van Donderdag 28 December tot Zaterdag 13 Januari a. s.
OPGERUIMD.
BEHALVE OPBUIMINGS- ARTIKELEN.
15 pCl Mug i oéë
I
Men lette op
BEUL O SE.
De Pommersche Boer.
worden alle Goederen met 15 pCt. korting contant
1 Gevoerde Tusschen-Rokken van f 1,75 en hooger. Wollen Bloüsen vanaf f 1,40. Costuum Rokken,
zeer soliede afgewerkt, vanaf f 2,15 Wollen Handschoenen vanaf 18 cent. Fransche Corsetten
vanaf 85 cent, prachtige Coape, met Metal Balein 4 knip's Moiré Tusschen-Rok ongevoerd voor
Geribt Fluweel voor 60 cent. Zakdoeken met letter cent
Zakdoeken zonder letter 5 cent per stuk.
De eigenlijke verkoopsprijs staat genoteerd met duidelijke letter
voor ieder zichtbaar, en daarom kan men zich overtuigen
van de werkelijke prijsverlaging.
LANGEDELFT,
Hoek St. Janstraat.
ï- en Mati
JOH. L. CAMMELDT,
J. van Eijzeren,
„DE KRATER'.
Het beroemde geneesmiddel voor
VEEREN BEDDEN.
Kapok-, Zeegras- en
Alpegras-Matrassen.
SCHEURKALENDERS en
ALMANAKKEN
Stoomzuivering en Reparatie.
by Boekh. SMITS,
Lange Geere K 313.
Haarden, Kachels, Fornuizen en in
vunrgelakte Kachels. Ook in Rail.
SALMIAK HONIG PASTILLES
6 Cents.
A. LATEHSTEIN VAN VOORST,
Damei Mandwerken.
Raanstraat. A. VAN DER WEEL
(((((o)))))~
1.)
Groote Opruiming
MEIJER.
K 18. Gortstaaat. K 18.
IN RUIME REUZE
ümederU en Kachelmakerij.
RUIM GESORTEERD IN:
Scherp concurreerende Prijzen.
Hoest niet meer Gebruikt uitsluitend
LA SANTÉ. 10 cent per doos.
Het beste afdoende middel tegen Hoest,
Verkoudheid enz. Verkrijgbaar by
DRONKEUS Co.,
Rooden Toren. Middelburg.
mjjn fabrieaat GLOED, wordt nergens
L O S verkocht, maar ALLEEN in de
bekende nette pakjes
Men lette vooral op het Bekroonden
Wettig gedeponeerd merk
AMERSFOORT.
Verhuisd van WAL B 105 naar GRAVEN
STRAAT I 276 voorh. J. Hubregtse.
Ie kw. Rundvleesch, als Lappen 40 cent per
5 ons. Stukjes en Rolladen, alsmede puik
Varkensvleesch aan civiele prijzen.
Aanbevelend, P. J. HUBREGTSE, Gravenstr.
Cougresgaas, Loopers, Kleedjes en Zijde om
te bewerken. Reformsehorten, ook witte en
bonte voor dienstboden, Kinderco9tuumpjes,
Mantels, Hoeden, Barets. Gemaakt en Tricot
Ondergoed voor Dames, Heeren en Kinderen.
Sport- en Overhemden, Heerendassen, Cechenez,
Handschoenen, sterke Kousen en Sokken,
Breiwollen en Sayetten, Damesblousee, Rokken,
Pelterijen worden aan verminderde prijzen ver
kocht.
LOUWERSE—SXOUCK dei Watertoren.
Te bekomen by den Vertegenwoordiger
De volgende anecdote uit de dagen van den
den grooten Frederik werd gaarne door de
oudef Pommersche landlieden verteld en wy
meenen, dat zij ook nu nog wel eens mag
gelezen worden.
De handel der landlieden in de meeste
oorden van beneden Pommeren bestaat in
den verkoop van gerookt varkensvleesch en
ganzen, welke in groote hoeveelheid naar de
hoofdstad of naar de naastbygelegene zeesteden
verzonden worden. Nog in de laatste levens
jaren van den grooten vorst veroorloofden de
edellieden zich de vrijheid, om in beneden
Pommeren al9 een overblijfsel' van de bestaande
en afgeschafte lijfeigenschap hunne boeren
lichamelijk te laten tuchtigen. Zulk een ge
drag had waarlijk ter kennis van de hooge
regeering moeten komen, doch waar geen aan
klager is, is ook geen rechterde boeren aan
deze behandeling gewoon, zwegen tot eindelijk
deze barbaarsche gewoonte door bepaalde wetten
werd afgeschaft.
