Aspirin Spiritus en Petroleum Gasbranders ADVERTENTIEBLAD VOOR MIDDELBURG EN DE DORPEN OP WALCHEREN Pracht-comfoor 2-vlams f9,40. VERSCHIJNT DES WOENSDAGSMIDDAGS No. 35 27 MEI 1931 35e JAARGANG PRIJS DER ADVERTENTIËN: UITGEVERS: LITTOOIJ OLTHOFF, POSTREKENING 42280, TELEF. 238 Ingezonden Mededeelingen Uw gezondheid eenig op de wereld LANGS EEN MOEILIJKEN WEG Tegen wee ren wind bestand Speciaal voor Keuken- en Kampeergebrulk. Gemakkelijkste behandeling en zuinig. A. VAN ROON, LANGEVIELE 219, MIDDELBURG. Uw adres voor GASFORNUIZEN en COMFOREN. WASCHMACHINES, MANGELS en WRINGERS. B. K. EMAILLE- en SPROEIARTIKELEN. I ADVERTENTIËN KUNNEN TOT UITERLIJK 12 UUR AANGE NOMEN WORDEN AAN HET BUREAU SPANJAARDSTRAAT □EFRFIM VAN 1-3 REGELS 45 CT„ IEDERE REGEL MEER 15 CENT, 3 MAAL PLAATSING WORDT SLECHTS 2 MAAL BEREKEND. BIJ CONTRACT VOORDEELIGE VOORWAARDEN is hel beste juist goed genoeg. Eischt daarom uitsluitend Aspirin- tabletten in de origi- neele verpakking met het wereldberoemde BA YER-kruis. Let op oranje band en Bayerkruis. Prijs DOOR C. JACOBSZ. I. Waarin een zeer hupsch en levenslustig jonkman een vriend ontmoet, niet minder vroolijk en levenslustig. Lucas de Wijse slenterde eenige malen de Markt op en neer, en met welbehagen koesterde hij zich in de heerlijke Meizon, die den ganschen dag nog door geen enkel wolkje verduisterd was geweest, 't Scheen eigenlijk, of nu reeds de zomer zijn intrede gedaan had plotseling, door niemand nog verwacht. Want dagen achtereen was de wind pal noord-west geweest, en had het uit een loodgrijze lucht vrijwel onaf gebroken geregend, gesneeuwd en geha geld, en de vriendelijke zon had zich al dien tijd achter de sombere, grauwe wolk gevaarten schuilgehouden. Maar eindelijk, in den vroegen morgen van den dag, waarop dit verhaal een aan vang neemt, den eersten Vrijdag van Mei 1714, had het haantje van den Abdijtoren den kop gewend, en thans kee khij naar het zoele zuiden. Wat was het weder nu eensklaps ver rukkelijk schoon geworden, als wilde deze dag van het komende zomertje een voor bode zijnHoe heerlijk straalde de zon aan den helderblauwen hemel hoe vroolijk schetterden en kwetterden de vogeltjes, die het nu plotseling bijzonder druk schenen te hebben gekregen. Maar de Meimaand was daar, en dan is er in de huishouding van onze gevederde vrienden altijd heel veel te doen. Lucas de Wijse dan wandelde op de Markt en hij genoot van het fraaie weder, maar daarvan niet alleen. Ook zijn klee ding, naar de Fransche mode overdreven verzorgd, scheen hem buitengewoon veel vermaak te verschaffen, want hij wierp voortdurend welgevallige blikken in een klein spiegeltje, dat telkens uit een der zak ken van zijn met zilveren tressen bestikten overrok te voorschijn kwam. Maar de meeste aandacht schonk hij toch aan de vrouwen en meisjes, die hij passeerde aan de laatsten vooral, en dikwijls licht te hij met een hoofdsch gebaar den fonkel- nieuwen steek maar vreemdde zwierige groet werd vaak in het geheel niet, of althans zeer stug beantwoord. On zen wandelaar bleef dit natuurlijk niet ver borgen, maar het scheen hem weinig te deren. Thans verlaat hij de Markt, en daar, bij het begin van de Noordstraat, schrijdt hij nog langzamer voort. Ja, hij heeft goed geziener beweegt zich iets achter de kleine, nog in lood gevatte ruitjes van het winkelvenster van den brood- en beschuit bakker Dorias, en de keurig gekleede jonk man wipt het hooge stoepje op, en drukt de neus tegen het wat verweerde glas. Achter de toonbank bevindt zich Keetje, de glundere, knappe dienstmaagd van