TURKSE BRUIDEN WORDEN DUURDER De eerste vrouw die de Andes overvloog Naam "SCHROEBRUG" historisch verantwoord MIDDELBURG-TRANSVAAL REMEMBER Donderdag ?1 maart 1971 DE FAAM 11 50ste verjaardag van sensationele gebeurtenis 4 De prijzen in Turkije zijn sinds de devaluatie van verleden jaar augustus bedenkelijk aan het oplopen. Ook die van de bruiden. Van het Turkse platteland komen.alarmerende berichten dat een bruid voor de gewone man haast niet meer te betalen is. De gewone man: daarmee is dan niet bedoeld de Turkse werknemer in 't buitenland, die na jaren met vakantie terugkeert naar zijn dorp om zijn bruid gewoonlijk door zijn ouders en speciaal zijn moeder voor hem uitgekozen tot zich te nemen. Want juist die Europese' Turken met hun harde marken en guldens vormen één van de factoren die de prijs van de dorpsmeisjes voor de .inheemsen' doen oplopen. Een andere factor is de hevige droogte van verleden jaar. Deze maand zal men in Zuid-Amerika de 50ste verjaardag van een groot luchtvaartgebeuren herdenken: de Frangaise Adriènne Bolland wist namelijk een halve eeuw geleden in een onooglijk klein vliegtuig het Andesgebergte te bedwingen. Haar .beklim ming' van de Cordillera de Los Andes was zo fantastisch, dat de Franse ambassadeur in Chili niet aanwezig was om haar te verwelkomen, omdat hij er toch niet in geloofde. De jonge Francaise volbracht deze onderneming in een caudron, die vanuit Europa per schip was aangevoerd. Zij startte vanuit Mendoza en wist na 2 uur en 35 minuten de Passao de Las Cuevas (4200 m) te bereiken. Aan de andere kant van de Andes werd zij opgewacht door twee Chileense vliegers, die haar naar Santiago begeleidden. De tocht duurde 4 uur en 18 minuten en in die tijd had zij ruwweg 200 km afgelegd. De dag na haar aankomst op het vliegveld van Santiago verklaarde de Franse ambassadeur in Chili tegenover de aviatrice: 4k beschouwde het nieuws van uw succes als een goede aprilgrap'. Maar Adriènne wist wel beter: zonder de aanwijzingen van een geest was het haar nooit gelukt. En dat houdt ze ook nu nog vol als ze in haar huis in Parijs herinneringen ophaalt aan haar riskante vlucht. Adriènne Bolland werd geboren in 1897. In haar jeugd had zij haar hart reeds aan de luchtvaart verpand. Toen zij 23 jaar oud was, haalde zij in een caudron g 3 haar vliebrevet; zij was de dertiende vrouw in Frankrijk die het brevet kreeg. Zeven maanden la ter, op 25 augustus 1920, haalde zij tot stomme verbazing van haar .werk gever' René Caudron haar eerste stunt uit: ze vloog als eerste vrouw het Kanaal over ondanks motor- pech. Adriènne Bolland: ,op een dag zei Caudron tegen mij, dat als ik er in zou slagen een looping te maken ik het vliegtuig cadeau zou krijgen.' Het meisje nam de uitdaging aan, nam de stuur knuppel ter hand, steeg op en slaagde erin zes loopings achter el kaar te maken. Caudron hield zijn belofte, schonk het vliegtuig en nam Adriènne in vaste dienst. Een jaar later, in 1921, brak ze het looping record voor vrouwen door liefst 98 loopings te maken. Drie jaar later verbeterde zij deze prestatie door in een c-127 boven het Parijse vliegveld Orly 212 loopings te maken in een tijdsbestek van 73 minuten. 