VERSCHIJNT
DES WOENSDAGSMIDDAGS
3 JANUARI 1934
38e JAARGANG
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
SNIP EN SNAP,
Kleine advertentiën van 1-6
regels 0.60.
SANTJE
U ALLEN 'N STOFVRIJ JAAR TOEGEWENSCHT
A. v. ROON, Langeviele 219, Middelburg, Telefoon 330.
Gevonden Voorwerpen.
ADVERTENTIÊN KUNNEN TOT
UITERLIJK 12 UUR AANGE
NOMEN WORDEN AAN HET
BUREAU SPANJAARDSTRAAT
□EFFIFIM
VAN 1-3 REGELS 45 CT., IEDERE
REGEL MEER 15 CENT, 3 MAAL
PLAATSING WORDT SLECHTS 2
MAAL BEREKEND. BIJ CONTRACT
VOORDEELIGE VOORWAARDEN
Snip
Snap
Snip
Snap
Snip
Snap
Snip
Snap
Snip
Snap
Snip
Snap
Snip
Snap
Snip
Snap
Snip
Snap
Snip
Snap
Snip
Snap
Snip
Snap
Snip
Snap
Snip
Snap
Snip
Van harte hoop ik, Snap, dat 1934
een in alle opzichten rijk ge
zegend jaar voor je mag zijn.
Eveneens het beste gewenscht.
Moge de zware druk, die de
menschheid benauwt, te dragen zijn!
Ja, het is te hopen, dat het licht
door de donkerheid doorbreke. Het
ziet er toch zoo donker uit, waar
heen het oog ook staart.
Ons Gemeentebestuur, ons Provin
ciaal Bestuur, ja onze Regeering
wensch ik toe wijs beleid en een
pantser tegen critiek.
En nooit over deze critiek gescho
ten zijn in hun wiek.
Geheel Middelburg en Walcheren
een gelukkig 1934
Met dezen wensch vereenig ik me
van heeler harte.
Wat was het oud- en nieuwjaar
papperig op straat, hé Maar, ge
lukkig niet die felle kou.
Bij het voorbijrijden van auto's was
het oppassen om niet in erge mate
bespat te worden.
Sommige bestuurders waren zoo be
leefd met de voetgangers rekening
te houden.
Dat heb ik ook opgemerkt. M'n
compliment aan die bestuurders
Er waren er echter ook, die maar
raak tuften en zich ook nu van de
menschen om hun heen niets aan
trokken.
Er zijn woeste rijders, daar heb je...
Neen, noem nu nog geen naam.
'k Weet best, welke onderneming
je op het oog hebt.
Gevaar dreigt. Het is niets als con-
currentie-zucht. De Overheid moest
aan zulk roekeloos rijden paal en
perk stellen. Er wordt ontzettend
over geklaagd.
Ik snap niet, dat in onze stad niet
een maximum snelheid is vastge
steld op bijna alle dorpen is deze
aangegeven. Het verkeer is toch in
Middelburg veel drukker dan op
verreweg de meeste dorpen en
daardoor het gevaar veel grooter.
Gemeentebestuur van Middelburg,
schenk eens aan dat vraagstuk Uw
aandacht deze stem zou ik wel
luide in de Raadszaal willen doen
hooren
Het wordt tijd, hoog tijd. Zou de
Verkeers-Commissie soms hierover
reeds handelen
Ik weet het niet of dit tot haar
taak behoort. Wel weet ik, dat
zeer vele voetgangers verlangend
uitzien naar meerdere bescherming
op straat.
Zeg, weet je wat ik ook niet snap?
Hoe kan ik dat nu weten
Gisterenmiddag kwam ik over ons
mooi Marktplein en daar stonden
heel wat werkloozen.
Gewoon, niets buitengewoon.
Och, je bent zoo driftig ik was
niet uitgepraat. Ons Marktplein
was een modderpoel men moest
baggeren om de tram te bereiken.
Waarom nu die werkloozen niet
aan het opruimen van die sneeuw-
pap gezet
Dan behoefden ze tenminste niet
van steun te leven en konden ver
dienen.
Voordeeliger voor de Gemeentekas
is toch zeker steun-uitkeering
Nu ja, laat dat nu iets voordeeliger
zijn, maar men bereikt er tweeërlei
mee. Ten eerste, dat die vuile boel
weg is en de trippelaars niet, en
terecht, ontstemd zijn ten tweede,
dat de werkloozen, die zoo hard
verlangen naar eenig werk, de
schop hanteeren.
