IZAAK KOU t ZONEN'S BINK
-
Kreymborg
ASPIRIN
OUDE KEHNISSLN
e prijzen
ADVERTENTIEBLAD VOOR MIDDELBURG EN DE DORPEN OP WALCHEREN
Zïei vooral onze etalages
UITGEVERS: LITTOOIJ OLTHOFF, POSTREKENING 42280, TELEF. 238
Ingezonden iededeelingsn,
Te lang in 'I water
De Waschmachine
A. VAN ROON,
VERSCHIJNT
DES WOENSDAGSMIDDAGS
No. 41
9 JULI 1930
34e JAARGANG
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
VAN 1—3 REGELS 45 CT„ IEDERE
REGEL MEER 15 CENT, 3 MAAL
PLAATSING WORDT SLECHTS 2
MAAL BEREKEND. BIJ CONTRACT
VOORDEELIGE VOORWAARDEN
eenig op de wereld
voor ledereen gaan wij van tl tot
S en met 17 Juli etaleeren.
*ï*?WÊ®*ÏM 1 -.••'v;<-."'':ï;.
ADVERTENTIËN KUNNEN TOT
UITERLIJK 12 UUR AANGE
NOMEN WORDEN AAN HET
BUREAU SPANJAARDSTRAAT
Als gevolg doen zich
vaak huiveringen,
hoofdpijn en onbe
hagelijkheid voor.
Neemf dan bijtijds
~5r Aspirin-Tabletfen.
'jgJ.
Lot op oranje band en Bayerkruis. Prijs 75 ets,
(EEN VERVOLG OP
„SAARTJE PAVIAS")
DOOR
C. JACOBSZ
VIII.
De timmerman-schoolmeester
ontvangt zijn ontslag
Het aantal burgers, dat bij het bombar
dement van Vlissingen het leven liet, is
niet met juistheid bekend naar schatting
moet het ongeveer 350 hebben bedragen.
Evenmin kent men het aantal der gedoode
militairen nauwkeurig.
Wèl echter zijn ons juiste gegevens be
treffende het verlies aan gebouwen, etc.
bewaard. Ongeveer 70 huizen, groote en
kleine, waren geheel door het vuur ver
nield, terwijl in honderden andere kleinere
branden hadden gewoed. Geen enkel huis
was eigenlijk onbeschadigd gebleven in
totaal waren er ongeveer 25Ö onbewoon
baar.
Thans belette den Engelschen niets, den
lang beraamden aanslag op Antwerpen te
volvoeren, maar ik deelde het u reeds
mede het geschiedde nietde Britsche
vlootvoogd draalde, talmde, en gedurende
dit uitstel, dat een volkomen afstel worden
zou, dunde de malaria dagelijks meéf en
meer zijn regimenten.
Waar toefden de legers van Napoleon
dan toch, vraagt ge wellicht. Zij waren ver
van ons land verwijderd, deels in Spanje,
deels in Oostenrijk. Maar wat nood De
Fransche troepen in ons gewest waren te
gering in aantal, om de Engelschen te we-
derstaan, maar een andere vijand bedreigde
hen, ongezien, en tegen welken weinig
middelen baattende Zeeuwsche koorts,
tegenwoordig malaria genoemd. Men mee-
ne nu echter niet, dat deze ziekte, die hon
derden van het bezettingsleger ten grave
sleepte, uitsluitend in Zeeland woedde.
In den middag van Zaterdag 2 Septem
ber verliet Saartje het woonhuis van den
kruidenier Fak Brouwer in de Korte
Noordstraat, en over het Molenwater
keerde zij huiswaarts, langs den twee ja
ren te voren verrezen Schouwburg.
Het Molenwater was in het jaar 1809
nog niet gedempt, maar het noordelijk deel
reeds gedeeltelijk dichtgeslibt. Negen jas-
ren later pas werd met de demping van
dien ongezonden, stinkenden modderpoel
een aanvang gemaakt met het overige ge
deelte van den uitgestrekten plas geschied
de dit in 1864 en '65.
