EnqueteinGoes
HUISVROUW BEHOORT ONBEWUST
TOT DE WATERVERVUILERS
Parijs terug naar draagbare mode
Met Rotterdamse GAB als koploper
DE FAAM
Begrip
Vakantiemoeilijk-
lieden
Meer activiteiten
Stoepje lager
We moeten terug
naar de gewone zeep
Honderd liter
per dag
'Gewone' zeep
Weekenddiensten
Tip voor de keuken
Door bereidheid om
offers te brengen
Gemeenschapszin
Vlucht van industrie
Steeds strenger
DONDERDAG 23 SEPTEMBER 197»
Nieuwe aanpak part-time bemiddeling
bij Nederlandse arbeidsbureaus
DEN HAAG „Ik wil niet be
weren dat een speciale part ti
me-afdeling bij de arbeidsbu
reaus in deze tijd onmisbaar is,
maar wij zien er hier in Rot
terdam wel heel gunstige en ple
zierige resultaten van". Dit zegt
de heer H. J. de Jong, direc
teur van het gewestelijk ar
beidsbureau in Rotterdam. Dat
arbeidsbureau heeft sinds en
kele maanden een speciale part
time-afdeling, vooral gericht op
arbeidsbemiddeling voor werk
lustige (gehuwde) vrouwen, die
een deel van hun tijd buitens
huis produktief willen maken.
Een onderneming die, na de on
vermijdelijke haken en ogen
van elke aanloopperiode, nu
goed op gang is gekomen en
waarvan de heer De Jong met
voldoening constateert, dat een
en ander 'gesmeerd' loopt.
Vraag en aanbod lopen nu re
gelmatig binnen.
Voorlopige balans: het aantal vrou
welijke gegadigden voor part time-
bemiddeling is in stijgende lijn en
bedraagt op het ogenblik tussen de
500 en de 600. Ze vertegenwoordigen
een breed scala van beroepen: demon-
stratrice en kantoorbediende, caissière
en verkoopster, apothekers-assistente
en bejaardenverzorgster, modinette,
typiste en telefoniste. Er zijn ver
pleegsters Dij en pedicures, kraamver
zorgsters en doktersassistenten.
Zwaartepunten van de leeftijden van
de op werk beluste gehuwde vrouwen:
tussen de 30 en de 50 jaar.
Het Rotterdamse GAB levert hier
mee een tot nu toe uniek voorbeeld
van een frisse en bovendien effectieve
aanpak van de part time-bemiddeling.
Men is begonnen met het bezoeken
van diverse bedrijven om de belang
stelling van het bedrijfsleven en de
mogelijkheden te peilen. Daarbij zijn
niet alleen de verzorgende sector en
administratieve beroepen, maar ook
ails 'typisch mannelijk' te boek staan
de handvaardigheidsberoepen onder
de loep genomen.
Gegevens van het part time-aanbod
m de verschillende secties van het
GAB zijn, uitgebreid met de verlengde
werktijden, in de grote bedrijven uit
gezet. Via de voorlichtingsavonden
heeft men getracht de interesse van
de vrouwen te wekken. Een modem
opgezette advertentiecampagne van
het arbeidsbureau waarin de aandacht
van gehuwde en ongehuwde vrouwen
werd gevraagd voor part time werk
bij het bedrijfsleven in en om Rotter
dam, heeft tenslotte de doorslag gege
ven.
Van de veelbesproken drempelvrees
die gehuwde vrouwen voor het ar
beidsbureau zouden hebben, is volgens
de heer De Jong bij zijn bureau
weinig of niets te merken. Hij gelooft
dat die kloof, mede door de nieuwe
aanpak van dit werk, wel aardig over
brug is. „Bovendien hebben we een
leuk, modem gebouw en een korps
met veel jonge mensen die gemakke
lijk contacten leggen. Nee, die drem
pel is bij ons niet zo hoog".
