Klompen
TE HUUR
Marseille, KI. Houtstr. 85-11,1 Haarlem.
MM
mi
m
Prachtige ZWARTE STOFFEN
voor Aannemings-Japonnen.
ENGELSCHE RIJWIELEN.
W. de Schrijver,
mm
HtSl
W erkmans vereeniging,
Neef Jochem.
een nette Benedenwoning
een RUIM WOONHUIS,
Piano's en Oi^els
A. S. J. DEKKER
SIGAREN,
J. Tan Eijzeren,
SCHOORSTEENVEGEN
Zenuwaandoeningen, Overspanning,
Slapeloosheid en benauwde Droomen.
wil aanschaften,
J. R. GROOL.
Baker Dü MEE-v. d. Waals
Koopje - f 37.50. - Koopje.
SiSI®|
vraagt eerst prijsopgaaf van
strikt le Klas lichtloopende
Verder veel andere merken,
waaronder zeer goedkoope.
MipS
50 tot 60
doorloopend
voorradig.
Stemmen.
Repareeren. -
Inruilen. - -
Taxeeren.
Verhuren
HEEREN ROOKERS
Gebr. Huijsman, Wagenplein P 6.
Bovenwoning te huur.
eenigst onfeilbaar middel tegen
Het beste en goedkoopste Aires voor
Is Korte Breestraat O 163.
MANSKLOMPEN 40 cent.
VR00WENKL0MPEN 36
KINDERKLOMPEN naar grootte.
BEHANGERIJ en STOFFEERDERIJ enz.
Tan Klein Vlaanderen naar
Sleperssingel H ISO f.
PRIJS PER FLACON f 1,50.
0(J
ONTVANGENN
Rijwielhandel.
l\«0
HET BESTUUR.
TE KOOP GEVRAAGD
KantoorOostsingel E 192.
Vraagt in „DE VOORUIT" naar de
Merk GLORIA 5 A 10 Gent.
DE TOEKOMST 5 A 10
ST0RML00PERS 5 A 10
NIEUWE EEUWTJES 5 a 10
Merk H. V. U.
Ook aan niet-leden wordt verkocht.
Lange Geere K 313.
Smeder y en Kachelmaker tl.
Haarden, Kachels, Fornuizen en in
vnurgelakte Kachels. Ook in Rnil.
LEVERT ALLE SOORTEN
BEDDEN, MATRASSEN, SPRINGVE^R-
MATRASSEN, STOELEN, CANAPE'S,
TAPIJTEN, ZEILEN, GORDIJNEN,
LOOPERS, ZONNESCHERMEN LEDIKAN
TEN enz.
Reparatie. Billijke pry'zen. Aanbevelend,
D. L. CAMMELOT, St. Janstraat 188.
Aannemer van Verhuizingen onder garantie.
VERHUIS»
in alle afmetingen en onder zeer voordeelige
conditiën.
Te bevragen Kantoor van Fabricage,
Stadschuur I 153.
Een zoo goed als nieuw gebruikt HEEREN
RIJWIEL te Koop. Enkele maanden nieuw.
Adres Noord weg R 9.
TE KOOP AANGEBODEN-
twee RIETEN GORDIJNEN, zoo goed als
nieuw, lang 2,25 Mbreed 1,20 M. en een
GESCHILDERDE LINNENKAST.
Te bevragen Boekh. Fanoy, Burg.
J-, A
NERVIN,
Verkrijgbaar bij alle H. H. Apothekers en Drogisten.
Verder by W. HUBREGTSE te Middelburg en A. C. BENIEST te Vlissingen.
I PT HP f -Elk0 flaeon is voorzien van een groenen band waarop
"1 voorkomen de naam en bet adres van het
HOOFDDEPOT VOOR NEDERLAND
S* 7
HET BESTUUR DER W E R K M A N S V E R E E NIGIN G geeft hierbij kennis, dat
er aan het lidmaatschap dier vereeniging verbonden is by ziekte
a. 3 maanden vry dokter en apotheker met gedurende 6 weken f 3 ondersteuning per jaar
b. een geheel jaar vry dokter en apotheker zonder ondersteuning
c. gedurende 6 weken per jaar f 4,50 ondersteuning zonder geneeskundige behandeling en
d. by overlyden eene uitkeering van f 30.
Alles tegen eene contributie van 13 cent per week.
Ook kunnen vrouwen en kinderen opgenomen worden in het Vrouwen- en Kinderziekenfonds,
tegen wekelyksche contributie van 10 cent voor de vrouw en 21/2 cent voor ieder kind beneden
de 18 jaar. Voor meer dan 5 kinderen beneden de 18 jaar wordt niet betaald. Hiervoor geniet
men een heel jaar vry dokter en apotheker.
