EET VERSLUIS' ZEEUWSCH TARWEBROOD SIES-WITTENTROP „EENHEID DOOR DEMOCRATIE" I Dinsdag 18 April a.s., Vakopleiding en Ontwikkeling Werkloozen, Carlo Eppings op LEPELZEEP - KLOKZEEP en SNEEUWWIT-ZEEPPOEDER W Toegang vrij. ${ebi U noodig GRAVENSTRAAT 35 13 CENT PER 8 ONS MIDDELBURG NIET DUUBDER WEL BETER De Speciaalzaak inschrijving van nieuwe leerlingen, vanaf 25 cent per bos FIRMA VAN DORT Nette BOVENWONING van ivoorkleurig porselein der bekende Mosa-fabrieken, met goud-zwarte lijndecoratie in moderne lage schaalvorm tegen inlevering van slechts 30 geschenkenbons van PAPIERHANDEL FRANS DAMMAN Korte Noordstraat over het Hofplein, Middelburg. x3 's avonds 8.15 uur „St. Joris" Balans, IVTburg Sprekers: Ds. A. R. RUTGERS, Rotterdam Ds. M. C. VAN WIJ HE, Vught. Mr. H. L. VAN ZANTEN, Vlissingen Aanvang cursussen MAANDAG 17 APRIL om 9 uur. Aanmelding v. deelname cursussen Vak" en Kantooropleiding, Algem. Ontw. en PBNA cursussen, iederen morgen tusschen 9 en 12 uur, Zuidsingel 94, Middelburg. Werkloozen uit de omliggende gemeenten worden ook toegelaten. JOH. A. JULIANUS Te huur nette Burgerwoning, Tel. 786 zijn onze prima KOUSEN Zorgvuldige selectie op tint, kwaliteit en pasvorm Gortstraat 26 Telef 85 bij de Markt - Middelburg „MA RETRAITE" DOOR C. JACOBSZ EERSTE DEEL VII. Er wordt iets voor Catherine verzwegen. Louise en Henriëtte wandelden gearmd en druk babbelend door de olmendreef, maar buiten het hek gekomen, vertraagde de eerste haar tred en den arm harer ge zellin wat vaster drukkend, vroeg zij stil „Henriëtte, zou Cathérine boos op mij zijn 7" „Weineen, waarom zou zij We hebben alleen maar wat gekibbeld, vóór je binnen kwam. Welke reden zou zij kunnen heb ben Zij houdt net zooveel van je, als ik. Dat weet je toch wel Het aanvallige blondje gaf geen ant woord, en met gebogen hoofd schreed zij langzaam voort. Haar kleine, mooie mond, die zoo vroolijk lachen en babbelen kon, bleef gesloten, en Henriëtte, die haar pleeg- zusje nu en dan verwonderd en oplettend aankeek, meende te zien, dat zij op haar lip beet, als vreesde zij, dat haar wellicht een kreet of een klacht zou ontglippen. Maar haar zwijgen duurde de aardige zestienjarige wat al te lang, en daarom zei ze opgewekt„Hoor eens, Louise, ik heb je gevraagd, een eindje met mij te willen wandelen, niet waar Jouw prettig gebab bel is heel wat aangenamer voor mijn oor tjes, dan het vitterig gezeur van mijn waar de zus. Ik weet niet, wat haar tegenwoor dig deert, maar ik vind haar nu en dan onuitstaanbaar. Zij behandelt mij, alsof ik een klein, dom en koppig meisje ben, dat noodig op haar feilen dient te worden ge wezen. Ik gedraag en kleed mij toch, com- me il faut1), niet?" „Ja-a-a..." klonk het bijna onhoorbaar. „En tegen jou doet zij zoo hooghartig, zoo ongenaakbaar koel, zoooch, ik weet het eigenlijk niet. Maar ik begrijp het evenmin. We zijn toch zusters „Waren we dat maarHet klonk als een zachte kreet van pijn, als een klachteen hunkerend verlangen. „Nu ja, chérieHenriëtte's stem klonk warm en innig, en zij drukte Louise's arm nog wat vaster. „Zouden wij méér van elkaar kunnen houden, als wij werkelijk zusters waren „Neen, o neen De oogen van het lief tallige meisje lichtten plotseling met een blijden, innigen glans. Maar dan verstrakte haar mond zich weer, en opnieuw viel het zwijgen. „Ik heb een voorstel, Louiselachte Henriëtte, in een hernieuwde poging, de verdrietige stemming van haar pleegzusje te verdrijven. „Willen we naar de herten gaan, en dan over het dorp t.erug We hebben die wandeling wel al heel dikwijls gedaan, maarik vind haar zoo gezel lig, vooralmet jou