UITVERKOOP a CONTANT I 313Gravenstraat 1 313 8, J. FONTEI JN. 1 k 0= UTT00IJ Az. Grootste publiciteit hier ter stede3450 ex. worden wekelijks met zorg verspreid L Grootste publiciteit 34. Woeusdag 1 Juni 1004. Achtste Jaargang;. Verschijnt eiken Woensdagavond, wordt door de géheele stad gratis venprMA-, Spanjaards tr aai. Prijs der Advertentiën: van 13 regels 15 cent, iedere regel meer 5 cent. maal plaatsing wordt slechts 2 maal berekend. H. H. Adverteerders worden in herinnering gebracht dat Advertentiën voor dit blad niet later dan 12 uur 's morgens op den dag der uitgave kun nen worden aangenomen. Door te late inzending kunnen tel kens advertentiën niet geplaatst worden. DE UITGEVER INDISCHE PENKKASSEN. van alle voorradige Heeren^ en Kinderkleeding, verre beneden de reeds gewone goedkoope prijzen. ZIE ETALAGE. BURGERLIJKE STAND VAK MIDDELBURG. HID9BLBDBGSGB ABfEEIEITIEBLiJ DE FAAM ÜITÖEYBR Groote letters naar plaatsruimte. Bjj abonnement van 1000 of 500 regels voordeelige voorwaarden. Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden, LIX. Ik heb 't in den laatsten tijd nog al druk gehad over Europeesche en Inlandsebe Ambte naren. Ik heb u by herhaling gesproken van Residenten, Assistent-Residenten en Contro leurs, vooral ook van Regenten, Patih's en Djaksa's. Ik deed dit en toch verzuimde ik tot nog toe u een helderen kyk te geven op de hier zoo typische werking onzer regeer- machine. Die fout moet worden hersteld. 't Is anders wel moeilyk schrijven, lezers voor een publiek, bestaande uit voor een dui zendste misschien aan deskundigen en halfwe- ters, terwyl de rest, de verpletterende meer derheid van niets afweet, zoodra het Indische zaken geldt! De halfweters zyn nog 't moeilijkst te be vredigen. Onder hen rangschik ik in de eerste plaats tal van oudgasten, die zoo gaarne zich be roepen op hun veeljarig verblijf in de tropen leesop Batavia of op Soerabaja en daarom meenen, ik neem gaarne aan te goe der trouw, dat ze volkomen op de hoogte zyn Hoe zouden die heeren 'n Amerikaan betite len, die na twintig jaar of langer op 'n Am- sterdamsche handelskantoor werkzaam te zyn geweest, de Yankee's ging wys maken daar door een veel beter begrip dan zij te hebben verkregen van de toestanden in Hongarije, Spanje of het Balkanschiereiland De vergelijking is volstrekt niet gezocht, lezers, integendeelOnze Amerikaan zou ten minste heel aardig kunnen meepraten over Groot-Mokum, terwyl daarentegen negentig percent van H. H. Europeanen op Batavia b.v., geen flauw besef hebben van de locale nooden en behoeften. Ik heb op Padang indertyd een Kolonel ge kend, die bijna veertien jaren, met tusschen- poozen, op de Westkust van Sumatra diende en daarom erg boo3 werd, toen ondergetee- kende, na vyf maanden verblijf, een andere meening had over 't karakter der Maleiers dan hy. Bedoelde Hoofdofficier was een uitstekend mensch, een aangenaam chef en een kranig soldaat, maar van Sumatranen had hy nu eenmaal geen verstand. Men begrype mij wel, die onkunde is hem volstrekt niet kwalijk te nemen Niet ieder een hier in Indië heeft de noodige roeping en ook voor ethnographische studie. De meeste Europeanen voelen zich daarenboven niet bijs ter aangetrokken tot den Inboorling, zelfs de Indo's worden met den nek aangezien, ook al zijn ze beschaafde ontwikkelde menschen, om gekeerd haten de kleurlingen natuurlijk de totok's (volbloed Nederlanders,) wat men die Indo's niet kwalyk nemen kan, maar deze zyn op hun beurt weer trotsch, ongenaakbaar ja hondsch tegenover hun neefjes, de Inlan ders, wat echter wel heel dwaas en verkeerd van die kleurlingen is. De Inlanders eindelijk, tenminste