Haarden, Kachels, Fornuizen
A. van Roon,
VELO'S zijn niet duur
De grootste sorteering
Langeviele 219, Middelburg
ADVERTENTIEBLAD VOOR MIDDELBURG EN DE DORPEN OP WALCHEREN
SANTJE
De beste fabrieken
De voordeeligste prijzen
KaohelmagazlJn, Smederij, Wringers
Als U alles gezien hebt kom
dan bij ons en U kunt slagen.
Vanaf f 36.50
SNIP EN SNAP.
WASCHMACHINES van af fl. 30.
WRINGMACHINES van af fl. 13.
VERSCHIJNT
DES WOENSDAGSMIDDAGS
ADVERTENTIÊN KUNNEN TOT
UITERLIJK 12 UUR AANGE
NOMEN WORDEN AAN NET
BUREAU SPANJAARDSTRAAT
|No. 4
11 OCTOBER
38e JAARGANG!
□EFFIRM
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
VAN 1-0 REGELS 45 CI_ IEDERE 1
REGEL MEER 15 CENT, 3 MAAL
PLAATSING WORDT SLECHTS 2
MAAL BEREKEND. BW CONTRACT I
VOOSDEELIGE VOORWAARDEN
UITGEVERS: LITTOOIJ OLTHOFF, POSTREKENING 42280, TELEF. 238
DOOR
C. JACOBSZ.
Vllb.
Santje is weer alleen.
David Bles verschijnt ten tooneele.
„Wat jammer toch, dat Roos nu juist
de "koorts heeft, en het bed moet houden",
sprak de weduwe, ,,'k Had mijn bood
schappen zoo graag van middag met jou
samen gedaan Maar ja er kan gebeld
worden De bakker is ook nog niet ge
weestvervelend, dat die man altijd
zoo ongeregeld komt,"
„O, maar het is heelemaal niet erg
antwoordde Santje vol vuur. „Ik heb nu
juist den tijd, Uw japon af te naaien als
U dan Zondag naar de kerk gaat, kunt
U haar aantrekken. Mijn vrijer wacht
niet". Santje lachte eens.
„Dat is gauw gekomen, kindlief", sprak
de goede vrouw met een hartelijk knip
oogje. „Nu dan ga ik maar, hoor En wat
ik nog zeggen wou, je behoeft niet bang
te zijn, want Jan Bril zal zijn bezoek zoo
spoedig wel niet herhalen, en een anderen
neef heb ik niet."
Juffrouw Berckhout ging de kamer uit,
en het duurde wel een kwartier, vóór er
gescheld werd. „De bakker dacht San
tje en vlug haalde zij de broodmand en
haar beursje.
„Goeden middag, juffrouw klonk het
vroolijk, toen zij opendeed. „Wees alstu
blieft niet boos, zoo ik mij vergis Hier
woont de weduwe Berckhout immers Is
nicht thuis
Santje wist niet, wat zij hoorde. Zoo
even had de weduwe haar verzekerd, dat
zij slechts één neef, den armen Jan Bril,
bezat, en nu nu kwam een tweede op
dagen Had de goede vrouw zich zoo
schromelijk vergist Maar neen, dat was
niet mogelijk Santje begreep er niets van.
„U antwoordt niet, juffrouwsprak
de nieuwe onbekende, die, zijn hoed in de
hand, heel beleefd bescheid wachtte.
„Moet ik misschien ook hiernaast wezen?
„Neen, meneer." Santje voelde, dat zij
een kleur had gekregen, wat zij heel ver
velend vond. Waarom had zij ook niet
dadelijk antwoord gegeven „U bent hier
terecht", vervolgde zij dan vlug. „De juf
frouw is echter niet thuis."
„Wel, dat is allerdroevigstMaar ik
mag misschien welDe bezoeker, een
hupsch en naar de laatste mode gekleed
jonkman, zweeg, keek even naar de grau
we lucht, en ging met een innemend lachje
voort„Ik voelde zooeven een regendrup
pel Mag ik U, met het oog op mijn nieuw
costuum verzoeken, binnen op nicht te
mogen wachten Het zal mij een groot
genoegen zijn, als U mij dan gezelschap
houdt."