Toen Saartje langs den schouwburg,
- toen ter tijd vrijwel het eenige gebouw
aan de noordzijde van het Molenwater
ging, hoorde zij plotseling haar naam, en
zich omwendende, zag zij Willem Seneij,
den broeder van haar vriendin. De jonge
man, die ongeveer twintig jaren tellen kon,
was te Goes op een kantoor werkzaam.
Verrast bleef het meisje staan.
„Dag, Willem Jij hier Dat is heel on
verwacht Saartje bood even haar hand,
die de jongeling gretig drukte.
„Ja, nietwaar Ik verlangde weer naar
huis, en daarom ben ik van morgen met
de diligence van elven uit Goes vertrok
ken. Nu ben ik op weg naar jullie, hé, 't
is al een tijdje geleden, dat ik in de Ver-
werijstraat was Mag ik met je meewan-
delen
„Wel, jawaarom niet Het aan
vallige meisje lachte hem vriendelijk toe,
en hij vond dit heel aangenaam. Want
Willem Seneij koesterde den vurigen
wensch, de lieve zestienjarige eens zijn
vrouw te mogen noemen, wat later ik
hoop, dat ge u dit nog herinneren zult
ook werkelijk is geschied.
Druk pratende liepen zij dus voort, en
spoedig kwam het gesprek op den ouden
Helmers, die nog altijd in Pavias' gastvrije
woning verblijf hield. Saartje had veel te
vertellen.
„Hij wordt langzamerhand beter, maar
Dr. Ermerins acht het noodzakelijk, dat
hij nog yoorloopig bij ons blijft, en niet
naar Vlissingen terugkeert. Zijn woning bij
de Zeemanserve is gelukkig gespaard ge
bleven. We hebben zoo'n medelijden met
hem, WillemDertig jaren geleden ver
loor hij zijn eenige dochter, die óók Saartje
heette zij geleek heel veel op mij, en was
ook even oud. Vreeselijk, hé
Willem zag, hoe de donkere kijkers van
het meisje vochtig werden.
„En och, Willem", Saartje's stem
trilde „De eerste malen, dat hij even
ontwaakte, dacht hij, dat ik zijn dochter
was, en hij was zoo zielsgelukkig, de stak
ker Maar, o, toen hij later ontdekken
moest, dat hij een vreemde had gezien
dat oogenblik vergeet ik nooit't Was
ook al te vreeselijk Gelukkig heeft deze
ontzettende teleurstelling zijn herstel niet
in den weg gestaan. Een paar uren zit hij
nu des middags voor het raam, in vaders
leunstoel, en koestert zich in het zonnetje.
Met vader en moeder kan hij het opperbest
vinden, maar, ikikkan bij hem
heelemaal geen kwaad doen."
„Dat is geen wonder, Saartje De
oogen van den jonkman waren in onver
holen bewondering op het meisje geves
tigd en het was haar niet ontgaan.
Een donkere blos kleurde Saartje's wan
gen, en zij zweeg. Maar boos was zij
niet misschien zelfs vond zij de woorden
van haar metgezel lang niet onaangenaam.
Even later hadden zij de kleine woning
in de Verwerijstraat bereikt.
„Als we straks naar huis gaan, moet je
eens op Teeuw letten, Pavias sprak ter
zelfder tijd Jan Ponte, een van baas Land-
meeters gezellen. „Je zult dan wat moois
zien
Pavias lachte even. „Wat heb je nu weer
uitgehaald, grappenmaker
„Dat zul je zoo dadelijk zien, Andries
Maar stil, daar komt de meester. Ik vlieg
weg."
In een wip was onze Jan weer achter
de werkbank en met grooten ijver aan den
arbeid. Onmiddellijk daarna trad de eige
naar der zaak binnen even zag hij in het
rond en trad dan op Pavias toe.
