TURKSE BRUIDEN
WORDEN DUURDER
De eerste vrouw die
de Andes overvloog
Naam "SCHROEBRUG" historisch verantwoord
MIDDELBURG-TRANSVAAL
REMEMBER
Donderdag ?1 maart 1971
DE FAAM
11
50ste verjaardag van sensationele gebeurtenis
4
De prijzen in Turkije zijn sinds de devaluatie van verleden jaar
augustus bedenkelijk aan het oplopen. Ook die van de bruiden. Van
het Turkse platteland komen.alarmerende berichten dat een bruid
voor de gewone man haast niet meer te betalen is. De gewone man:
daarmee is dan niet bedoeld de Turkse werknemer in 't buitenland,
die na jaren met vakantie terugkeert naar zijn dorp om zijn bruid
gewoonlijk door zijn ouders en speciaal zijn moeder voor hem
uitgekozen tot zich te nemen. Want juist die Europese' Turken
met hun harde marken en guldens vormen één van de factoren die
de prijs van de dorpsmeisjes voor de .inheemsen' doen oplopen.
Een andere factor is de hevige droogte van verleden jaar.
Deze maand zal men in Zuid-Amerika de 50ste verjaardag van
een groot luchtvaartgebeuren herdenken: de Frangaise Adriènne
Bolland wist namelijk een halve eeuw geleden in een onooglijk
klein vliegtuig het Andesgebergte te bedwingen. Haar .beklim
ming' van de Cordillera de Los Andes was zo fantastisch, dat de
Franse ambassadeur in Chili niet aanwezig was om haar te
verwelkomen, omdat hij er toch niet in geloofde. De jonge
Francaise volbracht deze onderneming in een caudron, die
vanuit Europa per schip was aangevoerd. Zij startte vanuit
Mendoza en wist na 2 uur en 35 minuten de Passao de Las
Cuevas (4200 m) te bereiken. Aan de andere kant van de Andes
werd zij opgewacht door twee Chileense vliegers, die haar naar
Santiago begeleidden. De tocht duurde 4 uur en 18 minuten en
in die tijd had zij ruwweg 200 km afgelegd. De dag na haar
aankomst op het vliegveld van Santiago verklaarde de Franse
ambassadeur in Chili tegenover de aviatrice: 4k beschouwde het
nieuws van uw succes als een goede aprilgrap'. Maar Adriènne
wist wel beter: zonder de aanwijzingen van een geest was het
haar nooit gelukt. En dat houdt ze ook nu nog vol als ze in
haar huis in Parijs herinneringen ophaalt aan haar riskante
vlucht.
Adriènne Bolland werd geboren in
1897. In haar jeugd had zij haar hart
reeds aan de luchtvaart verpand. Toen
zij 23 jaar oud was, haalde zij in een
caudron g 3 haar vliebrevet; zij was
de dertiende vrouw in Frankrijk die
het brevet kreeg. Zeven maanden la
ter, op 25 augustus 1920, haalde zij
tot stomme verbazing van haar .werk
gever' René Caudron haar eerste
stunt uit: ze vloog als eerste vrouw
het Kanaal over ondanks motor-
pech. Adriènne Bolland: ,op een dag
zei Caudron tegen mij, dat als ik er
in zou slagen een looping te maken ik
het vliegtuig cadeau zou krijgen.' Het
meisje nam de uitdaging aan, nam de
stuur knuppel ter hand, steeg op en
slaagde erin zes loopings achter el
kaar te maken. Caudron hield zijn
belofte, schonk het vliegtuig en nam
Adriènne in vaste dienst. Een jaar
later, in 1921, brak ze het looping
record voor vrouwen door liefst 98
loopings te maken. Drie jaar later
verbeterde zij deze prestatie door in
een c-127 boven het Parijse vliegveld
Orly 212 loopings te maken in een
tijdsbestek van 73 minuten. 1921 was
ook in een ander opzicht voor Adrièn
ne Bolland een belangrijk jaar. Zij
had namelijk besloten de beruchte
Cordillera de Los Andes, waar vijf
Zuid-Amerikaanse vliegers reeds de
dood hadden gevonden, over te vlie
gen. Om dit plan te volbrengen, moest
het toestel van Adrienne, een caudron
c-3, met een Rhone-motor van 80 pk
worden gedemonteerd om per schip
naar Zuid-Amerika te kunnen worden
gebracht. Nadat de monteur het toe
stel weer in elkaar had gezet, onder
nam Adriènne op 1 april haar poging.
