Voor de Jeugd
L, B. VAN HOUTE,
FEUILLETON.
fa. SO
BERICHT,.
Vermeerdering in jaren.
Uts.?prl.p.e Stand va* Hiddelbsrg.
la kwaliteit HUKBTLEfSCH
8ampsil, J BOTTIN6
iiiÉi Isfilj
Eerste kwaliteit Ghocolaad.
i. ÏII Bil aiDE.
SchosB- ea Laarzen-MiOszüB „DS ABEND".
TikI6E B 1M, - MIPBEIuBUB©.
G100ÏE UITïMUOP a contant ra jriia Sciinssvirt
SPGTPJKlJrzS1.3r. SPOTPRIJZiiN.
@hr®&sn Hmmr&nrijghoMno f 13,5O
B&x^uaels Hs&r^nrlfghoHino - 12;5O
J&sigenss-ygboUin& 38~39 - IQ, 75
2^"31 - 7,5®
Metsjsslmmrzen 32-35 - 3,5Q
Qhre®m HaorBnpssnloffals - 7,--
BN ALLE NUMMERS VOORRAQIQ.
Alias mm Late i Vis isza artitilss zidUzaiiipo.
Profiteert van deze tijtteiyke goedkoops aanfiiefiing.
ZIJN OFFER.
We«a«4s| 18 Februari 19SO
Ties* «9i twl3si%»fe efarargMit'g»
«boh mm
Jongen» en Meisjes!
De heer M. Vaane, Seisstraat, die
inzage nam van de oplossingen van
Raadsel no. 6, vond jullie werk zoo
aardig, dat hij ons mededeelde de uit
reiking der prijzen ditmaal voor zijne
rekening te nemen.
Als hoofdprijzen reikt hij uit
1. een pondsbus cacao Bensdorp aan
Marinus Meulenberg, Dokstraat;
2. een V2 pondsbus cacao Bensdorp
aan Anton Barentsen, Noordweg;
8. een 1 onsbus cacao Bensdorp aan
Iz. de Lange, Bree;
4. een 1 onsbus cacao Bensdorp aan
Adriana Johanna Franse, Seisweg.
Voorts mogen alle deelnemers aan
dit Raadsel zich bij den heer Vaane
vervoegen, om in ontvangst te nemen
een reep chocolade.
Dus ieders moeite en arbeid wordt
deze week beloond.
Maar vertelt ons toch eens, bij het
inzenden van de oplossing van Raad
sel no. 7, hoe het komt dat er
thans 100 inzendingen minder waren.
Onze club telde nu slechts 168 jon
gens en meisjes.
Was alleen de oorzaak daarvan, dat
het Raadsel moeilijk gevonden werd
De vorige week hielden we een
paardenpraatje, thans willen we eens
keuvelen over een hond. Weten je
wel welken leeftijd een hond kan be
reiken Een hond is met 2 jaar vol
wassen, met 10 jaar grijsaard en be
reikt zelden den 20 jarigen ouderdom.
Blaffende honden kunnen vaak doen
schrikken. Zoo werd een fietser op
straat door een groeten hond aange
blaft. Hij ontstelde er van. „Wees
u maar niet beangst", zei de eige
naar, „de hond is dood goed". „Zoo",
zei de heer, „goed dood was toch nog
veel beter".
In een afgelegen herberg buiten
het dorpje A. woonde een herbergier
met zijn vrouw.
Daar de streek niet veilig was had
den ze vijf honden.
's Avonds wanneer het donker be
gon te worden, kwamen de honden
één voor één thuis en schaarden zich
om de heerlijk verwarmde kachel.