Als lid van laatstgenoemd fonds kunnen worden aangenomen:
lo. Vrouwen en kinderen van leden der Werkmansvereeniging
2o. inwonenden by leden van het Ziekenfonds of van de W. V.
3o. weduwen met- of zonder kinderen van leden der W. V
4o. ongehuwde vrouwen met- of zonder kinderen
5o. weduwen van niet-leden met- of zonder kinderen, alles onder in het reglement nader om
schreven voorwaarden.
Als doktoren zyn aan bovengenoemde Vereenigingen verbonden Artsen A. W. VERHE1JDEN
en J. C. GIEBEN. Inlichtingen worden gaarne verstrekt door
Het was in het jaar 1354 en het buskruit
was uitgevonden.
Dat was Neef Jochems schuld nietwant
de man had maar één keer in zyn leven wat
uitgevonden, en dat was dat men over eene
smalle sloot ook springen kan zonder polstok.
Zeg nu niet, dat dit geene uitvinding was en
dat iedereen het weet; want waar is het, dat
Neef Jochem het niet wist.
Hoe hy er dan achter kwam
Gauw gezegd.
Op eenen avond dat hy met maneschijn van
zyn land kwam en zijne beenen niets te dragen
hadden dan zyn dik lichaam, liep hy te be
denken wat ze toch wel met de oude manen
zouden doen. Het was pas nieuwe maan ge
weest en nu eerste kwartier. Onderwijl hy zoo
diep in gedachten liep, kwam er een stier over
den weg aanhollen en daar Neef Jochem nu
liever met de horens van dit dier geene kennis
wilde maken, sprong hij zóó over eene sloot.
Vroeger had hy er altijd eenen polsstok voor
gebruikt. Nu wist hy dat hy het ook zonder
kon.
In dien tyd was heel Holland in rep en roer
door de Hoeksche en Kabeljauwsche twisten.
Dat was Neef Jochems schuld ook al niet,
want hy wist eigenlijk niet wat ruzie was.
Maar eens in zyn leven had hy ruzie, groote
ruzie gehad zei hy.
Weet ge welke
Hy was nog thuis bij vader en moeder en
sliep met zyn broertje in één bed. Op eenen
avond zei dat broertjeJochem, keer je om
Je blaast zoo in myn gezicht
En wat had de held nu gedaan
Hoe dapper toch Hy had gezegd„Neen,
dat doe ik niet, hoorDit doe ik
Toen klauterde hy uit bed en ging om zyn
broertje te plagen op den vloer liggen, en daar
bleef hij heel den nacht tot groot vermaak
van broer, die nu het ryk alleen had.
Neef Jochem was dus geen uitvinder en
geen ruziemaker.
Maar hoe kan een mensch toch soms in
vreemde zaken komen Neef Jochem zou op
eenen avond en in minder dan een uur tyds
uitvinder en ruziemaker worden.
Hoe dat toch zoo kon?
O, heel best.
Het was dan in het jaar 1354 dat Neef Jo
chem van zyn land, dat in de Hoogeveen-pol-
der lag, terugkeerde naar zyn huis, dat dicht
by Boskoop stond.
De man had op zyn land koolzaad wezen
dorschen en nu droegen zyne beenen niet alleen
zyn dik lyf, maar ook zynen dorschvlegel.
Onderwijl hy nu zoo liep te denken, de
man dacht eigenlijk altijd, zelfs als hy sliep,
wat toch wel het onderscheid zou zyn tusschen
grauw en rood, sukkelde hy verder. Op den
dorschvloer had hy hooren vertellen, dat de
Hoekschen roode en de Kabeljauwschen
grauwe mutsen droegen.
„Bloed is rood en asch is grauw," hadden
ze hem gezegd.
Nu gaf hy zich een fermen stomp tegen den
neus, zoodat deze begon te bloeden. Hy ving
een paar druppels op, bekeek ze en zei„Nu
weet ik wat rood is
Bij een boertje liep hy in huis, nam eenen
handvol asch, bekeek dat en zei„Nu weetik
wat grauw is."
Wat was hy blij. Van pure blijdschap be
gon hy te fluiten „Het daghet in het Oosten."
Stellig zou hy het „Wilhelmus van Nassouwe"
wel gefloten hebben, als dat liedje toen maar
bekend was geweest.
Onderwijl hy nu zoo liep te fluiten kwam
hem een troepje Kabeljauwsche soldaten tegen.
„Boer," riep de baas van het troepje, „wat
ben je, Hoeksch of Kabeljauwseh
Neef Jochem was door het fluiten heelemaal
vergeten of de Hoekschen of Kabeljauwschen
roode mutsen droegen. Dat vergeten was geen
wonder. Een mensch kan niet aan eene fluit
en eene roode muts tegelijk denken.
„Weet je wat", dacht Neef Jochem, „ik zal
maar wat op goed geluk zeggen, en daarom
zei hy„Ik ben Hoeksch, mannen
„O, akelige, nare Hoek," riepen de Kabel
jauwschen en ze gaven den armen Neef Jochem
een pak rammel, neen hoor, meer dan erg.