Santje bloosde weer bij die woorden,
nog erger, dan zooeven, maar durfde toch
niet weigeren. Als de beklagenswaardige
Jan Bril dit weer gevraagd had, zou het
niet zoo vreeselijk zijn geweest, maar
dezeEn weer vroeg zij zich af „Wie
is hij, en wat komt hij doen
En even later zaten beiden op behoor
lijken afstand van elkaar in het woon
vertrek, en de onbekende kon niet nalaten,
Santje nu en dan aan te kijken, zooals zij
daar zat in den gemakkelijken leunstoel,
met haar donkere, glanzende haar, haar
blanke, aanvallige gezichtje, en de kleine
voeten in de schoentjes met kruisbanden.
„Och, dat 's waar ook riep de jon
geling eensklaps. „Ik heb mij zeiven nog
niet voorgesteld Een onvergeeflijke fout,
maar U vergunt mij Ha, ik zie het al,
U bent niet boos, neen dat zoudt U ook
niet kunnen Welnuik ben David
Bles, van Ter Goes. Er misschien bekend?
Niet Dan toch zeker wel eens van onzen
alom bekenden ijzerhandel gehoord Ook
al niet Maar mijn lieve juffrouw ik
sta verstomd
VIII.
Een uitnoodiging. Middelburg viert
feest. „O, wat een allerheerlijkst
toevalGelegenheidsdichters.
Een oogenblik was het stil in de kamer,
en boven in het huis klonk het vage ge
luid van een zachte stem, die riep.
„Roos sprak de weduwe, en dit zeg
gende richtte zij zich haastig op. „Ze zal
wat noodig hebben, de zielNeen, Santje,
blijf maar.,, ik ga zélve wel even kijken."
„Wil U wel gelooven, dat ik blij ben,
dat die lange juffrouw daar boven een
beetje in de lapmand is vroeg de heer
David Bles, toen de weduwe de kamer
verlaten had.
Santje gaf geen antwoord, maar naaide
ijverig door.
De bezoeker lachte allervriendelijkst,
en op vroolijken toon, alsof het meisje
hem gevraagd had, nóg wat grappen te
verkoopen, vervolgde hij „Ik gevoel mij
verplicht, U eerst eenige opheldering te
geven. Misschien hebt U al gemerkt, dat
juffrouw Berckhout en ik heelemaal geen
familie van elkaar zijn. De zaak is deze.
Zij is een vriendin van mijn moeder, en
deze noemt haar kennissen altijd „neef"
en „nicht", omdat zij vindt, dat die woor
den zoo hartelijk klinken. Raar, hé En
finik heb dat voorbeeld onwillekeu
rig gevólgdóók zonderling, beken het
maar
Santje toonde echter voor deze uiteen
zetting niet de minste belangstelling, maar
wijdde al haar aandacht aan den draad,
die maar niet door het oog van de naald
wilde.
„Ik ben toch eigenlijk een troetelkind
van het geluk", ging de jonge man onver
vaard voort. „Ge begrijpt dat niet, maar
ik zal het U uitleggen Daar schel ik aan
het huis van mijn waarde nicht, en een
heel bevallig meisje doet open Nu moet
U niet zoo boos kijken, lieve juffrouw,
want, heusch, wat ik zeg, meen ik Ik ga
dus verder. Voorrecht nummer één De
dienstbode van mijn goede nicht is een
beetje ziek zij gaat haar opzoeken, en
keert niet dadelijk terug, zoodat ik een
oogenblik met mijn nieuw kennisje alleen
ben. Voorrecht nummer twee
Het arme meisje had een kleur als vuur
gekregen, en zoo diep als maar mogelijk
was, boog zij het hoofdje over de bijna
afgewerkte japon.
„Zij is verlegen", dacht de hupsche
jonkman. „Wel, welEn hij vervolg
de „Het is vandaag Woensdag, en mor
gen, Donderdag, wordt hier immers de
verheffing van onzen vorst gevierd Nu,
de Middelburgers weten, wat feestvieren
isU zult zeker ook wel van de partij
zijn Weet U, wat ik ga doen Ik wil
dat feest morgen ook wel eens bijwonen
nicht vindt het natuurlijk heel prettig, als
ik hier van nacht logeer. En ik hoop, dat
vrouwe Fortüna mij dan morgen... voor
de derde maal gunstig wil zijn
Hoe de Zeeuwsche hoofdstad den 23en
Maart de verheffing van den souvereinen
vorst tot Koning der Nederlanden vierde
Reeds in den vroegen morgen wapper
den van alle publieke gebouwen, woningen
en schepen de vaderlandsche driekleur of
de oranjevlag, en deden de klokken de
bevolking weten, dat de heuglijke dag ge
komen was. Het luiden en spelen der klok
ken werd bij tusschenpoozen tot den avond
herhaald.