Een belangrijk aspect van de Rot
terdamse aanpak vindt de heer De
Jong het feit, dat op deze manier bij
het bedrijfsleven meer begrip ontstaat
voor bepaalde argumenten betreffende
het part time-werk, omdat die argu
menten nu uit de .neutrale hoek' van
het arbeidsbureau komen. Er blijft
echter altijd een categorie vrouwen
die niet aan part time-werk kan wor
den geholpen, omdat ze extreme
werktijden eisen, maar naar zijn erva
ring komt dat weinig voor. Hij vertelt
ook dat het op deze manier losge
woelde arbeidspotentieel veel groter
is dan men aanvankelijk vermoedde
en dat er tot nu toe bijzonder veel
kwalitatief goed aanbod' blijkt te zit
ten bij de getrouwde vrouwen die
willen werken.
Waarom willen ze gaan werken?
Niet meer in de eerste plaats voor
het geld, al zijn e naturlijk uitzon
deringsgevallen zoals alleenstaande
vrouwen die een gezin moeten onder
houden. „Maar het eventjes-een-nieu
we-tv-verdienen is er niet meer bij"
meent de directeur van het Rotter
damse arbeidsbureau. „Het sociaal
contact, de leuke baan staan op de
eerste plaats. Het is wel opvallend
dat bijna iedereen in de ochtenduren
wil werken, onder het motto: dan heb
je het achter de rug en is de rest van
de dag voor jezelf".
Een probleem dat zwaar weegt in
de part time-arbeidsbemiddeling voor
gehuwde vrouwen zijn nog altijd de
vakanties. De bedrijven die welwillend
staan tegenover een verzoek van ge
trouwde part-timers om extra onbe
taald verlof, met hel oog op de va
kanties van de kinderen, zijn nog zeer
schaars in aantal. De heer De Jong
ziet voorlopig voor dat vakantiepro
bleem nog geen oplossing, temeer om-
vakantieperiode toch al moeilijk zit-
dat de meeste bedrijven juist in de
ten met de personeelsbezetting.
Via de arbeidsbureaus kunnen de
gehuwde vrouwen die op een nieuwe
werkkring uit zijn ook kennis maken
met bepaalde mogelijkheden voor
scholing en herscholing voor vrouwen.
„Een heleboel vrouwen weten niet dat
die mogelijkheden er zijn", zegt de
directeur van het Rotterdamse ar
beidsbureau, die overigens ervaren
heeft dat kennismaking met de be
grippen scholing en herscholing soms
tot een extreme keuze bij de werkzoe
kende vrouwen leidt. Beroepen die
met enige "glamour" behangen zijn,
zoals doktersassistente en schoon
heidsspecialiste blijken dan vaak een
grote aantrekkingskracht te hebben,
ook als zo'n keuze in de praktijk niet
reeel is.
Tijdens het gesprek oppert de heer
De Jong dat de mogelijkheid van het
'unieke' van de Rotterdamse part ti
me-afdeling wellicht niet van lange
duur zal zijn, omdat arbeidsbureaus
elders in het land soortgelijke activi
teiten zullen gaan ontwikkelen. Dat
blijkt inderdaad het geval. In Den
Haag heeft het gewestelijk arbeidsbu
reau al geruime tijd een bijkantoortje
in een van de grote warenhuizen
waar (overigens zonder bemiddeling)
inlichtingen over werkgelegenheid
worden gegeven, en in de loop van
komend kwartaal is ook bij dit ar
beidsbureau de instelling van een af-
zohderlijke part time-afdeling te ver
wachten.
Bij het gewestelijk arbeidsbureau in
Amsterdam (dat al sinds het begin
van de jaren zestig met een speciale
part time-afdeling werkt) zijn de plan
nen voor een totaal nieuwe en andere
aanpak 'in een vergevorderd stadium',
zoals een woordvoerder verzekert.
Men wil in de nabije toekomst veel
meer tijd en energie gaan steken in
het samenbrengen van vraag en aan
bod op dit terrein.
Arnhem, waar het gewestelijk ar
beidsbureau over de part time-proble-
men onder meer nauwe contacten
onderhoudt met Man-Vrouw-Maat
schappij is men, in samenwerking
met diverse organisaties, bezig aan
een enquete inzake part time. Zoe
kend naar de meest geschikte metho
diek om 'dichter bij de werklustige
dames' te komen, hoopt het arbeids
bureau ook hier op betrekkelijk korte
termijn tot een speciale afdeling voor
part time-bemiddeling te komen. In
het uiterste noorden van het land
blijkt de part time-problematiek voor
lopig veel minder toegespitst, al zijn
(volgens het gewestelijk arbeidsbu
reau in Groningen) ook hier de op
werk beluste vrouwen zeker wel aan
wezig.