„Zeg eens, Andries sprak hij nijdig,
en zijn goedig gelaat teekende ontstem
ming, „Hoe vind je nu zoo'n kerel 1 Zie
hem eens bezig Je weet wel, wien ik be
doel."
„Hoe ik hem vind, baas De öogen
van den meestergezel rustten op Van Lim-
meren, met ongeveinsde geringschatting.
„Hoe ik hem vind Wel, ik heb mij nog
iederen dag aan hem geërgerd."
Dat Pavias zoo sprak, was waarlijk
geen wonder.
De commensaal van de weduwe Soetens
bevond zich in het achterste deel van de
werkplaats, waar hij met een allerakeligst
gezicht een haverkist in elkaar spijkerde,
't Scheen, dat die arbeid onzen vriend
buitengewoon zwaar viel, want hij liet den
hamer voortdurend rusten, en zuchtte dan
erbarmelijk, terwijl hij zich met een vui-
len, bonten zakdQek het zweet van het
voorhoofd wischte.
„Zou iemands bloed nu niet gaan ko
ken Baas Landmeeter liep driftig heen
en weer. „Kom hier, luiaard Hier, Van
Limmeren
Wel hoorde Teeuw deze woorden, maar
hij schrikte niet. Uiterst langzaam trad hij
nader, een vriendelijke glimlach om den
mond dan maakte hij een kleine buiging
„Je kunt je kunsten voortaan ergens an
ders verkoopen, vriend schreeuwde de
baas woedend. „Je bent bang, dat je de
spijkers pijn doet 1 Is dat werken Schaam
je 't Is, dat ik het zoo druk had, maar
andersVertrek maar dadelijk Hier
is je loon
Doodkalm nam de schoolmeester van
den vierden rang de geldstukken in ont
vangst, dan hief hij met plechtig gebaar de
hand omhoog.
„Het zij mij vergund, nog even
„Wat Het geduld des heeren Land-
meester was ten einde. „Ruk in Dat wordt
je vergund
„Ik ben een geëxamineerd leermeester
en opvoeder onzes jeugdigen, Bataafschen
volks." Teeuw lachte medelijdend. Toen
schreed hij naar den spijker, aan welken
zijn jas hing, trok het kleedingstuk aan,
e'n verliet zeer deftig den winkel.
Hij had niet bemerkt, dat op den rug
van zijn jas een stuk bordpapier was vast
gehecht, waarop het volgende rijmpje
stond
Het luije zweet
Is gaauw gereet.
Toen daverde de werkplaats en Jan
Ponte lachte het hardst van allen.
(Wordt vervolgd)
Het beste dagelij ksdw
middel Ier opwekking
enverfrisaching.
VOOR DE JEUGD.
ANTWOORDEN Nos. 189—192.
No. 189. ratel-slang ratelslang.
No. 190. Zebra, Belg, scheef, stoel, zeef,
degen, leder, pad, Drecht slecht gezel
schap bederft de goede zeden.
No. 191. Schimmel.
No. 192. Amandeltaart.
RAADSELS,
No. 193. Welk Nederlandsch eiland
wordt een viervoetig dier waneer men de
beginletter verandert in een andere
No. 194. Verborgen Nederlandsche
plaatsnamen.
1. Liesje koos straks het boek, dat zij
gaarne had.
2. Heb je lang oorpijn gehad of was
't gauw over
3. Kwam Tom menschen tegen op het
voetpad
No. 195.
Met vier pooten is het een sch - - p.
Met vier grijphanden is 't een - - p.
Die dit leest is een meisje of een kn - - p
No. 196. Welke meisjesnaam, die met
drie letters geschreven wordt, verandert in
den naam van een rivier in Italië, wanneer
men de middelste letter verdubbelt
WETENSWAARDIGHEDEN OP
ADMINISTRATIEF EN FISCAAL
TERREIN.
Over het invullen van het Aangiftebiljet
Inkomstenbelasting.
