EnqueteinGoes HUISVROUW BEHOORT ONBEWUST TOT DE WATERVERVUILERS Parijs terug naar draagbare mode Met Rotterdamse GAB als koploper DE FAAM Begrip Vakantiemoeilijk- lieden Meer activiteiten Stoepje lager We moeten terug naar de gewone zeep Honderd liter per dag 'Gewone' zeep Weekenddiensten Tip voor de keuken Door bereidheid om offers te brengen Gemeenschapszin Vlucht van industrie Steeds strenger DONDERDAG 23 SEPTEMBER 197» Nieuwe aanpak part-time bemiddeling bij Nederlandse arbeidsbureaus DEN HAAG „Ik wil niet be weren dat een speciale part ti me-afdeling bij de arbeidsbu reaus in deze tijd onmisbaar is, maar wij zien er hier in Rot terdam wel heel gunstige en ple zierige resultaten van". Dit zegt de heer H. J. de Jong, direc teur van het gewestelijk ar beidsbureau in Rotterdam. Dat arbeidsbureau heeft sinds en kele maanden een speciale part time-afdeling, vooral gericht op arbeidsbemiddeling voor werk lustige (gehuwde) vrouwen, die een deel van hun tijd buitens huis produktief willen maken. Een onderneming die, na de on vermijdelijke haken en ogen van elke aanloopperiode, nu goed op gang is gekomen en waarvan de heer De Jong met voldoening constateert, dat een en ander 'gesmeerd' loopt. Vraag en aanbod lopen nu re gelmatig binnen. Voorlopige balans: het aantal vrou welijke gegadigden voor part time- bemiddeling is in stijgende lijn en bedraagt op het ogenblik tussen de 500 en de 600. Ze vertegenwoordigen een breed scala van beroepen: demon- stratrice en kantoorbediende, caissière en verkoopster, apothekers-assistente en bejaardenverzorgster, modinette, typiste en telefoniste. Er zijn ver pleegsters Dij en pedicures, kraamver zorgsters en doktersassistenten. Zwaartepunten van de leeftijden van de op werk beluste gehuwde vrouwen: tussen de 30 en de 50 jaar. Het Rotterdamse GAB levert hier mee een tot nu toe uniek voorbeeld van een frisse en bovendien effectieve aanpak van de part time-bemiddeling. Men is begonnen met het bezoeken van diverse bedrijven om de belang stelling van het bedrijfsleven en de mogelijkheden te peilen. Daarbij zijn niet alleen de verzorgende sector en administratieve beroepen, maar ook ails 'typisch mannelijk' te boek staan de handvaardigheidsberoepen onder de loep genomen. Gegevens van het part time-aanbod m de verschillende secties van het GAB zijn, uitgebreid met de verlengde werktijden, in de grote bedrijven uit gezet. Via de voorlichtingsavonden heeft men getracht de interesse van de vrouwen te wekken. Een modem opgezette advertentiecampagne van het arbeidsbureau waarin de aandacht van gehuwde en ongehuwde vrouwen werd gevraagd voor part time werk bij het bedrijfsleven in en om Rotter dam, heeft tenslotte de doorslag gege ven. Van de veelbesproken drempelvrees die gehuwde vrouwen voor het ar beidsbureau zouden hebben, is volgens de heer De Jong bij zijn bureau weinig of niets te merken. Hij gelooft dat die kloof, mede door de nieuwe aanpak van dit werk, wel aardig over brug is. „Bovendien hebben we een leuk, modem gebouw en een korps met veel jonge mensen die gemakke lijk contacten leggen. Nee, die drem pel is bij ons niet zo hoog". Een belangrijk aspect van de Rot terdamse aanpak vindt de heer De Jong het feit, dat op deze manier bij het bedrijfsleven meer begrip ontstaat voor bepaalde argumenten betreffende het part time-werk, omdat die argu menten nu uit de .neutrale hoek' van het arbeidsbureau komen. Er blijft echter altijd een