8.
k 0. UTÏ0QIJ Az.
grootste publiciteit hier ter stede3450 ex. worden wekelijks met zorg verspreid
grootste publiciteit
t.
Scherp
I IS AT rV- IS 7 J X! Groot8 smering
e/. JU U IV JJj 1 J IV, WERKGOEDEREN,
concurreerend© Pr ij zen.
DE REÜZENKOEKEN uit
No. 42
Woensdag 27 Juli 1904
Achtste Jaargang.
Vereototfnt eiken, Woensdagavond
wordt door de gekeék» êtad gratie verepreid*
M&anjaardetraat.
JJrfjë der Advertentièn:
van 13 regels 15 cent, iedere regel meer 5 cent.
maal plaatsing wordt slechts 2 maal berekend.
Advertentiën.
Steeds voorradig:
Heeren' en Kindercostuums,
Pantalons enz. in alle
Haten en nieuwste modellen.
Granen *trant in effen en sesireep! Ëng.
Or# (IVCnbli Htil/. Leer en Manchester.
alle soorten van Tuigen,
Bytuigen, Stoelen, Canapé9»
alle soorten Matrassen,
W. €OBBÉ, Zadelmaker.
„DE VOORUIT"
a 10 cent per stuk zijn
groot, zoet en zacht,
NIEUWS1
MIDDELBÜRGSCH
ADVERTENTIEBLAD
FAAM
UITSITVRH
Groote letters naar plaatsruimte. By abonnement van
1000 of 500 regels voordeelige voorwaarden.
INDISCHE PENKRASSEN.
Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.
LXVIII.
Morgen gaan we Sindanglaja weer verlaten
en den laatsten avond hier doorgebracht, wil
ik u nog een en ander van dit heerlijk oord
vertellen.
Wy logeerden dan drie weken in het ge
zondheidsétablissement, dat tevens tot hotel
is ingericht en troffen er aangenaam gezel
schap. Het is hier 'n zeer geschikte streek
voor lyders aan malaria, bere-beri, overprik
keling van 't zenuwstelsel, bloedarmoede en
leverziekte. Buiklyders moeten hier echter
niet wezen, voor die categorie van zieken deugt
de Preanger niet.
De inrichting, 1084 Meter boven't zeeopper
vlak gelegen, bestaat uit een flink ruim hoofd
gebouw, twee verdiepingen hoog en tal van
paviljoens, (voor familie's.)
Het hoofdgebouw heeft groote slaapkamers,
een vi ij sombere eetzaal en zoowel boven als
beneden geheel rond 't gebouw loopende ga
lerijen. Hierop komen de kamers uit en vooral
die op het zuiden gelegen, bieden een heer
lijk uitzicht op den Gedé aan.
De verschillende gebouwen liggen midden
in een heuvelachtig, keurig aangelegd park.
Hoewel ik niet graag afbreek, zoo moet ik
er toch hier even op wijzen, dat de voeding
vooral voor de zieken, die hun kamer moeten
houden en z.g. dieet krijgen, beter en sma
kelijker kon toebereid zijn. Ook de bediening
laat veel te wenschen over.
Toen ik drie weken geleden hier aankwam
in een stortbui, zooals de tropen die alleen
kent, kon ik wel een half uur in mijn natte
kleeren wachten vóór en aleer de jongens mij
aan een kamer hadden geholpen. Toen ik een
der vlegels naar den mandoor (oberkellner)
vroeg, gaf 't individu een brutaal antwoord.
Een flinke draai om zijn ooren was toen vol
doende om binnen eenige tainuten klaar te
zyn. Later las ik op de kamer een biljet, waar
in beleefd verzocht werd de bedienden niet te
slaanOf 't daar ook noodig is.
Men kan aan alles merken, dat de eigenaar
zich zijn monopolie bewust is en alleen een
flink concurreerend Hotel als Victoria op Soe-
kaboemi, zou den toestand kunnen verbeteren.