A VI)
In ons vorig artikel deelden wij mede,
dat iemand op 1 Mei moet opgeven wat
de bronnen van inkomen, die op 1 Mei
bestaan, hem gedurende het laatstverloo-
pen kalenderjaar of valt zijn boekjaar niet
met het kalenderjaar samen, gedurende het
laatst verloopen boekjaar, zuiver oplever
den.
Maar hoe, wanneer de bronnen nog niet
een vol kalenderjaar of boekjaar beston
den
Wat moet bijvoorbeeld een bakker, die
tot 1 April bakkersknecht was en op 1
April een bakkerij „voor zich zelf begon"
opgeven
Of een tandarts, die zich op 1 Februari
vestigde
En een grossier, die zich op 1 Maart
uit zaken terugtrok
En een kantoorbediende, die per 15
April een nieuwe betrekking aanvaardde
En een arbeider, die tot 10 April vast
werk had, maar per dien datum ontslagen
werd en op 1 Mei werkeloos is.
Dat al deze personen niet kunnen opge
ven, wat zij verdienden gedurende het
laatst verloopen kalender- of boekjaar ligt
voor de hand.
Hoe zouden ze dat kunnen, nu de bron
van inkomen slechts zoo kort bestond.
Op deze vragen geeft artikel 14 het ant
woord.
In een vorig nummer lieten wij dit arti
kel uit de wet afdrukken.
In al deze gevallen moet het inkomen
op het jaarlijksch zuiver bedrag worden
begroot, terwijl deze begrooting moet ge
schieden naar den toestand op 1 Mei.
De bakker, waarvan wij zooeven spra
ken, geeft dus niet op wat hij als bak
kersknecht per jaar verdiende, maar schat
de zuivere jaarlijksche opbrengst uit zijn
bakkerij.
De tandarts doet hetzelfde.
Hij begroot naar den toestand op 1 Mei.
Sterft op 2 Mei een collega, die een
drukke practijk heeft, plotseling, dan zal
ongetwijfeld deze omstandigheid op de
hoegrootheid van het inkomen van invloed
zijn, maar wanneer op 1 Mei niet vermoed
kan worden, dat de collega zoo plotseling
zal komen te overlijden, dan behoeft met
deze omstandigheid geen rekening te wor
den gehouden.
Was evenwel dit overlijden reeds op 1
Mei te voorzien, dan moet die tandarts
wel degelijk bij het begrooten van zijn jaar
lijksch inkomen met deze omstandigheid
rekenen.
De grossier, die zich op 1 Maart uit za
ken terugtrekt, geeft op 1 Mei het begroo-
te jaarlijksch bedrag van de nieuwe bron
nen op.
Heeft hij zijn zaak verkocht voor een
belangrijk bedrag in contanten, dan geeft
hij op de jaarlijksche opbrengst der belegde
gelden.
Heeft hij zijn zaak verhuurd, dan de
netto-opbrengst der huur.
De kantoorbediende, die tot 15 April
1000.per jaar verdiende, maar in zijn
nieuwe op 15 April aanvaardde betrekking
zijn salaris tot 2000.per jaar ziet ver
hoogd, geeft op 2000.en niet 1000.
Heeft zijn patroon bij indiensttreding op
1 November a.s. een salarisverhooging in
uitzicht gesteld van 5000.per jaar,
dan moet hij zelfs aangeven 2250.
Hij moet namelijk begrooten het inkomen
van 1 Mei1 Mei. Gedurende deze pe
riode zal hij verdienen 6 maanden 1000.
en 6 maanden 1250.
Zegt zijn patroon echter hem de salaris
verhooging toe op 2 Mei, dan valt de sa
larisverhooging er buiten. Immers op 1 Mei
was hij hiermede niet bekend.
Blijft die kantoorbediende bij denzelfden
patroon en krijgt hij op 15 April een sala
risverhooging van 1000.per jaar tot
2000.dan geeft hij aan 1000.
