BOTER en MARGARINE (Melange) De uitvinding der margarine is te danken aan het ini tiatief van keizer Napoleon III. In de dagen die aan het veel bewogen jaar 1870 voorafgingen, waren de prijzen van de zuivelproducten en in het bijzonder van boter zeer hoog gestegen. Keizer Napoleon nu wenschte voor het leger en de marine eene soort boter, smakelijk, voedzaam, onschadelijk en duurzaam en die tevens lager in prijs zou zijn dan de natuurboter. Hij droeg toen aan den bekenden scheikundige Mège-Mouriés op, te zoeken naar een eet baar vet, dat met goed gevolg de boter zou kunnen ver vangen. Toegerust met de wetenschap, dat door de koemelk het dierlijk vet wordt geleverd, waarvan boter wordt gemaakt, kwam hij op het idee het vet van het geslachte rund op dezelfde wijze te doen bewerken, te doen karnen als boter en dus de natuur na te volgen. Dit bleek goed gezien, het versche rundvet werd hydraulisch geperst, waardoor er zich de hardere gedeelten van afscheidden, de zooge naamde stearine stoffen het resteerende, de zoogenaamde oleo-margarine, werd daarop verder gekneed en met melk gekarnd en werd aldus een surrogaat verkregen, dat, vooral wanneer het gewone boterkleursel erbij was gevoegd, noch voor het oog, noch voor den smaak, noch voor het ge bruik verschilde met echte, zuivere natuurboter en wegens den lageren prijs van de voornaamste grondstof, daarmede uitstekend concurreeren kon. Amerika begon zich toe te leggen op de bereiding van oleo-margarine en dat ging natuurlijk op z'n Amerikaansch. Uit de Vereenigde Staten werden dan ook voor Holland groote hoeveelheden oleo-margarine betrokken De handel in oleo-margarine was tot 1884, toen de stoombooten der Nederlandsch-Amerikaansche Stoom vaart-Maatschappij om de andere week Amsterdam aan deden, in de hoofdstad zeer aanzienlijkdaarna is hij echter bijna geheel te Rotterdam geconcentreerd. In de latere jaren is de invoer van oleo-margarine in Nederland afgenomen, doordat sedert 1909 het verbruik van plant aardige vetten en oliën de dierlijke vetten voor een groot gedeelte heeft vervangen. Het spreekt van zelf, dat er een lange weg is af gelegd tusschen de uitvinding van den Franschen scheikundige en de exploitatie der margarine als volksvoedsel, zooals onze tijd die kent. Talrijke verbeteringen zijn er noodig geweest eer die Fransche margarine gekomen is tot de »melange« van onzen tijd. De grootste en volmaakste verbeteringen zijn nu alle toegepast in het U wel bekende merk allerfijnste »de AbdijDoor de moderne bereiding, die op sommige punten geheim is, en dus op allerfijnste »de Abdij« wordt toegepast, staat allerfijnste »de Abdij« aan de spits van alle merken en behoeft ze voor de dure Natuurboter geen stap uit den weg te gaan Er waren bovendien zeer vele vooroordeelen te overwinnen. Her duurde geruimen tijd eer de middenstand en de gegoede burgerij het denkbeeld lieten varen, dat de margarine een minderwaardig surrogaat moest zijn. Het was dan ook opmerkelijk, hoevelen tot vóór den oorlog hun neus optrokken voor margarine en planten boter. Zelfs onder financieel weinig sterken werden velen aange troffen, die meenden, dat margarine en plantenboter minderwaardig zijn tegenover natuurboter en dat plantenvet het moet afleggen tegen rundvet en reuzel. Toch is niets minder waar dan dit. De scheikundige onderzoeken, die aan ieder van U, lezers en lezeressen, vrijstaan, hebben klaar bewezen dat allerfijnste »de Abdijdank zij de moderne bereiding, precies dezelfde voedingswaarde heeft als Natuurboter. Nu weten trouwens de meeste menschen dat wel al, voor den oorlog was dat anders. De oorlog echter heeft velen gedwongen hun toevlucht te nemen tot melange, plantenboter en plantenveten tot hun voordeel, want deze fabrikaten zijn belangrijk goedkooper dan natuurboter en zullen dit ook wel blijven. De vorderingen die de organische scheikunde in de laatste jaren gemaakt heeft, de »ontdekking« der groote beteekenis van katalysators heeft in de bereiding van spijs- vetten uit oliën en plantaardige vetten, wij zouden haast zeggen een algeheelen ommekeer teweeg gebracht. Het fabriceeren wordt daardoor niet alleen vereenvoudigd, maar tal van oliën en vetten, die vroeger voor