De lezers herinneren zich zeker nog wel
die onrechtvaardige bevoordeeling van het
établissement Selabatoe tegenover genoemd
Victoria hotel, welnu 't verheugt me u te
kunnen mededeelen, dat dit ourecht uit de
wereld is, wat niet alleen den energieken
eigenaar Lenné, maar ook natuurlijk de pa-
tienten van Selabatoe zeer ten goede komt
Sindanglaja heeft echter het rijk alleen en
nu moeten b.v. de particulieren schandelijk
duur hun medicijn betalen. Zoo zag ik voor
een klein fleschje carlsbaderzout vijf gulden
genoteerd
Vroeger werden hier ook de militairen be
neden den rang van officier verpleegd, doch
deze worden thans naar het hospitaal te Tji-
mahi opgezonden. Het was hier op Sindan
glaja, dat ik weer eens Hollandsche rozen zag
en ook volop aardbeien kon eten, voor eigen
rekening natuurlijk. Het klimaat, is er dan
ook in één woord verrukkelijk en doet ons
denken aan een mooie Meimaand in Holland
's Avonds kan het zelfs vinnig koud wezen
en men slaapt er, behoorlijk toegedekt onder
wollen dekens. In den morgen wijst de ther
mometer vaak 8 tot 10° Celsius aan en men
kan hier den geheelen dag tippelen zonder
last te krijgen van 't zonnetje, terwijl dat b.v.
op Soekaboemi, zoo tegen een uur of elf, nog
aardig blakeren kan.
Men ziet hier in den omtrek onze voor- en
najaarsgroenten tegelijk groeien, aardbeziën
b.v. naast witte kool, wat voor den Neder
lander een eigenaardig effect heeft.
Daar Sindanglaja noordwestelijk van Tjiand-
joer ligt, zijn wij hier weer vrij dicht bij Bui
tenzorg en m'n tochtje te paard daarheen, zal
ik nimmer vergeten.
De weg leidt langs den Postweg naar den
Poentjak, een 1500 Meter hoog gelegen berg
pas, vanwaar men een onzegbaar schoon ver
gezicht geniet op de valleien en bergen van
Tjiandjoer en Bandoeng.
Natuurlijk was het een Daendels, die den
postweg over den Poentjak deed aanleggen.
Ik noem Daendels, omdat zijn bekende ijz- ren
wilskracht noodig was tot voltooiing van dien
arbeid. Tegenwoordig, nu er een spoorverbin
ding tusschen Buitenzorg en Tjiandjoer bestaat,
ontmoet men hier slechts enkele bergbewoners,
die bij de nadering van een Europeaan eer
biedig aan den kant van den weg neerhurken,
het hoofd deemoedig ter aarde gebogen.
Een zijpad rechts voert ons dwars door een
stuk oerwoud naar de Telaga-Warna (het ge
kleurde meer,) een door rotsen omgeven uit-
gebranden krater, geheel met water gevuld.
Eene eigenaardige lichtspeling kleurt het als
met allerlei tinten. De Soendaneezen beschou
wen dezen plek als heilig en men vindt er
de sporen van offeranden, aan geesten gewijd,
die er huizen. Nu, voor onstoffelijke wezens
ben ik niet bang, doch minder aangenaam
vonden wy 't, dat hier blijkbaar een oi meer
grofstoffeiyke tijgers in de buurt rondscharrel
den. Wfj, mijn bediende en ik, bemerkten dit
aan de nog verscke uitwerpselen, waarvan het
geurtje my persoonlijk dadelijk aan de roof
diergalerij in Artis herinnerde.
Een ontmoeting op het smalle pad met zoo'n
verscheurend monster leek nu juist niet erg
aanlokkelijk en wy waren dan o k blij, toen
we weer goed en wel op den rooten weg
aanlandden.
Wat 'n Europeaan bij het door rui en van
een tropisch oerbosch wel het eerst opvalt, is
de buitengewoon groote verscheidenheid van
verschillende planten en boomen. In Europa
heeft men beukenwouden, dennebosschen enz.,
dus meestal aanplantingen van één enkele
boomsoort; in de tropen echter groeit van
alles door elkaar en volgens kenners moeten
er meer dan duizend verschillende planten-
families in zoo'n woud worden aangetroffen
De hoogte en dikte van stammen en takken
zy'n over 't algemeen ontzagwekkend, onze
Europeesche boompjes doen er ten minste
verre voor onder. De „vorst der Javaansche
wouden" is de beroemde rasamala-boom waar
aan het sterke harde hout thans beproefd w rdt
bij den aanleg van sporen er worden n.l.
dwarsliggers van vervaardigd, die beter moe
ten voldoen dan die van den djati-boom. De
gladde zilverkleurige stam heef!; een middel
lijn van 8 bij een hoogte van 50 Meter. Als
men nu nagaat dat de Groote Kerk te 's-Gra-
venhage een torenhoogte heeft van 80 Meter,
dan kan men zich by benadering een denk
beeld vormen van zoo'n gevaarte.
Hoe zal ik u verder een denkbeeld geven
van de slingerplanten en lianen, de varens en
orchideëen, die 'n doordringen rechts en links
van het voetpad schier onmogelijk maken?
