S. J. F ONT E IJ N,
iren en IMitli
Iaat- en Reparatiewerk
C. H. v. MUREN,
HENDRIKSE,
Grootste puiJllBiteit hier ter stede i 3459 ex. worden /ekeljjks met zorg verspreid. Grootste publiciteit.
DEÜSA1S0NS, STOFFEN en
Goederen voor het naderend seizoen.
KLEERMAKERSVAK
Mandwerk, Borstelwerk,
ea tot het matten van alle soorten STOELEN.
No. 1.
Negende Jaargang.
Verschijnt eiken Woensdagavond,
wordt door de geheels' stad gratis verspreid.
D- I ITTfiflS S A?
Span ja a r d s tra a t.
JPrjjs der Advertentiën:
van 18 regels 15 cent, iedere regel meer 5 oent.
maal plaatsing wordt slechts 2 maal berekend.
EEN RIJKE KEUZE
BURGERLIJKE STAND VAN MIDDELBURG.
Advertentiën.
De ondergeteekende C. H. v,
MAAREN, geruimen tijd in het
buitenland werkzaam geweest
en speciaal met het
op de hoogte zijnde, beveelt zich
beleefd aan voor
aan uiterst billijke prijzen.
Ondersteuningsfonds „De Arbeider".
Woensdag 12 Oeinjaev 1904.
UITGEVER:
E ftssf 1 ^JU1J
Groote letters naar plaatsruimte. Bg abonnement van
1000 of 500 regels voordeelige voorwaarden.
„De Faam" treedt met dit nummer, haar
liegende levensjaar in.
Reeds acht jaren mocht dit Nieuws- en Ad
vertentieblad de gunst en hét/vertrouwen van
het adverteerend publiek genieten, en/zich in
een gestadigen bloei verheugen. Meer en meer
is het uitgebreid; van een klein ohoogelijk
blaadje is- het eeii blad geworden, dat gerust
een plaatsje- kan innemen naast-andere bladen..
Gerust durven -wy- neerschrijven, dat er hier
ter stede geen blad/is^ dat aan Uwe adverten
tiën die publicitei t geeft als D e F aam"Overal
komt dit blad, zoowel bij de rijken als by de
armen de adyertentjën komen mitsdien onder
ieders oogen. Geen straat of gracht of kaai
wordt b\j de bezorging overgeslagen. De ad
vertenties komen in 3450 huisgezinnen en
.worden dus door duizenden gelezen, niet'alleen
in Middelburg, maar ook daarbuiten. 400 ex.
worden nil. op de singels, op den Segeersweg,
op den Noordweg, op den Veerschen weg en
op het Zandt afgegeven.
Mocht het soms eens gebeuren, dat Gij ons
blad niet ontvangt, dan verzoeken wij U be
leefd doch dringend ons hiervan mededeeling
te doenwe geven U de verzekering, dat wij
hierop hoogen -prijs stellen.-
Yoor wenken of raadgevingen houden we
ons ten zeerste aanbevolen en hopen die ten
voordeele van het adverteerend publiek, zooveel
doenlijk, op te volgen. Vergeet niet, H.H. Ad
verteerders, dat „De Faam" er is om U te
dienen.
Tenslotte, wy maken van deze gelegenheid
gebruik, om ter Uwer kennis te brengen, dat
advertentiën, die tot strekking hebben iemand
te beleedigen of in een bespottelijk daglicht
te stellen beslist geweigerd worden. H.H. Grap
penmakers verzoeken wij vriendelijk her
haaldelijk worden dergelijke advertentiën aan
geboden hiervan goede nota te nemen, op
dat ons geen moeite wordt veroorzaakt.
Moge ook dit jaar weer, en steeds by voort-
duur, een groot gebruik van het adverteeren
in ons blad gemaakt en steeds meer nog ge
hoord wordenLittooy's Advertentieblad is
onmisbaar, werpt veel succes af, voldoet vol
komen aan ons verlangen.
INDISCHE PENK BASSEN.
Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.
LXXVIX.
We eindigden de vorige Penkras met eenige
beschouwing over de Keizerlijke troepen en
daar ze toch zulk 'n voorname rol in het feest
spelen, wil ik nu eens met hen beginnen.