In een dorp in de omstreken van Treptow
aan de Rega, grensde de hof van een boer
aan den tuin eens edelmansde onachtzame
tuinier liet eens de tuindeur openstaan, en zoo
geschiedde het, dat een bij uitstek groot var
ken van den boer den tuin bezocht en onder
de planten en gewassen eene vreeselijke ver
woesting aanrichtte. De in toorn ontstoken
heer liet dadelijk den boer halen en in weer
wil, dat de arme man verzekerde dat de tuinier
in het vervolg de tuindeur zou sluiten, en be
toogde dat een varken een redeloos dier was,
dat hjj het niet met een ketting kon rond
leiden niets mocht baten, hem werden zonder
verder overweging vijftig stokslagen toegeteld.
„Komt uw beest", riep de woedende edel
man hem na „nog eens in myn tuin, dan schiet
ik het dood en geef het myn knechts ten
geschenke". Met dit woord kon de boer heen
gaan.
Doch wat gebeurt. Op zekeren keer was de
tuindeur weer open en het zwijntje meende
nogmaals zy*De wandeling en onderzoekings
tocht in deze voor hem verboden gaarde te
moeten ondernemen. De edelman stond juist
aan het venster en het varken ziende, greep
hy naar zyn geweer, schoot, en het ter aarde
gevallen dier werd onmiddelyk aan zyne
knechten ten geschenke gegeven. Deze glag
trof den armen boer Jïarder dan vroeger de
vijftig glagen op zyn rug.
Een groot gedeelte van zyu jaarlijksch inko
men bestond in dit varken, zoodat hy diep
overtuigd was, dat hem een hemeltergend
onrecht was aangedaan. Doch wat moest hy
er tegen beginnen Den jonker aan te klagen
by de regeering, daartoe hy wist dat zeer
wel behoorde geld en tyd. Geld had hy
niet en de tyd naderde, waarop hy van het
gekochte varken den impost moest betalen
hy had echter eens hooren zeggen dat lui, die
in zeer benarde omstandigheden hadden ge
zeten, zich wel eens tot den Koning hadden
gewend. Doch daar dit schriftelijk moest
geschieden en hy niet schrijven kon, meende
hy h°t best te doen om met een vel papier
naar den pastoor van het dorp te gaan en zyn
hulp in te roepen.
By den pastoor gekomen zegt hyGoede
morgen, heer Pastoor! gij zult reeds mijne
geschiedenis weten, vanwege de stokslagen en
het varkenhier is papier, gy hebt immers
gestudeerd, maak my eens een smeekschrift.
Myn vriend, zegt zyn Eerw., ik ben geen
rechtsgeleerde, maar wel een godgeleerdeik
kan zoo iets niet maken en wat wildet gy dan
eigenlijk met dat ding aanvangen?
Ik ga, zegt de boer, daarmede naar den
Koning, die moet my helpen, en wanneer gy
geen glique (verzoekschrift) kunt maken geef
mg dan maar pen tn inkt, daa maak ik er zelf een.
Gy kunt immers niet schrijven.
Dat geeft niets, heer pastoor, geef maar
hier, de Koning zal wel begrijpen wat ik meen.
De pastoor haalde nu pen en inkt, de boer
zette zich neder en toekende op het papier twee
vierhoeken. „Dat zyn de tuinen" zeide hy
teekenend; een rond gat, „dat is de deur, die
de slungel zou hebben laten toemaken daarna
teekende hy een figuur op den grond liggende,
„dat is myn varken" zoo ging hy voort, „en
die hier", onderwijl hij een figuur met een
geweer er op kladde, „die hier is de edelman
ziet gy, heer Pastoor, dat is het wat gy zoudt
hebben gemaakt!"
„Ik dank u wel, myn vriend" zeide de
onderrichtte pastoor, „ik heb het goed be
grepen".
De boer begaf zich daarop naar huis, en
trok dadelijk zyn Zondags pak aan. Eene
korf met een voorraad brood en een vaatje
gezouten boter werd omgehangen, en een
duchtige hagedoornstok volmaakte het reis-
costuum van den eerlijken boer, die thans zoo
uitgerust, met weinige grosschen in den zak,
doch met groot vertrouwen in het hart op de
genade i^jus Konings de reis over de dertig
mijlen naar Petadam aanvaardde.
Wordt vervolgd.