de bereiding van margarine en plantenboter niet in aanmerking konden komen, hebbén daarvoor thans groote waarde. De fabricatie van margarine en plantenboter heeft voor den leek geen geheimen. Hoe meer de gewone sterveling, de consument, van die fabricatie weet, des te gereeder zal hij tot het gebruik der genoemde fabrikaten overgaan. Het is dan ook speciaal voor die huismoeders, die nog vooroordeel hebben tegen het gebruik van allerfijnste »de Abdijdat we dit artikel schrijven, en we vertrou wen, dat U na lezing een warm voorstandster van allerfijnste »de Abdijwordt. Wat is nu het kenmerkend verschil in de samenstelling van boter en margarine Boter bevat eenige vetstoffen, die in geen enkel ander natuurlijk vet of natuurlijke olie voorkomen. Deze verhoogen echter de voedingswaarde der boter niet. Wel kunnen zij de kwa liteit der boter benadeelen. Als zij ontleden en in ranzige boter is dit het geval of het geval geweest verleenen zij deze een on- aangenamen smaak. Alvorens men uit melk of room boter maakt, laat men de eerste altijd en de laatste bijna altijd zuren. Bij dat zuren ontstaan onder den invloed der levenswerkzaamheden van de melkzuurbacterieën stoffen, die de boter, als het zuringsproces goed verloopen is, een voor de meeste menschen aangenamen geur en bij de meeste boter- gebruikers geliefden smaak verleenen. Dien geur en dien smaak krijgt men ook aan de margarine door bij de bereiding melk te gebruiken. Speciale model-boerderijen zorgen voor de melktoevoer, daar er voor de bereiding van allerfijnste »de Abdijalleen duizen den liters melk worden verbruikt. Als men dus aan de dure boter de voorkeur geeft boven de goedkoopere melange of plantenboter, doet men dit alleen, omdat men de eerste lekkerder meent te vinden. De eigenlijke vetten lossen niet in water en dus ook niet in ons mondvocht op en wat niet opgelost is, kunnen wij niet proeven. Bevatten de vetten op losbare vrije vetzuren, dan zijn die het, welke wij in de vetten proeven of aan de vetten ruiken. Daar plantenvetten ook vrije vet zuren bevatten, hebben ze allen een kenmerkenden reuk, en een typischen smaak. De techniek verstaat evenwel de kunst, ze dezen reuk en smaak te ontnemen. Wij resumeeren, dat natuurboter in hoofdzaak uit dezelfde drie voorname vetstoffen bestaat als melange en plantenboter maar dat overigens de laatste twee in voedingswaarde niet voor boter be hoeven onder te doen, omdat de voedingswaarde niet bepaald wordt door den aard, doch door de hoeveelheid der samenstellende vet stoffen. Daarom kunnen en mogen we allerfijnste »de Abdijop één lijn zetten met Natuurboter. Daarom mogen we U, huismoeder, die dit leest aanraden de boterhammen van uw kinderen eens lekker te smeren met allerfijnste »de Abdijinplaats van met een dun laagje dure natuurboter. Daarom kunnen en mogen we U aanraden gebruik ze voor alles, op uw brood en bij het bakken van uw vleesch, visch en de nieuwe aardappelen. De vetten spelen bij de menschelijke voeding een groote rol. Van de organische stoffen, welke wij hierom behoeven, treden de eiwitstoffen, de vetten en de koolhydraten op den voorgrond. Uit alle drie kan in het menschelijke lichaam vet ontstaan. Dit ge schiedt evenwel alleen als meer voedsel wordt verteerd dan voor lichaamsonderhoud, groei (bij kinderen) en arbeidsverrichting noodig is. Dan wordt het gevormde vet als reservestof op bepaalde plaat sen in het lichaam opgehoopt. Wanneer de voeding te wenschen overlaat wordt het reserve-vet weer in omloop gebracht om het lichaamsonderhoud te dienen en den mensch tot arbeidsverrichting in staat te stellen. (Arbeidsverrichting hier genomen in de meest ruime beteekenis van het woord, niet in de enge betee kenis, die een werkgever daaraan hecht). Bij een voeding, die juist voldoende is voor lichaams onderhoud, groei en arbeidsverrichting, dienen het vet en de koolhydraten uitsluitend om de verbranding in het lichaam te onderhouden. Deze verbranding maakt het mogelijk, dat ons lichaam, niettegenstaande het door uit straling, geleiding en met de stoffen die het lichaam door de huid, de longen en op andere wijze verlaten, voort durend warmte verliest, de gemiddelde temperatuur van 37 