Want op 1 Mei is er niet een nieuwe
bron van inkomen de oude bestaat dan
nog opgegeven wordt dan overeenkom
stig artikel 13 dus het salaris in het laatst-
verloopen kalenderjaar ontvangen is dat
1000.dus geeft hij op 1000.
De arbeider, die op 1 Mei werkeloos is
en geen werkeloozenuitkeering geniet, geeft
geen inkomen aan.
Geniet hij werkeloozenuitkeering, dan
geeft hij op het bedrag, dat hij van 1 Mei-
1 Mei zal ontvangen.
VRAGENBUS.
Lezers hebben het recht kosteloos
vragen te stellen.
Brieven te richten aan
Naamlooze Vennootschap Accoun
tantskantoor „Nationaal Bureau
voor Adviezen" onder Directie van
P, Siebesma R. de Vries, Nieuwe-
stad 83, Leeuwarden.
In spoedgevallen gelieve men porti
voor antwoord in te sluiten.
Men krijgt dan antwoord per brief.
Ons bereikten heel wat vragen.
Teneinde te voorkomen, dat er achter
stand komt, doen wij aan de redactie het
vriendelijk verzoek ons dit keer wat meer
ruimte te willen afstaan.
Den lezers zouden wij willen verzoeken
zooveel mogelijk postzegel voor antwoord
DIRECTIE: A. W. JANSEN J. T. v. d. MEER.
GEVESTIGD TE MIDDELBURG
BIJKANTOOR TE OOSTBURG
AAN- EN VERKOOP VAN EFFECTEN,
VERZILVERT COUPONS EN LOSSINGEN,
KOOPT EN VERKOOPT VREEMDE GELDEN,
NEEMT GELDEN IN DEPOSITO,
VERHUURT SAFE-LOKETTEN.
PASSAGE-AGENTEN VAN DE STOOMVAART-MAATSCHAPPIJ
„NEDERLAND".
INLICHTINGEN OMTRENT REIZEN NAAR NEDERLANDSCH-INDIË EN
VACANTIE-REIZEN NAAR ALGIERS EN GENUA WORDEN GAARNE
VERSTREKT.
Uw wasch zelf behandelen zonder
moeite, extra schoon,
t En wat kost deze Electr. Machine
met langdurige garantie? f 97,50.
8 Dit gaat door de groote productie en
kleine winst.
js En deze week geven wp niet tegen
staande dat, toch nog de reclame-korting
contant 10,%-
j* Ook op verdere Wasscherij-Artikelen
als kleine Machines, Teilen, Wasch-
borden en emmers.
Aanbevelend,
Smederjj en Kachelmagazijn,
Langeviele, Middelburg.
■ïQ&jfw 0,
te willen insluiten, opdat wij het antwoord
regelrecht aan den vrager kunnen zenden.
Het is ons precies hetzelfde, of wij een
antwoord voor de courant schrijven of in
een brief de vragen beantwoorden.
De lezers hebben vlugger antwoord.
Werken de lezers niet mede, dan vree
zen wij, zulks met het oog op de vele vra
gen, die binnenkomen, dat wij achterstand
krijgen dat iemand die vandaag een vraag
stelt, eerst over zes weken antwoord ont
vangt.
Vraag 4.
Iemand aanvaardt voor den aanvang van
het nieuwe belastingjaar een administra
tieve betrekking. Bij ontvangst van het aan
gifte-formulier is het hem echter bekend,
dat hij in die betrekking slechts kort zal
kunnen zijn, terwijl er op dat moment ook
geen uitzicht is op een andere positie. Is
de fiscus gerechtigd zijn salaris over een
vol jaar in den aanslag op te nemen Bui
ten beschouwing blijve, of hij later al dan
niet in een andere betrekking overging.
Antwoord.
Ja.
Woont echter de belastingplichtige bin
nen het Rijk en daalt zijn belastbaar inko
men door het staken van een beroep bene
den drie vierde van het bedrag, waarnaar
zijn aanslag is, of wordt berekend, dan
wordt aan dezen belastingplichtige over de
nog niet ingetreden maanden van het be
lastingjaar een ontheffing op dien aanslag
verleend.