1921 was ook in een ander opzicht voor Adrièn ne Bolland een belangrijk jaar. Zij had namelijk besloten de beruchte Cordillera de Los Andes, waar vijf Zuid-Amerikaanse vliegers reeds de dood hadden gevonden, over te vlie gen. Om dit plan te volbrengen, moest het toestel van Adrienne, een caudron c-3, met een Rhone-motor van 80 pk worden gedemonteerd om per schip naar Zuid-Amerika te kunnen worden gebracht. Nadat de monteur het toe stel weer in elkaar had gezet, onder nam Adriènne op 1 april haar poging. In een vliegtuigje, dat met veel moei te tot 5000 m kon klimmen en dat door de stormachtige wind niet meer dan 100 km per uur kon halen, waag de ze haar sprong over het .monster', met niet meer brandstof aan boord dan voor negen uur. Deze tocht begon ze niet uit ij delheid of chauvinisme. ,Wat mij ertoe gebracht heeft, was gewoon daar te vliegen waar nog nooit iemand gevlogen heeft.' En het lukte haar inderdaad. ,Er zijn maar weinig mensen die weten dat ik erin geslaagd ben dankzij een zekere ma dame Marie Ignarte, een spiritistische uit Argentinië, die lid was van de .Société Jeanne d'Arc'. Op een mor gen drong zij mijn kamer binnen. Ik weet nog altijd niet hoe: ze werden uitstekend bewaakt. Misschien was het intuïtie of was het louter toeval? Ik weet het nog altijd niet.' Inplaats Middelburger A. F. Baljeu: toerist in Middelburg De meeste mensen die 65 worden, vinden het welletjes. Die zetten een dikke punt achter allerlei werkzaam heden en nemen het er van. Maar er zijn er ook bij die gewoon niet stil kunnen zitten. De heer A. F. Baljeu van het Seisbolwerk hoort tot deze laatste categorie. Daarom nemen we de nadere omschrijving van rustend bloemist die bij deze man past, ook met een korreltje zout. Want de heer Baljeu reist graag naar plaatsen waar hij zijn kennis van bloemen en plan ten nog wat kan verdiepen. Veel fraais zag hij tijdens zijn jongste reis naar Zuid-Afrika. maar het hoogte punt van deze trip was wel een be zoek aan het in Traansvaal gelegen plaatsje Middelburg. Hij moest er wel veertien uur voor in het vliegtuig zitten en vijf uur voor treinen, maar de heer Baljeu is er geweest. ,Ik dacht van tevoren: ik kom er dicht in de buurt, dan ga ik er eens even kijken ook. Het is een dorp met een goeie tienduizend blan ke inwoners. Hoeveel kleurlingen er wonen weet ik niet, want die worden niet aangegeven. Maar ik kan beter vertellen wat ik er allemaal heb meegemaakt. En dan komt, geïllus treerd met foto's het verhaal van de heer Baljeu, over zijn bezoek aan Middelburg en de officiële ontvangst. Zijn eerste kennismaking met burge meester Piet Bezuidenhout was al zeer hartelijk. Zegt Baljeu: ,Ik stond op het station en ik belde naar zijn huis. Tien minu ten later waren ze er al om me af te halen. Met een Mercedes zo groot als dit vertrek, zegt hij druk gebarend. En het is me wel een genoeglijk onderhoud geworden. Ik vroeg: burge meester hoe laat gaat u naar bed. Nou half elf, elf uur, zei hij. Maar het is die nacht één uur geworden en het werd op de duur zo'n sfeer van jongens onder mekaar dat hij mij op een gegeven moment zelfs begon uit te maken voor kaaskop. Nou dan moet je wel goede vrienden zijn ge worden als je dit soort dingen durft te zeggen zonder dat er iemand kwaad om wordt'. De volgende dag werd de heer Baljeu voorgesteld aan de secretaris en aan de tuinbouwkundige. En weer een dag later was hij officieel de gast van het gemeentebestuur, of wat daarvoor doorgaat. Want die gemeenten zitten daar anders in