N. COHEN.
k 1. L9TT6QIJ Al
Crsitste piiMttff bier ter stede
3459 ex. werdta wekelijks set zorg nrsjrsid. Rrestste jiilicitslt.
Dit de Prakijjk voor de Praktijk.
I01TI 1ELFT.
KORTE DELFT.
Woensdag 1 Februari 1905.
Terseh4jni eiken Weensdagavend,
wenli deer de geheele stad gratis verspreid.
Span j aar straat.
der Advertentièn
va» 13 regels 15 eent, iedere regel meer 5 eeni.
Efl&al plaatsing wordt slechts 2 Maal berekend.
INDISCHS PEKKRASSEN.
V
V
V
V
Voederproeven.
Itetdi voorradig ©en aoer groote sor toering eigengemaakte Moeren- en Kin der confectie,
welke mitmmnt door elegante en passende coupe. Special© inrichting voor Qoederen naar maat.
€5 motste voorraad In prachtige Meerendassen, Mand schoenen, Front», Manchetten, Caeltenoz,
©ra. §8Qr ZISS ETALAGE-qpH
Middelburg.
Jfe. If
legende Jaarg^ig.
UEÏÏfS
■IogilBDlCSCI
AimiEITlIBLAD
FAAM
UITGEVER;
Groote letters naar plaatsruimte. Bg abonnement van
1000 of 500 regels veerdeelige voorwaarden.
Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.
LXXXIX.
Over eenige dagen is de Poeasa of vasten
voor onze Moslimsche broeders al geëindigd
en wy zullen de feestelijke Rgadhi of Hari
Raja, door de Europeanen hier abusievelijk
Javaansch Nieuwe Jaar genoemd, gaan vieren
by den Sultan van Djokjakarta.
We vertrekken reeds morgen, maar willen
heden nog een enkel woord wijden aan 't
voorgevallene in de Gajoe- en Alaslanden.
De oorlog is nu eenmaal een gruwzaam be
drijf en het dooden van menschen blijft altijd
afschuwelijk, om het even, of. die menschen
mannen dan wel vrouwen zjjn. Ik zie heusch
niet in waarom het toch minder wreed zou
wezen een strijdend en gewapend man neer
te leggen, dan b.v. een dito vrouw.
Het dooden van ongewapenden, van ge
wonden en van niet combattanten, dat eerst is
moordenaarswerk, den krijgsman onwaardig;
het onschadelijk maken van vechtlustige vrou
wen echter een noodwendige oorzaak van den
oorlog.
Wat zou onze Jhr. de Stuers. toch wel doen,
wanneer er eens plotseling in het Haagsche
Bosch b.v. 'n woeste vrouw, met een groot
slaehtersmes gewapend, op hem afstormde?
Zou de geachte Afgevaardigde zich dan kalm
weg laten mollen?! Zou hij het niet wagen
zjjn stok op te heffen tegen 'n lid der zwak
kere sekse Ik kan 't haast niet gelooven
V
Lezer, stel u 'n oogenblik eens in de plaats
onzer soldaten, zooals ze daar waren met een
handjevol, strijdende in 'n dichtbevolkt vijan
dig land, zeer ver, ja tien en meer dagmar-
schen verwijderd van den meest nabgzgnden
militairen post. "Velen van uw kameraden, ja
dierbare vrienden vielen reeds, ze sneuvelden
of werden verwond. Na 'n woedenden strijd
nu, wordt een der bentings binnengedrongen,
waar weder nieuwe worsteling, waar nog eens
doodgevaar en verminking u bedreigen. Vrou
wen en kinderen vuren mede hun geweren
op u af, ja hakken en steken naar uw lichaam.
Zoudt gjj lezer op zoo'n oogenblik
heusch uit overgevoeligheid u zelf maar opof
feren, u gewillig door die vrouwen en knapen
doen slachten of zoudt ge zijn als die soldaten
en Aan u thans het antwoord
Stel dat op de eerstvolgende Vredesconfe
rentie eens werd uitgemaakt, dat onder geen
voorwendsel hoegenaamd, vrouwen of kinderen
mochten worden gedood, dat zelfs, ook al vie
len de zwakkeren* met de wapens in hun
vuistjes een troep militairen aan, dat dan die
sterkere mannen verplicht zouden zijn, om met
het geweer bij den voet „op de plaats rust"
kalmweg de gevolgen van zoo'n aanval af te
wachten, stel u zoo iets onzinnigs eens voor
In gemoede zou men dan kunnen aanraden,
om het geheele dure leger maar af te schaffen
en bij de verdediging des lands eenvoudig de
vrouwen met sabel, lans en karabijn te bewa
penen. We waren dan zeker van da over
winning
Doch alle gekheid op een stokjeIk her
haal 't hier nog eensde oorlog is 'n gruwel,
ja moest verdwijnen, hoe eerder hoe liever,
maar ik blijf tevens volhouden, dat in eiken
strijd, hetzij ook bij het onderdrukken van op
roer of opstand, de militaire macht het volste
recht heeft ook vrouwen en kinderen te doo
den, als die gewapend aan den strijd deelnemen.