In een vliegtuigje, dat met veel moei
te tot 5000 m kon klimmen en dat
door de stormachtige wind niet meer
dan 100 km per uur kon halen, waag
de ze haar sprong over het .monster',
met niet meer brandstof aan boord
dan voor negen uur. Deze tocht begon
ze niet uit ij delheid of chauvinisme.
,Wat mij ertoe gebracht heeft, was
gewoon daar te vliegen waar nog
nooit iemand gevlogen heeft.' En het
lukte haar inderdaad. ,Er zijn maar
weinig mensen die weten dat ik erin
geslaagd ben dankzij een zekere ma
dame Marie Ignarte, een spiritistische
uit Argentinië, die lid was van de
.Société Jeanne d'Arc'. Op een mor
gen drong zij mijn kamer binnen. Ik
weet nog altijd niet hoe: ze werden
uitstekend bewaakt. Misschien was
het intuïtie of was het louter toeval?
Ik weet het nog altijd niet.' Inplaats
Middelburger A. F. Baljeu:
toerist in Middelburg
De meeste mensen die 65 worden,
vinden het welletjes. Die zetten een
dikke punt achter allerlei werkzaam
heden en nemen het er van. Maar er
zijn er ook bij die gewoon niet stil
kunnen zitten. De heer A. F. Baljeu
van het Seisbolwerk hoort tot deze
laatste categorie. Daarom nemen we
de nadere omschrijving van rustend
bloemist die bij deze man past, ook
met een korreltje zout. Want de heer
Baljeu reist graag naar plaatsen waar
hij zijn kennis van bloemen en plan
ten nog wat kan verdiepen. Veel
fraais zag hij tijdens zijn jongste reis
naar Zuid-Afrika. maar het hoogte
punt van deze trip was wel een be
zoek aan het in Traansvaal gelegen
plaatsje Middelburg.
Hij moest er wel veertien uur voor in
het vliegtuig zitten en vijf uur voor
treinen, maar de heer Baljeu is er
geweest. ,Ik dacht van tevoren: ik
kom er dicht in de buurt, dan ga ik
er eens even kijken ook. Het is een
dorp met een goeie tienduizend blan
ke inwoners. Hoeveel kleurlingen
er wonen weet ik niet, want die
worden niet aangegeven. Maar ik kan
beter vertellen wat ik er allemaal heb
meegemaakt. En dan komt, geïllus
treerd met foto's het verhaal van de
heer Baljeu, over zijn bezoek aan
Middelburg en de officiële ontvangst.
Zijn eerste kennismaking met burge
meester Piet Bezuidenhout was al
zeer hartelijk.
Zegt Baljeu: ,Ik stond op het station
en ik belde naar zijn huis. Tien minu
ten later waren ze er al om me af te
halen. Met een Mercedes zo groot als
dit vertrek, zegt hij druk gebarend.
En het is me wel een genoeglijk
onderhoud geworden. Ik vroeg: burge
meester hoe laat gaat u naar bed.
Nou half elf, elf uur, zei hij. Maar het
is die nacht één uur geworden en het
werd op de duur zo'n sfeer van
jongens onder mekaar dat hij mij op
een gegeven moment zelfs begon uit
te maken voor kaaskop. Nou dan
moet je wel goede vrienden zijn ge
worden als je dit soort dingen durft
te zeggen zonder dat er iemand
kwaad om wordt'.