elkaar dan hier. Voor al die officiële ontvangst is de heer Baljeu bijgebleven als een groots mo ment. Bij die gelegenheid overhandig de de heer Baljeu de geschenken die hij van burgemeester Wolters had meegekregen. De op schrift gestelde rede van dr P. Meertens uitgesproken bij het 750-jarig bestaan van het Ne- Burgemeester Piet Bezuidenhout en de heer Baljeu wisselen geschenken uit. derlandse Middelburg werd uitgewis seld tegen een boekje van het 100- jarig bestaan van de Transvaalse Mid delburg. Ook overhandigde burgemees ter Piet Bezuidenhout de heer Baljeu een envelop bestemd voor burgemees ter Wolters. De heer Baljeu: ,Ik heb ook nog het een en ander teruggezegd. Ik heb nog wat grappen gemaakt over de mane blussers en zo en over de ambtsketen van die burgemeester, want die ambtsketen bevatte de portretjes van de voorgangers. Ik zei: tegen de tijd dat Middelburg 1000 jaar bestaat hebt u misschien een hefboom nodig om dat ding om te hangen. Nou, dat vond die burgemeester natuurlijk prachtig. Ik zal er gelijk volgende week met het gemeentebestuur over praten, zei hij in zijn antwoord. De heer Baljeu heeft tijdens zijn be zoek aan Middelburg volop de gele genheid gehad om meer over het plaatje te weten te komen. Zo weet hij te melden dat het vroeger Naza reth heette. Toen er plannen werden gemaakt om Middelburg uit te brei den nam men een paard, zette er een ruiter op en liet die stapvoets 24 uur naar het oosten, het noorden, het zui den en het westen rijden. En zo werd daar de grens van de gemeente getrok ken. Zegt de heer Baljeu: ,Je hebt gewoon geen voorstelling hoe groot het er allemaal is. Als je van hier stapvoets twee uur rijdt zit je in Domburg. En dan schieten er nog 22 uur over'. Ook heeft de gemeente Middelburg in Transvaal volgens de heer Baljeu geen moeite met het sluitend krijgen van de begroting. Ze hebben daar een onuitputtelijke kolenmijn...? Eén belevenis tijdens de reis van de heer Baljeu naar Zuid-Afrika willen wij u niet onthouden. Het gaat hier om het feit dat deze Middelburger is aangezien voor aspirant vliegtuigka per. Dat leidt hij tenminste zelf af uit zijn ervaringen onderweg met het vliegtuig. Ik kom in Johannesburg aan. En daar tasten ze me helemaal af. Nou vinden ze op een gegeven moment mijn bloe mistenzakmes dat ik altijd bij me heb. Daar brult me die ene douaneke rel wat naar een ander en neemt vervolgens mijn naam op. Zo zei hij: dat mes krijgt je in Brussel wel weer terug. En inderdaad op de terugweg, we waren nog niet in Brussel geland, kreeg ik dat mes mooi weer terug. En daarmee was ik weer aspirant vlieg tuigkaper af', zo besluit de heer Bal jeu zijn relaas. VïIBöELBüitG lurt Tafij&éesweetr bewek «otvaat vat» cmr. 1 Anlboaj Frasis van Midflelfrirrg. Nederland, Hy toer detar are Eieiwhllefe en vras die sas van die tnirsttneesterspaspr, rdl. Piel Brasoidenlmit en noev, Benridenbcnrt. Dji- beioticr. '/rat 'n plantkundige r-. is DcfKkTiiagegKend saatft snet n griK»1 Hbiisuodnrs in' dre i/'ïsksaaJ onthaal. Mdt. Biajen her. aan die bticge- saeester 'jft wap-en ar- ckxrp want s'ebrfeg 3s;rok -ï gyoetdbriéf van JiuSe ?em«fcttrger, dta. P. A, Wd- l«"£S. Die bewcker filer ecwa* yemaak tan d5e aasvrvhews "wat hy hj»r ge niet het en gesc oat hy groeie «s goeie T*efiSt macs sast hem terug neem. Uit de Middelburg Observer en/ekioadorin. deel.'van e®s ver* te WOTdw - - /-ft'r;: - ..Om bêtfc dat u t'i venfer haie vnorrpCêdig séi wees err das u vir' óns V bak goeie «mtbastaekur is Kd'ibd gaan hef hy "besSsait. De heer A. F. Baljeu, rustend bloemist, heeft onlangs een bezoek aan Zuid-Afrika gebracht. Hij ging op visite bij de burgemeester van Middelburg (Transvaal). Van het college van onze burgemeester kwam onlangs een brief, die wij hier onder laten volgen. 