Tenslotte nog een paar activiteiten
uit het zuid-westen: In Roosendaal
staat op het programma van het ar
beidsbureau een jaarlijkse, breed-opge-
zette enquete inzake de belangstelling-
die het bedrijfsleven in en om deze
stad voor gehuwde werkende vrouwen
heeft. Men signaleert hier bovendien
meer belangstelling dan voorheen van
de zijde van die gehuwde vrouw.
In Goes start het geweste
arbeidsbureau een enquete die
niet alleen inzicht moet geven in
de behoefte aan vrouwelijke arbeids
krachten in deze regio, maar ook over
belangrijke bijkomende factoren, zo
als opvangmogelijkheden voor kinde
ren van vrouwelijke part-timers. Het
lijkt erop dat de arbeidsbureaus aller
wegen bezig zijn hun figuurlijke 'hoge
stoep' voor de in werk geïnteresseer
de vrouw af te breken.
DEN HAAG 'Men haalt waschpot
of -ketel en waschkuipen voor den
dag, zorgt voor de noodige brandstof
fen, voor zeep, soda of zeeppoeder,
voor stijfsel en blauwsel en ook voor
bleekpoeder en andere middelen om
vlekken uit te maken'. Dit is een klein
stukje lectuur uit een huishoudelijk
handboek van enkele tientallen jaren
geleden, betreffende de voor bereidin
gen voor 'de dag van de groote
wasch'. Lectuur uit die zogenaamde
goede oude tijd waarover hedendaag
se huisvrouwen, met de zekerheid van
moderne wasapparatuur en supersnel
wassende wasmiddelen achter de
hand, geamuseerd en ietwat medelij
dend kunnen glimlachen.
Dat lachen begint ons intussen lang
zaam maar zeker te vergaan. Steeds
vaker wordt ook de huisvrouw met
de neus op de problematiek van de
milieu-hygiene gedrukt en in het bij
zonder op die van de watervervuiling.
Steeds vaker leest en hoort ze de
waarschuwing dat ze de huidige sa
menleving (en dus ook zichzelf) maar
een slechte dienst bewijst door het
veelvuldig gebruik van al die witma
kers, ontvetters en bliksemreinigers
die het reclame-apparaat dagelijks op
zo'n lawaaiige manier aan de vrouw
'raoht te brengen.
Nu is het voor de gemiddelde huis
vrouw niet zo eenvoudig om haar
eigen (negatieve) rol in deze sector
van de milieuvervuiling te ontdekken,
want publikaties over problemen als
watervervuiling komen vaak neer op
scheikundige en biologische verhande
lingen die voor de consument te tech
nisch zijn. Maar dit is dan, populair
gezegd, de realiteit: de huisvrouw be
hoort, zender dat zelf te willen of te
weten, tot een van de drie grote
groepen van 'watervervuilers'. Het
huishoudelijk afvalwater is een van
de drie soorten afvalwater die de
gevreesde vervuiling van het opper
vlaktewater in de hand werken.
Daartoe hoort ook het afvalwater
dat de consument buiten de eigen
woning produceert, bijvoorbeeld in de
zomer op recreatieterreinen. Dat huis
houdelijk afvalwater omvat bad- en
douchewater, het sop en spoelwater
uit was- en afwasmachines, het afval
water uit de keuken, het schrobwater
van poetsen en boenen, het met men
selijke afvalprodukten gemengde
spoelwater uit de toiletten, kortom:
alles wat in de riolen verdwijnt.
De hoeveelheid huishoudelijk afval
water in Nederland bedraagt, volgens
recent cijfermateriaal, op het ogenblik
ongeveer 100 liter per persoon per
dag. Die hoeveelheid zal in de komen'
de jaren steeds stijgen en naar schat
ting nog voor het magische jaar
2000 zeker anderhalf keer zo groot
zijn geworden. Dat probleem van de
huishoudelijke watervervuiling is dan
bovendien in de afgelopen jaren nog
aanzienlijk ingewikkelder gemaakt
door het inburgeren van de syntlietl
sche wasmiddelen.