De volgende dag werd de heer Baljeu
voorgesteld aan de secretaris en aan
de tuinbouwkundige. En weer een dag
later was hij officieel de gast van het
gemeentebestuur, of wat daarvoor
doorgaat. Want die gemeenten zitten
daar anders in elkaar dan hier. Voor
al die officiële ontvangst is de heer
Baljeu bijgebleven als een groots mo
ment. Bij die gelegenheid overhandig
de de heer Baljeu de geschenken die
hij van burgemeester Wolters had
meegekregen. De op schrift gestelde
rede van dr P. Meertens uitgesproken
bij het 750-jarig bestaan van het Ne-
Burgemeester Piet Bezuidenhout en de heer Baljeu wisselen geschenken uit.
derlandse Middelburg werd uitgewis
seld tegen een boekje van het 100-
jarig bestaan van de Transvaalse Mid
delburg. Ook overhandigde burgemees
ter Piet Bezuidenhout de heer Baljeu
een envelop bestemd voor burgemees
ter Wolters.
De heer Baljeu: ,Ik heb ook nog het
een en ander teruggezegd. Ik heb nog
wat grappen gemaakt over de mane
blussers en zo en over de ambtsketen
van die burgemeester, want die
ambtsketen bevatte de portretjes van
de voorgangers. Ik zei: tegen de tijd
dat Middelburg 1000 jaar bestaat hebt
u misschien een hefboom nodig om
dat ding om te hangen. Nou, dat vond
die burgemeester natuurlijk prachtig.
Ik zal er gelijk volgende week met
het gemeentebestuur over praten, zei
hij in zijn antwoord.
De heer Baljeu heeft tijdens zijn be
zoek aan Middelburg volop de gele
genheid gehad om meer over het
plaatje te weten te komen. Zo weet
hij te melden dat het vroeger Naza
reth heette. Toen er plannen werden
gemaakt om Middelburg uit te brei
den nam men een paard, zette er een
ruiter op en liet die stapvoets 24 uur
naar het oosten, het noorden, het zui
den en het westen rijden. En zo werd
daar de grens van de gemeente getrok
ken.
Zegt de heer Baljeu: ,Je hebt gewoon
geen voorstelling hoe groot het er
allemaal is. Als je van hier stapvoets
twee uur rijdt zit je in Domburg. En
dan schieten er nog 22 uur over'. Ook
heeft de gemeente Middelburg in
Transvaal volgens de heer Baljeu
geen moeite met het sluitend krijgen
van de begroting. Ze hebben daar een
onuitputtelijke kolenmijn...?
Eén belevenis tijdens de reis van de
heer Baljeu naar Zuid-Afrika willen
wij u niet onthouden. Het gaat hier
om het feit dat deze Middelburger is
aangezien voor aspirant vliegtuigka
per. Dat leidt hij tenminste zelf af uit
zijn ervaringen onderweg met het
vliegtuig.
Ik kom in Johannesburg aan. En daar
tasten ze me helemaal af. Nou vinden
ze op een gegeven moment mijn bloe
mistenzakmes dat ik altijd bij me
heb. Daar brult me die ene douaneke
rel wat naar een ander en neemt
vervolgens mijn naam op. Zo zei hij:
dat mes krijgt je in Brussel wel weer
terug. En inderdaad op de terugweg,
we waren nog niet in Brussel geland,
kreeg ik dat mes mooi weer terug. En
daarmee was ik weer aspirant vlieg
tuigkaper af', zo besluit de heer Bal
jeu zijn relaas.
VïIBöELBüitG lurt Tafij&éesweetr bewek «otvaat vat» cmr.
1 Anlboaj Frasis van Midflelfrirrg. Nederland, Hy toer
detar are Eieiwhllefe en vras die sas van die tnirsttneesterspaspr,
rdl. Piel Brasoidenlmit en noev, Benridenbcnrt.
Dji- beioticr. '/rat 'n plantkundige
r-. is DcfKkTiiagegKend saatft snet n
griK»1 Hbiisuodnrs in' dre
i/'ïsksaaJ onthaal.
Mdt. Biajen her. aan die bticge-
saeester 'jft wap-en ar- ckxrp want
s'ebrfeg 3s;rok -ï gyoetdbriéf van
JiuSe ?em«fcttrger, dta. P. A, Wd-
l«"£S.
Die bewcker filer ecwa* yemaak
tan d5e aasvrvhews "wat hy hj»r ge
niet het en gesc oat hy groeie «s
goeie T*efiSt macs sast hem terug
neem.