In zoo'n geval wordt 't eenvoudig 'n kwestie
van noodweer. Op Lombok is dit vroeger reeds
geschied, in Korintji ook al en nu weer in de
Gajoe- en AlaslandenIets bijzonders is dit
in den krijg tegen 'n Inlandschen vijand fei
telijk niet, want de vrouwe» zijn hier over het
algemeen van 'n ander deeg gebakken dan bij
de Westersche cultuurvolken.
Rest mij nu nog -u uit te leggen, wat onze
troepen in die Gajoe- en Alaslanden eigenlijk
kwamen doen.
Reeds in 1899, toen schrijver dezes bij de
mobiele colonnes van Bajan (Noordkust Atjeh)
was ingedeeld, wist men, dat in de onbekende
bergachtige Gajoelanden, de van overal op
gejaagde vijand een toevlucht vond, vanwaar
hij dan telkens op het gepacificeerde gebied
terugkeerde om ons te bestoken, tot groot
ongerief van de tot rust gekomen bevolking,
die eerst door hem werd gebrandschat, daarna
door ons beboet.
Wilde Generaal van Heutsz aan geheel Atjeh
vrede en welvaart schenken, dan moest ook
dat geheimzinnige binnenlaud worden veroverd
en onder ons direct gezag worden gebracht.
Reeds toen hadden de eerste verkenningen
plaats, ook van uit Bajan.
De bewoners van die Gajoelanden waren
onderdanen van den Atjehschen Sultan en als
zoodanig ook met ons clus in oorlog. Ze wer
den in die dagen reeds nu en dan onder de
strijdende Atjehers aangetroffen en maakten
den indruk van tot een stevig, gespierd, dap
per ras te behooren.
In die Gajoe- en Alaslanden nu, konden de
vijandelijke benden dus uitwijken, er hunne
gedunde gelederen aanvullen, nieuwe invallen
beramen en zoo dan den oorlog tot in den
treure rekken.
Dit was bekend bij ieder officier, ja ieder
soldaat in die dagen, natuurlijk dat dus de
inlijving van het onbekende gebied mede op
het pacificatie-program stond.
Opsporing, achtervolging en vernietiging'
der vijandige benden tot in het diepste bin
nenland was noodig, wilde eenmaal geheel
Atjeh aan onze voeten liggen. Verschillende
tochten daartoe door onze dappere marechaus
sees ondernomen, brachten ons steeds nader
tot het doel. Het doorkruisen van de Laut-
streek b.v. had tengevolge, dat Tengkoe Mo
hamad Daoed Sjah, de Pretendent Sultan van
Atjeh, zich met zjjn zoon Tengkoe Brahim en
veie andere hoofden onderwierp. Ook de fiere
Panglima Polim volgde dit voorbeeld, waar
door dus de algemeene toestand van Atjeh
enorm verbeterd werd.
Op Bandoeng leerde ik vele verbannen Atje
hers kennen en ook Tengkoe Brahim, thans
leerling der Hoofdenschool aldaar. Met enkelen
hunner ben ik zeer bevriend geraakt en vooral
de kleine Brahim en de jeugdige Radja van
Pedir kwamen mij dikwijls bezoeken. Natuurlijk
dat er dan veel over den oorlog gesproken
werd en zeker is het eigenaardig, dat de krijgs
haftige Atjeher buitengewoon veel respect heeft
en hoogachting gevoelt, zoowel voor Generaal
van Heutsz als voor Overste van Daalen. Het
ridderlijke soldatenras erkent zich thans als
overwonnen en heeft ongeveinsden eerbied voor
de mannen, die dat kunststuk hebben volvoerd.