Eindelijk waren de Kabeljauwschen moede
van het slaan en gingen verder.
Neef Jochem krabbelde op en zei„Had ik
nu maar naar de mutsen gekeken, dan wist
ik het. Rood-grauw, grauw, rood, rood, grauw,
grauw.
Maar zie, onderwijl hy die woorden zoo liep
te zeggen, kwam hem weer een troepje sol
daten tegen en dat waren Hoekschen.
„Sta, boer!" riep de baas van dat troepje.
Neef Jochem stond als een paal.
„Zeg op, en gauw ook, wat ben-je Hoeksch
of Kabeljauwseh?" vroeg dezelfde.
Jochem dacht nu zoo vlug als hy nog nooit
gedacht had „Zoo even zei ik „Hoeksch," en
toen kreeg ikvan dik hout zaagt men plan
ken. Ik zal het nu niet zeggen, pas op!"
Nu schreeuwde hy zoo hard hy kon en
vriendelijk lachend: „Kabeljauwseh, vrienden
Kabeljauwseh van het bovenste plankje!"
„Wacht, ellendige Kabeljauw! We zullen je
van het bovenste plankje gevenriepen de
Hoekschen, en daar ging het er weer zoo even
van langsOch, och, wat sloegen ze den ar
men Neef Jochem, waar ze hem maar raken
konden.
Eindelijk waren ze doodmoede van het beu
ken en slaan en lieten Neef Jochem naast
zynen dorsch vlegel op den weg liggen.
Neef Jochem, die eene huid had zoo dik als
van eenen olifant, krabbelde op en met den
dorschvlegel op den rug liep hy verder.
„Wat is het toch ongelukkig, dat de men-
schen tegenwoordig zoo dom zyn," bromde hy.
„Dat komt zeker van het leven, dat ze tegen
Turf kade D 26.
0!
TE HUUR voor een klein gezin
met BLEEK, aan de Bree.
Adres St. Pieterstraat A 82.
midden in de stad. Koopsom niet boven f2500.
Brieven letter No. 10, bureau van dit blad.
Fabriek: IwOfC Magazijnen:
Ossenhoofdstraat. ""Rm
En dan de TABAK
a 12 Cent per hdlf pond, waarvan de verkoop
steeds toeneemt.
RUIM GESORTEERD IN:
Scherp concurreerende Prfjzen.
HET BESTE ADRES VOOR
IS BIJ
Aan hetzelfde adres een
woordig in den oorlog maken. „Dat buspoeder
maakt de lui suf. Ziedaar, ik ben nu zulk een
knappe bol, al zeg ik het zelf, en ik wed dat
ik ook suf, heelemaal suf werd, als ik ten oor
log ging."
Zoo ging Neef Jochem verder, maar eer hy
thuis was, kwam hem weer een bende solda
ten tegen.
De baas van het troepje trad naar hem toe
en vroeg ook, even als de anderen „Zeg eens,
boertje, vertel ons eens gauw watje nu eigen
lijk bent, Hoeksch of Kabeljauwseh
En zie eens aan, pas was die vraag gedaan,
of Neef Jochem kreeg eene uitvinders-bui.
„Wel mannen," zei hy lachend, „dat zal ik
u eens even vertellen. Luistert. Eerst ben ik
Hoeksch geweest en toen kreeg ik slaag, slaag,
zoo'n pak heeft Uwe Edelheid nog nooit gehad.
Toen werd ik Kabeljauwseh en ik dachtzie
zoo, nu zal het gaan als eene lier op een Zon
dag. Maar jawel, ik kreeg van hetzelfde laken
een pak aangemeten. Hoeksch deugt niet
Kabe^'auwsch deugt nietNu ben ik Ture-
luursch
Ziedaar, zoo vond Neef Jochem eenen nieu
wen partijnaam uit en niet zoodra had hy die
uitvinding gedaan of daar werd hy een ruzie
maker. Hy nam zynen dorschvlegel, sloeg links,
sloeg rechts, sloeg overal waar hy maar raken
kon, en schreeuwende van pyn gingen de dap
pere soldaten aan den haal zoo hard ze konden
en Neef Jochem, de uitvinder en ruziemaker,
bleef als overwinnaar op den weg staan. Wat
lachte hy smakelijkHy naar huis om zyn
heldenstuk te vertellenDen anderen dag liet
hy met groote zwarte letters op het witte hof-
hek vervenHeldenborgh, en van dien
tyd af heetten hy en al zyne zoons van Hel
denborgh.
Zoo kwam de deftige naam van Heldenborgh
in de wereld. Wist gij het? Ik wist het ook
pas toen een achterneefje van den dapperen
en snuggeren Jochem het my verteld had.