den meesterbakker, en zij helpt een klein jon getje, dat voor vier duiten houtskool heeft gevraagd. Als het aardige boerinnetje on willekeurig eens naar buiten ziet, wendt zij dadelijk het hoofd af, en kijkt heel boos. Want zij weet zeer goed, wie het is, die haar begluurt een goeden naam heeft onze vriend De Wijse niet. Maar die kleine teleurstelling ontmoe digt hem niet, en lustig trommelen de vin gers tegen het vensterglas even toch ziet het meisje weer op, en de onbeschaamde jonkman knipoogt eens en knikt zeer vrien delijk, en buitengewoon minzaam. Het knappe meisje wordt nog rooder, en kijkt heel nijdig dan steekt ze de tong naar hem uit en nauwelijks heeft het ventje met zijn zakje houtskool den winkel ver laten, of Keetje is al in het achterhuis ver dwenen. Lucas de Wijse slentert verder en recht genoeglijk lacht hij eens. Dan voelt hij op eens, dat iemand de hand op zijn schouder legt, en hij ziet verwonderd om. „Ik dacht het wel, dat gij het waart, waarde vriend Hoe vaart gij Sinds wan neer interesseert ge u zoo voor versch tarwebrood Of was er wat anders in den winkel te aanschouwen, een aanvallig meisje, of zoo iets Altijd die vrouwen, héaltijd de vrouw, ha, ha, haIk wilde eigenlijk óók wel eens in dat win keltje gaan kijkenmisschien kan ik wel een boodschap bedenkenVindt ge dat geen lumineus idee Hij, die zoo spreekt, is de ons reeds be kende kapitein, de graaf De Polignac. Ge zult u ongetwijfeld nog wel herinneren, hoe hij voor twee jaren, poogde, het hart van de mooie en schatrijke Anna Udemans te veroveren. Aanvankelijk boekte hij wel eenig succes, want het jonge, onervaren, wat wufte meisje was door 's mans atten ties zeer gevleid, en liet zich door den ga lanten Franschman maar al te gaarne het hof maken. Trouwens, die openlijke hulde, haar bewezen door een bevallig en inne mend lid van den ouden Franschen adel, dat was een zeldzaam voorrecht, dat het goedgeloovig meisje naar waarde wist te schatten zij, de gefortuneerde, maar on danks dat toch een burgermeisje, een koop mansdochter zij Anna Udemans, een maal wellicht een Comtesse de Polignac Wie van haar talrijke kennisjes zou haar gelijk zijn Maar op den duur bleven De Polignacs uitspattingen voor het argelooze meisje niet verborgen en begreep zij, dat het den hoffelijken cavalerieofficier alleen om haar geld te doen was geweest en daar haar hartje niet al te zeer gewond was gewor den, geraakte zij spoedig over haar teleur stelling heen. En de ontvangen les bleef niet zonder vrucht. Anna werd ernstig, zij liet alle wuft en ijdel vermaak varen al lengs namen haar goede hoedanigheden meer en meer de overhand, en zoo werd het eerst zoo ijdele schepseltje de trouwe vriendin en bondgenoote der arme Judith Brau. Een half jaar later trad George de Po lignac in het huwelijk met Mijntje, de veer tigjarige, eenige dochter van den welge- stelden graankooper Uittenhout. En daar het goede, maar onbevallige meisje aan stonds een niet onaardige stuivertje als huwelijksgift medebracht, nam onze kapi tein vrijwel onmiddellijk zijn ontslag, dat hem maar al te gaarne verleend werd. „En hoe maakt het madame la Com tesse De twee waardige heeren wandel den nu onder de boomen van het Abdij plein. „Bevindt Hare Genade zich nog wel De Wijse lachte recht hartelijk en hij gaf zijn metgezel een vriendschappelij- ken klap op den schouder. „Och, hoe zou zij het maken", luidde het wrevelige antwoord. „Zij mankeert niets, zij is de gezondheid zelve ja, lach maar, jij bent nog vrij, maar ik, arme, zit in het schuitje, en moet meevarenik wilde