categorie vrouwen die niet aan part time-werk kan wor den geholpen, omdat ze extreme werktijden eisen, maar naar zijn erva ring komt dat weinig voor. Hij vertelt ook dat het op deze manier losge woelde arbeidspotentieel veel groter is dan men aanvankelijk vermoedde en dat er tot nu toe bijzonder veel kwalitatief goed aanbod' blijkt te zit ten bij de getrouwde vrouwen die willen werken. Waarom willen ze gaan werken? Niet meer in de eerste plaats voor het geld, al zijn e naturlijk uitzon deringsgevallen zoals alleenstaande vrouwen die een gezin moeten onder houden. „Maar het eventjes-een-nieu we-tv-verdienen is er niet meer bij" meent de directeur van het Rotter damse arbeidsbureau. „Het sociaal contact, de leuke baan staan op de eerste plaats. Het is wel opvallend dat bijna iedereen in de ochtenduren wil werken, onder het motto: dan heb je het achter de rug en is de rest van de dag voor jezelf". Een probleem dat zwaar weegt in de part time-arbeidsbemiddeling voor gehuwde vrouwen zijn nog altijd de vakanties. De bedrijven die welwillend staan tegenover een verzoek van ge trouwde part-timers om extra onbe taald verlof, met hel oog op de va kanties van de kinderen, zijn nog zeer schaars in aantal. De heer De Jong ziet voorlopig voor dat vakantiepro bleem nog geen oplossing, temeer om- vakantieperiode toch al moeilijk zit- dat de meeste bedrijven juist in de ten met de personeelsbezetting. Via de arbeidsbureaus kunnen de gehuwde vrouwen die op een nieuwe werkkring uit zijn ook kennis maken met bepaalde mogelijkheden voor scholing en herscholing voor vrouwen. „Een heleboel vrouwen weten niet dat die mogelijkheden er zijn", zegt de directeur van het Rotterdamse ar beidsbureau, die overigens ervaren heeft dat kennismaking met de be grippen scholing en herscholing soms tot een extreme keuze bij de werkzoe kende vrouwen leidt. Beroepen die met enige "glamour" behangen zijn, zoals doktersassistente en schoon heidsspecialiste blijken dan vaak een grote aantrekkingskracht te hebben, ook als zo'n keuze in de praktijk niet reeel is. Tijdens het gesprek oppert de heer De Jong dat de mogelijkheid van het 'unieke' van de Rotterdamse part ti me-afdeling wellicht niet van lange duur zal zijn, omdat arbeidsbureaus elders in het land soortgelijke activi teiten zullen gaan ontwikkelen. Dat blijkt inderdaad het geval. In Den Haag heeft het gewestelijk arbeidsbu reau al geruime tijd een bijkantoortje in een van de grote warenhuizen waar (overigens zonder bemiddeling) inlichtingen over werkgelegenheid worden gegeven, en in de loop van komend kwartaal is ook bij dit ar beidsbureau de instelling van een af- zohderlijke part time-afdeling te ver wachten. Bij het gewestelijk arbeidsbureau in Amsterdam (dat al sinds het begin van de jaren zestig met een speciale part time-afdeling werkt) zijn de plan nen voor een totaal nieuwe en andere aanpak 'in een vergevorderd stadium', zoals een woordvoerder verzekert. Men wil in de nabije toekomst veel meer tijd en energie gaan steken in het samenbrengen van vraag en aan bod op dit terrein. Arnhem, waar het gewestelijk ar beidsbureau over de part time-proble- men onder meer nauwe contacten onderhoudt met Man-Vrouw-Maat schappij is men, in samenwerking met diverse organisaties, bezig aan een enquete inzake part time. Zoe kend naar de meest geschikte metho diek om 'dichter bij de werklustige dames' te komen, hoopt het arbeids bureau ook hier op betrekkelijk