De pradjoerit's dan zyn geen soldaten van
beroep, geen slachtoffers ook van kazerne-
dwang, neen hier op Solo maakten wij nu
eens kennis met 'n ideaaltype van volksleger
De manschappen zijn heel gewone „burgers", die
slechts driemaal 's jaars, telkens maar gedu
rende zes uur geoefend worden, dus altyd nog
een beetje meer dan onze bekende rustende
schutters De officieren worden hëelemaal niet
'Opgeleid,t maar door den Soesoehoenan be
noemd uit de daarvoor aangewezen lagen der
Javaansche samenleving. Ze zyn dan ook niet
weinig trotsch op hun schoenen, hun mooie
sleepsabel en de gouden fouragères, ze loopen
ook buiten dienst, dikwijls met hun pakje te
geuren, overgelukkig dat de meeste soldaten
en onderofficieren van het heuschelijke Leger
zoo beleefd zijn hen met het niet-verplichte
militaire saluut te vereeren
De „Keizerlyke Infanterie" exerceert zoo
veel mogelijk volgens het Hollandscke regle
ment, vandaar de klacht van Zyne Hoogheid
over de herhaalde" wijzigingen in de "regle
menten.. -
Dat is dan ook.een heel ding vooreen „Le
ger" met drie halve dagen oefeningstijd p6r
jaar
Elke compagnie nu bestaat uit honderd sol
daten, geëncadreerd als bij ons of liever nog
wat beter, want elke sectie wordt door 'n 1ste
of 2e luitenant aangevoerd!
Een „kapitein" krijgt 30 gulden, een „eerste
luitenant" 20 en een tweede .dito 15 pop in de
maand en daarbij ook een uniform cadeau van
den Soenan. Geen schitterende betaling, wel is
waar, doch ze doen er ook niet veel voor. Nog
al een sociaal voordeel dus van een „volksr
leger" a la Solo
De „hoofdofficieren" werken geheel gratis,
alleen voor de eer
Een „soldaat" bij de „Infanterie" krygtf 1.25
per maand, zyn collega bij de onbereden
„Cavalerie" f 1.75, een „korporaal" bij beide
wapensoorten f2.50, een „sergeant" f4 en een
„sergeant-majoor" f6 in de maand.
Bij de „Vesting-Artillerie" zyn de trakte
menten en soldijen guist-alsby het Hoofd
wapen geregeld en dat alles betaalt nü de
Soesoehoenan uit zijn eigen beurs, zoodat het
werkelyk en met recht Zyn Leger mag ge
noemd worden.
De wacht in den Kraton wordt met 't kapmes
om betrokken en alleen bij de drie oefeningen
en groote leesten zyn de mannen met een
gewne?* -bewapendOel£:-d,ev-(Infanterie'' heeft
voorladers met lange ouderwetsche bajonetten
en levert die gevaarlijke dingen na de pret
weer netjes op 't magazijn in, waar ook al de
mooie pakjes dan weder sectiesgewyze goed
bewaard worden.
Het „oorlogsmagazijn" wordt beheerd door
'n Javaansch 1ste luitenant-magazijnmeester,
een ouden man met een bril op, die iederen
dag in uniform naar den Kraton waggelt, om
telkens weer zoo'n seetietje goed te gaan
inspecteeren en nog eens na te tellen. Ik dacht
daarby aan ons getob in Holland met die
mobilisatiepakjes der miliciens op de z.g. depo-
neeringskamers, vooral toen de oude heer er
me over klaagde, dat steeds maar weer goederen
mankeerden en aangevuld moesten worden.
En nu meen ik, dat de in militaire zaken
belangstellende lezers 'n voldoende kijk zullen
hebben gekregen op de Legerorganisatie van
Zijne Hoogheid Pakoe Boewono X. en keeren
we dus naar de plechtigheid in de Setinggil
Lor terug.'
Nu de soldaten front gemaakt hebben, komen
uit den zuidelijken ingang verschillende Kraton
beambten en ambtenaren als de boepati's
gedong, kiwa en tengen met hun panewoe's
en mantri's de kebajan's djero en de kyahirya
en hoe ze nog meer mogen heeten, te voor
schijn. Ook dit geschiedt met een soort lang-
zam'en danspas, waarbij het hoofd eerbiedig
voorover-gebogen blijft. Ze verdwijnen in de
richting van de Aloen-aloen en worden nu
gevolgd door een twintigtal goenoengan's of
bergen van offerspijzen, door honderden uniform
gekleede koeli's op zware balken of draagbaren
getorseht.