Louise keek haar dankbaar aan bij die woorden, maar volhardde in haar zwijgen. Langzaam en met iets onmiskenbaar def tigs in haar tred, wandelden de meisjes de lange dreef in, die naar het slot „Popkens- burg" voerde. Zij droegen hun grijze, wijde voorjaarskleedjes met rustige, voorname éleganse, de rokken iets opnemend voor den killen, vochtigen grond. „Lieve Louisebegon de jongste dan, met de haar zoo eigen lieve vertrou welijkheid, „er is iets, wat je deert, niet waar Misschien valt het je heel moeilijk, te zeggen, wat het is, en daarom zal ik niet verder aandringenMaar, Louise-lief, als ik van avond, vóór we slapen gaan, eens een oogenblik bij je op je slaap-saletje kwam, zoU je het mij dóndan niet kunnen zeggen Ik vraag je nü nog geen antwoord, hoordenk er maar eens over. Zij, die je dit vraagt, houdt zooveel van je Dat weet je toch wel Een lieve, dankbare lach was het ant woord op die zoo goed gemeende betuiging van liefde en trouw. „Ja, kom van avond.. prevelde Louise zacht, en dan „Wat is het hier toch mooi, Henriët Ik kom hier zoo graag Een zachte, koele wind deed de kruinen der boomen zachtjes ruischen. De breede laan lag verlaten. Toen sloeg Henriëtte haar arm om Louise's schouders, en zei „Ik vind het heel prettig, dat je weer even lachen kon, Liesje-lief Onthoud je, wat wij afgesproken hebben? Van avond ver neem ik, wat het is, dat je zoo verdrietig doet zijn. Maaralles, alles, hoor Het oudste meisje glimlachte weer. „Ja, kleine dwingelandIs het zóó goed „Ik ben volkomen tevredenlachte de jongste der twee. „Tenminstenü. Of ik het blijvend zijn zal, hangt van mijn zusje af. Maar kijk, daar komt iemand aan. Zie je, wie hij is Nu zullen wij meester De Vin óók nog wel ontmoeten." Louise Jardinier antwoordde niet. Zij boog blozend het mooie hoofdje en ver traagde haar tred. De eenzame wandelaar was echter ook langzamer gaan loopen tenminste, hij bereikte de meisjes niet zoo spoedig als men, den afstand, die hen scheidde, in aan merking genomen, zou hebben verwacht. Was het zijn nadering, die, hoe vertraagd ook, het oudste meisje het bloed naar de wangen joeg De jonge man had niets afschrikwek kends tenzij zijn uiterst eenvoudige kleedij den keurig en modieus gekleeden meisjes een reden tot misnoegen had kun nen geven. Want hoewel de jonge man hij mocht zoo ongeveer vijf en twintig jaar tellen een knap en innemend gelaat bezat, zijn kleeding was sober, althans voor dien tijd, toen zelfs de mannen elkaar in het kleurige hunner kleeding trachtten te overtreffen. Want hij, die daar zoo langzaam voort schreed, was geheel in stemmig, donker grijs gekleed, waarbij het zwart van zijn schoenen en kousen nauwelijks eenig con trast opleverde. En zelfs de eenvoudige, maar blinkende, zilveren schoengespen schenen het stemmige van 's wandelaars kleeding nog te vermeerderen. Ook droeg hij nog geen steek, zooals de jonge, op al lerlei modesnufjes verzotte heertjes van die dagen, maar een hoogst eenvoudigen, breedgeranden hoed van donkergrijs cas toor. Reeds toen hij de meisjes op zes, vijf ellen afstands genaderd was, lichtte hij met een breed gebaar heel diep den hoed zóó diep, en tevens zóó ernstig, dat zijn groet niet slechts een betuiging van hoog achting en hulde, maar zeker ook van on derdanigheid heeten mocht. Louise en Hen riëtte antwoordden met een bevallig, maar zeer correct nijgeneen ietsje vriende lijker misschien, dan jongejuffrouwen van stand in dien tijd en onder die omstandig heden geoorloofd was. Het was der zestienjarige niet ontgaan, dat de wandelaar óók een kleur gekregen had, en het meisje aan haar zijde met on