korte termijn tot een speciale afdeling voor part time-bemiddeling te komen. In het uiterste noorden van het land blijkt de part time-problematiek voor lopig veel minder toegespitst, al zijn (volgens het gewestelijk arbeidsbu reau in Groningen) ook hier de op werk beluste vrouwen zeker wel aan wezig. Tenslotte nog een paar activiteiten uit het zuid-westen: In Roosendaal staat op het programma van het ar beidsbureau een jaarlijkse, breed-opge- zette enquete inzake de belangstelling- die het bedrijfsleven in en om deze stad voor gehuwde werkende vrouwen heeft. Men signaleert hier bovendien meer belangstelling dan voorheen van de zijde van die gehuwde vrouw. In Goes start het geweste arbeidsbureau een enquete die niet alleen inzicht moet geven in de behoefte aan vrouwelijke arbeids krachten in deze regio, maar ook over belangrijke bijkomende factoren, zo als opvangmogelijkheden voor kinde ren van vrouwelijke part-timers. Het lijkt erop dat de arbeidsbureaus aller wegen bezig zijn hun figuurlijke 'hoge stoep' voor de in werk geïnteresseer de vrouw af te breken. DEN HAAG 'Men haalt waschpot of -ketel en waschkuipen voor den dag, zorgt voor de noodige brandstof fen, voor zeep, soda of zeeppoeder, voor stijfsel en blauwsel en ook voor bleekpoeder en andere middelen om vlekken uit te maken'. Dit is een klein stukje lectuur uit een huishoudelijk handboek van enkele tientallen jaren geleden, betreffende de voor bereidin gen voor 'de dag van de groote wasch'. Lectuur uit die zogenaamde goede oude tijd waarover hedendaag se huisvrouwen, met de zekerheid van moderne wasapparatuur en supersnel wassende wasmiddelen achter de hand, geamuseerd en ietwat medelij dend kunnen glimlachen. Dat lachen begint ons intussen lang zaam maar zeker te vergaan. Steeds vaker wordt ook de huisvrouw met de neus op de problematiek van de milieu-hygiene gedrukt en in het bij zonder op die van de watervervuiling. Steeds vaker leest en hoort ze de waarschuwing dat ze de huidige sa menleving (en dus ook zichzelf) maar een slechte dienst bewijst door het veelvuldig gebruik van al die witma kers, ontvetters en bliksemreinigers die het reclame-apparaat dagelijks op zo'n lawaaiige manier aan de vrouw 'raoht te brengen. Nu is het voor de gemiddelde huis vrouw niet zo eenvoudig om haar eigen (negatieve) rol in deze sector van de milieuvervuiling te ontdekken, want publikaties over problemen als watervervuiling komen vaak neer op scheikundige en biologische verhande lingen die voor de consument te tech nisch zijn. Maar dit is dan, populair gezegd, de realiteit: de huisvrouw be hoort, zender dat zelf te willen of te weten, tot een van de drie grote groepen van 'watervervuilers'. Het huishoudelijk afvalwater is een van de drie soorten afvalwater die de gevreesde vervuiling van het opper vlaktewater in de hand werken. Daartoe hoort ook het afvalwater dat de consument buiten de eigen woning produceert, bijvoorbeeld in de zomer op recreatieterreinen. Dat huis houdelijk afvalwater omvat bad- en douchewater, het sop en spoelwater uit was- en afwasmachines, het afval water uit de keuken, het schrobwater van poetsen en boenen, het met men selijke afvalprodukten gemengde spoelwater uit de toiletten, kortom: alles wat in de riolen verdwijnt. De hoeveelheid huishoudelijk afval water in Nederland bedraagt, volgens recent cijfermateriaal, op het ogenblik ongeveer 100 liter per persoon per dag. Die hoeveelheid zal