3 Februarie 1971. Die Burgemeester van Middelburg, Stadhuis, Lange Noordstraat 1, MIDDELBURG. Zeeland. Geagte Drs. P. A. Wolters, Vandag het ek die groot voorreg gehad om u afgesant, die heer A. F. Baljeu, te ontvang wat aan my die groete van u en die inwoners van Middelburg-Zeeland oorgébring het. Sy ver- blyf en vertellings was seer aangenaam en interessant. Laat my asseblief to om u hartelik te bedank, vir die goeie wense asook die pragtige stadswapen, brosjure en andere in- ligtingstukke wat aan mij oorhandig is. Ek merk uit u brosjure dat u stad alreeds ouer as 750 jaar is en dat u inwonertal reeds die 30 000 merk verbygesteek het. Ons dörp was pas 'n jaar gelede maar slegts 100 jaar oud en ons blanke inwonertal is tans 10 000. Ons verwag egter dat ons dorp in die volgende vyf na tien jaargeweldig gaan uitbrei as gevolg van toenemende industrialisasie. Namens myself, die Stadsraad en inwoners van Middelburg, Transvaal, wens ek u en Middelburg-Zeeland, alles van die beste toe vir die toekoms. Hoogagtend, die uwe, P. C. BEZUIDENHOUT. Burgemeester van Middelburg, Transvaal. Een vriendelijke brief. Overigens vraag je je af of alleen de blanke inwoners mee tellen bij het bepalen van het inwoneraantal van Middelburg Transvaal. van haar weg te sturen, luisterde Adriènne geboeid naar de vreemde vrouw. ,Ik kom u een advies brengen', vertelde Marie. ,Een geest heeft mij naar u gezonden. Ik moet u raadge vingen overbrengen, zodat u zult sla gen met uw overtocht'. Adriènne Bol land bekent nu dat ze via Marie Ignarte van de geest vernam welke route ze moest nemen. ,Ik moest over een meer vliegen, dat de vorm had van een oester en groen was van kleur. Vervolgens moest ik recht op de berg af vliegen. De berg was hoog en alles leek er op dat ik me er tegen te pletter zou vliegen. Maar ik moest me niet ongerust maken en de aanwij zingen blijven volgen. Op het ogenblik dat een botsing onvermijdelijk zou lijken, zou ik een doorgang vinden, verborgep achter een bergtop, die me rechtstreeks naar de vlakte van Chili zou brengen.' Als eerste slaagde Adriènne Bolland erin over de Cordil lera de Los Andes te vliegen. ,Ik weet zeker dat ik nu het lot van mijn vijf voorgangers zou delen, als ik niet geleid werd door de geest. Die heeft me als het ware bij de hand geno- men', vertelt ze achteraf. Maar daar bij vergeet ze dan een nog veel hache lijker avontuur te vertellen, dat zij kort daarop op de terugweg naar Europa beleefde. Zij moest namelijk een noodlanding in zee maken, nadat een groep grote vogels haar vliegtuig je had beschadigd. Toen het toestel op het water terecht kwam, verloor zij het bewustzijn. Het schoot haar tijdens de duik in zee nog net te binnen dat zij zich in de buurt van de kust bevond, maar ze was wel erg verbaasd toen zij de volgende dag in een lemen hut ontwaakte. Achttien dagen verbleef ze in het gezelschap van enkele indianen, die haar de naam ,de