Er zijn tien „mannelijke" en tien „vrouwe
lijke" goenoengan's. Bij de eerste staat midden
op den houten bak een paal, die met een
kegelvormig geraamte van bamboelatten is
omgeven.
Die bamboestelling is behangen met groenten,
eieren, gebak en roode spaansche peper.
De „vrouwelijke" goenoengan's hebben wel
iets van een reusachtigen bloemenkorf en
bestaan uit allerlei gekleurd gebak.
In de spijsbergeu zijn nog andere lekkernijen
verborgen, als rijst en vleeschspijzen, kippen
en eenden, enz.
Wanneer nu al deze offerbergen op de'Seting
gil Lor zijn aangekomen, beginnen plotseling
de kanonnen te bulderen en ratelen de salvo's
der pradjoerits over onze hoofden.
Nu is het gewichtige oogenblik dan daar
Pakoe Bawana X, wiens stootende Maleische
•zinnetjes anders niet aangenaam aandoen,
ispreekt nu eensklaps met helder sonoor stem
geluid eenige woorden in 't sehoone Kraton-
Javaansch. Hij gelast twee voorname Javanen
om naar den Rijksbestierder te gaan, daarbui-
ton op den Aloen-aloen gezeten en dien Hoofd
ambtenaar te bevelen de offerbergen naar den
mesdjid te begeleiden, daar door den Hoofd-
pengoeloe Allah's zegen te doen afsmeeken en
de spijsbergen verder onder de rechthebben-
den te verdeelen.
De twee toegesproken Javanen antwoorden,
jï: dat zij den last goed begrepen hebben, maken
daarby een eerbiedig sembah en verwijderen
zich plechtig en langzaam, ook al met'n soort
van Javaansehen paradepas.
Ik sprak daarboven van „rechthebbenden",
dat zijn hier de vertegenwoordigers van Pan-
geran Hangabehi, den onafhankelyken Prins
Mangkoe Negara VI, eenige der oudere Prin
sen en de z.g. Boepati's najaka.
Natuurlijk wordt 't eten later weer verdeeld
onder de onderhoorigen van die hooge Ja
vanen.
Intusschen zijn de beide afgezanten terug
gekeerd, hebben zy weder den bekenden sila-
houding aangenomen, eenige malen gesembahd
(van sembah Jav. groet) en begint de voor
naamste of oudste Zijne Hoogheid, natuurlijk
in het Hoog-Javaansch, als volgt toe te spreken
„Wij" hebben uwen vorstelijken last overge
bracht en uw dienaar, den Adipati Sasra di
Ningrat bevolen als volgt:
„Kadhen Adipati Sakra di Ningtas, dë rloei?
Soesoehoenan beveelt U de vorstelijke offer
gaven, de spijsbergen van garebeg Moeloed,
naar den mesdjid te begeleiden, met de pan-
gèran's sentana en mantrit's. Als dit geschied
zal zijn doet gij den pengoeloe bidden om
bestendigheid van den Kraton
het heil der vorstelijke regeering
welvaart en vrede voor het rijk en lengte
van den vorstelyken leeftijd.
„Als het gebed gedaan zal zijn zult gij de
offergaven gelijkelijk onder de rechthebbenden
verdeelen."
„Uw dienaar de Adipati Sasra. di Ningrat
biedt Uwe Hoogheid eerbiedig zijn hulde
En nu gebeurt er iets heel vreemds bij dit
echt Mohammedaansche feest, verbeeldt u, nu
komt waarlijk de door Mohammed zoo streng
verboden alcohol op te proppen
Er verschijnen n.l. bedienden in keurig hof-
liverei met groote zilveren presenteerbladen
en ieder onzer krijgt nu een glas madera in
de hand.
De Resident staat daarna op en noodigt ons
uit een heildronk te wijden aan het geboorte
feest van den Profeet't Gaat ad fundum, zoo
als de heeren studenten zeggen, en dadelijk
snellen de bedienden weer toe en worden de
glazen op nieuw gevuld. Weer spreekt de
Resident, d.w.z. hij drinkt op Zijne Hoogheid
en noemt daarbij eerst alle nomen, daarna alle
ridderorden en ten slotte ook den rang van
Generaal-Majoor. Met een trotschen glimlach
en welgevallen luistert de vorst toe, by ieder
kruis knikt hij als een schoolmeester tevreden,
dat 't lesje zoo goed en zonder haperen op
gezegd wordt. En als dan alle Europeanen hun
glazen naar den Keizer opheffen, lacht Hy
goedkeurend en knikt Hy hier en daar een
der gasten al drinkende toe.