in de komen' de jaren steeds stijgen en naar schat ting nog voor het magische jaar 2000 zeker anderhalf keer zo groot zijn geworden. Dat probleem van de huishoudelijke watervervuiling is dan bovendien in de afgelopen jaren nog aanzienlijk ingewikkelder gemaakt door het inburgeren van de syntlietl sche wasmiddelen. Al zijn veel huishoudelijke reini gingsmiddelen tegenwoordig zoge naamd "biologisch afbreekbaar' (te herkennen aar. de cirkel-met-golfjes op de verpakking), we blijven voorlo pig nog even zitten met de fosfaten die de fabrikanten in hun wasmidde len stoppen omdat iedereen blijkbaar 'witter dan wic-wasgoed' wil hebben. Die fosfaten zorgen alweer voor een aanzienlijke mate van watervervuiling, omdat ze door de zuiveringsinstalla ties maar gedeeltelijk uit het afvalwa ter kunnen worden verwijderd. Hoe somber dat ook allemaal klinkt, toch kan op huishoudelijk ter- Uw (voat)wasmochino en de watorloidlng rein heel wat worden gedaan om die watervervuiling te helpen bestrijden. Wie niet al te zeer hecht aan een witter-dan-witte was, kan wasmiddelen zonder fosfaten gebruiken of in elk geval de fosfaatmiddelen en allerlei andere reinigingsmiddelen zo zuinig mogelijk gebruiken (meer schuim be tekent echt niet dat de boel nog schoner wordt). Agressieve schoon maakmiddelen voor toiletten en ander sanitair kunnen met hetzelfde resul taat vervangen worden door gewoon schuurpoeder en mildere schoonmaak middelen. Een klein experiment op dit terrein zal leren dat de synthetische, sterk schuimende reinigingsmiddelen voor ee- heleboel karweitjes kunnen wor den vervangen door de ouderwetse zachte zeep. Gootstenen, aanrechten, sanitair, tegelvloeren, zelfs gladde vloerbedekkingen van synthetisch ma teriaal kunnen met groene zeep wor den schoongemaakt. Het enige nadeel is dat die vloeren dan met schoon water moeten wor den nagedweild. Maar aangezien er voortdurend luide geroepen wordt dat 25 en 26 september 1971 Hulpcentrum Noord- en Midden- Zeeland 01100-4444 POLITIE alarmno. 01180-5800 AMBULANCE bij ongevallen telefoon 01180-5800 BRANDWEER alarmno. 01180-2233 de huisvrouwen van tegenwoordig te veel vrije tijd en te weinig lichaams beweging hebben, mag dat nauwelijks een bezwaar v/orden genoemd. Voor de huishoudportemonnee hebben die eerlijke ouderwetse reinigingsmidde len dan nog het voordeel dat ze voor luttele dubbeltjes per bus te koop zijn. Uit het documentatiecentrum van een van de 'verenigingen milieuhygië ne' die in verscheidene delen van Nederland actief zijn, komen nog de volgende huishoudelijke tips in de strijd tegen de watervervuiling. Ge bruik zo min mogelijk gekleurd cel- stof toiletpapier of gekleurde celstof handdoekjes: het papier lost wel op in water, de verfstoffen echter niet. Gooi geen koffiedik, theeblaren, rest jes jus en andere etenswaren of siga rettenpeukjes in het toilet of in ande re afvoeren. Deponeer zulke dingen in de vuilnisbak of (als er een tuin beschikbaar is) maak een compost- kuil voor groente- en fruitafval in de tuin. Op die manier ontstaat er ook no: mooie natuurlijke compost voor het tuintje. Artsen: Middelburg: za. 0.24.00 uur: dr. De la Hayze, Seisdam 22, tel. 01180-4305; zo. dr. P. H. Schram, Oosterscheldestraat 2, tel. 01180-4664. Westkapelle, Zoutelande, Koudekerke en Domburg: M. Huygens, De Casem- brootstraat 24, Westkapelle, tel. 01187- 234. Souburg, Arnemuiden en Nieuwland: dr. G. A. v. Bockel, Kanaalstraat 89, Souburg, tel. 