ongeëvenaard in qualiteit, zwaarder dan alle andere merken,
WIELRIJDERS
A. A. DE TROIJE, 't Zand bij Middelburg.
Beste en goedkoopste in gebruik.
Voor Huishouden, Toilet en Waschtafel,
WHEEN'S Zeep-MaatschappijRotterdam.
Luctor Et Emergo Rijwiel
te koopen.
liming van degelyke gebruikte RIJWIELEN.
J. HEUKER
W erkmansvereeniging,
1 en
J. van Eijzeren,
BOVENWONING,
B R E E
Hotel Spoorzioht. Kanaal F 42.
Fox-Terrier te koop,
Kleine Benedenwoning.
Hollandsehe
TheeYerbruik-Yereeniging,
BRINKT UITSLUITEND
Allriclit, Stoewer Oreif, Aeolus, Eenhoorn
en Jupiter Ry wielen, enz.
Alles verkrijgbaar in de Rijwielhandel van
Bruiloften, Uitvoeringen,
Vergaderingen, Verkoopingen, enz.
HET BESTUUR.
BLOEDWORST met veel spek
Versche REUZELKANEN.
Ondersteuningsfonds „De Arbeider".
Amsterdam.
Stof en grove Thee 50 en 55 ct. 1
Ontbijt (grof), 65 f 2,
Namiddag 75
Extra fine Dh. Thee 100
Alleen verkrijgbaar bij
Firma A. M. KREIKEN.
LOUWERSE'SNOÜGK b/d Watertoren.
Lange Geere E 313.
ISmederR en Kachelmaker^.
Haarden, Kachels, Fornuizen en in
vuurgelakte Kachels. Ook in Rail.
Scherp concurreerende Prijzen.
Bijlage Staats-courant 1 Juli 1905, No. 152, vermeld, als zijnde
wettig gedeponeerd voor Nederland: Luctor Et Emergo Rijwielen
onder nevenstaande Fabrieksmerk, ieder lette dus op het origineele
OOK VOORHANDEN:
Voor een klein gezin wordt gevraagd een
niet te groote
voorzien van leiding en afvoer, en de huur
prijs niet te bovengaande van i 1,50 a f 1,75 p. w.
Brieven letter W, Boekh. R. M. SMITS.
Stelt zijn groote zaal gratis beschikbaar voor
Consumptie zeer billijk.
(Geen vergunning.) Aanbevelend.
Tot aangifte van Leerlingen in' fraaie en
nuttige Handwerken bestaat 'iederen dag
's avonds van 57 uur gelegenheid aan boven
genoemde School.
HET BESTUUR DER W EjR K M A N S V E RE E NIGIN G geeft hierbij kennis, dat
er aan het lidmaatschap dier vereeniging verhonden is bij ziekte
a. 3 maanden vrij dokter en apotheker met gedurende 6 weken f 3 ondersteuning per jaar
b. een geheel jaar vrij dokter en apotheker zonder ondersteuning;
c. gedurende 6 weken per jaar f 4,50 ondersteuning zonder geneeskundige behandeling en
d. bij overlijden eene uitkeering van f 30.
Alles tegen eene contributie van 13 cent per week.
Ook kunnen vrouwen en kinderen opgenomen worden in het Vrouwen- en Kinderziekenfonds,
tegen wekelyksche contributie van 10 cent voor de vrouw en 2*-/2 cent voor ieder kind beneden
de 18 jaar. Voor meer dan 5 kinderen beneden de 18 jaar wordt niet betaald. Hiervoor geniet
men een heel jaar vrij dokter en apotheker.
Als lid van laatstgenoemd fonds kunnen worden aangenomen:
lo. Vrouwen en kinderen van leden der Werkmansvereeniging
2o. inwonenden by leden van het Ziekenfonds of van de W. V.
3o. weduwen met- of zonder kinderen van leden der W. V.;
4o. ongehuwde vrouwen met- of zonder kinderen
5o. weduwen van niet-leden met- of zonder kinderen, alles onder in het reglement nader om
schreven voorwaarden.
Als doktoren zijn aan bovengenoemde Vereenigingen verbonden Artsen A. W. VERHEI JDEN
en J. C. GIEBEN. Inlichtingen worden gaarne verstrekt door
reu, I1/2 jaar oud. Adres Veersche Singel S47.
5 cent per ons.
15 cent per 5 ons.
Aanbevelend, F. F. JOOSSE, Eigenhaardstraat.
By den secretaris C. J. Riemens, Dokstraat,
bestaat voortdurend gelegenheid tot inschrij
ving van nieuwe leden.