Al zijn veel huishoudelijke reini
gingsmiddelen tegenwoordig zoge
naamd "biologisch afbreekbaar' (te
herkennen aar. de cirkel-met-golfjes
op de verpakking), we blijven voorlo
pig nog even zitten met de fosfaten
die de fabrikanten in hun wasmidde
len stoppen omdat iedereen blijkbaar
'witter dan wic-wasgoed' wil hebben.
Die fosfaten zorgen alweer voor een
aanzienlijke mate van watervervuiling,
omdat ze door de zuiveringsinstalla
ties maar gedeeltelijk uit het afvalwa
ter kunnen worden verwijderd.
Hoe somber dat ook allemaal
klinkt, toch kan op huishoudelijk ter-
Uw (voat)wasmochino
en de watorloidlng
rein heel wat worden gedaan om die
watervervuiling te helpen bestrijden.
Wie niet al te zeer hecht aan een
witter-dan-witte was, kan wasmiddelen
zonder fosfaten gebruiken of in elk
geval de fosfaatmiddelen en allerlei
andere reinigingsmiddelen zo zuinig
mogelijk gebruiken (meer schuim be
tekent echt niet dat de boel nog
schoner wordt). Agressieve schoon
maakmiddelen voor toiletten en ander
sanitair kunnen met hetzelfde resul
taat vervangen worden door gewoon
schuurpoeder en mildere schoonmaak
middelen.
Een klein experiment op dit terrein
zal leren dat de synthetische, sterk
schuimende reinigingsmiddelen voor
ee- heleboel karweitjes kunnen wor
den vervangen door de ouderwetse
zachte zeep. Gootstenen, aanrechten,
sanitair, tegelvloeren, zelfs gladde
vloerbedekkingen van synthetisch ma
teriaal kunnen met groene zeep wor
den schoongemaakt.
Het enige nadeel is dat die vloeren
dan met schoon water moeten wor
den nagedweild. Maar aangezien er
voortdurend luide geroepen wordt dat
25 en 26 september 1971
Hulpcentrum Noord- en Midden-
Zeeland
01100-4444
POLITIE
alarmno. 01180-5800
AMBULANCE
bij ongevallen
telefoon 01180-5800
BRANDWEER
alarmno. 01180-2233
de huisvrouwen van tegenwoordig te
veel vrije tijd en te weinig lichaams
beweging hebben, mag dat nauwelijks
een bezwaar v/orden genoemd. Voor
de huishoudportemonnee hebben die
eerlijke ouderwetse reinigingsmidde
len dan nog het voordeel dat ze voor
luttele dubbeltjes per bus te koop
zijn.
Uit het documentatiecentrum van
een van de 'verenigingen milieuhygië
ne' die in verscheidene delen van
Nederland actief zijn, komen nog de
volgende huishoudelijke tips in de
strijd tegen de watervervuiling. Ge
bruik zo min mogelijk gekleurd cel-
stof toiletpapier of gekleurde celstof
handdoekjes: het papier lost wel op
in water, de verfstoffen echter niet.
Gooi geen koffiedik, theeblaren, rest
jes jus en andere etenswaren of siga
rettenpeukjes in het toilet of in ande
re afvoeren. Deponeer zulke dingen in
de vuilnisbak of (als er een tuin
beschikbaar is) maak een compost-
kuil voor groente- en fruitafval in de
tuin. Op die manier ontstaat er ook
no: mooie natuurlijke compost voor
het tuintje.
Artsen:
Middelburg: za. 0.24.00 uur: dr. De la
Hayze, Seisdam 22, tel. 01180-4305; zo.
dr. P. H. Schram, Oosterscheldestraat
2, tel. 01180-4664.
Westkapelle, Zoutelande, Koudekerke
en Domburg: M. Huygens, De Casem-
brootstraat 24, Westkapelle, tel. 01187-
234.