Om elf uur marcheerde het garnizoen
naar de Markt, en schaarde zich, met een
uit de aanzienlijkste burgers gevormde
eerewacht op den rechtervleugel, voor het
Stadhuis. De stedelijke regeering en de
deputaties der onderscheidene kerkeraden
waren daar aanwezig.
De stadssecretaris betrad nu de pui, en
onder het gebeier der klokken en het dreu
nen der vreugdeschoten, las hij de pro
clamatie van den Souverein voor. Een
burger-muziekkorps liet onmiddellijk daar
na het Wilhelmus hooren. Dan weer
galmde het ruime plein van de daverende
toejuichingen der duizenden, daar saam-
gestroomd.
Het garnizoen vormde nu met de eere
wacht een z.g. carré (vierkant), te mid
den waarvan de bevelhebber van Zeeland,
generaal David Bruce, met zijn stafoffi
cieren en de burgerlijke autoriteiten plaats
nam. De generaal sprak de troepen op
treffende wijze toe, en eindigde met de
woorden„Leve de Koning Leve het
Huis van Oranje
's Avonds was de stad overal door vet
potjes verlicht, wat dank zij het rustige
weder uitnemend slaagde. Op het plein
van de kazerne werd een groot vuurwerk
ontstokener was muziek, zooveel men
maar wilde, en men feestte tot het aan
breken van den dag
Laten wij de verlichting ook eens in
oogenschouw nemen. Het groote, schitte
rend geïllumineerde huis van burgemeester
Bijleveld, in de Lange Delft, trekt natuur
lijk ieders bewondering en te midden der
toeschouwers zien we opeens Willem Se-
neij met zijn verloofde. Ook Santje is bij
hen. Den vorigen avond toch heeft juf
frouw Berckhout gezegd „Neem morgen
den heelen dag maar vrij, kindlief Er is
niet veel te doenik hoop, dat je flink
genieten zult." Dat het meisje dit lieve
aanbod op prijs stelt, begrijpt ge wel.
Vrij hoe heerlijk! En nu is zij ook
van de aanwezigheid van den heer Bles
bevrijd Dat is misschien nog veel heer
lijker
„Een paard op holEen paard op hol!"
klinkt het dan plotseling. Uit de Sinte-
Geertruidastraat nadert een duwende en
dringende volksmassa, die in een oogwenk
de rustige wandelaars opeen stuwt of van
elkaar verwijdert.
Stevig drukt Willem zijn meisje tegen
zich aan, maar Santje is zoo geschrokken,
dat zij in haar angst zijn linkerarm los
laat, en op de hooge stoep springt. „Wil
lem Saartje GauwHierMaar het
is reeds te laat het opdringende volk
laat hun geen tijd tot keeren. Even kijken
zij nog om, maar dan heeft Santje hen
reeds uit het oog verloren. En toch is het
zoo licht in de straat, veel lichter dan
gewoonlijk.
„O, wat een allerheerlijkst toeval
klinkt het plotseling achter haar. „Waar
lijk, Fortuna blijft mij gunstig gezind
Bent U zoo alleen
Het meisje krijgt een kleur als bloed,
want zij herkent die stem dadelijk. Hoe
komt David Bles zoo opeens in haar nabij
heid
„Kom, nu moet U eens wat zeggen
De hupsche jongeling ziet glimlachend op
het meisje neer. „Ook voor het paard
gevlucht Niets dan een grap, hoor
een flauwe grap van een paar straatjon
gens 'k Stond toevallig achter hen, toen
ze dat aardigheidje verzonnen, en ik moest
met den stroom mee, of ik wilde of niet
Gelukkig maar zonder die kwajongens
had ik U nooit gevonden
Het begint in de straat weer wat rus
tiger te worden. Waar zijn Willem en
Saartje nu Zeker zoeken zij haar. Ja,
waarlijk daar komen zij reeds Met
een sprongetje verlaat Santje de stoep.
Hè, hoe jammer Het is een ander paartje!
De jonge Goesenaar bevindt zich ech
ter reeds aan haar zijde. „Toe", begint
hij weer, en zijn stem is vriendelijk en
zacht, „toe, blijft U nu bij mij Vindt U
mij heelemaal geen antwoord waard Be
grijpt U dan niet, dat het feest mij niets
kan schelen, en dat ik alleen om hier
gebleven ben Kom, loop nu wat lang
zamer, en stel mij niet te leur... toe nu...