Laat ik u daartoe alleen mededeelen, dat ik
in 't najaar van 1897 eens van 's morgens 5
tot 's avonds 6 een „marsch" heb meegemaakt
door het oerwoud op Atjeh's Westkust en
dat onze collone toen, met het kapmes in de
hand, een afstand had afgelegd vantien
minuten gaansHet was onder Majoor Chris-
tan, bij een poging om wijlen vriend Toekoe
Oemar in handen te krijgen.
Nu zult ge zeker wel het verschil begrijpen
tusschen zoo'n Indische rimboe en b.v. de
Scheveningsche Boscbjes
Er is iets in de stilte der hooge bergwou
den, dat ik niet beschrijven kan, maar dat ook
indertijd op Atjeh mij altijd zoo bijzonder trof.
Men gevoelt er zich vry, men ademt er rui
mer dan in den drukkenden dampkring der
beschaafde wereld, men is er als nader by
God!
Het is misschien wel dat geweest, wat er
onze voorvaderen toebracht, om Wodan in de
heilige wouden te vereeren, wat ook de vol
gelingen van Boeddha noopte, hun offerplaat
sen te zoeken op de zwaar begroeide bergen
van Java.
Zeer interessant is ook het bergpark van
Tjibodas, gebezigd voor den aanplant van
gewassen, die een koeler klimaat noodig heb
ben dan dat van Buitenzorg. Het staat onder
directie van den beroemden Plantentuin al
daar, waarover wy het reeds vroeger hadden.
Men vindt er ook een botanisch laboratorium,
dat door vele geleerden uit Europa bij hunne
onderzoekingen en nasporingen wordt ge
bruikt.
Een paal voorby Sindanglaja (1 paal 1507
Meter) aan den weg naar Tjiandjoer, ligt Tji-
panas, het landhuis van den Gouverneur-Ge
neraal en aldus genoemd naar de warme bron
in de nabyheid. Hier rust Zijne Excellentie
jaarlijks eenige maanden uit, als er tenminste
van rusten sprake kan zy'n voor een man met
zulk een groote verantwoordelijkheid
In het park om het paleis groeien een me
nigte prachtige rozen, hortensia's en bosch
viooltjes te midden van de schoonste orchi-
deën. Waar men in Indie over 't algemeen
wel eens wat al te veel groen ziet, daar is
voor den tropenreiziger een blik op die kleu
renpracht een ware verrassing.
Het uitzicht, dat men van het landhuis ge
niet is buitengewoon schoon links rust 't oog
op de hellingen van het Koedjinggebergte,
prachtig afstekende tegen de meer vlakke
vallei van de Tji Koendoel met hare vrucht
bare sawah's. Recht vóór ons zien wy 't ge
bergte van Tjibaroesa en den Dengdenghari-
keten en daartussehen, heel in de verte, het
grijsblauwe laagland van Krawang met de
Javazeeoch, laat ik maar eindigen,
want hoe zou ik ooit een helder beeld van
het Preanger-schoon kunnen gevenik mis
er het talent toe.
„Zóó moet het Paradys geweest zijn", zeide
mij eens een jong, opgetogen Zendeling, dien
ik in 1896 in deze streken ontmoette. De man
kwam van de Drentsehe heide en was pas één
week in 't land.
Lezers, ik zal met u afspreken, dat ik my
voortaan niet meer wagen zal aan een be
schrijving der Indische natuuralleen waar
zij bij uitzondering leelijk mocht zyn of my
tegenvalt, zal ik 't u zeggen. Waar ik dus
zwijg, nemen wy aan, dat de natuur, als bijna
overal, het oog bekoort, 't hart sneller doet
kloppen.
Ik heb nog zooveel te zeggen omtrent za
ken, die men hoog noodig weten moet, dat
ik heuseh geen tijd meer mag en kan beste
den aan het zoeken van woorden, aan het
smeden van zinnetjes, die op slot van reke
ning nog maar een uiterst vaag beeld kun
nen geven van het heerlijk schoon onzer
tropen.
De overstelpende massa van onderwerpen
door mij te verwerken, maakt het toch reeds
zoo moeielyk, een geregeld reisverhaal te le
veren. Deze Penkrassen worden slechts weke
lijks geplaatst en werkelijk, ik zou iederen
dag wel kunnen schrijven Nu reeds heb ik
een flinken voorsprong en het voordeel hier
door verkregen, is wel, dat een onverhoopte
gedwongen staking, door ernstig ziek worden
b.v. voorloopig geen beletsel worden kan voor
geregelde plaatsing.