De slimm» foxterrier echter belust
op ratten en muizen kwam meestal
achteraan en vond dan wanneer hij
vermoeid huiswaarts keerde alle plaat
sen om de kaehel ingenomen door
zijn kameraden. Hij snuffelde dan
eens rond en probeerde zich er tus-
schen te wringen, doch, gelukte het
niet, dan wist hij wel raad. In een
vaart rent hij dan naar buiten en
begint hevig te blaffen, met dat ge
volg dat alle andere honden hem op
de hielen volgen en beginnen mee
te blaffen. De fox keert zich dan rus
tig om en zoekt zich 't beste plaatsje
bij de kachel uit. Daar hij dat spel
letje telkens herhaalde wanneer hij
zich niet naar den zin kon neervleien,
begrijpt ge wel dat hij een heel ver
maak was voor den herbergier en zijn
gasten.
Gegroet, tot de volgende weck.
De Uitgevers.
Na het schrijven van bovenstaande
ontvingen we dit briefje
Redactie „Faam".
Naar aaniieding van de oplossing
van het laatste Faam-raadsel, doe ik
even het volgende opmerken
In de oplossing komt voor eend-
eieren en kiptieren. Mag ik U even
opmerken dat die woorden taalkun
dig fout zijn? Het moet zijn eenden
eieren en kippeneieren.
De raadsels worden m.i. niet alleen
gegeven voor het aangename, maar
ook voor het nuttige. Denk U eens
even na Een kind krijgt op school
een taaloefening en hierin komt voor
het woord eendenei. Pas stond dat
woord in De Faam geschreven zoo
eendei. Dat onthouden ze goed en het
kind krijgt een fout.
Wil U even de kinderen er op
merkzaam opmaken
U dankend voor de te nemen moeite.
Hoogachtend,
Een Faamlezercn tevens
kindervriendin
Wij danken de(n) helaas onbe
kendc(n) briefschrijver of-schrijfster
zeer voor deze inderdaad vriendelijke
terechtwijzing. Gelooft ons, dat we
niet ongevoelig zijn voor blijken van
medeleven in dezen onzen arbeid, en
dat we ons ten zeerst; aanbevolen
houden voor op- en aanmerkingen
Spaart ons heusch uw critiek niet.
Wij hebben dus den kinderen iets
heel verkeerds geleerd. Taalkundig
onjuist is het te schrijven eehdtieren
en ^eieren. Gaarne geven we direct
toe, dat het moet zijn eendent ieren en
kippenzieren. Maar toch meenen we
dat ons dezen blunder in een raadsel
oplossing niet zoo zwaar mag worden
toegerekend. Een groot geluk is het,
dat het eitje onze jongens en meisjes
niet minder smaken zou al wordt het
onder den naam van een kipeitje en
niet als een kippeneitje (hè, wat
klinkt dat toch akelig gegeven.
Weet ge, wat vee! erger is, dat in
dezen brief zelf een taalkundige fout
voorkomt. Dat mag nu toch zeker
niet in een schrijven, waarin men
iemand over een fout kapittelt.
Laat ons de onderteekening samen
eens lezen Een „Faamlezer" en te
vens „kindervriendin". Dat kan niet
Onmogelijk Men kan geen lezer (wel
lezem) zijn en een vriendin tevens
Genoeg aan het verzoek van
onze schooljuffrouw (vriendin is goed,
lezer niet) is voldaan.
De kinderen zijn opmerkzaam ge
maakt op onze grove fout. Jongens
en meisjes, schrijft of zegt toch nooit
of te nimmer: kipei, eendei, gansei
enz., want dan zouden wij het je
geleerd hebben. Onthoudt het goed,
hoor Heel je leven lang
De Uitgevers.
Gaarne verwees w|] uasr de adver
tentie, voorkomende ia dit nummer,
betreffende de te houden Lezing met
Lichtbeelden vaa Do Strjjd tegen de
Tuberculose» De Lezing wordt ge
houden Bovenzaal Sociëteit „De Ver
genoeging" Dinsdag 24 Februari
des avonds 8 uur.
Velen zian op taf en don ouden dbf.