hier op Java in de binnenlanden, zyn erg schuw en vreesachtig voor den blanke en minachten van den weeromstuit hun bloedverwant, den blauda idjoe Ohineezen, door de bank zeer flinke nijvery burgers, staan bij niemand hoog aangeschreven behalve natuurlijk als ze heel rijk zijn, wat nu juist voor hun moraliteit kan pleiten. Aan het gros der Arabieren heb zelfs ik het land, doch dat heeft nu niets met den bangsa (laudaard) te maken, want'k heb onder die natie ook enkele vrienden, degelijke koop lieden, die volstrekt niet solidair zyn met 't zoodje schijnheilige avonturiers, datuitArabië naar hier kwan. De domme bygeloovige kleine man is zeer bang voor die kerels, ziet ze liever gaan- dan komen, doch durft ze geen trap geven, omdat ze de landgenooten zijn van den Profeet. Waar ik maar kan, tracht ik die suggestie te breken en vertel den Inlander, hoe juist de Arabieren het Mohammed in zijn le ven zoo moeilijk hebben gemaakt. Peranakan's, dat zyn lui, die hier reeds geslachten lang in Indië wonen, de taal van het land spreken en meestal ook Inlandsch bloed in hun aderen hebben, maken dikwyls een gunstige uitzon dering, Te Buitenzorg was. ik zeer bevriend met twee van de betere soort. Yeel broederschap tusschen de verschillende rassen onderling bestaat er dus nietHoe dat zal moeten bij een eventueele prang (oorlog) met den B. V. (Buitenlandschen Vijand,) zou ik heusch niet kunnen zeggen. We zullen het moeten afwachten en mochten de donkere wol ken, die thans den politieken gezichteinder verduisteren, nog voorbijdrijven, mochten we er ditmaal weer eens zonder kleerscheuren afkomen, welnu dan ook van stonde af aan den slag, om veel misverstand over en weer, veel niet-begrijpen op te ruimen, om een toe stand van meer onderlinge waardeering, van sympathie, van broederschap te vestigen. Laat ons hopen dat 't thans nog niet te 'laat zal blijken Men is hier op 't oogenblik zeer in inspan ning over de politieke gevolgen van den oor log in Oost-Azië, over den geweldigen stryd, die uitgebroken is tusschen het kleine dappere doch wel wat al te arrogante Japaneesje tegen den dommen loggen Rus. Zullen wy uit het gedrang kunnen blijven Onze Marine is zwak, het Leger klein en de orergroote massa der bevolking hebben wij helaas niet warm weten te maken voor Hollands belangen. Als die millioenen neu traal zouden blyven toezien, ware al veel ge wonnen, doch anders we moeten er maar niet aan denken En aan wie de schuld Als ieder Nederlander hier steeds gedaan had zyn plicht zou thans het gevaar niet dreigen Rus noch Japanner noch Brit zouden het wa gen op te treden tegen ons Leger, als zij dat Leger wisten gesteund door de sympathie der volksmassa. Hoe sterk zouden wij geweest zijn, als onze voorvaderen reeds waren begonnen met de opheffing van den Inlander, als onze bruine landgenooten zich thans en massa één ge voelden met het broedervolk in het Westen, als in stede van een Leger huurlingen, hier nationale Bataljons konden mobiliseeren, Ba taljons gedeeltelyk aangevoerd door den adel des lands en gerecruteerd uit Inlandsche en Indo-Europeesche militieWe hadden dan hier niet zulke dure vrijwilligers van noode en de gelden, uitgegeven aan hooge handgel den, passage en gagementen, hadden kunnen worden besteed aan een krachtige Torpedo- vloot. Zal ons thans nog een kans gelaten wor den om het verzuimde te herstellen, of wel is het beschikt, dat een Wereldoorlog uitbreekt, een reuzenworsteling tusschen de verschillende ryken, waarbij Insulinde voor ons land kan verloren gaan en als noodzakelijk gevolg ook 't kleine dan onbeduidende staatje Nederland „blanda idjoe" blauwe Hollander, een