gr. C. behoudt en dat wij tot arbeidsverrichting in staat blijven. Voor alles heeft een kilo verteerd vet bijna twee en een half maal zooveel waarde als 1 kilo verteerde kool hydraten. Dit geldt natuurlijk speciaal voor het in aller fijnste »de Abdijgebruikte vet, dat voortdurend onder controle staat, in tegenstelling met de meeste andere merken en soorten. Er is wel beweerd, dat het botervet beter verteerbaar zou zijn dan de door de industrie geleverde spijsvetten, d.w. z. dat van de eerste een grooter deel aan de voeding ten goede zou komen dan van de laatste. Een kilo water- vrij botervet echter staat in verteerbaarheid niet of niet noemenswaard boven 1 kilo watervrij industrie-spijsvet. De vergelijkende proeven, die in dit opzicht met menschen genomen zijn, hebben dit bewezen. Hoewel wij in onze voeding met minder vet dan eiwit en koolhydraten kunnen volstaan, speelt het vet daarbij toch een groote rol. Een tekort aan of het ontbreken van vet in onze voeding wreekt zich steeds en doet zich spoedig gevoelen. Vooral in tijden met lage temperatuur is dit het geval. Dat wij nu boter zouden moeten gebruiken, is een be wering zonder eenigen grond. De Zuid-Europeesche lan den gebruiken geen of weinig boter, doch steeds planten vetten, vooral olie. De bewoners der Poolstreken gebruiken traan, de natuurvolken tusschen de keerkringen planten vetten in vetvrije vruchten op primitieve wijze hieruit gewonnen. Daar plantenboter en plantenvet uit planten gewonnen, boter, reuzel en rundvet van dieren verkregen worden, kan men vragen of de eerste misschen ook een indirecten gunstigen invloed uit oefenen, dien de laatste niet bezitten. De ervaring heeft dit niet geleerd, althans niet voor menschen, die zich in andere opzichten normaal voeden. Geheel zonder dierlijk vet doet wel niemand het, daar iedereen ook melk, kaas, minder of meer vleesch, spek en eieren gebruikt. Al deze voedingsmiddelen bevatten ook een kleinere of grootere hoeveelheid vet van dierlijken aard. Bij gebruik van margarine, melange, plantenboter of (en) planten vet ter geheele of gedeeltelijke vervanging van boter en als zoo danig anders aan de spijzen toegevoegd rund- of varkensvet bestaat dus geen gevaar voor eenzijdigheid in de voeding, ook niet voor hen, die zich op het standpunt stellen, dat de mensch van nature geen vegetariër, doch een alleseter is. Het niet willen gebruiken van margarine, melange, planten boter en plantenvet heeft geen enkelen gerechtvaardigden wetenschappelijken grond en berust louter op vooroordeel. Velen hebben margarine op hun brood en met margarine, planten boter of plantenvet bereide spijzen gebruikt zonder dat zij het weten. De bereiding van de industrie-spijsvetten geschiedt tegenwoordig zoo hygiënisch, dat die van boter op de meeste boerderijen en in tal van zuivelfabrieken het hiertegen moet afleggen. Vooral nu, nu op vele plaatsen veeziekten heerschen, staat allerfijnste „De Abdij" uit hygiënisch oogpunt bekeken ver boven Natuurboter I Geheel of gedeeltelijke vervanging van boter en slachtvet door margarine, plantenboter en plantenvet leidt tot een belangrijke be sparing aan geld, terwijl het algemeen welzijn van den consument er niet door geschaad wordt, doch gebaat, omdat voor het bespaarde geld meer van andere levens- en genotmiddelen kunnen worden gekocht. Men moet werken om te verdienen, maar men kan ook verdienen door economisch te eten. Als slot kunnen we niet nalaten, die huismoeder, die nog geen verbruikster van allerfijnste „De Abdij" is, nog eens op te wekken „probeer U ze eens". Vraag U eens een pakje bij uw winkelier en zoo die ze niet heeft let dan eens op de kleine advertenties die geregeld in dit blad staan. Maar let op het merk „De Abdij" op ieder pakie, daar er na maak In den handel is, van mindere kwaliteit. Probeer U dus de echte allerfijnste „De Abdij'bak er uw nieuwe aardappelen eens in, proef ze eens en onderzoek ze, wij weten zeker dat U een vaste klant blijft! We hopen dat velen aan onzen raad en wensch gehoor zullen geven' F. MALJERS ZOON, Vlissingschestraat 58, Middelburg. Een der Verpakkingszalen. Een der Verpakkingszalen. De Melkbereiding.

Krantenbank Zeeland

de Faam | 1924 | | pagina 4