Toch dient dit f?sn tgdpark vaö rust te
zijD, vrij ven lugpijnj uriaskwaien en
rheumatiek.
Veel bangt ef van de nieren. Als deze
organen verzwakt zjjn, kunnen zjj het
hlord niet rein bonden en worden urine-
zuurvergiften door bloedsomloop naar
de zenuwen, spieren, gevriehttn en sie
ren geroerd Dan cchjjnt de oude dag
een Jast hot gehoor en gezicht begin-
asa af te nsmen bet gsheugen te ver-
mi rderao, en da rug cn leden word#D
pijnlijk ea stjjf.
Een van da beste dingen, d e van
Foster's Rugpjjn Nieren Piilan gezegd
worden p, dat zjj pen zege voor men-
schan op laefcgd zijn» sn juist ouden van
dagen aagten dit zalf. Uit sigan onder
vinding bleek hun, dat dit geneesmiddel
blijvende baat geeft.
Dit spsciala nisrgsneefiiniddel hslpi b\i
nier- ei bl-aassandosniDgen, rbearn^tiek,
gravaei, rugpisn, nigr waterzucht, spit en
s'ceu.
Foster's Pillen wekken da nieren op
aa versterken haar, heelao en verzachten
de blaas, en honden het lichaam vrfj van
overtollig urinezuur. werken niet op
da ingawand»D. Dit is een der redenen,
waarom zS gsschikt z$n vcar oud en jong.
Eisaht de echts Foster's Rugpijn .Nieren
Pillen, voorzien van de haudteekeoirg
van James Foster op ds vsrpa ki Te
Middelburg, verkrijgbaar Hi N. V. v,h
0 A. Schulto Co a f 3,75 p. doos of
f 10 par zes doozen.
N 34goudan oorbel P. Raas, Hoog
straat I 138 zilvereu armband, W. San-
da rao, Gravenstraat I 291silvers*! man
chetknoop C. de Knipsr, Bei!inkstr3at
G 166; gouden ring, A J. Francois,
Bastion N 67: duimstok, Reijnierse,
Merkt I 9; bruine damesbandschoen L.
VïoogopKIsin Vlaanderen M 70 bij
beltje, Placsoen, 't Zand (Breeweg)
D 16 stalen duimstok, P. Hendriks»,
Slapereriügd Q 163; matrozenmuts, C-
Joosse, Sigenhaardstrsat P 240; wit
hondje mot bruine vlakken, M. Won-
dergem, Korte Geava H 360; blauwe
dameshaudschoen M. Woerkens, Gra
venstraat I 272bol baskkatoen met
naald, L. Koote, Kousteanscheodjjk.
P 45; wollen das, M. van der Weel»,
Oost punt O ?21lederen kussentje, A,
da Echter,. Noordfiugel, 8 195; zwarte
portemonnaie iubeeuig geld, J. den
Harding Korte Hoerengrceht M 277
haarspeld, Jtiffs. Geectvliet, Vearsobe-
weg T 236kapspeld, A. Meinsma, Lan-
gedelft B 146 zilveren broche, EL J.
Heeren Molstraat 187porteraonnaie,
inh. roz -nkrana, W. Ranffaer, Arnemaid-
sche voetpad T 166; slagersmes, J-Snij-
dore, Koningstraat E 246kindorh'vnd-
aehoou, M. B -strok, Sottardamscbe fasi
0 279; pakje kinderondargoed, G Stjjger,
Dokstr t P 191zilveren kinderarmband,
G. van Slug;-, Nieuw.itraat G 224doublé
broche, Mevr. Krujjdtr, Molenwater M62.
Van 1116 Febr.
ONDERTROUWD: W Vader, jm
23 j en J. Frereoie, jd. 21 j. K. Beljé,
jm. 26 j ea C. M. do Klerck, jd. 29 j.
W. J. Bos, jm. 23 j en M. 0, Schou,
jd. 26 j.