U bent zoo lief en zoo mooi
Het meisje kijkt hem aan, en haar lip
pen trillen. „Ik ben liever alleen, heusch..."
klinkt het zacht.
David glimlacht even, alsof hij denkt
„Dat meent zij toch nietDan neemt hij
behoedzaam Santje's arm, maar zij maakt
zich onmiddellijk los, en snelt haastig heen,
naar de Markt naar huis.
Dat de verheffing van den beminden
vorst dichters en rijmelaars inspireerde,
spreekt wel vanzelf, en de Midd. Crt. van
25 Maart bevatte dan ook deze adver
tentie
Bij Corbelijn te Vlissingen zal heden
middag worden uitgegevenHet Jui
chend Vlissingen bij het
Proclameeren van onzen
geliefden Souverein als
Koning der Nederlanden
enz. Een dichtstuk door J. Baars, Ma
troos op Z.Ms. Fregat „De Van der
Werf". Hetzelve zal mede te Middelburg
te bekomen zijn. (1 st.)
Ook Hendrik Kraijestein, de directeur
van het reizend tooneelgezelschap „De
Nederduitsche Tooneeïïisten", dat weken
lang zijn voorstellingen in den schouw
burg gaf, leverde een allegorische Voor
stelling Hulde van Walcheren's burgerij.
Ofc het mooi was, kan ik U tot mijn
spijt niet mededeelen, want ik ben er niet
bij geweest, en de bladen uit dien tijd be
vatten nog geen tooneelrecensies.
Maar ik zal U in den loop van deze
vertelling nog wel eens een advertentie
van „De Nederduitsche Tooneellisten" ge
ven zij, die met het tooneel van een eeuw
geleden eenigszins bekend zijn, zullen dan
wel begrijpen, wat dit gezelschap in onzen
schouwburg te zien en te hooren gaf.
(Wordt vervolgd)
BURGERLIJKE STAND VAN
MIDDELBURG
Van 210 October.
GETROUWD: J. G. Pluijmers, 33 j.
en J. Verhage, 28 j. G. P. Louwerse, 29
j. en L. Grootjans, 28 j. B. A. Feij, 25
j. en A. C. Littooij, 26 j.
BEVALLEN J. Luitwieler, geb. Groot
jans, z. C. E. Karman, geb. de Jonge, z.
C. W. P. Wolters, geb. Lent, d. Th. A.
E. van der Zee, geb. van Schaik, d.
OVERLEDEN A. Flipse, geh. met E.
Tissink, 70 j. A. Meijers, 78 j„ gesch.
echtge. van L. Maartense.
Snip
Snap
Snip
Snap
Snip
Snap
Snip
Snap
Snip
Snap
Snip
Snap
Snip
Snap
Snip
Snap
Snip
Snap
Snip
Snap
Snip
Snap
Zeg, onlangs hadden we het zoo
terloops over het Molenwater, daar
wou ik toch nog wel eens met je
over babbelen.
Dan ben je aan het juiste adres,
want het zit me tot aan de keel.
Zoo, is die verandering niet naar
je zin 1
Dat zeg ik toch niet. Daar laat ik
me niet over uit. Ik vind het eene
uitnemende werkverschaffing ge
weest. Voor mijn part brengen ze
het weer in den ouden staat, dan
geeft het opnieuw werk.
En dan zoo maar aan blijven hou
den, is je bedoeling zeker.
Ja, of men moet andere werk-
objecten hebben. Van niets doen
houd ik niet. De werkloozen moe
ten arbeiden, zij willen verdienen
en niet van steun leven.
Volkomen met je eens, buurman.
Maar wat zit je nu zoo dwars.
Wel, die afschuwelijke omheining!
Waarom nu weer alles afgezet met
die leelijke palen en dat hoog
gespannen draad
O, is dat het Dat is echt iets
Middelburgs.
Dat blijkt wel, want nergens heb
ik zoo'n afsluiting gezien, noch in
ons land, noch in het buitenland.
Wel neen, nergens Om maar dicht
bij huis te blijvenzie naar den
Singel te Vlissingen.
Wat is die mooi geworden, zeg
En je hebt gelijk, de plantsoenen
worden niet ontsierd door die ake
lige omheining.