Uit de Middelburg Observer
en/ekioadorin. deel.'van e®s ver* te
WOTdw - - /-ft'r;: -
..Om bêtfc dat u t'i venfer
haie vnorrpCêdig séi wees err das u
vir' óns V bak goeie «mtbastaekur is
Kd'ibd gaan hef hy "besSsait.
De heer A. F. Baljeu, rustend bloemist, heeft onlangs een bezoek aan Zuid-Afrika
gebracht. Hij ging op visite bij de burgemeester van Middelburg (Transvaal).
Van het college van onze burgemeester kwam onlangs een brief, die wij hier
onder laten volgen.
3 Februarie 1971.
Die Burgemeester van Middelburg,
Stadhuis,
Lange Noordstraat 1,
MIDDELBURG.
Zeeland.
Geagte Drs. P. A. Wolters,
Vandag het ek die groot voorreg gehad om u afgesant, die
heer A. F. Baljeu, te ontvang wat aan my die groete van u en
die inwoners van Middelburg-Zeeland oorgébring het. Sy ver-
blyf en vertellings was seer aangenaam en interessant.
Laat my asseblief to om u hartelik te bedank, vir die goeie
wense asook die pragtige stadswapen, brosjure en andere in-
ligtingstukke wat aan mij oorhandig is.
Ek merk uit u brosjure dat u stad alreeds ouer as 750 jaar is
en dat u inwonertal reeds die 30 000 merk verbygesteek het.
Ons dörp was pas 'n jaar gelede maar slegts 100 jaar oud en
ons blanke inwonertal is tans 10 000. Ons verwag egter dat
ons dorp in die volgende vyf na tien jaargeweldig gaan uitbrei
as gevolg van toenemende industrialisasie.
Namens myself, die Stadsraad en inwoners van Middelburg,
Transvaal, wens ek u en Middelburg-Zeeland, alles van die
beste toe vir die toekoms.
Hoogagtend,
die uwe,
P. C. BEZUIDENHOUT.
Burgemeester van Middelburg, Transvaal.
Een vriendelijke brief. Overigens vraag je je af of alleen de blanke inwoners mee
tellen bij het bepalen van het inwoneraantal van Middelburg Transvaal.
van haar weg te sturen, luisterde
Adriènne geboeid naar de vreemde
vrouw. ,Ik kom u een advies brengen',
vertelde Marie. ,Een geest heeft mij
naar u gezonden. Ik moet u raadge
vingen overbrengen, zodat u zult sla
gen met uw overtocht'. Adriènne Bol
land bekent nu dat ze via Marie
Ignarte van de geest vernam welke
route ze moest nemen. ,Ik moest over
een meer vliegen, dat de vorm had
van een oester en groen was van
kleur. Vervolgens moest ik recht op
de berg af vliegen. De berg was hoog
en alles leek er op dat ik me er tegen
te pletter zou vliegen. Maar ik moest
me niet ongerust maken en de aanwij
zingen blijven volgen. Op het ogenblik
dat een botsing onvermijdelijk zou
lijken, zou ik een doorgang vinden,
verborgep achter een bergtop, die me
rechtstreeks naar de vlakte van Chili
zou brengen.' Als eerste slaagde
Adriènne Bolland erin over de Cordil
lera de Los Andes te vliegen. ,Ik weet
zeker dat ik nu het lot van mijn vijf
voorgangers zou delen, als ik niet
geleid werd door de geest. Die heeft
me als het ware bij de hand geno-
men', vertelt ze achteraf. Maar daar
bij vergeet ze dan een nog veel hache
lijker avontuur te vertellen, dat zij
kort daarop op de terugweg naar
Europa beleefde. Zij moest namelijk
een noodlanding in zee maken, nadat
een groep grote vogels haar vliegtuig
je had beschadigd. Toen het toestel
op het water terecht kwam, verloor
zij het bewustzijn. Het schoot haar
tijdens de duik in zee nog net te
binnen dat zij zich in de buurt van de
kust bevond, maar ze was wel erg
verbaasd toen zij de volgende dag in
een lemen hut ontwaakte. Achttien
dagen verbleef ze in het gezelschap
van enkele indianen, die haar de
naam ,de vrouw uit de hemel' gaven.