wel, dat zij wat bevalliger was, en minstens twintig jaren jonger 1" „Ho, homen kan niet alles tegelijk verlangen, George", sprak De Wijse la chend. „Je weet, wat een der koningen van jouw land eenmaal zei„Parijs is wel een mis waard Nu, de man had erger onzin kunnen debiteeren Je hebt je fortuin toch maar heel aardig gerestaureerd, man, dat is wel eenige opoffering waard, n' est-ce pas En wat de leeftijd van mevrouw de gravin betreftals ik je met den naam en het adres van een aardige twintigjarige van dienst kan zijn, dan ben ik tot je be schikking." „Wel, dat is heel vriendelijk van je" grinnikt de gewezen officier, „Ik houd je aan je woord, hoor Dan steekt hij den arm door dien van zijn vriend, en zoo wandelen zij door de poort naar het Koor kerkhof. De edele graaf spreekt zacht, hij fluistert bijna, maar wat hij zegt, moet wel zeer interessant zijn, want Lucas staat een paar malen stil en schudt dan van het la chen. Van den toren klinkt een wijsje, door zes slagen gevolgd het uur van zessen. Maar als de laatste slag nauwelijks weggestor ven is, tingelt er weder een deuntje, een vlugge, vroolijke melodie. Dat het carillon zich dadelijk wéér hooren doet, is niet vreemd ik zei u al, dat het heden de eerste Vrijdag van Mei is er zullen nog heel wat wijsjes volgen, want het Meideuntje speelt. „Wel, dat is een aardig melodietje 1" zegt De Polignac, en hij staat lachend stil. ,,'k Heb dat walsje meermalen in Parijs gehoordnu moet men toch dansen, hé, of men wil of niet." En bij deze woorden gespt de ex-kapi tein zijn kostbaren degen los en legt dien met zijn steek behoedzaam op het stoepje van het huisje naast de brouwerij „De Vijfhoek", dan zet hij de linkerhand op de heup en houdt de rechter correct in de hoogte de comte de Polignac danst, keurig en onberispelijk, neen er is niets op aan te merken. Voorbijgangers blijven verwonderd kijken, en velen ergeren zich. En ook De Wij$e staart zijn vriend in de grootste verbazing aan, hij schaamt zich zelfs, want, al is ook hij voor geen klein geruchtje ver vaard, zóó iets is toch niet geoorloofd. (Wordt vervolgd) VOOR DE JEUGD. ANTWOORDEN Nos. 77—80. No. 77. muur, bloem, is muurbloem. No. 78. Een kikvorsch. No. 79. Een rotte appel in de mand Maakt het gave ooft te schand. No. 80. Aster, a-ster. RAADSELS. No. 81. In deze 16 hokjes moeten inge vuld worden 16 E, 2 K, 4 L, 2 M, 1 V en 1 Z zoodat je van links naar rechts en van boven naar beneden krijgt1een voedzame drank 2. een viervoetig dier 3. gebiedende wijs van een werkwoord, meestal als uitroep gebruikt, en iets dat dient om een dier of een voorwerp vast te houden. No. 82. Welk groot man wordt een deel van je gezicht, als je z'n eerste letter verandert No. 83. 1, 2, 3 is een visch 4, 5, 6, 7, 8 is een soort vet, welke bekende plaats in Noord-Holland is dan 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8? No. 84. Welk viervoetig dier wordt omgekeerd een insect WETENSWAARDIGHEDEN OP ADMINISTRATIEF EN FISCAAL TERREIN. Over het invullen van het Aangiftebiljet Inkomstenbelasting. A XIV. Wij zijn bezig met de bespreking van de vraag wat bedrijfs- en beroepskosten zijn. In ons vorig artikel noemden wij aan de hand van de bestaande jurisprudentie wat al en wat geen bedrijfs- en beroepskosten zijn. Wij vervolgen thans. Wanneer de echtgenoote in bedrijf of beroep van den man werkzaam is en zij dientengevolge in de huishouding extra noodig is, omdat zij de geheele huishouding met zelf kan verrichten, zijn de kosten voor extra hulp geen beroeps- of bedrijfs- onkosten. Zij mogen niet worden