Prachtig zijn die bloemperken en
niemand, groot noch klein, die er
zijn hand naar uitsteekt.
Hoe komt Middelburg toch aan
dat afsluiten met prikkeldraad
Je kan wel zien, dat je geen echte
Middelburger ben.
Hoe zoo
Meer dan 30 jaar geleden is het
uitgevonden door den toenmaligen
Wethouder, dhr. H. P. den Bouw
meester.
O, dateert het al van zooveel jaren
terug. Toen was het misschien noo
dig, maar nu toch niet meer.
Er is toen al terdege mee gespot.
De Middelburgsche Courant gaf in
dien tijd platen uit, geteekend door
Braakensiek.
Zoo, nooit gezien.
Op een dier platen stond genoem
de forsch gebouwde Wethouder
met eene elegante jonge dame bij
een op deze gruwelijke wijze af
gezet bloemperk. Zij toonde den
man van het prikkeldraad haar
mooie japon, waaraan goed zicht
baar was, dat dit kleedingstuk met
dit draad leelijk in aanraking was
gekomen.
Dat is leuk. Ik kan begrijpen, dat
om die afbeelding hartelijk ge
lachen is.
SnipGelooft, dat Braakensiek succes
oogstte.
SnapDat geloof ik. Die was meesterlijk.
SnipHet Dagelijksch Bestuur van onze
gemeente moet eens een lesje gaan
nemen bij een Dame, die tusschen
het draad woont.
SnapWat verkoop jë nu weer voor
onzin.
SnipOnzin Neen, het is ernst. Die
Dame geeft blijk de jeugd te kun
nen opvoeden.
Snap Nu wordt het nog al raadselachti
ger. Wat bedoel je nu toch?
Snip Op den Dam is het plantsoen ook
ingesloten door dat draad. En zie,
tusschen het Molenwater en den
Dam woont bedoelde Dame. Zij
heeft 2A van een jaar op stoep
staan een plant in kuip.
SnapDat weet ik. Wat heeft die rho-
dodrendon van het voorjaar prach
tig gebloeid Een lust was het.
SnipZeg dat wel. Een lust der oogen
was het. Prachtig, eenig mooi
Snap Kan die sierheester dan daar buiten
staan zonder beschadigd te wor
den Dag en nacht En de kin
deren dan
Snip In die buurt zijn drie scholen, dus
passeeren en spelen daar veel kin
deren. En denk je nu, dat er één
kind een hand heeft uitgestoken
naar die heerlijk uitziende bloemen.
Weet je wat ik wel gezien heb,
dat zij o zoo voorzichtig hun neus
met de bloem in aanraking brach
ten om te ruiken, maarhanden
thuis, hoor
SnapDat is echt kinderlijk en bewijst dat
ook een kind van bloemen houdt.
Snip Och, het is eigenaardig, maar juist
het afgeslotene prikkelt tot het
ongeoorloofde.
SnapDe jeugd moet er aan gewennen
van de prilste jaren af. Liefde voor
bloemen en planten moet gekweekt.
En thuis èn op school.
Snip Ook in onze goede stad kan al dat
hoog gespannen draad weg. Het is
een aanklacht tegen de opvoeders
der jeugd.
EEN JUBILEUM.
Door een gelukkigen samenloop valt de
verschijning van ons blad samen met het
halve eeuwfeest van een bekend Middel
burger, iemand die door zijn arbeid op
velerlei gebied zich groote bekendheid
heeft verworven en dikwijls van zich doet
spreken.
Hij was verscheidene jaren ouderling der
Geref. Kerk alhier, waar hij een voorname
plaats innam in de afdeeling geschillen,
voorts had hij zitting in de afd. Zeeland
van den bizonderen vrijwilligen landstorm,
is reserve-kapitein der Infanterie, was ja
renlang administrateur der Vereeniging
voor Handelsonderwijs en is verder een
bekend schaker en beoefenaar van het
dominospel. Ook doet hij vaak van zich
spreken door zijn krachtig optreden op
vergaderingen. Na opsomming van dit al
les zal het velen lezers duidelijk zijn wien
wij hier op het oog hebben, n.l. den Heer
G. W. GRAAFHUIS, Hoofdboekhouder
van het zoo belangrijke Provinciale Elec-
triciteitsbedrijf. Wij wenschen den jubila
ris van harte geluk met dezen dag en wij
hopen dat hij nog vele jaren in het belang
van Middelburg en haar ingezetenen moge
werkzaam zijn.