Het bergvolk, waarmede ik hier in aanra
king kwam, maakt een zeer sympathieken
indrukhet is sober, kinderlijk-vroom, gast
vrij, eerlijk en beleefd.
Van rampokken en moorden hoort men in
deze streken nooit en zelfs 's nachts wandelt
men veiliger hier in den omtrek dan in vele
buurten van ons dierbaar Vaderland. Tijgers
en ander wild gedierte wagen zich gelukkig
niet dikwijls buiten het woud en de weinige
menschen, die men hier 's nachts tegenkomt
prevelen een groet en gaan verder.
Zeer jammer vond ik 't, dat myn klein
beetje aangeleerd Soendaneesch nog niet vol
doende bleek, om dieper in 't zieleleven dier
„oerang goenoeng" door te dringen. Een ge
regeld gesprek met die eenvoudige menschen
was my onmogelijk, doch wat ik al zoo ge
hoord heb van enkele Inlandsche ambtenaren
uit den omtrek en de Europeanen ter plaatse,
geeft my wel het recht, een goede getuigenis
van deze nog onbedorven menschensoort af te
leggen.
En hiermede neem ik van Sindanglaja af
scheid.
Morgen vroeg komt het karretje voor en
zullen wij snel den weg naar Tjiandjoer af
draven. De terugreis duurt nog geen 5 kwar
tuur, terwijl van Tjiandjoer naar Sindanglaja,
de helling op, het zóó langzaam gaat, dat er
3 a 4 uren mee gemoeid zyn.
Ik verheug mij reeds over het terugzien der
vele mooie vergezichten, die de weg aanbiedt,
doch ben niet van plan er iets van te ver
tellen.
In Tjiandjoer ga ik nog even een bezoek
afleggen by Radhen Brata di Widjaja, den
gastvrijen Djaksa en daarna nemen we een
plaatskaartje voor Bandoeng, de bloeiende
hoofdplaats der Preanger.
Lt. Olockkner Brousson, b. d.
Sindanglaja.
BURGERLIJKE STAND VAN MIDDELBURG.
Yan 1925 Juli.
ONDERTROUWD: C. P. J. Suurland, jm.
26 j. met J. C. Ilertogs, jd. 30 j.0. Olree,
jm. 30 j. met P. J. de Moor, jd. 26 j.A. Ver
flage, wedr. 35 j. met P. M. T. Jansen, s. 34
j.D. Borger, jm. 37 j. met A. C. van Keulen,
jd. 21 j.A. Boutens, jm. 22 jaar met H. P.
Marcusse, jd. 23 j.J. Nortier, jm. 24 j. met
J. E. Bosman, jd. 21 j.J. G. Koole, jm. 25
j. met J. T. Buurman, jd. 22 j.
GETROUWD: A. Wisse, wedr. 51 j. met
C. J. Kerssen, jd. 48 j.D. G. C. Hooftman,
jm. 23 j. met J. W. Nachtegaal, jd. 23 j.A.
Polderman, jm. 23 j. met A. Stein, jd. 24 j.
H. van Waard, jm. 28 j. met J. L. Geill,
jd. 24 j.D. H. Littooy, jm. 23 j. met J. A.
Pouwer, jd. 24 j.
BEVALLENJ. Broodman, geb. Kooman,
z.N. J. Poortvliet, geb. Molhoek, d.S. Breel,
geb. Jobse, d.E. J. Verhagen, geb. Dunnes,
d.D. M. Augustijn, geb. Bongers, d.A.
Janse, geb. Davidse, z.L. A. Geluk, geb. De
Steur, d.J. M. Niesthoven, geb. Geys, d.
J. H. Ludikhuijze, geb. Marijs, z.T. van
Boven, geb. Tramper, d.G. de Klerk, geb.
Klap, d.
OVERLEDEN: Th. Neve, 72 j. ongeh. z.
N. den Hollander, wed. van P. Tanker, 87 j.
Geboren:
JACOMINA JOHANNA HENDRINA,
Dochter van
A. HUBREGSTE.
EN
P. W. HUBREGTSEValk.
Middelburg, 25 Juli 1904.
De ondergeteekende beveelt zich minzaam
aan by zijnen stad- en landgenooten tot het
vervaardigen en repareeren van
alsmede tot het bekleeden van
en tot het vervaardigen van
tegen scherp concurreerende prijzen.
Het zal steeds zyn streven zyn het vertrou
wen in hem geschonken waardig te maken.
Lange Geere, K 72b., Middelburg.
en door den grooten omzet steeds versch ver
krijgbaar.