scheldnaam, die Inlanders en vreemde Ooster lingen (onder elkaar) aan den Indo-Europe aan geven. van de wereldkaart zou verdwijnen 't Is u al meer gezegd door de wetenschappelijke man nen, dat onze onafhankelijkheid niet beslist zal worden in Uw Amsterdamsche Stelling, maar hier in Azië, op Java, op de hoogvlakte van Bandoeng Ik mag 't u niet ontveinzen lezers, dat de toekomst van ons vaderland vry donker is. De lange vrede heeft ons doen inslapen. Het „Er komt immers toch geen oorlog" was de domme phrase waarmede men patriotten meende dood te slaan. Onze weermacht hier en in Holland is niet, wat ze had kunnen, wat ze had moeten zyn. Nu zit men in duizend angsten, evenals de nalatige huisheer, die voor een veel te lage premie zich verzekerde en een geweldigen brand vlak bij zyn eigendommen ziet woeden. Men nam het waarlyk in het vorige jaar den Nederlandschen Minister van Oorlog nog kwalijk, dat Zyne Exc. op zeer handige wijze de snelvuurkanonnen er wist door te krygen en nu, wie weet hoe spoedig ze noodig zul len zyn O moge de stryd in Oost-Azië geen aan leiding geven tot een wereldoorlog Maar laat ons dan in vredesnaam niet weer inslapen, we weten immers nu, er kan brand komen, laat ons dan voortaan beter zorg dra gen voor de assurantie Une nation avertie en vaut deux Mocht het echter te laat zyn, valt de vonk in het buskruit, dan rest ons, zonen van oud- Holland, zoo hier als in patria, niets dan de wapens op te nemen en te vechten, te worste len, zoolang als wij kunnen. Moeten wy on dergaan, zij dan toch met eere Onze over winnaars mogen ons niet verachten, ook niet na onzen val De Atjehers zeiden vroeger: „deHollanders zyn dapper en dom." De Geschiedenis moet kunnen getuigen„Nederland was misschien dom en kortzichtig, maar heldhaftig tot het laatsteWe zijn dat verschuldigd aan de schimmen onzer voorvaderen Ik ben wel erg afgedwaald van 't oorspron kelijk doel dezer Penkras. Vergeef me, er wordt hier in den laatsten tyd in de Hol- landsche en Maleische Pers zooveel ov#r den oorlog gesproken, er staan voor ons zulke groote belangen op het spel, dat ik niet an ders kon dan mijn gemoed eens luchten. Nu het overmoedige Japan den lichtschu- wen Russischen Beer den oorlog verklaard heeft, nu is het waarlyk te hopen, dat de be schaafde, verlichte volken van Europa en Ame rika hunne Regeeringen zullen dwingen, dwin gen des noods met geweld, tot strikte neutra liteit. Laat die twee vrijwel nog barbaarsche ras sen elkaar plukhareu zooveel als ze willen, la ten ze financieel uitputten, eikaars vloten ver nietigen, eikaars legers havenen tot den laat sten man, doch Engelschen, Franschen Duit- schers, Amerikanen, zij moeten blyven toe zien, tot dat de juiste tyd gekomen zal zijn, waarop een interventie tot de mogelijkheden behoort, om een einde aan den stryd te maken. De eerste vorst, die het waagt de wereld vrede in gevaar te brengen, die zijn zwaard op de weegschaal werpt en zoo opofferen wil het geluk van vele volkeren, verdient te worden gestooten van den troon en verbannen uit zyn Ryk. Zou één man het recht hebben om het doodvonnis te teekenen van honderdduizenden Dat kan niet wezenKoningin der Aarde, machtige Leidster der Publieke Opinie, verhef toch uw stem in alle talen en waarschuw de volkeren en souvereinen Er bestaat toch maar één soort van recht vaardigen, heiligen oorlog, en dat is de oorlog voor vrijheid en recht, tot bescherming van Land en Volk! Roept Wilhelmina ons ten strjjde, als 'n vy- and langs den grenspaal rukt, het zou laag en laf zyn thuis te blyven. Tracht vreemde macht ons rood-wit-blauw hier neer te halen elk burger grype dan naar 't