Souburg, Arnemuiden en Nieuwland:
dr. G. A. v. Bockel, Kanaalstraat 89,
Souburg, tel. 01183-1500.
Serooskerke, Veere, Oostkapelle en
Grijpskerke: A. C. Kousemaker, To
renstraat 46, Serooskerke, tel. 01189-
212.
Dierenarts:
J. C. Klok, Domburgseweg 35, Oostka
pelle, tel. 01188-1443.
Tandarts:
G. H. v. Bergen, Damplein 37, Middel
burg, tel. 01180-2936.
Apotheek:
J. H. Tan-Meijer, Scheldestraat 26,
Vlissingen, tel. 01184-2025.
Vrijdag 24 september tot vrijdag 1
oktober W. Hummelen, Markt 69, Mid
delburg.
W-' "kverpleegsters:
Middelburg en Nieuwland: zuster A.
Jasperse, Prinses Marijkeplein 3, tel.
01180-2919.
Veere, Vrouwenpolder, Serooskerke,
Gapinge, St-Laurens, Aagtekerke en
Domburg: zuster Corrie, Noordstraat
27, Domburg, tel. 01188-1427.
Groene Kruis Souburg: zuster Boers-
ma, Wielingenlaan 2a, tel. 01184-2286.
Oranje-Groene Kruis en Wit-Gele
Kruis Souburg en Ritthem: zuster De
Klerk, Hogeweg 83, Vlissingen, tel.
01184-2040.
GESTOOFD VARKENSVLEES
Gestoofd varkensvlees laat zich heel
goed combineren met allerlei soorten
groenten. Probeer dit eens met papri
ka's en champignons. Enkele tips. Ge
bruik lapjes van ten minste 100 gram
per stuk. Voor het stoven het vlees
licht zouten en bestrooien met wat
peper en nootmuskaat. Als u ze snel
Ier bruin wilt hebbende lapjes even
door de koffiemelk halen. Bind tevens
de jus. Na het aanbraden (nooit te
heet vet), af blussen met water, bouil
lon of witte wijn. Speciale smaakef-
fecten zijn te bereiken door het vlees
vooraf te marineren. Wel het vlees
eerste laten uitlekken voor het bra
den.
In Pittsburgh (V.S.) verdreef
gemeenschapszin de rook
en smook
Met een wit overhemd aan
's morgens de deur uitstappen
en 's avonds thuiskomen zonder
dat het er onfris uitziet dat
is tegenwoordig mogelijk in de
Amerikaanse stad Pittsburg. De
huisvrouwen hangen er de was
buiten op zonnige ochtenden en
hoeven dan 's middags niet op
nieuw de hele boel in het sop te
doen, doordat het alweer vies is
geworden door roet, stof en vie
zigheid uit de fabrieksschoor
stenen. De meeste hoge gebou
wen in het centrum zien eruit
of ze kort geleden zijn gebouwd,
maar in feite is het al heel wat
jaren geleden dat de gevels zijn
schoongemaakt, vaak met zand
stralen.
Voor 1950 was dit niet zo in deze
industriestad in Pennsylvania, VS.
Toen droeg de stad terecht de bij
naam, 'The smoky city', menige dag
was het moeilijk om de huizen aan de
overkant van de straat te zien. Maar
die smerige staalstad van toen is
sinds de tweede wereldoorlog met
84 pet verminderd. Vijftien tot twintig
kilometer ver'kijken vanuit het vroe
ger 'verduisterde' stadscentrum is nu
zeer normaal. IJat wil niet zeggen dat
de instanties die met vervuiling van
het leefmilieu te maken hebben van
alle zorgen zijn verlost: de onzichtba
re gassen zoals koolmonoxyde en zwa-
veldioxyde afkomstig van uitlaat
gassen van de vele auto's en van de
branding van stookolie vormen nu
nog negentig procent van het vervui
lingsprobleem. Maar de tendens is
omgebogen en dat is al een succes.
De sleutel tot dit succes was de
bereidheid tot samenwerking die de
burgerij aan de dag legde. Vastbeslo
ten, hoewel het aanvankelijk een
haast onbegonnen werk moest lijken.