Oolijkerd, geloof je nu heusch dat
de werkloozen zoo graag dit werk
zouden verricht hebben
Ik hoop van ja. In ieder geval de
belastingbetalers, die heusch niet
gespaard worden, hebben recht op
schoone straten en pleinen.
Daar ga ik accoord mee.
DOOR
C. JACOBSZ.
TWEEDE DEEL.
VIb.
In de stilte van den schemeravond.
Een vraag, die onbeantwoord blijft.
Nog weinig verandering, Een ge
schenk. David Bles waagt een laatste
poging. Avondwandeling.
Het was een triestige, druilige regen
avond, toen Santje zich den volgenden dag
langs den stillen Zuidsingel naar huis be
gaf. Bij het Lambrechtstraatje gekomen,
zag ze een honderdtal schreden voor zich
uit een man wandelen, gehuld in een wijde
manteljas. Het meisje liep vlug voortzij
meende den eenzamen wandelaar al spoe
dig te herkennen, en toen zij hem bijna
had ingehaald, wist zij, dat zij zich niet
had vergist.
„Goeden avond, meneer Bril", sprak zij
vriendelijk, terwijl zij hem voorbijging.
„Dagjuffrouw SantjeDe
jonge man scheen opeens erg geschrokken,
en nam met een schutterig gebaar zijn
hoed af. „Neem mij alstublieft niet kwa
lijk, ikik wist niet, dat u achter mij
liep
Het meisje moest zich geweld aandoen,
om niet te lachen. Wel, weldat was
nu weer echt Jan Bril, onhandig en ver
legen Maar ochhij liep misschien
weer in gedachten, of voelde zich mismoe
dig en eenzaamSantje had al spijt van
haar neiging tot vroolijkheid en schonk een
heel lief lachje.
„Maar meneer BrilIk kan toch niet
boos zijn, omdat u mij niet dadelijk zag
Een mensch heeft nu eenmaal geen oogen
in het achterhoofd, hé
„NeenneenU hebt wel ge
lijk, juffrouw SantjeMaar het spijt
mij toch, wantik had U éérst behoo-
ren te groeten
„Och, ochSantje lachte nu toch
even. „Een volgende maal dan, meneer
Bril."
„Ongetwijfeld klonk het met grooten
ernst. Jan Bril liep even aan Santje's zijde.
„Engaat U nu naar huis, enzoo
heelemaal alleen
Als een jongmensch in den stillen zo
meravond een meisje op een eenzamen weg
die vraag doet, begrijpt de jonge dame on
middellijk, dat die vraag slechts een inlei
ding tot een tweede, meer dringende, is.
Santje kreeg dan ook een kleur bij deze
woorden, en liep onwillekeurig wat lang
zamer. Dat had zij van den stillen, be-
schroomden Bril niet verwacht En nu
werd zij op haar beurt een beetje verlegen
maar, dat zij zich naar haar woning
begaf, kon moeilijk worden ontkend.
„Ja, ik ga naar huis", antwoordde San
tje dus.
„Nuik nog niet", sprak de jonge
Goesenaar heel ernstig, ,,'t Is zulk lekker
weer, weet uHet was intusschen
veel harder gaan regenen. „Ik kuier zoo
maar een beetje rond, zonder een bepaald
doel."
Santje wist niet recht, of zij lachen zou
of ernstig blijven. „Nu, meneer Bril", sprak
zij vriendelijk, „ik zal U dan maar niet
langer ophouden. Goeden avond."
Het meisje snelde haastig voort, en ver
dween spoedig in de dichter wordende
duisternis. En de arme Jan Bril bleef staan,
hij luisterde naar de wegstervende voet
stappen, en oogde het bevallige figuurtje
na, zoolang hem maar mogelijk was.
Dan, plotseling, vervulde hem een groot,
jubelend geluk heel ver nog en niet te
peilen, een visioen van een wonderschoone
toekomstde vervulling van een ver
langen, eerst nü tot klaarheid, en duidelijk
bewust.
Jan Bril keerde zich om, en ging naar
huis, met vluggen, veerkrachtigen tred, als
droegen onzichtbare handen hem voort.
„Zoo, zoo", sprak Willem Seneij een
kwartiertje later, „dat was dus bijna een
liefdesverklaring, waarde zus
„Och jij Santje keerde haar broer een
heel boos gezichtje toe. „Bemoei je maar
met je meisje
„O, die heeft over mij niet te klagen!"
antwoordde Willem onmiddellijk. Santje
zat naast hem en hij gaf haar een kus, wat
zij heelemaal niet erg scheen te vinden.
„Is het wel, Saartje
„Hethet gaat", antwoordde deze
met een lachje. Maar dan keek zij opeens
heel ernstig, en haar vriendin bij den arm
vattend, sprak zij zacht
„Santje, alsals die meneer Bril ge
vraagd had, of hij je thuis mocht brengen,
wat had je dan wel gezegd?"