Deze ontheffing wordt echter niet ver
leend, wanneer binnen drie maanden het
belastbaar inkomen door het ontstaan van
een nieuwe bron van inkomen stijgt tot bo
ven dit drie vierde gedeelte.
De ontheffingen moeten uiterlijk binnen
drie maanden na afloop van het belasting
jaar schriftelijk worden aangevraagd aan
den Inspecteur in wiens dienstkring de aan
slag is, of zal worden opgelegd.
Met het aanvragen van ontheffing heeft
U dus voor het belastingjaar 1929/1930
nog den tijd tot en met 31 Juli 1930.
Uit het feit, dat U schrijft, dat iemand
een administratieve betrekking aanvaardt,
leiden wij af, dat wij niet te doen hebben
met „op zich zelf staande werkzaamheden".
Hebben wij wel met „op zich zelf staan
de werkzaamheden" te doen, dan staat de
zaak anders.
Vraag 5,
Den eersten Mei was ik winkelier en
was in onderhandeling om mijn zaak over
te doen (ik was ziek).
8 Juni heb ik mijn zaak overgedaan, doch
vulde mijn aanslag in Mei in, als hebbende
een inkomen van 1594.en beloofde
hetgeen ik met mijn zaak als nog zou ver
dienen in den loop van het belastingjaar,
ik dat zou opgeven.
Dit heb ik gedaan. Ik heb opgegeven
409.30, dat is dus te zamen 2003.30.
Inmiddels werd ik aangeslagen voor
4530.—.
Ik heb gereclameerd, doch hoor of zie
niets.
Mijn reclame is immers gegrond
Ik moet betalen 391.95, hoeveel zou
er ongeveer af gaan
Antwoord,
Wanneer Uw inkomen na 8 Juni daalde
tot beneden van het inkomen, dat U
per 1 Mei 1929 behoorde aan te geven en
beneden van dat inkomen bleef, kunt
U aanspraak op ontheffing maken.
U krijgt dan ontheffing over de maanden
Juli 1929 tot en met April 1930, dus 10
maanden.
Uw aanslag zal dus verminderd worden
met plm. 300.
Wilt U ons even Uw aanslagbiljet zen
den, dan schrijven wij (kosteloos) wel
even een verzoek om ontheffing, welk ver
zoekschrift LI daarna kunt onderteekenen
en verzenden.
De zaak loopt dan wel los.
Mocht U moeilijkheden ondervinden,
schrijf ons dan maar.
U zie ook ons antwoord op vraag 4.
Vraag 6. 9
Wij drijven een slagerij met 2 broers
en 2 zusters, in onverdeelden boedel, doch
één dezer zusters heeft bij overlijden van
haar vader over haar erfdeel willen be
schikken.
Mijn moeder zaliger heeft toen ook af
stand gedaan van alle bezittingen. Ge
noemde zuster kreeg toen voor haar deel
een lijfrente (bij notarieele acte vastge
steld) van 300.
Ondertusschen is zij door den dokter en
kantonrechter ontoerekenbaar verklaard en
vertoeft thans in een gesticht waarvan de
kosten 700.bedragen, die wij voor
onze rekening nemen.
Ik heb altijd bij de aangifte van de In
komstenbelasting van ons drieën die
300.afgetrokken van de totale inkom
sten.
Nu is mijn vraag
1. Mag ik die lijfrente van 300.
van de totale inkomsten aftrekken
2. Mag ik nu de kosten 700.be
dragen niet 600. aftrekken als mini
mum levensonderhoud
3. Als een van ons drieën die hier sa
men wonen, komt te overlijden eerder dan
genoemde zuster, moet ik dan successie
betalen van het geheele vermogen of ko
men die 300.lijfrente in mindering,
of 600.minimum levensonderhoud
4. Mag ik bij de aangifte van de ver
mogensbelasting 300.aftrekken omge
rekend tegen kapitaal, of van 600.