Weekpremie 10 cent, benevens 21/2 cent voor
de reservekas. Uitkeering f4,50 per week ge
durende 13 weken in een boekjaar.
ZEGT HET VOORT.
Gevraagd voor een eenige Juffrouw eene
Adres Korte Gortstraat I 349.
(Slot.)
De meid ging met eene kom schoon water
en een groven handdoek naar boven.
Wel, vraagde Keizer Karei, wat is dat?
Water, zeide steveline, om u te wasschen,
en likeur hebben wy niet.
Ga, zeide de Keizer, en zegt dat de vrouw
boven kome.
De vrouw ligt nog in haar bed, zeide Ste
veline, en kan nog niet opstaan.
Ga, herhaalde de Keizer, en zegt dat zy bo
ven komt. Ik moet haar spreken.
Steveline naar beneden gekomen zynde,
zeide: Y*ouw, hy wil noch den handdoek,
noch het water hebben en gij moet zelf naar
boven komen.
Dat hy naar de galg loope, zeide Kwae Bette,
'k sta voor hem niet op. Heeft hy wat te zeg
gen, dat hij zelf naar beneden kome.
Keizer Karei, die dit alles hoorde, dacht in
zichzelven 't Is wel waar, al wat men my van
dit vrouwspersoon gezegd heeft: het is een
oprechte Kwae Bette, zy draagt haren naam
niet slecht.
Na nog een weinig vertoefd te hebben, belde
hy wederom zoo hard, alsof hy de bel wilde
in stukken trekken.
Steveline kwam weder boven en vraagde:
Waarom belt gij zoo fel. Moet gij wat hebben,
kom dan naar beneden. De vionw kan nog-
niet opstaan.
Ga, zeide de Keizer, en zegt dat zy moet
boven komen, ik moet haar spreken.
Het meisje de boodschap gedaan hebbende,
zeide de vrouwIk zal wel moeten opstaan,
want die duivelsche zot zoude nog al lang
blijven battementen. Ik zal hem laten be
talen, en dat hy dan opkrame, want zyn las
tigheden hangen my de keel uit.
Kwae Bette zieh gekleed hebbende, stoof als
d. w. z. aanhouden met kloppen.
een vliegende draak met brandende oogen
naar boven en zeide Zult gij nu een einde
aan al uw lastigheden maken Betaal my en
vertrek uit mijn huis.
Stil, zeide Karei, ik heb water gevraagd om
my te wasschen, en uwe meid komt met eene
leelijke kom naar boven geloopen dat
betaamt niet.
Wat duivel moet gij anders hebben als
schoon water, vroeg Kwae Bette.
Ik moet, zeide de Keizer, een lampet met
rozenwater hebben en een fijnen handdoek om
mij af te drogen.
Wat zegt gij, rozenwater? Is uw bakhuis
zoo delikaat, dat het met welriekend water
moet gespoeld worden Wie duivel heeft dat
ooit gehoord'k Heb geen rozenwater. Wilt
gij uw gezicht in geen schoon water wasschen,
wascht het dan in den waterpot. Wat heb ik
-met al uwe zottigheden te doen. Betaal my
en pakt u myn huis uit.
Ondertusschen dat de Keizer zioh zoo met
Kwae Bette bezig gehouden had, was het uur
gekomen, dat volgens afspraak, een zijner ho
velingen in deze herberg naar hem moest ko
men vragen.
Eensklaps kwamen er vier en twintig gre
nadiers van de Spaansche Zwitsers, geheel uit
gedost en gewapend voor „den Engel" staan.
Steveline, deze soldaten ziende, werd ver
vaard en dacht by zichzelveZou die vent
daarboven ook een kwaaddoener, een dief of
moordernaar zyn, die. men komt vangen Zy
riep ijlings de vrouw naar beneden.
Kwae Bette vroeg wat er scheelde.
De meid antwoordde vol angst: Yrouw, ik
weet niet wat dit beduidt. Zie eens welk een
hoop volk ons hnis bezet. Zou missshien de
heer op de achterkamer een dief of een moor
dernaar zyn.
Daar moet iets of wat van aan zyn, ant
woordde Kwae Betteik wilde dat ik reeds
door dien landlooper betaald ware
Toen kwamen er vier pages, gekleed in ko
ningsblauw laken met gouden galons en hoe
den met schoone pluimen, de herherg bin
nen. Een groote menigte burgers bleef voor
de deur staan, niet wetende wat er gaande
was. De geheele markt krioelde van volk.
Een dier pages vroeg naar de vrouw des
huizes.
Hier, antwoordde Kwae Bette, met eene be
vende stem, niet wetende wat er te doen was.