afge trokken. O.i. is dit onbillijk. Hoevele vrouwen van middenstanders zijn er niet, die tengevolge van het feit, dat zij hun echtgenooten in het bedrijf be hulpzaam zijn (bijvoorbeeld voor winkel bediening) een dienstbode hebben. Dit loon mag dus niet worden afgetrokken. Verricht de dienstbode werkzaamheden in het bedrijf (bijv. schoonhouden winkel, kantoor enz.), dan mag een deel van het loon wel in mindering worden gebracht. Wanneer iemand tengevolge bijv. van woningnood, genoodzaakt is te wonen bui ten de plaats, waar zijn werkkring is, mag hij de reiskosten, die hij maakt van en naar het werk, niet in mindering brengen. Die reiskosten zijn geen beroepskosten. Voor een geneesheer, die een auto houdt voor de behoorlijke uitoefening van zijn practijk, behooren de auto-kosten tot zijn bedrijfs- en beroepskosten. Ook de premie ongevallenverzekering behoort daartoe. Beide mogen dus worden afgetrokken. Men zal premie-ongevallenverzekering mogen aftrekken, wanneer het bedrijf of beroep, dat men uitoefent van dien aard is, dat het sluiten van een ongevallenverzeke ring noodig is. Uitgaven voor liefdadigheid behooren in 't algemeen niet tot de bedrijfskosten. Er zijn echter uitzonderingen. Men kan lid zijn, omdat men geregeld leveranties doet aan de bepaalde instelling voor liefdadigheid, omdat het bestuurslid, dat „U lid maakte" van een vereeniging voor liefdadigheid een goede klant is en dus van zakenstandpunt beschouwd, moei lijk kon weigeren. In deze gevallen mag men de kosten af trekken. Wanneer men leeraar is aan twee in verschillende gemeenten gelegen scholen, en in de ééne gemeente woont, mag men de reis- en verblijfkosten van de gemeente, waar men woont naar de gemeente, waar in de andere school gevestigd is, v.v. af- tiekken. Wanneer een pachter zich bij huurcon tract tot het doen van kosten tot verbete ring van een gehuurde boerderij heeft ver plicht, mag hij deze kosten aftrekken. Studiekosten door een tijdelijk leeraar gemaakt om te voorkomen, dat zijn be trekking te loor gaat, mag hij niet aftrek ken. Iemand, die zich voor reclame tegen een te hoogen aanslag in de inkomstenbelasting laat bijstaan door een deskundige, mag de uit dien hoofde gemaakte kosten niet af trekken. Tot zoover de jurisprudentie. Thans een andere vraag. Belastingen, behooren deze tot de be drijfs- en beroepskosten. Het is ons bekend, dat velen met deze vraag zitten. Inkomsten- en vermogensbelasting mo gen niet tot de bedrijfs- en beroepskosten worden gerekend. Grondbelasting van gebouwen, waarin men zijn bedrijf uitoefent daarentegen wel. Voor iemand, die onroerende goederen verhuurt, moet de grondbelasting worden gerekend tot de op de opbrengst rustende lasten. Of rijwielbelasting tot de bedrijfs- er beroepskosten moet worden gerekend, hangt af van de omstandigheden. Belasting, betaald voor het rijwiel, dat U dochter bezit om een H.B.S. of andere inrichting van onderwijs te bezoeken, na tuurlijk niet. Belasting, betaald voor het rijwiel, waarmede de grossier zijn klanten bezoekt, zooals vanzelf spreekt, wel. Zoo staat het ook met de wegenbelas ting. Beslissend is met welk doel de auto, waarvoor de wegenbelasting wordt be taald, wordt gebezigd. Het maakt verschil of de auto voor ge noegen, dan wel in de uitoefening van be roep of bedrijf wordt gebruikt. Bepaalt art. 10 Wet Inkomstenbelasting welke kosten wel, artikel 11 bepaalt welke kosten niet in mindering mogen worden gebracht. Dit artikel luidt als volgt „Uitgaven voor aankoop, stichting, ver betering of verandering van gronden, ge