Toen Pittsburgh en het Allegheny-dis
trict de strijd tegen rook en smook
aanbonden was de situatie zo:
1.600.000 mensen woonden er in
500.000 huizen, waarvan de meeste
werden verwarmd met kachels en
fornuizen, waarin zachte koolsoor
ten werden gestookt;
een enorm complex van 1600 indus
triële installaties stond in het ge
bied: daaronder waren hoogovens
van de staalfabrieken, cokesovens,
steenbakkerijen, kolenmijnen, verf-
fabrieken, chemische fabrieken en
olieraffinaderijen;
massa's treinen en schepen voeren
door Allegheny-county. Het totaal
van deze som was een angstwek
kende hoeveelheid walmproduktie,
maar men bleek bereid die met
gezamenlijke inspanning te lijf te
gaan. Regeringshulp kwam er niet
aan te pas, wel zeer grote gemeen
schapszin;
de gezinnen waren bereid vrijwillig
hetzij af te zien van het gebruik
van de goedkope zachte koolsoor
ten of om speciale branders te
laten monteren, die de geprodu
ceerde hoeveelheid rook vermin
derden;
industrieën bleken bereid grote
sommen gelds te steken in installa
ties, die de rookontwikkeling aan
zienlijk verminderden of zelfs ge
heel lieten verdwijnen;
spoorwegen en scheepvaartbedrij
ven boden vrijwillig aan van de
door goedkoopte der kolen nog
veel gebruikte stoommachines over
te stappen op dieselmotoren;
de kolenmijnen boden aan branden
in de afvalhopen naast de mijn
schachten snel en radicaal te doven.
Dit waren zaken die in totaal meer
dan 1,2 miljard gulden hebben gekost
sinds het einde van de oorlog een
kwart voor rekening van particulie
ren, driekwart voor rekening van het
bedrijfsleven. Wat ook bijdroeg tot
het succes was dat iedere industrie
die iets ontdekte waardoor het de
rookoverlast kon verminderen de vin
ding terstond ook ter beschikking
stelde van de concurrentie. Zo hielpen
de industrieën ook mee aan het invoe
ren van stringentere bepalingen ten
aanzien van atmosfeer-verontreinigen
de bedrijvigheden.
De eigenlijke strijd tegen de rook
begon al in 1939, maar het duurde
zeker zeven jaar voor enig resultaat
te zien was. Allerlei organisaties wa
ren actief, maar dat was voorname
lijk om de geesten voor te bereiden
op de grote slag, die kwam bij de
burgemeestersverkiezing van 1945
David L. Lawrence, een rijke indus
trieel, voerde zijn campagne met gro
te nadruk op de noodzaak de rook
die Pittsburgh zijn bijnaam gaf uit te
roeien. De burgerij stond voor de
keuze en toen in 1945 was lang niet
Laat do fnstallatto over aan een erkende
installateur. Hi) weet of de machine een
Ingebouwde beveiliging heeft,.
«■»- -ïQlfc
Is dot niet het geval, dan Installeert hij
een kraan met oon Ingcbouwdo beluchtor
(snuiver) en plaatst dozo 30 cm boven
do bovenkant van het apparaat.
Sluit de kraan van do (vaatjwasmaehino
altijd af ma gebruik opdat de slang niet
'barst.
De Parijse couturiers keren voor het
komend seizoen terug naar een draag
bare mode. Teruggekomen van de on
flatteuze midi's en maxi's en het ande
re uiterste de hotpants, lanceerden ze
vrijwel eensgezind knielange, comfor
tabele wintercollecties.
Toch zaten er nogal wat verschillen
tussen de collecties onderling. De ene
mode-koning paste een strenge stijl
en sombere tinten toe, de ander maak
te gebruik van opgewekte kleuren en
vrolijke lijnen. Een paar voorbeelden.
Een simpele, rechtlijnige mantel uit Ungaro's najaarscollectie.