Wel, vrouw, vroeg daar een der edeljonkers
„is hier niet een heer met donkerbruine klee
deren en een Spaansch hoedje gelogeerd
Ja, ja, mynheer, antwoordde Kwae Bette
haastelyk.
Welnu, zeide de edeljonker glimlachende,
die heer welke hier vernacht heeft, is Zyne
Majesteit Keizer Karei de Vijfde.
Geen donderslag, zegt de Kroniek,
kon iemand zoo vervaard, geen bliksemstraal
iemand zoo verschrikt, geen onverwachte dood
iemand zoo ontsteld maken, als de woorden,
die uit des pages mond vloeiden, op de waar
din van den Engel maakten. Zy beefde als een
riet. Haar hart stond op het punt- van te be
zwijken en haar pols sloeg, alsof zy door eene
zware koorts was geraakt geworden.
Hierop zeide een der edellieden Kom vrouw,
leidt ons naar de kamer van Zyne Majeteit.
Is dat dan waarlyk de Keizer die hier ge
logeerd heeft? zeide Kwae Bette sidderende.
Zeer zeker, antwoordde de jonker.
Dat heb ik niet geweten, zeide Kwae Bette
had ik dat geweten, ik had hem met meer eer
ontvangen. Komt, volgt my, ik zal u zyne
kamer aanwyzen.
De edellieden in het slaapvertrek gekomen
zynde, groetten Zyne Majesteit met de beleefd
heid van hovelingen, en vroegen of Zyne Ma
jesteit wel gerust had.
Doet de waardin boven komen, zeide Keizer
Karei.
Men riep dadelyk Kwae Bette, die, alsof zy
naar de galg geleid werd, naar boven kwam,
en aldaar aangeland zijnde, viel zy op de
knieën en zeide met eene bevende en afgebro
ken stemHeer Keizer, vergeef het my, dat
ik u zoo onbeleefd onthaald hebik kende
Zyne Majesteit niet.
LANGE DELFT. O. O. MEINSMA.
Ruime sorteering Damesblouses, Rokken,
Onderly(jes, Corsetten, Reform- en Fantasie-
Schorten, Witte en Bonte voor Diensthoden,
Jongensbroekjes, Blouses, Truien, Barets,
Meisjesmatrozenjurken en Blouses, Capes,
Heerendassen, Fronts, Boorden, Manchetten,
Over- en Sporthemden, Kanten Kragen, Cein
tuurs, Tafelloopers en Kleeden, Antimacassers,
Wagenkleedjes, Boldoots Eau de Cologne,
Odeur en Zeepen. Laagste pryzen.
RUIM GESORTEERD IN:
Zoo, zeide Keizer Karei ik ben nu
geen duivel, zotte d noch luie b meer.
Zegt nu wat ik schuldig ben.
Ik vraag, zeide Kwae Bette, niets anders
dan dat gy my mocht vergeven. Ik heb Uwe
Majesteit niet gekend en onbekend maakt on
bemind.
Het is wel, zeide Keizer Karei, ik had reeds
te voren gehoord, dat gy al uwe klanten op
zulke onbeleefde wyze onthaaldet en dat het
volk u daarom Kwae Bette genoemd heeft, en
ik ben in uwe herberg gekomen om my hier
van te overtuigen. Gy zyt een kwaad dier in
een menschenhuid. Gy zyt niet waardig dat een
braaf man een denier (1) in uwe herberg
verteert.
Tot uw straf zult gij binnen de vier en
twintig uren het uithangbord van uwe her
berg, die „de Engel" genaamd wordt intrek
ken, en in de plaats zult gy een Beer uitste
ken, en deze herberg zal voortaan niet meer
genaamd worden „de Engel" maar „de Beer"
tot eeuwige gedachtenis aan uwe botte en on
beschofte handelwijze. Dit ordonneer ik als
Heer en Keizer. En ofschoon ik weinig gegeten
en geslapen heb, ziedaar vyf dukaten (2)
Ik heb u immers gezegd, dat gy goed betaald
zoudt worden.
Hierop verliet de Keizer de herberg en be
gaf zich naar het Stadhuis.
Kwae Bette deed het uithangbord van „de
Engel" intrekken en stak een Beer uit. l)it
huis werd nog lang naderhand „de Beer* ge
naamd.
(1) Denier was een kleine Fransche koper
munt, waarvan twaalf een sol (ongereer een
stuiver waard) uitmaken. Er waren twee soor
ten van Deniers een Tournoïsehe en een Pa-
rysche, waarvan de laatste een vierde gedeelte
meer dan de eerste is.
(2) Dukaat in goud is f5,50; in zilver f2,50.