simpel: het verschijnsel kan worden
voorkomen door kamerplanten niet
op de schotels, maar altijd op de
bovenkant water te geven. Eigenlijk
hebben planten een zogenaamde giet-
rand nodig, maar als die er niet is
kan in de aarde gewoon een gootje
worden gemaakt dat ongeveer een
centimeter diep is.
De commissie voorlichting bloemen
en planten heeft ook wat cijfers we
reldkundig gemaakt. De Nederlandse
kwekers van bloemen en kamerplan
ten hebben alle reden tot tevreden
heid, want de belangstelling van de
consument voor snijbloemen en plan
ten neemt de laatste jaren sterk toe.
Zeshonderd miljoen gulden bedroeg in
1970 de totale produktiewaarde van
bloemkwekerijproduklen in ons land,
en men neemt aan dat dit bedrag
over 1971 meer dan 700 miljoen zal
bedragen. Veel wordt geëxporteerd
naar het buitenland en vooral West-
Duitsland is een grote afnemer van
alles wat de Nederlandse bloemkwe
kerijen voortbrengen.
Ook op plantengebied manifesteert
zich langzaam maar zeker de wegwerp-
rage die op vele andere terreinen al
een bekend verschijnsel is. De kamer
plant die haar beste tijd heeft gehad
verdwijnt: eerder dan vroeger naar de
vuilnisemmer om door een nieuw
exemplaar te worden vervangen. De
sport van het stekken en 'overhouden'
die vroeger (vaak ook uit zekere
zuinigheidsoverwegingen) door heel
wat huisvrouwen werd beoefend, ligt
er een beetje uit, behalve bij de echte
liefhebbers.
Een flink deel van die liefhebbers in
Nederland vindt elkaar in de Konin
klijke Nederlandse Maatschappij voor
tuinbouw- en plantkunde, een organi
satie waarin zo'n 30.000 amateurs ver
enigd zijn. De vereniging geeft een
eigen blad uit, organiseert tentoonstel
lingen en cursussen in bloemschikken,
en is in Den Haag gevestigd op het
adres Elandstraat 42.
Gek verschijnsel in de plantenwe
reld: er is op gezette tijden sprake
van een zekere 'mode' in kamerplan
ten. Met de opkomst van de moderne
interieurs zijn de ficus, de sanseviëria
en allerlei Scandinavisch kruip- en
klimgroen populair geworden. De
monstera (gatenplant) is nog altijd
een bestseller onder de groene decora
tieve kamerplanten, de ouderwetse ka-
merpalm komt er ook weer in, en
volgens de commissie voorlichting
bloemen en planten valt ook een co-
me-back te verwachten van de zoge
naamde kamerden. Die was in de
vooroorlogse jaren al populair als
kamerplant, en begint op het ogenblik
langzaam maar zeker terug te ko
men.
Tips van de commissie voorlichting:
geef planten altijd water op kamer
temperatuur (dat wist u waarschijn
lijk al) en liever regenwater dan lei
dingwater, wanneer u dat natuurpro-
dukt nog kunt opvangen. Kies altijd
ruime sierpotten en vul de bodem dan
desnoods op met een laagje fijn
grind. Planten in plastic potten heb
ben vaak genoeg aan zo'n 40 pet van
de normale hoeveelheid water, omdat
de plastic pot veel minder vocht ver
dampt dan de stenen exemplaren.
Voor wie nog meer wil weten: de
commissie heeft mooie nieuwe folder
tjes met allerlei algemene en gespeci
ficeerde wenken voor de verzorging
van kamerplanten de wereld inge
stuurd. Ze worden gratis verspreid
via de bloemisten.
Voor de koene skiloopsters van dit
seizoen blousonpakken, gemaakt uit
gewatteerde stof met lieflijke kleine
liberty-bloempatroontjes. Verder veel
warme combinaison-pakken met lange
ritssluitingen, gemaakt uit allerlei
stoffen: vrolijke doorgestikte madras-
ruiten, breedgestreepte, geribbelde ny-
lonstoffen, zware donkere ribfluwelen,
en katoenen matelasséstoffen met in-
zetsels van breiwerk.
„Schat het water boven allen drank,
drinkt 'er 's morgens eenlge glazen vol
van, 't zy warm, of laauw, zoo als ge-
wilt. Het brengt, om ozo te spreken,
de gezondheid in 't lichaam".
Deze plechtige taal heeft liet voorlich
tingsbureau voor de voeding ontleend
aan een meer dan twee eeuwen oud
boekwerk dat 'Nederlands Displcgtlg-
heden' heet en waarin het 'gebruik en
misbruik aan den dis' breed wordt
uitgemeten.
Wat dat veelgeprezen drinkwater
nog meer heette te doen voor het
menselijk lichaam: 't mengd de
overblyfzelen van de vertering van
den voorgaanden dag, het veroorzaakt
afgang, doet waterlozen, zuiverd de
nieren en bewaard de vloeibaarheid
van het bloed en andere vogten'.
Voorts zou water ook nog de gal
beter maken, de honger opwekken, de
vertering bevorderen en het lichaam
Toeter en vlugger tot den arbeid' ma
ken. Vandaar deze drink-tip: 'Bedden u
ook in uw maaltyden van water tot
een gewone drank, het zy kout, laauw
of heet, volgens de gewoonte, en t
jaargety'.
Voor een aantal automobilisten
was dit transport maandagmiddag
aanleiding om even uit te stappen.
De 250 tons drijvende bok 'Wal
cheren' van de Vlissingse bergings
firma Van den Akker werd met
behulp van twee sleepboten door
het Kanaal door Walcheren ge
sleept. De kraan transporteerde
een sluisdeur naar Vlissingen.