Wij Westerlingen zouden allicht haat koe
steren jegens de overweldigers van ons land,
doch een oosterling is nu eenmaal fatalist.
Het recht van den sterkste heeft ook hij altijd
toegepast en hij bukt zich gelaten, zonder wrok
voor den overwinnaar. De Atjehers op Bandoeng
zagen er met eigen oogen bovendien nog, dat
de overheersching der Kompeni nog zoo kwaad
niet was, dat hun volk er door geschakeld
werd aan het groote wereldverkeer, dat het
uit zijn .isolement werd bevrijd, en de benoe-
noeming van Luitenant-Generaal van Heutsz
tot Toean Besar op Buitenzorg, verheugde dan
ook bijzonder Brahim en de andere Atjehers,
die ik er over sprak.
Was het Noordoostelijk gedeelte der Gajoe
landen reeds vrij wel gezuiverd, het gebied ten
zuiden van Meulaboh als Seunagan en Tripa
bleef ons vijandig gezind, terwijl.het door ons
bezette Tapa Toean herhaaldelijk last van in
vallen had. Zoo bemoeilijkte vooral Taekoe
Ben Blang Pidië ons het rustig verblijf in
laatstgenoemde streken.
Wanneer een slag was toegebracht, week
hij naar de Gajoe- en Alaslanden uit en hij
keerde dan telkens weer terug, goed van wa
pens en munitie voorzien.
Dit was nu een der hoofdredenen voor Ge
neraal van Heutsz, om Overste van Daalen
eens een kijkje te doen nemen in dat nog on
bekende land.
Het kleine heldentroepje onder dien Overste,
aangevoerd door mannen als de kapitein Schee
pens, de luitenants Aukes, Watrin, J. W. Eb-
bink, Ohristoffel en Winter, dat kleine troepje
mannen, Inlandsche en Amboineesche mare
chaussees, heeft er een lauwer te meer gehecht
aan den gloriekrans door het Indische leger
zich zelf gevlochten Onze brave, bruine sol
daten, aangevoerd door helden, soms noggrooter
dan die, wier namen we in onze geschied-
rollen lezen, die onverschrokken, stoere krijgers,
worden nu helaastot dank voor dat alles,
door Jhr. Mr. Victor de Stuers by moorde
naars eh bloedhonden vergeleken
Lt. Clockenbr Brousson, b. d.
Maos.
De laatste 4, 5 jaar zijn in ons land vele
proeven genomen met een krachtvoeder Chi-
cago-glutenmeel, welker resultaten de bijzon
dere aandacht van belanghebbenden verdienen.
Dit krachtvoeder wordt bereid uit maïs, uit
het eiwitrijke glutend.i. de gele laag, welke
zich onder de schil bevindt. Het bestaat dus
uit het allerfijnste en beste deel der korrel.
Bedoelde proeven zijn beschreven in een
brochure, welke met de gebruiksaanwijzingen
op aanvraag gratis door de firma Koopmans
en Co. te Amsterdam wordt toegezonden en
waarin veehouders en slagers uit ondervinding
getuigen van de belangrijke voordeelen, welke
met het Amerikaansche krachtvoer zijn te ver
krijgen. Onderscheidene gebruikers in de pro
vincie Utrecht verklaren zich met dit voor
treffelijk krachtvoeder zeer ingenomen en
hebben, door de gunstige uitkomsten verrast,
vóór eenigen tijd den Rykslandbouwleeraar en
den Zuivelconsulent hierop attent gemaakt.
Niet minder gunstig luiden tal van andere
attesten, zoodat wij onzen lezers willen aanra
den voer eens in de volgende weken precies
voor hetzelfde geld in uw rantsoen van bedoeld
voeder, teneinde uit eigen ervaring te kunnen
oordeelen of die attesten waarheid spreken.
Waar daarin gesproken wordt vaneen „ver
wonderlijke melkproductie" van 2 a 5 Liter
melk meer per dag en per koevan een over
gang van stal naar weide, by geregeld door
voeren namelijk tot Mei, beter dan op de beste
lijnkoek of eenig ander voervan een grootere
waarde der drekstof, en van nog meerdere
voordeelen, daar is het o.i. zaak dit zelfs
te onderzoeken.