Maar Santje gaf geen antwoord op die
vraag, en met een vuurrood gezichtje
haastte zij zich de kamer uit.
De Meimaand spoedde ten eind, en nog
steeds had er tusschen Napoleon's leger
en de strijdkrachten der verbonden mo
gendheden geen treffen plaats gevonden,
hoewel de mogelijkheid ik deelde het
u reeds mede van dag tot dag grooter
werd. In de Midd. Crt. van Dinsdag 30
Mei kon men dan ook lezen
Bericht uit Brussel, 24 Mei. Er is nog niets
van belang aan de grenzen voorgevallen
ondertusschen kondigt alles aan, dat de tegen
woordige staat van schijnbare werkeloosheid
niet lang meer duren zal.
De verbondenen zonden onafgebroken
nieuwe troepen. Eén voorbeeld uit de
Midd. Crt. van Zaterdag 3 Juni
De Russen naderen van alle kanten den
Rijnop het einde dezer maand staan 80.000
Spanjaarden de Pyreneeën te passeeren.
Misschien' hebt ge in dit verhaal reeds
lang een oordeel over Napoleon gezocht,
en tot nu toe was dit zoeken tever-
geefsch. Het zal dit ook blijven, daar ik
niet te uitvoerig wil zijn. Ik wil u alleen
dit zeggen Bonaparte's heerschappij heeft
ons zeer, zeer veel leeds bezorgd, maar
ook heel wat goeds zijn tiranniek be-
swind bracht onzen voorouders eindelijk
het besef, tot één volk te behooren, één
natie, tot dusver maar al te vaak verdeeld
door den onzaligen naijver der gewesten,
waaruit zij was samengesteld, „Napoleon
grondvestte mede het Koninkrijk der Ne
derlanden", las ik lang geleden ergens, en
hierin ligt veel waars.
Men moge over den machtigen keizer
echter denken zoó men wil, het volgend
oordeel (ik citeer weer uit een der nrs.
van de Midd. Crt., 1815) is toch wel wat
al te kras.
De maatregelen, die Buonaparte neemt, be
wijzen de zwakheid van zijn gouvernement.
Hij heelt het schuim der natie gewapend, en,
zonder schaamte van zoodanige wezens als
verdedigers te hebben, heelt hij hun durven
spreken van het vertrouwen, dat zij hem in
boezemen. Bandieten, gereed om alles te onder
nemen, en alles te plunderen, lieden, zonder
eer noch vertrouwen, welke niets te verliezen
hebben.
Mij dunkt Napoleon en zijn trouwe
krijgers hadden toch wel een meer objec
tief oordeel mogen verwachten. Maar
vallen wij den schrijver van dien tijd niet
te hard
„Er wordt gescheld", sprak de weduwe,
niet heelemaal op haar gemak, want het
was bij tienen, en al donker. „Wie zou
er zoo laat nog komen Roos, wil jij
Met de Electro Bezem of The Wonder Electric of Zenith van 42.50 kunt U
dit gemakkelijk bereiken. Probeert eens enkele dagen Ziet ook eens onze uitge
breide sorteering WRINGERS en MANGEL WRINGERS vanaf 8.met 5 en
10 jaar garantie. De beste Wringer voor den laagsten prijs koopt U bij
Het speciale adres voor Z^VARE FORNUIZEN, Vergelijk kwaliteit* afwerking
en prijs,
TE KOOP een zoo goed als nieuwe HAARDKACHEL met flinke capaciteit en
een HAARD.
Maar Roos stond al met den deurknop
in de hand. „Zeker, m'n lieve juffrouw,
ik ga al Santje was niet naar huis ge
gaan dien avond, want zij was aan een
japon bezig, die zij met alle geweld wilde,
dat de weduwe den volgenden morgen, als
zij naar de kerk ging, zou aantrekken.
„U moet dadelijk nog één keer passen,
vindt U 't goed Die plooi bij den schou
der
Daar ging de deur open, en Jan Bril
trad binnen, langzaam en verlegen, zooals
gewoonlijk. In de hand droeg hij een pakje,
gewikkeld in grauw papier.
„Dat 's nog onverwacht bezoek lachte
juffrouw Berckhout. „Ga zitten, Jan. Is er
iets, dat je nu nog komt
„Jaoch neenDe jonge man
bleef besluiteloos staan, en keek van de
weduwe naar Santje, en van Santje naar
de weduwe.