01183-1500. Serooskerke, Veere, Oostkapelle en Grijpskerke: A. C. Kousemaker, To renstraat 46, Serooskerke, tel. 01189- 212. Dierenarts: J. C. Klok, Domburgseweg 35, Oostka pelle, tel. 01188-1443. Tandarts: G. H. v. Bergen, Damplein 37, Middel burg, tel. 01180-2936. Apotheek: J. H. Tan-Meijer, Scheldestraat 26, Vlissingen, tel. 01184-2025. Vrijdag 24 september tot vrijdag 1 oktober W. Hummelen, Markt 69, Mid delburg. W-' "kverpleegsters: Middelburg en Nieuwland: zuster A. Jasperse, Prinses Marijkeplein 3, tel. 01180-2919. Veere, Vrouwenpolder, Serooskerke, Gapinge, St-Laurens, Aagtekerke en Domburg: zuster Corrie, Noordstraat 27, Domburg, tel. 01188-1427. Groene Kruis Souburg: zuster Boers- ma, Wielingenlaan 2a, tel. 01184-2286. Oranje-Groene Kruis en Wit-Gele Kruis Souburg en Ritthem: zuster De Klerk, Hogeweg 83, Vlissingen, tel. 01184-2040. GESTOOFD VARKENSVLEES Gestoofd varkensvlees laat zich heel goed combineren met allerlei soorten groenten. Probeer dit eens met papri ka's en champignons. Enkele tips. Ge bruik lapjes van ten minste 100 gram per stuk. Voor het stoven het vlees licht zouten en bestrooien met wat peper en nootmuskaat. Als u ze snel Ier bruin wilt hebbende lapjes even door de koffiemelk halen. Bind tevens de jus. Na het aanbraden (nooit te heet vet), af blussen met water, bouil lon of witte wijn. Speciale smaakef- fecten zijn te bereiken door het vlees vooraf te marineren. Wel het vlees eerste laten uitlekken voor het bra den. In Pittsburgh (V.S.) verdreef gemeenschapszin de rook en smook Met een wit overhemd aan 's morgens de deur uitstappen en 's avonds thuiskomen zonder dat het er onfris uitziet dat is tegenwoordig mogelijk in de Amerikaanse stad Pittsburg. De huisvrouwen hangen er de was buiten op zonnige ochtenden en hoeven dan 's middags niet op nieuw de hele boel in het sop te doen, doordat het alweer vies is geworden door roet, stof en vie zigheid uit de fabrieksschoor stenen. De meeste hoge gebou wen in het centrum zien eruit of ze kort geleden zijn gebouwd, maar in feite is het al heel wat jaren geleden dat de gevels zijn schoongemaakt, vaak met zand stralen. Voor 1950 was dit niet zo in deze industriestad in Pennsylvania, VS. Toen droeg de stad terecht de bij naam, 'The smoky city', menige dag was het moeilijk om de huizen aan de overkant van de straat te zien. Maar die smerige staalstad van toen is sinds de tweede wereldoorlog met 84 pet verminderd. Vijftien tot twintig kilometer ver'kijken vanuit het vroe ger 'verduisterde' stadscentrum is nu zeer normaal. IJat wil niet zeggen dat de instanties die met vervuiling van het leefmilieu te maken hebben van alle zorgen zijn verlost: de onzichtba re gassen zoals koolmonoxyde en zwa- veldioxyde afkomstig van uitlaat gassen van de vele auto's en van de branding van stookolie vormen nu nog negentig procent van het vervui lingsprobleem. Maar de tendens is omgebogen en dat is al een succes. De sleutel tot dit succes was de bereidheid tot samenwerking die de burgerij aan de dag legde. Vastbeslo ten, hoewel het aanvankelijk een haast onbegonnen werk moest lijken. Toen Pittsburgh en het Allegheny-dis trict de strijd tegen rook en smook aanbonden was de situatie zo: 1.600.000 mensen woonden er in 500.000 huizen, waarvan de meeste werden verwarmd met kachels en fornuizen, waarin zachte koolsoor ten werden gestookt; een enorm complex van 1600 indus triële installaties stond in het ge bied: daaronder waren hoogovens van de staalfabrieken, cokesovens, steenbakkerijen, kolenmijnen, verf- fabrieken, chemische fabrieken en olieraffinaderijen; massa's treinen en schepen voeren door Allegheny-county. Het totaal van deze som was een angstwek kende hoeveelheid walmproduktie, maar men bleek bereid die met gezamenlijke inspanning te lijf te gaan. Regeringshulp kwam er niet aan te pas, wel zeer grote gemeen schapszin; de gezinnen waren bereid vrijwillig hetzij af te zien van het gebruik van de goedkope zachte koolsoor ten of om speciale branders te laten monteren, die de geprodu ceerde hoeveelheid rook vermin derden; industrieën bleken bereid grote sommen gelds te steken in installa ties, die de rookontwikkeling aan zienlijk verminderden of zelfs ge heel lieten verdwijnen; spoorwegen en scheepvaartbedrij ven boden vrijwillig aan van de door goedkoopte der kolen nog veel gebruikte stoommachines over te stappen op dieselmotoren; de kolenmijnen boden aan branden in de afvalhopen naast de mijn schachten snel en radicaal te doven. Dit waren zaken die in totaal meer dan 1,2 miljard gulden hebben gekost sinds het einde van de oorlog een kwart voor rekening van particulie ren, driekwart voor rekening van het bedrijfsleven. Wat ook bijdroeg tot het succes was dat iedere industrie die iets ontdekte waardoor het de rookoverlast kon verminderen de vin ding terstond ook ter beschikking stelde van de concurrentie. Zo hielpen de industrieën ook mee aan het invoe ren van stringentere bepalingen ten aanzien van atmosfeer-verontreinigen de bedrijvigheden. De eigenlijke strijd tegen de rook begon al in 1939, maar het duurde zeker zeven jaar voor enig resultaat te zien was. Allerlei organisaties wa ren actief, maar dat was voorname lijk om de geesten voor te bereiden op de grote slag, die kwam bij de burgemeestersverkiezing van 1945 David L. Lawrence, een rijke indus trieel, voerde zijn campagne met gro te nadruk op de noodzaak de rook die Pittsburgh zijn bijnaam gaf uit te roeien. De burgerij stond voor de keuze en toen in 1945 was lang niet Laat do fnstallatto over aan een erkende installateur. Hi) weet of de machine een Ingebouwde beveiliging heeft,. «■»- -ïQlfc Is dot niet het geval, dan Installeert hij een kraan met oon Ingcbouwdo beluchtor (snuiver) en plaatst dozo 30 cm boven do bovenkant van het apparaat. Sluit de kraan van do (vaatjwasmaehino altijd af ma gebruik opdat de slang niet 'barst. De Parijse couturiers keren voor het komend seizoen terug naar een draag bare mode. Teruggekomen van de on flatteuze midi's en maxi's en het ande re uiterste de hotpants, lanceerden ze vrijwel eensgezind knielange, comfor tabele wintercollecties. Toch zaten er nogal wat verschillen tussen de collecties onderling. De ene mode-koning paste een strenge stijl en sombere tinten toe, de ander maak te gebruik van opgewekte kleuren en vrolijke lijnen. Een paar voorbeelden. Een simpele, rechtlijnige mantel uit Ungaro's najaarscollectie. Yves St-Laurent greep terug naar de jaren 40. wat niet iedereen evenzeer waardeerde. Jonge Parisiennes zweren echter bij deze bonte combinaties van de jonge couturier. iedereen zo erg overtuigd van de noodzaak. Huiseigenaren kregen te ho ren dat de overschakeling op rookar me brandstoffen een dure grap voor hen zou worden. Er werd betoogd dat Pittsburgh door strikte anti-rook-voor- schriften bedrijven zou verliezen en dat de stad een spookstad vol werklo zen zou