vrouw uit de hemel' gaven. ,Ik zou evengoed achttien maanden bij hun hebben kunnen blijven. Maar gelukkig voer er een schip langs de kust, waarmee ik weer kon terugke ren naar de beschaafde wereld.' Adriènne moest haar brood verdienen en besloot verkeersvlieger te worden. Nog vele jaren zou zij de stuurknup- pel hanteren, maar nooit zal ze meer het gevoel ondergaan van het ogen blik dat zij zich realiseerde de Andes te hebben bedwongen. .Misschien be leef ik het binnenkort nogmaals. Maar dan als gewoon passagier als ik met een lijntoestel ter herdenking van mijn .sprong' van 50 jaar geleden on der mijn voeten de Andes voorbij zie trekken.' Adriene Bolland, de eerste vrouw die een halve eeuw geleden in een onoge- lijk vliegtuig het Andesgebergte wist te bedwingen. Klaar voor de start van het grote luchtvaartgebeuren. zijn 4000 mark of gulden waren zowel voor als na de Turkse devaluatie goed ✓oor een oruid. Maar voor de achter gebleven dorpsjongens is het een re den te meer, zich ook inderdaad .ach tergebleven' te voelen. En zo groeit weer de wachtlijst dergenen (momen teel anderhalf miljoen) die ook naar het rijke westen willen. De .baslik' is één van de vele gebrui ken die de Turken van de Grieken onderscheiden. In Griekenland is het de bruidegom die ,te koop' is: de familie van de bruid moet de ,prika' betalen om haar ,aan de man' te brengen. Dit immers is de prijs voor de veiligheid die hij zijn aanstaande vrouw zal bieden in het leven. Geen rampzaliger man dan een Griekse boer met alleen dochters (of een jonge Griek met alleen zusters: hij moet met trouwen wachten tot ze allemaal het huis uit zijn). In Turkije zijn het juist de vele zoons die een familie arm kunnen maken. Het hoofdgeld moet worden betaald aan de vader van de aanstaande bruid. De moeder van die bruid krijgt dan nog zo'n duizend Turkse pondei, als ,melk-geld' (slit yolu, letterlijk .melk-weg') en haar oudste broer, wiens speciale functie het is geweest haar maagdelijkheid te beschermen krijgt ook nog eens 500 pond .broe der-geld'. De vader van de bruid heeft bovendien nog het recht van zijn aanstaande schoonzoon een geschenk te vragen, al naar zijn luim hem ingeeft. Hij kan bijvoorbeeld zeggen ,ik wil het grote jachtgeweer van je vader', of ,ik wil die grijze ezel van jé oom'. De familie moet ook deze din gen zonder morren afstaan. Met een aantal goudmunten wordt gewoonlijk de .baslik' afgerond. Alvorens de grootte van het hoofdgeld is vastgesteld, wordt bij waterpijp en koffie lang onderhandeld, meestal in het bijzijn van bemiddelaars of arbi ters. Daarbij worden schoonheid en andere kwaliteiten, soms zelfs het aantal kilo's dit draagt in Turkije niet zelden tot het schoonheidsideaal bij in aanmerking genomen. De sociale gedachte die achter de baslik steekt is, dat de ouders geld terug moeten hebben voor al het voedsel enzovoorts dat zij voor het grootbren gen van het meisje hebben moeten uitgeven. Gezegd moet echter worden, dat veel van het verkregen geld weer wordt besteed voor het bruilofstfeest, dat ook in Turkije door de familie van de bruid wordt aangericht. Bruid en bruidegom hebben bij de onderhandelingen niets in het midden te brengen: zij zijn er niet bij aanwe zig en vaak zelfs onkundig ervan. Het moment waarop overeenkomst is be reikt geldt niettemin als .verloving'. Niet zelden moet een