GETROUWD: A. v Baars, jm. 27 j.
m G A Tinbeigan, jd. 19 j.
BEVALLEN: M. Geljon, pab Min»
caar, d. D. Wondergem geb De Groot,
z. 8. F. de Nood. gsb Rejjnoucit, z. M.
foosse, §eb. De Boks, d.
OVERLEDEN: A A. van Talingen,
man van D. A. Op ten Noort, 53 j. M.
van Beem, vrouw van B. Gillesss, 28 j
0 Palmkoeck, oogeb. d 26 j. R.Schip
pers, man van EL Bosd|k, 85 j. G, 8.
M. Grool, jcf. 59 j
P
Aan het Bureau van Politie alhier sjjn
op werkdagen des namiddags van 78
nar do volgends voorwerpen te bekomen
a Bureau van poliiia: wollei dep,
sleutel aan e«n plank ja vermslderdo ratli
Station, zak, ina 6 aardappslzakkeo.
argze hasdsch en, klompje, port rnonn-de
inb. 0,20^ oavt.
b. Bij ingczstenaavuilnisbak Q J
v. d. Weeïe, Lange Gort si raat K 28;
broche, J P. Slwakweg, Ko»poortstr a
AFlIiAe
Lappen, Gebekt en Soepvh.escb f 1,05
Stukken e i Rollade f 1,15 Ossehaas en
Bi«f tuk f 1,25, alles per 5 ons.
Aanbevelend,
18 csni p^s*
12.
Luis verschrikte. „Ja", riep hij
hartstochtelijk uit. „Zoo is de naam.
Maar mijnheer, hoe weet u dien
naam
Bernard gaf hiervan niet dadelijk
eene uitlegging. „Weer getrouwd",
monpelde hij, en ik heb dat nooit
geweten. Het verwondert mij dat
mijn oom mij dat niet vertelde en
ook 'later niet van haar dood sprak.
Maar ga door Luis. Ik veronderstel,
dat je moeder je wel veel van Enge
land zal verteld hebben. Wat ver
telde zij je alzoo?"
„Zij sprak over groote velden, die
zich mijlen ver uitstrektenheide,
geloof ik dat zij dat noemde en
steile heuvels alle begroeid met
ik ben den naam vergeten, maar het
is een bloem, ik denk dat daar de
plaats was, waar zij en haar broeder
geboren zijn.
„Haar vader was er priester, ik
veronderstel, dat gij dit zoo noemt,"
zei hij weifelend, „en haar broeder,
mijn oom, was geloof ik hetzelfde.
Maar den naam van de plaats kan ik
mij niet herinneren."
„Waarom kijkt u mij zoo vreemd
aan, Senor Don Bernardo?"
„Heather en Northon, in Yorks
hire," vroeg Bernard, doch de knaap
herinnerde het zich niet.
„Het komt mij voor,"dat uw familie
geschiedenis eens nagegaan moet wor
den. Er zal dunkt mij wel iemand
te vinden zijn, die mij iets omtrent
je familie kan mededeelen. Bij voor
beeld de advocaat, die de zaken regel
de tegelijk met je oom die voogd
over je is?"
„O, ja", antwoordde Luis terstond.
„Hij weet heel veel omtrent mij, vee!
meer dan ik zelf. Ik was nog maar
acht jaren toen mijn moeder stierf'.
„Welnu, dan moet ik aan hem
schrijven. Hoe is zijn adres?"
Luis gaf het op en voegde er
eenigszins beschroomd aan toe„U
zult mijn oom niet toestaan mij terug
te halen, Don Bernardo? Hij zal nu
zeker te weten komen, waar ik mij
bevind."
„Je oom," zeide Bernard kort. „In
't geheel niet, Luis. Ook geloof ik
nauwelijks, dat je oom, «a-desehan
delijke wijze waarop hij je behandeld
heeft, hier zijn gelaat zal durven ver
toonen. En voorts mag je mij ook
wel Don of Senor noemen, als je dat
liever doet".