worden als Lawrence zijn zin kreeg. Maar Lawrence won en hij voerde zijn verkiezingsbeloften uit. Zijn argumenten maakten zijn streven ook een logische keus. Hij had dok tersattesten dat Pittsburgh een onge zonde stad was om in te leven in 1945 bijvoorbeeld had de stad het hoogste percentage sterfgevallen aan longontsteking. Hij kon ook melden dat veertig bedrijven Pittsburgh wil de rook-ordinanties, maar om de rook, het vieze water, de verontreinig de lucht en bovendien het voortdu rend gevaar voor overstromingen. Op 1 oktober 1946 werd de eerste reeks bepalingen van kracht, terstond voor de fabrieken de burgerij kreeg een jaar de tijd om oplossingen te financieren. Binnen twee jaar was de verbetering merkbaar: het aantal dagen met waarneembare zonneschijn was met 39% toegenomen. In 1949 sloten industrie, vakbonden, scholen, pers, middenstand en huiseigenaren de gelederen om verdergaande bepa lingen door te voeren de wet werd ontworpen met medewerking van juist hen die er financieel de zwaarste lasten door kregen opgelegd. Maar op scholen, voor de radio en in de kran ten was iedereen uitvoerig voorgelicht over wat tegenover de lasten stond, ook al zou dit niet van de ene dag op de andere merkbaar zijn. Des te verheugender was het dat binnen korte tijd al verbeteringen van betekenis merkbaar werden. Ieder jaarrapport bracht weer goede tijdin gen en na enige tijd waren die rap porten eigenlijk overbodig: iedere Pittsburgher zag het met zijn eigen ogen. En men merkte ook dat het niet alleen geld had gekost om de stad reiner te maken, maar aan de andere kant ook geld had bespaard: het verdwijnen van roet en walm maakte dat er in een jaar 140 miljoen gulden minder betaald werd aan reke ningen voor wasserijen en stomerijen. En nu er weer genoeg licht en helder heid voorhanden was, gingen de Pitts- burghers ook wat meer letten op het uiterlijk van hun stad. Er kwam een grote opleving in de bouwactiviteiten het gezicht van de stad werd radicaal veranderd. Verbetering na verbetering dus, maar Pittsburgh en Allegheny-county gingen niet op hun lauweren rusten. Nieuwe voorschriften werden ontworpen om ook de open hoogovens, de fabrieken van hoogovencement en andere instal laties, die buiten de eerste verorde ning waren gebleven (omdat er geen methode bekend was om hun uitwase mingen en stofverspreiding te beper ken) te verplichten met minder over last te werken. In maart 1960 werden die van kracht en een vluchtige blik over de statistie ken laat zien hoe sindsdien Pittsburgh een veel en veel schonere en gezonde re stad is geworden. Zo mat bijvoor beeld in 1962 de federale gezondheids dienst de hoeveelheid fijn stof per vierkante kilometer in elf steden. Ex- smoky city Pittsburgh stond glorieus op de tweede plaats, vlak achter Salt Lake City waar de industriële omstan digheden het aanzienlijk gemakkelij- ker maken vervuiling te bestrijden. Pittsburgh schept moed uit de behaal de successen. De burgerij weet dat de strijd tegen vervuiling nooit helemaal gewonnen kan zijn maar ze durven hem aan: hun ervaringen met wat te bereiken is door eensgezinde gemeen schapszin, geven hen het vertrouwen dat ook de onzichtbare vervuilers zo als zwaveldioxyde waarvan de aan wezigheid al voortdurend door elek tronische snuivers wordt gecontro leerd op den duur te verslaan zijn, als men eendrachtig samenwerkt en bereid is offers te brengen.

Krantenbank Zeeland

de Faam | 1971 | | pagina 9