"De prima-donna van het natuurlijke
en de charme': zo schijnt Anneliese
Rot.henberger, gevierde Duitse opera
zangeres, meermalen te worden be
schreven. Het blad Jasmin noemt
haar een ster naar het hart van het
publiek: geen allures, geen schandaal
tjes, knap, en ook nog serieus. Ze is
bij de vrouwen in de Bondsrepubliek
even populair als bij de mannen:
negen van de tien vrouwen kennen en
bewonderen haar, acht van de tien
mannen beschrijven haar als de vrou
welijke ster die ze het liefst zien
optreden.
Dat laatste heeft, volgens Jasmin, te
maken met het feit dat Anneliese
Rothenberger als twee druppels water
lijkt op 'de ideale vrouw' zoals de
gemiddelde Westduitser zich die voor
stelt. Die ideale vrouw moet vrolijk
zijn en zich toch als een dame gedra
gen, ze moet bovendien haar partner
bewonderen en hem dat ook goed
laten merken, en ze moet een 'klein
slank hups wezen' zijn. Aan dat signa
lement voldoet Rothenberger dan ook
wel: iets meer dan 1.60 meter groot,
gewicht nauwelijks 110 pond, en een
der weinige internationale operaster
ren die fabelachtig zingen en er toch
niet als omvangrijke matrones uit
zien.
„Nieuwzeelands lamsvlees, het nati
onale gerecht van Europa", roept het
informatiebureau Nieuwzeelands lams
vlees overmoedig. Dat lamsvlees is in
elk geval het nationale exportartikel
van Nieuw-Zeeland, een natie die voor
de helft bestaat uit weidegronden
waar het toekomstig consumptie-arti
kel argeloos loopt te grazen. Het
vlees van al die lammeren wordt naar
zo'n 50 andere landen uitgevoerd en
ligt ook te koop in Nederlandse slage
rijen en supermarkten.
Omdat de Hollandse keuken zich
nooit zo intensief bemoeit met lams-
en schapevlees, heeft het informatie
bureau Nieuwzeelands lamsvlees weer
eens een boekje laten samenstellen
waarin de juiste aanpak van het (be
vroren) lamsvlees uitvoerig uit de
doeken wordt gedaan. Recepten voor
bakken, grilleren, braden en stoven
van lamsvlees in dit boekje dat gratis
kan worden aangevraagd bij het infor
matiebureau, adres: Leliegracht 25 in
Amsterdam.
Volgens het vakblad Texpress staat
Nederland bij de Westeuropese landen
op de tweede plaats bij het verbruik
van 'damesbeenkleddng', een begrip
waarvan we waarschijnlijk wel mogen
aannemen dat er panty's, kousen en
kniekousen mee worden bedoeld. Van
al dit goedje werd in Nederland in
1970 per hoofd van de bevolking ge
middeld bijna 27 paar opgemaakt.
In West-Duitsland verslijten ze nog
iets meer, maar het verschil met het
verbruik in Nederland is te verwaarlo
zen. Op de derde en vierde plaats
staan België en Luxemburg met een
gemiddeld verbruik per jaar per
Üoofd van ruim 24 paar. De Franpai-
ses zijn minder sleets (ruim 17 paar
per vrouw per jaar), en in Italië
komen de dames maar net boven de
tien paar per jaar uit.
werpers vinden het een ei van Colum
bus: door de mond ademhalen wordt
onmogelijk gemaakt, snurken is dus
afgelopen, beweren zij. Voor de prijs
van anderhalf Engels pond is hun
vinding te koop, maar afgaande op de
beschrijving van het apparaatje zou
het middel wel eens erger kunnen zijn
dan de kwaal.
Een op elke vier huwelijken ïn de
Verenigde Staten eindigt vandaag-de-
dag in een echtscheiding. Het aantal
huwelijken dat tijdens de afgelopen
jaren is gesloten en nu alweer ontbon
den wordt stijgt op het ogenblik zeer
snel, vooral in de grote dichtbevolkte
steden langs de westkust. Het geboor
tecijfer in de V.S. is tijdens de afgelo
pen halve eeuw met bijna de helft
teruggelopen. (Ladies' Home Jour
nal).
Ter gelegenheid van het veertigjarig
jubileum van het Waterleidingbedrijf
zal de postadministratie van Surina
me van 2 februari 1972 tot en met 1
februari 1973 twee bijzondere postze
gels zonder toeslag uitgeven. De ont
werpen werden verzorgd door Jules
Chin a Focng uil Paramaribo.
Waarden, voorstellingen en kleuren:
15 c.; gestileerde waterdruppel; zwart
op paars fond; 30 c.; stromende kraan
en watertoren; zwart op blauw fond.
Bijzondere tekst: '1932-1972' en 'Water
leiding.' Prijs per serie in Nederland
se munt 0,90.
Technische gegevens: beeldformaat
21x35 mm; zegelformaat 24x38 mm;
tanding W/r.WA; papier zonder wa
termerk; gommige synthetische gom;
velindeling 5x10 50 zegels; druk
techniek offset. De zegels zijn voor
onbepaalde tijd voor frankering gel
dig.
1922-1972
waterleiding p
'Het huwelijksbed kan een slagveld
worden als een der partners een ge
woontesnurker is,' schrijft Woman's
Own dramatisch. Het blad signaleert
een nieuwe 'remedie' tegen het snur
ken, kortgeleden op de Britse markt
verschenen in de vorm van een rub
ber mondstuk dat met bandjes achter
het hoofd wordt vastgemaakt. De ont-