bouwen, werktuigen, gereedschappen en „andere zaken, die voor de uitoefening „van het bedrijf of beroep worden gebruikt, „uitgaven voor overneming, uitbreiding, „verbetering of verandering van het be- .drijf en andere uitgaven van dien aard, „worden niet als bedrijfs- of beroepskosten „beschouwd." Uitgezonderd zijn „le. de uitgaven noodig ter vervanging „van zaken, waarop niet wordt afgeschre- ,ven, gebouwen niet daaronder begrepen ,,2e. de uitgaven tot aanschaffing van „voorwerpen van geringe waarde, voor- zoover die uitgaven gewoonlijk tot de „dagelijksche onkosten van het bedrijf of „beroep worden gerekend. Voorts is geen „aftrek toegelaten terzake van het vor- „men of vergrooten van een reservefonds „of voor intrest van eigen kapitaal." VRAGENBUS. Lezers hebben het recht kosteloos vragen te stellen. Brieven te richten aan Accountantskantoor „Nederlandsch Bureau voor Adviezen" gevestigd te Haarlem, Houtplein 17r, onder leiding van R. de Vries. Vragers gelieven porti voor ant woord in te sluiten. Zij krijgen dan antwoord per brief. Tenzij vragers uitdrukkelijk be zwaar maken, worden die vragen, bovendien in dit blad beantwoord, welke om hun belang voor de lezers daarvoor in aanmerking komen. Vraag 34. Ik ben aangeslagen in de Rijksinkomsten belasting voor 2082.Ben gehuwd en heb drie kinderen. Doordat wij beide, mijn vrouw en ik, samen op een fabriek werken, mijn vrouw hier te N. en ik te X., is ons totale in komen 2082.Nu genieten wij een kin deraftrek van 510.en een aftrek van 955.voor noodzakelijke levensonder houd. Doordat mijn vrouw, mede naar de fabriek gaat, ben ik natuurlijk genoodzaakt om een hulp in de huishouding te nemen, die bij ons afwezigheid op de kinderen past, en de wasch er voor klaar maakt, waarvoor ik zeven gulden per week moet betalen. Heb ik nu ook recht, om deze ze ven gulden per week of 364.per jaar van het inkomen af te trekken. Ik meen, dat er een artikel in de wet op de Inkomstenbelasting voorkwam, waar voor een ieder, wat hij noodig heeft, bij het uitoefenen van zijn bedrijf, af mocht trekken. Deze hulp, is voor ons toch ook noodig, om beiden te kunnen werken, want anders kan mijn vrouw, toch niet naar de fabriek gaan. Aan belasting op het Inkomen moet ik totaal betalen 63.94. Doch nu krijg ik nog een aanslagbiljet voor de Rijksinkomstenbelasting, waar bo ven aan vermeld staatVb verhooging art. 6280 groot 21.43, zoodat ik nu in totaal moet betalen 85.37. Inliggend zend ik U een afschrift, van beide belastingbiljetten. Gaarne zou ik nu van U vernemen le. Mag ik de genoemde 364.voor hulp in de huishouding aftrekken. 2e. Die Vb verhooging volgens art. 6280, wat is dat, en zou ik hiertegen kun nen reclameeren. In het eerste aanslagbiljet staat vermeld, de gemeente heft 95V3 opcenten op Uw aanslag in de Rijksinkomstenbelasting, en in het tweede aanslagbiljet staat de ge meente heft 125 opcenten. Antwoord. Vraag 1. De post van 364.moogt U niet aftrekken. Vraag 2. Aanslag volgens art. 6280 (6280 is het kohierartikel) is de aanslag in de forensenbelasting. Vraag 35. Ik moet betalen 23.23 voor inkomsten belasting. Mijn weekloon was van 1 Janu ari 1929 tot 31 December 1929 25.44, en vanaf 1 Januari 1930 28.88. Nu is mijn moeder weduwe, reeds 10 jaar, en daar er geen andere kinderen zijn, ben ik dus kostwinner. (Moeder behoeft zeker geen belasting te betalen, zij heeft tenminste geen aanslag gehad.) Op 6. na heb ik de belasting reeds betaald. Mijn vraag is nu deze moet ik eigen lijk wel belasting betalen, ik draag toch

Krantenbank Zeeland

de Faam | 1931 | | pagina 1