Toen het even daarna tijd werd,
dat Luis naar bed moest, nam zjjs-
nieuwe vriend hem met nog
teederder zorg op dan ooit tevoren
en droeg hem naar zijn kamer, ter
wijl een vreemd en tegelijk nieuw
gevoel van de innigste sympathie
voor den knaap in zijn hart ont;
brandde.
In plaats van te gaan studeeren,
haalde hij thans een oude casette te
voorschijn, geheel gevuld met be
schreven papieren, waarin hij wel
meer dan een uur zat te zoeken en
te lezen.
Ten slotte schreef hij een officiëelen
brief aan Senor Alocez.den Spaanschen
advocaat, waarin hij na een korte uit
eenzetting van de omstandigheden,
waarin Luis verkeerde zijn voogd
uitnoodigde naar Londen te komen,
ter zake van groot belang, in betrek
king tot zijn pupil.
Een vriendschappelijk gevoel maakt
ons zoo wonderiijk zacht en blijde
gestemd en tusschen Bernard Merival
en Luis Almansa was, afgescheiden
van hetgeen volgen kon, een sterke
vriendschapsband ontstaan.
Beiden waren zij weezen, beiden
waren zij de cenige kinderen hunner
ouders en ook beiden waren zij toe
vertrouwd aan de zorg van iemand,
die zich zijn roeping niet waardig
getoond had. Bernard had zijn moeder,
die een Sc'notsche was, verloren toen
hij tien jaar was. Vijf jaar later had
hij zijn vader ook verloren en sinds
dien tijd had hij zichzelf maar door
de wereld moeten slaan.
Zijn vader, een predikant, had hem
een erfenis nagelaten, die hem jaar
iijks f 1200 opbracht. Voorts moest
hij zelf trachten te helpen voor de
toekomst en had hij van niets en van
niemand iets te hopen. Van jongs
af aan had hij veel neiging tot de
studie getoond en sedert zijn!2ejaar
gevoelde hij lust om in de medicijnen
te studeeren. Zijns vaders dood was
eenigen tijd een struikelblok op dit
pad geweest, daar een broer van zijn
vader, zijn voogd, een streng en
schraperig man, zijn wenschen dwaas
en ongerijmd noemde en halsstarrig
weigerde, om hem in eenig opzicht
behulpzaam te zijn.
Bernards besluit stond echter vast.
Hij zou dokter worden, zoo had ook
zijn vader hem op zijn sterfbed ge
zegd. Gelukkig kwam als een goede
engel Dr. Burnet, een oud vriend van
zijn vader, zijn pad kruisen. Door
diens invloed als hoofd van een der
meest bekende hospitalen, bezorgde
bij Bernard een plaats aan het Sint-
Laurence-hospitaal, waar hij zijn
studie kon voortzetten.
't Was een gevaarlijke positie, waar
in hij op zulk een jeugdigen leeftijd
verkeerde. Zonder vrienden, zonder
raadslieden, aileen in den draaikolk
der zonden, in den poel der on
gerechtigheid van het groote Londen.
Menige jonge man zou helaas ten
onder gegaan zijn, verlokt door de
verzoekingen, die hem omringden.
Bernard kampte moedig zijn helder
verstand en kalm overleg deden hem
noch ter rechter nog ter linker zijde
afwijken. Met moed hield hij het
hoofd boven water en trachtte hij
een rustplaats en hulp te vinden te
midden van de woelende hem onbe
kende menigte.
Slechts één persoon in de groote
wereldstad was hem bij naam bekend.
Deze man was evenals Dr. Burnet
een vriend van zijn vader.
Robert Bryant was de naam van
den man, die de eerste was, door
wien hij gunstig en vriendelijk werd
ontvangen.
(Wordt vervolgd.)