Sdelwrn" Fabrikant van Suikerwerken - Zusterstraat 20, Middelburg Voordelig en góed Radio- J-i-mme- Colpodoge Boekhandel L"# KLEINE OORZAKEN - GROTE GEVOLGEN BIJBELS EN KERKBOEKJES. Ook in Psalmen, Gezangen en Bijbels met Psalmen in dundruk voorradig. Komt li ook eens zien naar onze Hout- brandteksten speciale teksten week klaar) Geef bij huwelijk de Trouwtekst, blijvende herinnering. m een een Giststraat 18, Middelburg STOOMWASSERIJ //l voortgang der te bevorderen Singel 135, Vlissingen, Tel. 2589 KOMT MAANDAG 16 MEI a.s. IN BEDRIJF Om een vlotte werkzaamheden vindt de OFFICIËLE OPENING plaats op Woensdag 18 Mei. Het modern ingerichte bedrijf is die dag voor iedereen te bezichti gen van 1 5 uur. Ons depot te Middelburg is geves tigd: Vlasmarkt 45. Telef. 3135 HUWELIJKSKAARTEN HUWELIJKSBRIEVEN ROUWBRIEVEN Drukkerij LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg bieden wij II aanHouten Smeedijzeren Kronen, 5 lichts, reeds vanaf 36,95. Lampekappen, prima perka, vanaf 9,90 enz. compleet. en Voor Stofzuigerreparaties UW adres Radio-apparaten, Stofzuigers enz. (betaling in overleg met koper). Lange Noordstraat 4749 tegenover Postkantoor, Tel. 2557, Middelburg Een verhaal uit het midden der vorige eeuw door C. JACOBSZ EERSTE DEEL V. Het duizelt Jacob. Een kwartiertje buiten Nieuwlan- de lag de buitenplaats Olmenoord. Olmenoord was het eigendom van de ambachtsheer van het dorp, die tevens burgemeester was. Jonkheer Adolf Reinier Ewout Geel van Nieuwlande bewoonde de plaats, die al bijna anderhalve eeuw het eigen dom van zijn geslacht was, met zijn vrouw, Aleida Udemans en de kin deren Eleonore en Frederik. Jonkheer Adolf Reinier Ewout Geel van Nieuwlande was een eigen aardig man. Bijzonder trots op zijn adeldom, was de Latijnse spreuk Noblesse oblige1) zijn lijfspreuk ge worden, die hij overal en bij elke gelegenheid met waardige zelfge noegzaamheid te pas wist te bren gen. Vandaar ook, dat Jonkheer Adolf zich van alle dorpelingen de hem toekomende hulde bewezen wenste te zien, maar op zijn beurt ook min zaam was jegens ieder, die beneden hem stond, alhoewel hij ondanks die minzaamheid er toch altijd in slaag de, een zo groot mogelijke afstand te bewaren. Maar de Jonkheer dweepte ook met zijn vrouw, die een lieftallige en indrukwekkende verschijning mocht heten. Weliswaar kon Vrouwe Aleid niet roemen op een adellijk voorge slacht, daar zij slechts de dochter van een zeer welgesteld wijnhande laar was, maar zij had een niet on aardig kapitaal mee ten huwelijk ge bracht, en dit vergoedde haar gemis aan een stamboom wel niet helemaal, maar toch zéér, zéér veel. Frederik en Eleonore waren twee lingen en twaalf jaar oud. Frederik was in alles vader's evenbeeld hij hoopte eenmaal een waardig en alom geacht edelman te zijn en be treurde het alleen maar, dat de ech te, dappere en manhafte ridders der middeleeuwen, de ridders zonder vrees of blaam, voor altijd verdwe nen waren. Zijn zusje daarentegen, was een lief, aanvallig meisje, met een hartje, dat warm voor armen en ongelukki- gen klopte. Zij sprak en speelde dol graag met de meisjes van het dorp, maar zij verstond de kunst niet, de gewenste afstand te bewaren, zodat haar vader haar dan ook, getrouw aan zijn lijfspreuk, die zonderlinge en ongepaste liefhebberij met grote nadruk verboden had. Op