Yves St-Laurent greep terug naar de
jaren 40. wat niet iedereen evenzeer
waardeerde. Jonge Parisiennes zweren
echter bij deze bonte combinaties van
de jonge couturier.
iedereen zo erg overtuigd van de
noodzaak. Huiseigenaren kregen te ho
ren dat de overschakeling op rookar
me brandstoffen een dure grap voor
hen zou worden. Er werd betoogd dat
Pittsburgh door strikte anti-rook-voor-
schriften bedrijven zou verliezen en
dat de stad een spookstad vol werklo
zen zou worden als Lawrence zijn zin
kreeg. Maar Lawrence won en hij
voerde zijn verkiezingsbeloften uit.
Zijn argumenten maakten zijn streven
ook een logische keus. Hij had dok
tersattesten dat Pittsburgh een onge
zonde stad was om in te leven in
1945 bijvoorbeeld had de stad het
hoogste percentage sterfgevallen aan
longontsteking. Hij kon ook melden
dat veertig bedrijven Pittsburgh wil
de rook-ordinanties, maar om de
rook, het vieze water, de verontreinig
de lucht en bovendien het voortdu
rend gevaar voor overstromingen.
Op 1 oktober 1946 werd de eerste
reeks bepalingen van kracht, terstond
voor de fabrieken de burgerij
kreeg een jaar de tijd om oplossingen
te financieren. Binnen twee jaar was
de verbetering merkbaar: het aantal
dagen met waarneembare zonneschijn
was met 39% toegenomen. In 1949
sloten industrie, vakbonden, scholen,
pers, middenstand en huiseigenaren
de gelederen om verdergaande bepa
lingen door te voeren de wet werd
ontworpen met medewerking van
juist hen die er financieel de zwaarste
lasten door kregen opgelegd. Maar op
scholen, voor de radio en in de kran
ten was iedereen uitvoerig voorgelicht
over wat tegenover de lasten stond,
ook al zou dit niet van de ene dag op
de andere merkbaar zijn.
Des te verheugender was het dat
binnen korte tijd al verbeteringen van
betekenis merkbaar werden. Ieder
jaarrapport bracht weer goede tijdin
gen en na enige tijd waren die rap
porten eigenlijk overbodig: iedere
Pittsburgher zag het met zijn eigen
ogen. En men merkte ook dat het
niet alleen geld had gekost om de
stad reiner te maken, maar aan de
andere kant ook geld had bespaard:
het verdwijnen van roet en walm
maakte dat er in een jaar 140 miljoen
gulden minder betaald werd aan reke
ningen voor wasserijen en stomerijen.
En nu er weer genoeg licht en helder
heid voorhanden was, gingen de Pitts-
burghers ook wat meer letten op het
uiterlijk van hun stad. Er kwam een
grote opleving in de bouwactiviteiten
het gezicht van de stad werd
radicaal veranderd.
Verbetering na verbetering dus, maar
Pittsburgh en Allegheny-county gingen
niet op hun lauweren rusten. Nieuwe
voorschriften werden ontworpen om
ook de open hoogovens, de fabrieken
van hoogovencement en andere instal
laties, die buiten de eerste verorde
ning waren gebleven (omdat er geen
methode bekend was om hun uitwase
mingen en stofverspreiding te beper
ken) te verplichten met minder over
last te werken.
In maart 1960 werden die van kracht
en een vluchtige blik over de statistie
ken laat zien hoe sindsdien Pittsburgh
een veel en veel schonere en gezonde
re stad is geworden. Zo mat bijvoor
beeld in 1962 de federale gezondheids
dienst de hoeveelheid fijn stof per
vierkante kilometer in elf steden. Ex-
smoky city Pittsburgh stond glorieus
op de tweede plaats, vlak achter Salt
Lake City waar de industriële omstan
digheden het aanzienlijk gemakkelij-
ker maken vervuiling te bestrijden.
Pittsburgh schept moed uit de behaal
de successen. De burgerij weet dat de
strijd tegen vervuiling nooit helemaal
gewonnen kan zijn maar ze durven
hem aan: hun ervaringen met wat te
bereiken is door eensgezinde gemeen
schapszin, geven hen het vertrouwen
dat ook de onzichtbare vervuilers zo
als zwaveldioxyde waarvan de aan
wezigheid al voortdurend door elek
tronische snuivers wordt gecontro
leerd op den duur te verslaan zijn,
als men eendrachtig samenwerkt en
bereid is offers te brengen.