bruidegom eer paar jaar bij zijn aanstaande schoon vader werken. Bijvoorbeeld als her der, om de .baslik' bij elkaar te verdienen. In die tijd heeft hij in het geheel nog geen omgang met zijn ver loofde. Ook menige Turkse gastarbei der die uit een dorp komt spaart voor de .baslik', waarmee hij eens zijn bruid zal mogen halen. Uw publikatie van het besluit van b en w van Middelburg om de nieuwe brug over het kanaal .Schroebrug' te noemen geeft mij aanleiding mede te delen dat die naam historisch zeker verantwoord is. Die weg is immers al zeer oud. Reeds in 1665 vermeldde de stadsrekening dat ,de opgezetenen van den Schroeweg betaalden 1/3 of 7.20 (ponden Vlaams) in de kosten van het maken van de gaepat dat is voetpad) mette leenen aen de selve werk, beginnende aan de Vlissingsche poorte ende soo voorts een groot gedeelte van de voors. werk'. Hieruit mag geconcludeerd worden, dat de Schroeweg, evenals vele land wegen in Walcheren, een aarden weg was, een karrespoor, dat zeker in de winter bij langdurige regenval of on gunstig spuiweer voor voetgangers on begaanbaar was. Daarom ook werd in 1665 naast de weg een .gaepat' een verhoogd voetpad aangelegd, waar voor 120 carolus guldens (1 pond Vlaams was 6 gulden: door de .opge zetenen' moest worden betaald. In het boekwerk .Middelburg in oude ansich ten' is een foto van de Schroeweg opgenomen, ik schat in of omstreeks 1900, waarop deze toestand nog onver, anderd kon worden afgebeeld. Ook in de stadrekening van 1745 werd de Schroeweg genoemd. Michaël Mi- davaine ontving van de stad 600 pond Vlaams (3600 guldens) als .koopsom zijner hofstede met sijn huysinge, genaamt Boomenburg, groot 4 gemet en 60 roeden lants, gelegen in den Hayman buyten de Vlissingsche poort, aan de Schroe weg, en op 2 november 1745 in volle eigendom aan deze ctadt getrans porteerd, welk terrein en erve is goed gevonden te approprieeren tot Pesthuijs.' Uit de rekening van 1748 blijkt dat het nieuwe Pesthuijs een stroodak had. Het werd echter reeds in 1764 (15 October) weer verkocht aan Wil lem de Meester. Van hem werd 413 pond Vlaams (2478 guldens) ontvan gen ,voor koop van het hof Boomen burg ofte zoogenaamd Pesthuijs'. De zelfde Willem de Meester kocht in 1769 van de stad voor 1310 Vlaams' ,een heerehuijsinge en boerenwoning genaamd .Niet altijd Zomer', gelegen aan den Veerschen weg, groot 50 gemeten en 39 roeden lants. De stad had in 1764 deze hofstede gekocht om de .spatieuse huijsinge' (dat wil zeg gen het in de ruimte staande huis) in tijd van nood tot Pesthuijs in te richten, zoals blijkt uit de stadsnotu- len van 3 maart 1764. De stad had er toen 1600 Vlaams voor betaald. Voor de verkoop wordt in de notulen geen bepaalde reden vermeld. Het een en ander combinerend ligt de conclu sie voor de hand dat Willem de Meester zo'n beetje ,van de pest' leef de. Zodra in Zeeland de .contagieuse ziek te', de pest, heerste, en dat kwam in die tijden periodiek voor, trof de Magistraat zijn maatregelen en kocht hij uit voorzorg, zo ver mogelijk van de stedelijke bebouwing, een huis om daarin eventuele perstlijders in afzon dering te verplegen. Nu even resume ren: in 1745 werd een dergelijk huis aan de Schroeweg gekocht, in 1748 werd het huis aan de Schroeweg ver kocht aan Willem de Meester, in 1764 werd de spatieuse huijsinge aan de Veerschenweg gekocht, in 1769 