Nog een derde maal zal er gedronken wor
den. Nu is het Zijne Hoogheid zelf die den
Resident bescheid doet en ook daarby de rid
derorden van dien Hoofdambtenaar niet ver
geet.
De plechtigheid is hiermede afgeloopen, alleen
zijn we nog verplicht om Zijne Hoogheid ge
armd weer met Zijn „vader" den Resident naar
binnen te brengen. Dit geschiedt nog eens
met de noodige muziek en lawaai, zooals hier
boven reeds beschreven.
Daar wordt dan afscheid genomen en wil
ook ik me snel verwijderen, om nog een kijkje
bij het volk op de Aloen-aloen te gaan ne
men, toen Zijne Hoogheid mij door een Euro-
peeschp neef van Hem, den Heer Dezentjé, wiens
grootmoeder eene prinses moet geweest zijn,
laat uitnoodigen, om nog wat te blyven na
praten.
't Is wel minder aangenaam doch het „ver
zoek" van een Vorst is nu eenmaal een „bevel"
en ik blijf dus nog een paar uur puffen in
de warme Hollandsehe uniform. Ook de troe
pen treffen het nu niet, want de Keizer heeft
zoo straks mijne belangstelling voor Zijn Leger
opgemerkt en nu moeten de arme kerels nog
een paar uur extra dienstkloppen en my hun
kunsten eens vertoonen.
Nu de discipline is vrij goed, want nie
mand loopt uit 't gelid en allen doen uitste
kend hun best bij de handgrepen en evolutie's.
Een smeekende blik van myn jongen vriend,
den 2de luitenant vaandeldrager Radhen
Mas van Son, broeder van Ario Mataram en
vader van den kleinen Radhen Mas Clockener
Brousson, treft mij en ik verzoek daarom Zyne
Hoogheid natuurlijk hoogst beleefd, of Hy 't
bevel zou willen geven, om de troepen nu
maar te laten inrukken.
Dit geschiedt zonder een hoerah of andere
insubordinaire vreugdeuiting.
Solo.
Lt. Clockenbe Beousso», b. d.
Van 510 October.
ONDERTROUWD P. C. Adriaanse, jm. 24
met O. Ihëiiwer, jffii-3 j.K. Ilarpe, s. 41
j. met C. Verijzer, s.,37 j.J. P. de Ridder,
jm. 26 j. met N. Meulmeester, jd. 25 j.
GETROUWD: S. Blokpoel, jm. 24j.metL.
Hendrikse, jd. 23 j.A. J. Gooyen, jm. 24 j.
met E. Melse, jd. 24 j.W. Klopmeyer, jm.
27 j. met F. Wanjon, s. 32 j.
BEVALLEN: P. Dijkgraaf, geb. Geljon, z.
A. G. Antheunisse, geb. Van Essen, z.D. A.
van Teijlingen, geb. Op ten Noort, d.P.
Mentzy, geb. .Evertse, z.A. C. Gies, geb. Rit-
mans, d.N. Matthysse, geb. Francke d.G.
de Jongh, geb. Klap, d.
OVERLEDENJ. Zuidweg, man van F.
van Eenennaam 59 j.F. J. A. Smits, wedr.
van C. van Hees, 87 j.A. Marys, 8 j. d; P.
Gerritse,- wed van J. de Muynck, 85 j.
Beleefd aanbevelend,
Penningboek L 45.
De ondergeteekende beveelt zicb beleefd aan
tot bet maken van FIJN en GROF
Oud-Leerling blinden-instituut,
Amsterdam.
Spanjaardstraat F 75.
Bjj den secretaris C. J. Riemens, Hoogstraat
132, bestaat voortdurend gelegenheid tot in
schrijving van nieuwe leden.
Weekpremie 10 cent, benevens 21/2 cent voor
de reservekas. Uitkeering f4,50 per week ge
durende 13 weken in een boekjaar.
ZEGT HET VOORT.