„Kom, Jan", klonk het vriendelijk. „Er
is toch niets gebeurd Of stuurt meneer
Roerom je soms
Maar Bril bleef zwijgen. Onrustig schoof
hij heen en weer, en vooral als hij Santje
aankeek, werd dit nog erger. Zou hij mis
schien een oogenblik met haar alleen wil
len zijn
,,'t Is of Roos roeptsprak de we
duwe en 't scheen, of zij plotseling wat
schrok.
Het donkere meisjeskopje schudde van
neen. „Ik hoor niets, juffrouw. Misschien
is het
Maar de goede vrouw was al opgestaan
ensnelde de kamer uit. „Neen, ik hoor
wel degelijk. Ik wil toch even gaan kijken."
„Juffrouw SantjeJan was onmid
dellijk bij haar stoel. „Juffrouw Santje,
hierdit pakjevoor Uvlug...
we zijn nu alleenik zou U dat zoo
graag willen geven, omdatU altijd
zoo goed voor mij bentwees maar
niet boos
Als de jongeman het gewaagd had, het
meisje ook maar heel eventjes aan te zien,
dan had hij in haar donkere kijkers heel
wat anders dan boosheid gelezen.
„Maar, meneer Brilklonk het met
een allerliefst lachje. Gelukkig boos was
zij niet, dit hoorde hij wel. En de jonge
boekverkooper vatte een weinig moed en
sloeg de oogen op.
Santje zag het, en blozend sloeg zij de
hare neer. Zij maakte langzaam het pakje
open. Het bevatte twee boeken, fonkel
nieuw en keurig in kalfsleer gebonden
Historie van Mejuffrouw Sara Burgerhart,
uitgegeven door E. Bekker, Wed. Ds.
Wolff, en A. Deken.
Het meisje wist een oogenblik niet recht,
wat zij wel antwoorden zou. Zij wilde het
boek graag hebben, want het moest heel
mooi zijn en van lezen hield zij dol, dol
veel. Maar zoo zonder eenige reden yan
een jongen man een geschenk aannemen
Dat ging toch niet Wat moest zij zeggen?
„Hethet is heel vriendelijk van U,
meneer Bril", begon het meisje aarzelend,
„maarmag ik zoo'n duur en fraai ca
deau zoo maar van U aannemen Is dit
nu alleen, omdat ik een paar weken ge
leden Uw bemodderde kleeren gereinigd
heb
„Jaklonk het antwoord. „Maar
er is meerDe arme jonkman zag
het meisje zóó ernstig en zóó smeekend
aan, dat zij de oogen verward neersloeg.
„Weet U, weet U dan niet meer, hoe U
mij onlangs beloofde, mij mijn jarenlang
alleen-zijn een weinig te doen vergeten V
1 Alsals U wist, wat die belofte voor
mij beteekent, zou U die vraag niet heb
ben gedaanU hebt toch geen spijt
van wat U beloofde
„NnneenSantje's stem
klonk zacht en ongewoon ernstig. „Maar
ik kan zoo weinig voor U doen
Jan Bril wachtte een oogenblik. Dan
sprak hij stil„Begin dan met die boeken
aan te nemen...... Als men een ander wat
geven mag, dan, dan heeft men de zeker
heid, niet meer eenzaam te zijn
Een lach, vol lieve ernst misschien
ook van belofte was het antwoord op
die woorden, en zij stak hem haar hand
toe. „Nu dan, meneer Brilik ben er
heel blij meedank U wel, hoor
Jan Bril vatte die kleine hand, schroom
vallig, eerbiedig bijna.
En terwijl hij dit deed, maakte zich plot
seling een zonderlinge gedachte van Santje
meester. „Als ik vroeger wel eens dacht,
hoe het wel zijn zou, als iemand eens werk
van mij maakte hoe anders had ik mij
dit dan voorgesteld
Den volgenden morgen een nieuwe ver
rassing.
„Ja, U had mij niet verwacht, hé
sprak de heer David Bles, juist, toen de
pendule elf sloeg. „Nicht is dus met Roos
naar de kerk Neen, nu moet U niet zoo
angstig kijken, want ik zal heusch niet
lang blijven. Ik ben zooeven met een
vriend gearriveerdhij wacht buiten...
we willen zoo dadelijk op de Markt de
soldaten eens zien, en daarom zijn wij hier
gekomen. Maar in Middelburg te zijn,
zonder een bezoek aan de Korte Noord
straat te brengen, neen, dat kon ik niet.
Weet U waarom Och, ik hoef het niet
te vragen Santje, toeje weet, wat
ik je tweemaal gevraagd heb wat ik je
aanbiedSantje, zeg mij, dat je spijt
hebt van je weigering, dat je wil
Santje, als je maar kon begrijpen, hoe ik
van je houdals je mij maar geloofde!