Ook voor het mesten van vee en varkens
schijnt het krachtvoeder groote waarde te heb
ben, blijkens de vele verklaringen van mesters
en slagers, die proefnemingen aanraden. Waar
dit van vele en onverdachte zijden geschiedt,
achten wij het in belang van den veehouder
dien wenk op te volgen en te trachten daar
mee zijn voordeel te doen. De nog restende
weken van den staltijd geven hem daartoe nog
gelegenheid. Hg deele dan ook zgn bevinding
ten nutte van anderen mede.
Observator.
In de rubriek „Uit de praktijk voor de
praktijk" in uw blad 25 Jan. j.l. komt een
stukje voor
Is het houden van hoeiders voordeelig t
Deze vraag behoeft geen verder betoog en
was geëindigd by „dat het voor arbeiders en
kleine landbouwers een niet te versmaden winst
kan afwerpen", ik ging geheel met de woorden
van uwen „Observator" mee. In de Pluimgraaf
10 Dec. 1.1. geeft de heer Goedegebuure een
overzicht zgner 20 kippen Mechelsche Koekoek
die in ontvangsten f 110.05, in uitgaaf f50.07,
aan winst f 59,98 gaven.
Maar dan begint Z.Ed. de Leghorns aan te
prgzen als eene goede wmfcrlegster, als een
kip die 180 eieren per jaar geeft, wat bij an
dere rassen iets buitengewoon is, als een kip
voor kruising met onze boerenkip bijzonder
geschikt.
De Leghorns zijn beslist geen wmfedegsters,
zjj beginnen vroeg in het voorjaar en eindigen
laat in de herfst, deze vraag is op de eerste
Alg. Verg. der vereeniging Walcheren onderafd.
der V. P. N., in den breede besproken en
was men het hierover weldra eens.
180 eieren van een kip, is geen wonderin
de Pluimgraaf van 24 Dec. komt een statistiek
voor van 40 wyandottes die bijna dooreen dit
aantal gaven, ja, er zgn er zelfs van 237 en 251
stuks per jaar.
Ook de Mechelsche kippen hebben vaak be
wezen, dat zg dooreen genomen 180 a 220
eieren per jaar leggen.
Geen wonder dus dat de resultaten, verkre
gen met een kruisingsproduct van deze beide
rassen, van de toornen die genoemde vereeni
ging stationeerde, vanaf December, Januari,
90 stuks eieren per 4 kippen per maand gaven.
Dit product heeft geen kam die spoedig be
vriezen zal en is zeer mak, wat vooral bg de
Leghorns niet het geval is.
En dan de slachtwaarde, wat voor bout vindt
men nu aan een Leghorn, in vergelijking bg
dit fokproduct, waarvan het vleesch zeer sappig
en blank is.
Moest men dan ook de weg inslaan als door
uwen Observator aangegeven, dan zou menig
een spoedig evenals in Zuid-Beveland waar
het Italiaansehe bloed van Leghorns en Mi
norca's nog al is doorgevoerd, spoedig gewaar
worden, dat men niet kan laten broeden, om
dat dit soort niet broedsch wordt en veel te
schuw daarvoor is.
Wilt den landbouwer, den arbeider, den
particulier dan ook met voordeel kippen houden,
welnu neemt dan broedeieren van de toornen
van onze vereeniging.
Begint in Maart, April met broeden en in
den winter zullen zg vele eieren rapen.
Voeg ik hierbg nog» dat de vereeniging een
geldprgs zal uitlooven, voor het beste fokpro
duct uit deze toornen gefokt, dan zal de aftrek
dezer eieren zeker groot zgn.
De Observator beleefd uitnoodigende eens een
kijkje te gaan nemen naar de toornen die ge
stationeerd zgn bg de leden
J. F. Baans, Achtersingel lett. Q
J. F. v. d. Bergen, Isr. begraafpl.
Q 321.
Joh. Goulooze, Dampoort T 77.
J. W. Grims, Singel S 33.
A. Geyp, Koningstraat E 248.
David Rycke, Veersche weg T 8.
K. H. du Meë, Seislaagte.
twijfel ik geenszins of hg zal observeeren dat
deze wat anders zgn dan de Leghorns.
Eierenlijsten zgn gratis voor de leden te
bekomen, en zal ieder lid dit jaar op de pluim
veetentoonstelling kunnen exposeeren met
reductie op de inschrijfgeldenen tevens vrgen
toegang hebben.
Dat velen zich nog als lid mogen opgeven,
wenscht
De Secretaris der Ver. Walehere*
Onderafd. de Y. P. N.
MEERTENS.
Middelburg, Jan. 1905.