geweerTot onzen laatsten snik zouden wy moeten trach ten te handhaven ons vrye Koninkryk, zoo binnen als buiten Europa, maar overigens zeg gen wy het Bertha von Suttner vol geestdrift na: „die Waffen nieder Een wereldstryd tusschen de beschaafde vol ken, beteekent algeheelen ondergang onzer cultuur, revolutie en eindelijk ook nog de zegepraal van het gele rasWy dansen op een vulkaan, lezers Laat ons hopen, dat het gezond verstand van natiën en regeerders zal zegevieren, dat noch diplomatiek geknoei, noch 'n omgekochte Pers, noch de oorlogszucht van enkele kasten, ons voeren zullen naar den afgrond dan zal er wel gevochten worden in Korea of Japan, dan zullen er noodwendig eenige tienduizenden domme Russische boeren en gele Japansche dwergen worden ter neer geveld, wat voor die arme kerels zeer zeker is te betreuren, doch de Westersche beschaving, onze cultuur zal niet vernietigd worden, wetenschap en kunst zullen niet ondergaan, de stryd zal blyven zoo als 't behoortgelocaliseerd. En waarom ook niet? Eene worsteling tus schen Russen en Japanners moet het ver lichten Westen al even koel laten als 't vech ten van twee Kafferstammen. Voor wie zou men in hemelsnaam party kiezen Laat de volkeren bij referendum stemmen voor oorlog of vrede, voor Rusland of JapanSlechts en kele gekken zouden strijd verlangen, misschien wel uitzucht naar avontuur en een handjevol Fransche en Engelsche dwazen kozen allicht partij voor het donkere Rijk van den knoet of voor de zich heel wat inbeeldende Jappie's. Vrede zou zeker 't algemeene verlangen blijken en de honderdduizenden blanco-briefjes zouden getuigen van 't moeilyk plaatsen der sympathie. De Russen kennen wy alleen uit boeken en couranten-artikels, uit hun dom fanatisme, uit hun vrees voor wat licht en de Japanners, die ik hier in Indië mocht ontmoetten, by elkaar een kleine honderd, gaven my den indruk van een vry verwaand onmogelijk ras van men schen, echte parvenu's op intellectueel gebied. Nog onlangs moest ik me geweld aandoen om zoo'n vlegelachtig dwergje niet een oorvyg toe te dienen. 't Was in het Hotel op Soekaboemi, waar een Japanuer van Batavia op meer dan hond- sche, echt sinjoachtige wyze, den gedienstigen, beleefden Soendaneesehe mandoor (ober kell- ner) behandelde. OchRus of Japannees, 't is lood om oud yzer Sindanglaja. Lt. Clockener Broüssoït, b. d. Van 21—30 Mei. ONDERTROUWDB. Meijers, jm. 23 j. met M. Sturm, jd. 23 j.D. C. Hendrikse, jm. 26 j. met T. J. Vogel, jd. 26 j.K. den Hol lander, jm. 28 j. met M. W. Pelle, jd. 27 j. B. Janse, jm. 26 j. met J. de Ryke. jd. 27 j.; J. A. J. Mesu, jm. 25 j. met H. W. S. Kryger, jd. 25 j.A. van Dalen, jm. 19 j. met C. G er nier, jd. 18 j.L. M. M. van Hove, jm. 24 j. met J. A. M. Broekman, jd. 26 j. GETROUWD: J. P. J. Arnoldus, jm. 24j. met S. Bosschaart, jd. 23 j.J. Meyers, jm. 22 j. met J. J. Poortvliet, jd. 25 j.L. van Halen, wedr. 40 j. met F. Minet, jd. 26 j. BEVALLENC. M. van de Velde, geb. Van der Reest, z.M. M. Adriaanse, geb. Tazelaar, d.C. P. Broeksma, geb. De Jager, z.K. van de Weghe, geb. Polvliet, z.L. Barentsen, geb. Philipse, z. N. Vogel, geb. Huibregtse, d.M. C. Arendse, geb. Gideonse, d.C. Roest, geb. De Klerck, z.0. de Klerk, geb. Geelhoed, d.M. A. C. van der Weel, geb. Jansen, d. B. A. Roth, geb. Suurland, z. OVERLEDENE. Goris, ongeh. z. 62 j. J. W. Barbier, vrouw van P. Bosschaart, 63 j. J. C. van Varik, z. 11 m.J. Dommisse, wedr. van S. Ebley, 80 j.C. J. Marsie, man van A. E. de Jonge, 55 j.E. Joosse, 19 m.M. J. Rijnhoudt, 15 d.G. Valk, wedr. van P. W. In 't Hout, 89 j.J. C. van Poeljen, 62 j. ongeh. d.

Krantenbank Zeeland

de Faam | 1904 | | pagina 1