,Ik zou evengoed achttien maanden
bij hun hebben kunnen blijven. Maar
gelukkig voer er een schip langs de
kust, waarmee ik weer kon terugke
ren naar de beschaafde wereld.'
Adriènne moest haar brood verdienen
en besloot verkeersvlieger te worden.
Nog vele jaren zou zij de stuurknup-
pel hanteren, maar nooit zal ze meer
het gevoel ondergaan van het ogen
blik dat zij zich realiseerde de Andes
te hebben bedwongen. .Misschien be
leef ik het binnenkort nogmaals. Maar
dan als gewoon passagier als ik met
een lijntoestel ter herdenking van
mijn .sprong' van 50 jaar geleden on
der mijn voeten de Andes voorbij zie
trekken.'
Adriene Bolland, de eerste vrouw die een halve eeuw geleden in een onoge-
lijk vliegtuig het Andesgebergte wist te bedwingen.
Klaar voor de start van het grote luchtvaartgebeuren.
zijn 4000 mark of gulden waren zowel
voor als na de Turkse devaluatie goed
✓oor een oruid. Maar voor de achter
gebleven dorpsjongens is het een re
den te meer, zich ook inderdaad .ach
tergebleven' te voelen. En zo groeit
weer de wachtlijst dergenen (momen
teel anderhalf miljoen) die ook naar
het rijke westen willen.
De .baslik' is één van de vele gebrui
ken die de Turken van de Grieken
onderscheiden. In Griekenland is het
de bruidegom die ,te koop' is: de
familie van de bruid moet de ,prika'
betalen om haar ,aan de man' te
brengen. Dit immers is de prijs voor
de veiligheid die hij zijn aanstaande
vrouw zal bieden in het leven. Geen
rampzaliger man dan een Griekse
boer met alleen dochters (of een
jonge Griek met alleen zusters: hij
moet met trouwen wachten tot ze
allemaal het huis uit zijn). In Turkije
zijn het juist de vele zoons die een
familie arm kunnen maken.
Het hoofdgeld moet worden betaald
aan de vader van de aanstaande
bruid. De moeder van die bruid krijgt
dan nog zo'n duizend Turkse pondei,
als ,melk-geld' (slit yolu, letterlijk
.melk-weg') en haar oudste broer,
wiens speciale functie het is geweest
haar maagdelijkheid te beschermen
krijgt ook nog eens 500 pond .broe
der-geld'. De vader van de bruid heeft
bovendien nog het recht van zijn
aanstaande schoonzoon een geschenk
te vragen, al naar zijn luim hem
ingeeft. Hij kan bijvoorbeeld zeggen
,ik wil het grote jachtgeweer van je
vader', of ,ik wil die grijze ezel van jé
oom'. De familie moet ook deze din
gen zonder morren afstaan. Met een
aantal goudmunten wordt gewoonlijk
de .baslik' afgerond.
Alvorens de grootte van het hoofdgeld
is vastgesteld, wordt bij waterpijp en
koffie lang onderhandeld, meestal in
het bijzijn van bemiddelaars of arbi
ters. Daarbij worden schoonheid en
andere kwaliteiten, soms zelfs het
aantal kilo's dit draagt in Turkije
niet zelden tot het schoonheidsideaal
bij in aanmerking genomen. De
sociale gedachte die achter de baslik
steekt is, dat de ouders geld terug
moeten hebben voor al het voedsel
enzovoorts dat zij voor het grootbren
gen van het meisje hebben moeten
uitgeven. Gezegd moet echter worden,
dat veel van het verkregen geld weer
wordt besteed voor het bruilofstfeest,
dat ook in Turkije door de familie
van de bruid wordt aangericht.
Bruid en bruidegom hebben bij de
onderhandelingen niets in het midden
te brengen: zij zijn er niet bij aanwe
zig en vaak zelfs onkundig ervan. Het
moment waarop overeenkomst is be
reikt geldt niettemin als .verloving'.