geveinsde bewondering had aangezien, hoe wel niet langer, dan uit een oogpunt van wellevendheid toelaatbaar mocht worden geacht. Zij was echter te fijngevoelig, om er haar pleegzusje opmerkzaam op te ma ken. Spoedig hadden de twee wandelaarsters nu het kasteel bereikt, en zij richtten hun schreden naar de uitgestrekte wildbaan, die destijds vooral voor de inwoners van Middelburg één van de grootste attrac ties van het slot bood. Louise en Henriëtte toefden hier vaak - het was zoo aardig, naar het vlugge en speelsche dartelen en springen van de herten en reeën te kijken. De tuinen en wandelingen van het kasteel waren voor het publiek toegankelijk, en daar de meeste bezoekers gewoon waren, de vlugge viervoeters overvloedig van brood te voorzien, haastten eenige herten en reeën zich naar de houten omheining, zoodra zij de meisjes bemerkten. Zij had den er echter ditmaal niet aan gedacht, het broodkorfje mee te nemen. Maar Popkensburg bood nog een andere bezienswaardigheid, toen meer geliefd, dan wellicht thans het geval zou zijn. De groe nende manteling rondom huis en buiten gracht voorspelde een schat van lommer, zoodra de jonge blaadjes hun wasdom zouden hebben bereikt. Toch zouden veel van de hoogste boomen in den zomer slechts half ontbladerde kruinen dragen, want die kruinen torsten een nest, het nest van een reigerpaar. Inderdaad het oude, grijze slot mocht zich in het bezit van een z.g. reiger-kolonie verheugen.2) Maar rei gers zijn niet bevorderlijk voor het lande lijk schoon wie de mooie, glanzend zwart en grijs-blauw bevederde steltloopers een warm hart toedraagt, moet bladerlooze boomkruinen voor lief nemen. De vallende uitwerpselen der vogels doen de bladeren vergaan, terwijl bovendien de gevallen gra ten en vischresten aan den voet der boo men een walgelijke lucht verspreiden. Toen de meisjes over St. Laurens terug keerden, kwamen zij op het pad, dat van het dorp naar den Noordweg leidt, een man tegen. Hij liep langzaam voort, met gebogen hoofd en scheen verzonken in diep gepeins. Hij ontdekte de meisjes eerst, toen hij reeds in haar onmiddellijke nabij heid was. „Zoo in gepeinzen, meester vroeg Henriëtte vroolijk. „Maakt ge weder een gedicht, dat ge ons zóó voorbij wilt gaan?" „Het zou mij heel wat waard zijn, indien ik werkelijk dichten kón, mejuffrouw sprak de wandelaar ernstig, terwijl hij be leefd zijn hoed afnam. „Wat ik maakte, was slechts rijmwerk, meer nietnie mand weet dat beter dan ik, eilacie maar zoo het sommigen tot God mag voe renwat verlange ik dan meer „Inderdaadhet zou de hoogste be kroning zijn", sprak Louise ernstig. De man in den ouden, purperkleurigen rok, mocht zoo ongeveer vijftig jaren tel len. Hij keek het mooie meisje in de helder blauwe oogen, die vast en met diepen ernst in de zijne rustten. „Ja, meester, dat geve God fluisterde zij dan. Zij stonden nu bij Jjet groote hek, aan den ingang van de olmendreef, die naar „Ma Retraite" leidde. „Henriëtte", fluisterde Louise gejaagd, terwijl zij haar arm rond het middel van haar pleegzuster sloeg, „zul je niet aan Cathérine vertellen, dat we hem weer ont moetten „Den schoolmeester van Sint-Laurens Mag zij niet weten, dat wij meester De Vin zagen „Henriëtte, toe, plaag mij nietklonk het smeekend. „Ik spreek niet van meester De Vin Ik bedoel hém, hém... dien wé..." „Ik zal zwijgen, hoor sprak het jongste meisje, terwijl zij Louise's arm innig drukte. (Wordt vervolgd) 1) Zooals het behoort zooals stand en mode voorschrijven. 