Olmenoord gekomen, werd Jacob door de meid in de spreekka mer gelaten. „Gunst, meester!" sprak de dienst maagd verbaasd. „Jie 'ier Wa zii BIJ ONS VINDT U DE GROOTSTE SORTERING IN (terrein voormalige Wasserij „Volharding") DAMES, komt II overtuigen van de zorgvuldige behandeling der ons toevertrouwde wasgoederen. Iedere Maandag en Dinsdag gelegenheid tot het afgeven van Fijnstrijkgoed en Werkkleding, het welk Vrijdag of Zaterdag weer kan worden teruggehaald. Beleefd aanbevelend, B. VAN DER LINDEN. me noe weten? Wa kom j' ier doen?" Jacob had er geen flauw vermoe den van, waarom de burgemeester hem verzocht had, te komen, en aan de meest tegenstrijdige gedachten ten prooi, volgde hij het meisje naar het spreekvertrek. Zij wees hem een hooggerugde stoel, met zwart trijp, bekleed, zei „Zit maar, 'ooren „Ei-je geen zoetekoek vö me meegebracht gichelde eens om haar eigen geestig heid en liet hem toen alleen. Jacob nam de hem geboden zetel niet. Hij vond het gepaster, maar te blijven staan en hij keek in het smalle en hoge vertrek bewonderend in het rond. Zijn ogen richtten zich naar het geschilderde behang der wanden hoe anders dan het grauwe pak papier, waarmede zijn kamertje be plakt wasHij keek bewonderend, ja, met eerbied naar de geverniste kunststukken op het doek land schappen met wazig groene, beboste bergen, waarboven zich een helblau we hemel, met witte, bonkige wolken welfde. Er schoten, en klotsten wa tervallen van steile rotsen, en die watervallen vormden brede stromen, waarin tientallen groen- en geel- en roodgerokte heren, die zwierige staartpruikjes en driekante steekjes droegen, zich met de edele viskunst vermaakten. Het geluk was die he ren goedgunstig gezind, want met zwierige zwaaien sloegen zij aan lange hengels fraai gekleurde voorns en baarzen op, die echter, de grootte der vissende heren in aanmerking ge nomen, de afmetingen hadden van een formidabele kabeljauw. „Hè", zuchtte Jacob, „als ik eens zó kon schilderen Ik geloof, dat ik dan Maar hier werd de brave onder meester in zijn gepeins gestoord, want er klonk plotseling een zacht gepiep. Heel langzaam week de deur, en er trad een deftig heer binnen. Het was Jonkheer Adolf Reinier Ewout Geel van Nieuwlande in hoogst eigen persoon. De burgemeester streek met zijn blanke en vlezige hand langs zijn blozende, welgevulde wang, en toen zuchtte hij, terwijl hij een verdrietige blik op een van de witgepruikte vis sers wierp. „Het is vreselijk, meester sprak de waardige man. Jacob begreep niet, wat de burge meester met die woorden bedoelde, maar hij knikte heel diep. Hij had eigenlijk een buiging willen maken, want een beter bewijs van instem ming met de woorden van de deftige Jonkheer meende hij niet te kunnen geven. Maar de buiging was volko men mislukt, en daarom verzekerde hij „Zezeker, Mijnheer de Burburgemeester De keurig geklede heer en de voorname omgeving maakten Jacob een beetje confuus. Daar kwam nog bij, dat de burgemeester hem met zijn gewone minzaamheid een hand had gegeven, en hem gevraagd had, of hij het in het dorp al een beetje wen nen kon. Nu vond Jacob die vraag wel wat raar, want hij woonde al tien jaar te Nieuwlande, maar het was toch erg aardig, dat het Hoofd der gemeente zoveel belangstelling Vffll VAN DER WE

Krantenbank Zeeland

de Faam | 1949 | | pagina 2