Santje, lieveling, zeg, dat je er nu anders
over denkt
Maar het meisje wrong even de blanke
handen dan, den jongen man met gloeiend
gezichtje moedig aanziende, schudde zij
ernstig en met grooten nadruk het hoofd.
Teleurstelling en woede deden David
verbleeken. Hij gaf een harden vuistslag
op de tafel, die het servies op het thee
blad rinkelen deed, en grimmig klonk zijn
stem „Dwaas, die ik ben Er is een an
der, hé Brilletje Hoe gaat het met hem?
Is hij nog altijd even braaf Knutselt hij
nog steeds van die lieve, zoetsappige rijmp
jes
Weer dreunde zijn vuist op het tafel
blad, nog hardér dan zooeven, en het arme
meisje begon te schreien.
„Tranen Ja, die kennen we schreeuw
de David, dol van spijt. Wil ik je eens
wat zeggen Je hebt me allen levenslust
ontnomenniets kan mij meer schelen
niets En daarom ga ik mij morgen als
vrijwilliger aanmeldenMisschien lig ik
dan binnen een paar weken wel ergens
in België, in een greppel, beslijkt en van
onder tot boven bebloed Uw werk, mijn
waarde mejuffrouw, maar u kunt te
vreden zijnMisschien mag ik u er nu
reeds mee feliciteeren
Den vorigen avond, na zijn bezoek,
wandelde Jan Bril weer langs den een
zamen binnensingel, onder de boomen,
wier kruinen de koele nachtwind deed
ruischen.
Heel langzaam ging hij voort en nu en
dan prevelde hij zacht een naam. Maar
soms ook stond hij een oogenblik stil, en
blikte omhoog, naar de sterren, die schit
terden aan den donkeren hemel.
(Wordt vervolgd)
Bij ingezetenen
Kindertaschje, E. de Rijk, Veersche weg
S lb Doosje met inhoud, J. Dingemanse,
Dampoortsingel T 123 Paar Handschoe
nen, T. Hoefkens, Brigdamme B 138 Jon
gensjas, De Kwartel, Branderijmolengang
M 237Dameshandschoen, H. Schot,
Beenhouwerssingel K 73 Damesport. met
inhoud, Koster, Seisweg R 96Zwarte
Herdershond, A. Wolf, Achtersingel Q
149 Port. met inhoud, Gem. Veldwachter,
St. Laurens B 22 Heerenhorloge, J. Lam-
pert, Gapinge Geldstuk, Loefaart, Arn.
pad T 166 Montagetang, P. Wissekerke,
v. Teylingenstraat B 224, Souburg Wan
delstok, E. J. Bos, Langedelft H 1617
Damesport. met inhoud, W. Pieterse, Wis
sel C 123, Souburg Glacé Handschoen,
N. v. Sluijs, Wal All; Kinderhandschoen,
Vogel, Jacob Catsstraat S 124a Haarkam,
Leijnse, Korte Heerengracht Zilveren
Bakje, W. v. Sluijs, Lange Giststraat F
192 Belastingmerk, L. Louws, Dijkstraat
B 40, Souburg Vulpotlood, Antheunisse,
Kinderdijk P 90 Emaille Plaatje, J. Valk,
Dampoort T 205 Kinderschortje, J. Bot
ting, Wagenplein Q 17 Pannenspons, I.
Franse, Seisweg R 132 Zakportefeuille,
W. Adam, Wagenplein Q 10 Handbe
schermer, v. Sluijs, Klein Vlaanderen M
155 Bankbiljet, Westerterp, Seisplein Q
286 Heeren Handschoen, R.f Boogaard,
Breestraat O 164 2 Toegangsbewijzen, H.
Best, Beenhouwerssingel K 67Kinder
handschoen, Roest, Jodengang R 228
Boerinneschort, Juffrouw v. Slooten, Veer
sche Weg T 254 Melkbussleutel, M. Ver
burg, Lange Noordstraat L 123 Wollen
Muts, De Klerk, Sleperssingel Q 182
Bagagedrager, W. Simons, Wagenplein Q
118 Geldzakje met inh., J. v. Overbeeke,
Londensche Kaai H 68 Port. met inhoud,
Meulmeester, Wagenaarstraat E lila;
Meisjeshandschoen, W. Flipse, Spanjaard
straat E 80 Glacé Handschoen, Bureau
van Politie; Damestasch met inhoud, Ooms,
Hendrikstraat W 57 Damesrijwiel, Hotel
„Nieuwe Doelen", Lange Noordstraat.