2) Tot het midden der .vorige eeuw vond men ook een reiger-kolonie te Waterland kerkje. De COMMISSIE VOOR DE NUTS- BEWAARSCHOLEN, alhier, stelt de welke vóór 1 MEI a.s. moet plaats heb ben, bij de hoofden dier scholen open. Segeerstraat - Telefoon 228 - Middelburg. FiliaalKANAALSTRAAT 53, Souburg. TE HUUR EEN met aparten opgang, voorzien van Electr. licht, liefst zonder kinderen. Te bevragen Teerpakhuizenstraat 27, Middelburg. mits afgehaald bij: De voorzijde van Sneeuwwit- zeeppoeder mits voorzien van deze aanduiding, heeft tijdelijk een waarde van IV2 bon. K. 187-2 v/h J.L.VAN APELDOORN H*N HEERDE OP yii Ê8§ii f een prima Divan, Opklapbed, Wol- of Kapokmatras, Karpet, Looper, Tafelkleed enz. 1 Wij hebben deze aan lagen prijs voorradig. 4 Stoelen en 2 Armfauteuils bekleed met Wolmoguette 45. Tijdelijk 4 Stoelen 2 Crapauds Wol- moquette 67.50. Komt U eens kijken bij den VAKMAN LANGEVIELE 42—56, TELEFOON 58 MIDDELBURG gelegen aan den Noordweg, prijs 25. per maand en een nette Benedenwoning, nette stand voor klein gezin, prijs 4.25 per week. Brieven onder No. 10 bureau' v. d. blad. GEDIPL. VOETKUNDIGE. Lombardstraat 13, Middelburg, Waarom nog langer pijnlijke voeten, als U bij U aan huis behandeld kunt worden VANAF HEDEN best jong PAARDENVLEESCH. Lappen 35, Stukken 40, Biefstuk of Haas 50, Gehakt 25 cent. Alles per 5 ons. A. LEIJNSE, Gravenstraat 78, hoek Kerspel, M'burg. TE HUUR 2 mooie aparte Bovenhuizen, 3 en 5 Kamers met Keuken, 3.en 5. per week. Inl, Seisbolwerk 2, M'burg. 9. Schipbreukelingen. De jongens lagen wat te dutten Des middags in hun leuke kooi En Vik de hond zat wat te spelen A! met zijn donkre haren-tooi! Hij bromde af en toe genoeglijk En rolde op den houten grond Met zijn vier pooten in de hoogte Heel lustig op zijn rugje rond. 't Scheen Vikkie heel goed te bevallen Aan boord daar van die groote boot... Hij kreeg dikwijls veel vette kluifjes En groote stukken hondenbrood. Met allen was hij goede maatjes, Matrozen, stuurlui en kaptein En bij de zeven passagiers mocht Vriend Vikkie ook heel graag wel zijn. „ju- Maar tóch hij was de dikste vrienden Met Hendrik Aardappel, den kok, Met dien had hij 't en heusch 't is eerlijk Geen enkel keertje aan den stok! (Nadruk verboden). De kok maakte geweldig leven, Sloeg met zijn lepel in het rond, Hij was blijkbaar heel erg geschrokken Vandaar dat hij zich zoo opwond! De beide jongens werden wakker En holden uit hun klein vertrek, Ze waren in een ommezientje Bij de manschappen op het dek. Ik weet het al wat er aan hapert Zei zeer rustig de kapitein Daar in dat bootje zitten menschen, Die haast in zee verdronken zijn. Laten we ze nu eerst maar helpen En veilig loodsen hier aan boord; Redden, zei hij tot Jan en Harmen, Is iets, wat bij den zeeman hoort. Die stakkers zijn doorkleumd van 't water Ze moeten droge kleeren aan, En daarna zullen z' ons vertellen Hoe wel hun stoomschip is vergaan. (Wordt vervolgd.) Als hij dan trek begon te krijgen Riep hij heel vriendelijk: waf! waf! En dan nam Henderik voor hem maar Een kluifje van de schotels af! Of soms kreeg hij een lekker vischje, Dat in boter gebakken was, Maar met een lekker roggebroodje Was hij toch 't meeste in zijn sas! En op dien mooien zomermiddag Keek Hendrik door het keukenruit Hij liet van schrik de biefstuk vallen, Liep hard naar dek, en riep heel luid: DE WERELDREIS VAN HARMEN PRET. JAN DURF EN HUN HOND VIKKIE. Vik zat soms uren in de keuken Te kijken naar 't gebak... gebraad... En in zijn poedelkop dacht hij dan: Goed eten is toch lang niet kwaad! Kaptein, kaptein, kom toch eens kijken Wat is er nu weer aan de hand, Daar komt zoowaar een schip gevaren, Het ligt al aan bakboordskant!

Krantenbank Zeeland

de Faam | 1939 | | pagina 2