Niet zelden moet een bruidegom eer
paar jaar bij zijn aanstaande schoon
vader werken. Bijvoorbeeld als her
der, om de .baslik' bij elkaar te
verdienen. In die tijd heeft hij in het
geheel nog geen omgang met zijn ver
loofde. Ook menige Turkse gastarbei
der die uit een dorp komt spaart
voor de .baslik', waarmee hij eens
zijn bruid zal mogen halen.
Uw publikatie van het besluit van b
en w van Middelburg om de nieuwe
brug over het kanaal .Schroebrug' te
noemen geeft mij aanleiding mede te
delen dat die naam historisch zeker
verantwoord is. Die weg is immers al
zeer oud. Reeds in 1665 vermeldde de
stadsrekening dat ,de opgezetenen van
den Schroeweg betaalden 1/3 of 7.20
(ponden Vlaams) in de kosten van
het maken van de gaepat dat is
voetpad) mette leenen aen de selve
werk, beginnende aan de Vlissingsche
poorte ende soo voorts een groot
gedeelte van de voors. werk'.
Hieruit mag geconcludeerd worden,
dat de Schroeweg, evenals vele land
wegen in Walcheren, een aarden weg
was, een karrespoor, dat zeker in de
winter bij langdurige regenval of on
gunstig spuiweer voor voetgangers on
begaanbaar was. Daarom ook werd in
1665 naast de weg een .gaepat' een
verhoogd voetpad aangelegd, waar
voor 120 carolus guldens (1 pond
Vlaams was 6 gulden: door de .opge
zetenen' moest worden betaald. In het
boekwerk .Middelburg in oude ansich
ten' is een foto van de Schroeweg
opgenomen, ik schat in of omstreeks
1900, waarop deze toestand nog onver,
anderd kon worden afgebeeld.
Ook in de stadrekening van 1745 werd
de Schroeweg genoemd. Michaël Mi-
davaine ontving van de stad 600
pond Vlaams (3600 guldens) als
.koopsom zijner hofstede met sijn
huysinge, genaamt Boomenburg,
groot 4 gemet en 60 roeden lants,
gelegen in den Hayman buyten de
Vlissingsche poort, aan de Schroe
weg, en op 2 november 1745 in
volle eigendom aan deze ctadt getrans
porteerd, welk terrein en erve is
goed gevonden te approprieeren tot
Pesthuijs.'
Uit de rekening van 1748 blijkt dat
het nieuwe Pesthuijs een stroodak
had. Het werd echter reeds in 1764
(15 October) weer verkocht aan Wil
lem de Meester. Van hem werd 413
pond Vlaams (2478 guldens) ontvan
gen ,voor koop van het hof Boomen
burg ofte zoogenaamd Pesthuijs'. De
zelfde Willem de Meester kocht in
1769 van de stad voor 1310 Vlaams'
,een heerehuijsinge en boerenwoning
genaamd .Niet altijd Zomer', gelegen
aan den Veerschen weg, groot 50
gemeten en 39 roeden lants. De stad
had in 1764 deze hofstede gekocht om
de .spatieuse huijsinge' (dat wil zeg
gen het in de ruimte staande huis) in
tijd van nood tot Pesthuijs in te
richten, zoals blijkt uit de stadsnotu-
len van 3 maart 1764. De stad had er
toen 1600 Vlaams voor betaald.
Voor de verkoop wordt in de notulen
geen bepaalde reden vermeld. Het een
en ander combinerend ligt de conclu
sie voor de hand dat Willem de
Meester zo'n beetje ,van de pest' leef
de.
Zodra in Zeeland de .contagieuse ziek
te', de pest, heerste, en dat kwam in
die tijden periodiek voor, trof de
Magistraat zijn maatregelen en kocht
hij uit voorzorg, zo ver mogelijk van
de stedelijke bebouwing, een huis om
daarin eventuele perstlijders in afzon
dering te verplegen. Nu even resume
ren: in 1745 werd een dergelijk huis
aan de Schroeweg gekocht, in 1748
werd het huis aan de Schroeweg ver
kocht aan Willem de Meester, in 1764
werd de spatieuse huijsinge aan de
Veerschenweg gekocht, in 1769 werd dit
huis weer verkocht aan Willem de
Meester. In vroeger tijden was er ook
een Pesthuijs in het Bagijnhof. Nog
wel midden in de stad, maar daar
heeft men dan ook leergeld mee be
taald.