werd dit huis weer verkocht aan Willem de Meester. In vroeger tijden was er ook een Pesthuijs in het Bagijnhof. Nog wel midden in de stad, maar daar heeft men dan ook leergeld mee be taald. We gaan dus, dankbaar de geweldige verbetering in de passage van het kanaal, de Schroebrug en de (straks vierbaans) Schroeweg in ere houden. Toch hadden b en w even zinvol de brug de .Singelbrug' kunnen noe men. In .Zeelands Groynk Almanach' van 1779 wordt in de in die tijd gaarne gebruikte vraag en ant woordvorm geantwoord op de vraag: ,Waar is de Roomsche Kerk ge plaatst?' ,Het gebouw, waar der- zelver Godsdienstoefening wordt ge houden is het Huijs, staande op de Stadsbinnensingel, genaamd den Blaauwendijk, niet ver van de Vlissingsche Poort, zijnde vrij ruim en groot, met een kostbaar Au- taar en andere Sieradiën bij dien Godsdienst gebruikelijk, als ook met een fraay orgel voorzien. Nevens de Kerk vindt men ook de Pastory, wel ke door den Pastoor, Onder-Pastoor en Kapellaan bewoond wordt. Welnu, de brug geeft aansluiting aan de Poe- lendaelesingel, die oude Middelburg- sers vroeger ook de Vlissingse Singel noemden, terwijl de huidige Vlissinge Singel, tussen de Langevielebuitenbrug en de brug over de watergang bij de melkfabriek, Tramsingel heette, om dat daar de wisselplaat van de stoom tram en, na 1910, van de electrische- tram was. Het .singelt' daar dus wel en waarom zou dan niet de nieuwe burg .Singelburg' kunnen zijn ge noemd? Beide namens zijn historisch verantwoord, al moet ik toegeven dat de Schroeweg de oudste papieren heeft. J. S. Hoek. Er is één ontsnappingsclausule uit de almacht van de ouders. Als een dorps jongen en een dorpsmeisje echt op elkaar verliefd worden en ze willen zich onttrekken aan de financiële be- disselarijen die hun ouders rondom hun huwelijk zullen opzetten ge steld al dat ze er toestemming voor geven dan is er een romantische uitweg: de schaking. Is duidelijk ge bleken dat het meisje zich vrijwillig heeft laten schaken en de jongen de consequentie wil trekken uit de ge slachtelijke omgang die hij liefst in een grot met haar heeft gehad, dan kan het huwelijk worden gesloten in een soms extra uitbundige sfeer, al heeft de bruid samen met haar maag delijkheid, ook haar hoofdgeld ver speeld. Hetzelfde doet zich voor in Griekse dorpen met de prika. Alleen is het hier de .schaker' die het goud heeft verloren dat hij zelf als bruide gom waard was. In tegenstelling met de Griekse prika, die ook in de steden nog hardnekkig voortleeft gewoonlijk moet de fa milie van de bruid het huis leveren waarin het paar gaat wonen is de Turkse baslik in de grote steden zo wat uitgestorven. Trouwenorganisaties verzetten zich fel tegen het gebrek, dat indruist tegen de ideologie van de Turkse republiek, Kema Ataturk. On der diens bewind is ook in 1925 een wet. ingevoerd, die zes maanden ge vangenisstraf stelt op het eisen van een baslik. Doch deze wet is nooit toegepast. Misschien kan men er weer op terugvallen nu er zich zoveel finan ciële en sociale problemen ophopen rondom de bruidsprijsopdrijving. Waar op de Anatolische hoogvlakte de .baslik' (.hoofdgeld') een paar jaar geleden nog 12.000 Turkse ponden be droeg, is hij nu minstens 15.000. Voor een Turkse arbeider in Duitsland of Nederland maakt het weinig verschil:

Krantenbank Zeeland

de Faam | 1971 | | pagina 11