We gaan dus, dankbaar de geweldige
verbetering in de passage van het
kanaal, de Schroebrug en de (straks
vierbaans) Schroeweg in ere houden.
Toch hadden b en w even zinvol
de brug de .Singelbrug' kunnen noe
men. In .Zeelands Groynk Almanach'
van 1779 wordt in de in die tijd
gaarne gebruikte vraag en ant
woordvorm geantwoord op de vraag:
,Waar is de Roomsche Kerk ge
plaatst?' ,Het gebouw, waar der-
zelver Godsdienstoefening wordt ge
houden is het Huijs, staande op
de Stadsbinnensingel, genaamd den
Blaauwendijk, niet ver van de
Vlissingsche Poort, zijnde vrij ruim
en groot, met een kostbaar Au-
taar en andere Sieradiën bij dien
Godsdienst gebruikelijk, als ook met
een fraay orgel voorzien. Nevens de
Kerk vindt men ook de Pastory, wel
ke door den Pastoor, Onder-Pastoor
en Kapellaan bewoond wordt. Welnu,
de brug geeft aansluiting aan de Poe-
lendaelesingel, die oude Middelburg-
sers vroeger ook de Vlissingse Singel
noemden, terwijl de huidige Vlissinge
Singel, tussen de Langevielebuitenbrug
en de brug over de watergang bij de
melkfabriek, Tramsingel heette, om
dat daar de wisselplaat van de stoom
tram en, na 1910, van de electrische-
tram was. Het .singelt' daar dus wel
en waarom zou dan niet de nieuwe
burg .Singelburg' kunnen zijn ge
noemd? Beide namens zijn historisch
verantwoord, al moet ik toegeven dat
de Schroeweg de oudste papieren
heeft. J. S. Hoek.
Er is één ontsnappingsclausule uit de
almacht van de ouders. Als een dorps
jongen en een dorpsmeisje echt op
elkaar verliefd worden en ze willen
zich onttrekken aan de financiële be-
disselarijen die hun ouders rondom
hun huwelijk zullen opzetten ge
steld al dat ze er toestemming voor
geven dan is er een romantische
uitweg: de schaking. Is duidelijk ge
bleken dat het meisje zich vrijwillig
heeft laten schaken en de jongen de
consequentie wil trekken uit de ge
slachtelijke omgang die hij liefst in
een grot met haar heeft gehad, dan
kan het huwelijk worden gesloten in
een soms extra uitbundige sfeer, al
heeft de bruid samen met haar maag
delijkheid, ook haar hoofdgeld ver
speeld. Hetzelfde doet zich voor in
Griekse dorpen met de prika. Alleen
is het hier de .schaker' die het goud
heeft verloren dat hij zelf als bruide
gom waard was.
In tegenstelling met de Griekse prika,
die ook in de steden nog hardnekkig
voortleeft gewoonlijk moet de fa
milie van de bruid het huis leveren
waarin het paar gaat wonen is de
Turkse baslik in de grote steden zo
wat uitgestorven. Trouwenorganisaties
verzetten zich fel tegen het gebrek,
dat indruist tegen de ideologie van de
Turkse republiek, Kema Ataturk. On
der diens bewind is ook in 1925 een
wet. ingevoerd, die zes maanden ge
vangenisstraf stelt op het eisen van
een baslik. Doch deze wet is nooit
toegepast. Misschien kan men er weer
op terugvallen nu er zich zoveel finan
ciële en sociale problemen ophopen
rondom de bruidsprijsopdrijving.
Waar op de Anatolische hoogvlakte de
.baslik' (.hoofdgeld') een paar jaar
geleden nog 12.000 Turkse ponden be
droeg, is hij nu minstens 15.000. Voor
een Turkse arbeider in Duitsland of
Nederland maakt het weinig verschil: