UITVERKOOP a CONTANT OOST-WEST, Dames-Rijwiel SIS.Gravenstraat 1 SIS. S. J. A, 0. LiTTÖÖIJ Az. Grootste publiciteit hier ter stede3450 ex. worden wekelijks met zorg verspreid HEEREN ROOKERS! Vrij van Alkohol isT te koop. Weinig gebruikt. Mo. 33. Woensdag 25 Hoi 1904. Aolitate JaftrgMif. Verschijnt eiken Woensdagavond wordt door de geheele stad gratis verspreid. Hpani aar dsir aal. Prijs der Advertentiën: van 13 regels 15 cent, iedere regel meer 5 cent. maal plaatsing wordt slechts 2 maal berekend. H. H. Adverteerders worden in herinnering gebracht dat Advertentiën voor dit blad niet later dan 12 uur 's morgens op den dag der uitgave kun nen worden aangenomen. Door te late inzending kunnen tel kens advertentiën niet geplaatst worden. DE UITGEVER van alle voorradige Heeren' en Kinderkleeding, verre beneden de reeds gewone goedkoope prijzen. ZIE ETALAGE. BURGERLIJKE STAND VAN MIDDELBURG. Advertentiën, Wilt ge een goede sigaar rooken, probeert dan Geurige 2 ets. Sigaar. Wederverkoopers Rabat. Adres Oostkerkplein No. 9, Net Jongmensch IEUWS IIDDILBDIOSGH AD7EBTEITIEELAD DE FAAM ÜITStSVES Groote letters naar plaatsruimte. By abonnement van 1000 of 500 regels voordeelige voorwaarden. 1. Grootste publiciteit INDISCHE PENKRA8SEN. Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden. LIX. Reeds veertig jaren lang bestuurt Raden Adipati Aria Prawira di Redja het Regent schap Tjiandjoer en dat hy nog steeds niet als voldoende ryp beschouwd wordt voor ont slag met pensioen, bewijst zeker wel, dat deze Boepati zich al bijzonder in de gunst van de Regeering mag verheugen. Hy kost het Gou vernement toch liefst driemaal zoo veel als een nieuwe Regentx) Onder zijn bestuur heersehten dan ook steeds orde en rust, geen rystschaarschte plaagde de bevolking en de kleine man was tevreden, was seneng, zooals men 't hier noemt. Ook de Europeesche landbouw nam een groote vlucht en met kracht y ver de hij, zoowel voor de rijst- als voor de gouvernementskoffie cultuur. Den 28sten Maart 1897 werd hem door de Regeering den titel van Adipati toegekend en wel als belooning voor zijn langdurige en trouwe diensten aan den lande bewezen. Ook werd zijn borst versierd met het Offi cierskruis van de Orde van Oranje Nassau, het Commandeurskruis der Orde van de Kroon van Siam en het Officierskruis der Orde van den Witten Olifant, beide laatste onderschei dingen hem geschonken door Zijne Majesteit Phrabath Somdetch Phra Paramindr Maha Chulalongkorn Phra Chula Chom Klao, den sympathieken kleinen Koning van Siam. Over 't algemeen is men, naar mijn beschei den meening, by ons te karig met het ridde ren van Inlanders en vreemde Oosterlingen, terwijl juist de Aziaten er zoo gevoelig, zoo echt dankbaar voor zyn. Van de drie en zeventig Regenten op Java en Madoera zyn er net zeven, die het gebracht hebben tot Officier in de Orde van Oranje NassauEen Nederlandsche Leeuw kon er voor geen enkele op overschietenBekende figuren in de Inlandsche maatschappij, als de zoo ontwikkelde vooruitstrevende Regenten van Demak, Japara en Ngawi, werden niet eens '11 Oranje Nassau waardig gekeurd Die meer verlichte mannen zullen verstandig genoeg zyn, er zich niet veel van aan te trek ken, maar anderen hindert het werkelijk, dat verzeker ik IL Zoo heeft b. v. de Rijksbestierder van Djokjakarta een nog maagdelijke borst Hare Majesteit, onze geëerbiedigde Koningin, de Keizerin van Insulinde, voert het opper gezag over twee honderd acht en zestig Sul- thans, Vorsten, Radja's en Vorstinnen! Van die allen, Hare vazallen, zijn er net tien, die 'n kruis dragen Men kan dit geen verstandige koloniale po litiek noemen. Er worden jaarlijks zooveel Nederlanders met 'n lintje bedacht, dat er toch zeker wel eens wat voor hier kan overschieten. Indië wordt echter by alles vergeten, zelfs by de bekende AugustusuitdeelingOok de Europeanen klagen over dit gemis aan belang- stelling.^ Ik beweer niet, dat de vele gelukkigen in patria bedacht, zonder verdienste waren, dat zy vere, doch wel, dat hier even verdien stelijke Ambtenaren, Officieren en Particulieren onopgemerkt bleven en dat is onbillijk. 1) Zie Penkras 56. Enfin, voor de Europeanen behoef ik niet op te komen, die hebben zelf de Pers tot hun beschikking, doch dat de Inlanders zoo ver geten worden, vind ik meer dan treurig. De Engelschen behangen hun Inlandsche Vorsten en Grooten van boven tot onder en toonen zich ook in dit opzicht alweêr heel wat practischer dan wij. Het Nederlandsche Gouvernement scheept den Inlander af met 'n simpele gouden, zil veren of bronzen Ster voor Trouw en Ver diensten. Nog niet zoo heel lang geleden kon een niet-Europeesch militair zelfs niet eens de Willemsorde verdienen, al was 'hij ook dapper geweest voor tien, toch moest hy 't in dien tijd maar doen met eenMedaille voor Moed en Trouw Gelukkig heeft het Leger bestuur de schandelijke onrechtvaardigheid ingezien en kan thans een Javaansche ma rechaussee net zoo goed „het Ridder" krijgen als z'n Overste. „Kleinigheden!" zal menigeen smalend uit roepen, doch ik ben daar volstrekt niet mede eens. Ook wat de „lintjes" betreft, ben ik voor gelijk recht voor allen en vergeet verder niet, dat hier te lande soms één Nederlandsche Leeuw, met den noodigen geur uitgereikt, tegen een heel Bataljon soldaten opweegt. Laat daarom de 31ste Augustus voortaan ook voor onze Inlandsche aristocratie en Vor sten wezen een dag van blijde verwachting Het Opperbestuur beginne met jaarlijks een opgave van honderd Inlandsche namen te vragen. Heusch ik scherts niet, ik meen wat ik hier schrijf. Wij Nederlanders weten nu wel, dat zoo'n onderscheiding meestal niet van Hare Majesteit uitgaat. Wy weten, dat het dikwijls protectie is van directe chefs of van het Ministerie, toevallig aan het bewind en daarom hechten wy er van zelf minder aan, doch een Oosterling gelooft nog altijd, dat zoo'n Ridderorde hem door zijn Ilooge Gebiedster zelve is toegedacht, hy heeft nog zoo geen begrip van onze ingewikkelde constitutioneele vormen. Een Vorst is voor hem de almachtige Heerscher, niet gebon den aan wetten en lastige gebruiken. Wan neer dus de verschillende elkaar opvolgende Ministers van Koloniën jaar in, jaar uit, steeds de Inlanders voorbijgaan,- dan gaan die man nen denken, dat hun Koningin hen te min acht. Zij buigen dan wel deemoedig het hoofd, doch zyn toch zeer teleurgesteld, 't Is daarom, dat ik er de aandacht op vestig. Ik deed dit reeds vroeger, kort 11a myn terugkeer in 't Vaderland, doch herhaling in dezen is niet kwaad, als de Regeering tenminste raad wil aannemen van iemand, die de Inlanders door en door kent en zoo menig vertrouwelijk ge sprek met hen heeft gevoerd. Ik acht het een politiek van verstand en gevoel, als men ook an Allerhöchste Stelle wat meer rekening gaat houden met 't karakter van den nog zoo kin derlijken Oosterling Ons koloniaal bezit loopt leelyk gevaar Wat zal er uit den strijd tusschen Rusland en Japan geboren worden? We weten het niet, doch laten wy toch alle middelen aan grijpen, om ons de sympathie der millioenen Inlanders te verzekeren. Misschien hebben wij nog een kwarteeuw den tydLaten wij dan van stonde af aan beginnen Een rechtvaardig bestuur, zorg voor de geestelijken en oeeonomischen vooruitgang en de vriendschap van Vorsten en adel, daar moet 't op worden aangelegdGeen macht ter wereld zal onze driekleur hier durven neer halen, wanneer het bekend is, dat hoofden en volk in dezen Archipel gereed staan de Re geering bij te springen. Met ons leger, onze vloot en onze forten alleen komen we er niet. Onze kracht schuilt in die bruine massa. Is die vóór ons, dan blyven wy ongemoeid, is die_ tegen ons of op z'n voofdeeligst, onver schillig, dan kunnen we wel inpakken, dan is 't gedaan, nog voor we dertig jaar verder zyn Aan waarschuwingen van verschillende zijden heeft het Nederland in den laatsten tyd waar lijk niet ontbroken. We zullen nu 31 Augustus eens zienHolland heeft voorloopig ridders genoeg binnen zyn grenzen, laat nu in 1904 'het verzuim van vorige jaren eens flink worden goedgemaakt! Een driehonderd kruisen voor Inlanders, vreemde Oosterlingen, Indo's en Europeanen zou niet te veel zijn Ook het kranige legertje worde eens flink bedachtEen militair hier doet toch in alle geval heel wat meer dan zyn kameraden in Europa Ik hoop, dat deze Penkras op het Plein in Den Haag terecht komt. In Buitenzorg worden mijn brieven gelezen, doch Buitenzorg kan ook al niet heel veel doen zonder Den Haag Op één na de machtigste man van Neder- landsch Indië is slechts Ridder in de Orde van den Nederlandschen LeeuwZoo iets teekent den toestand, zou ik denken. Voor Holland alles, voor Indië weinig of niets Zoo is 't altyd geweest, zoo kan, zoo mag 't niet blyven. Nu we 't hierboven toch zoo druk hadden over eereteekens en onderscheidingen, moet ik u toch ook nog vertellen, dat onze Regent van Tjiandjoer de z. g. gele Songsong of gouden pajoeng mag voeren. Hij deelt dit voorrecht met zeven anderen. Een gouden pajoeng vraagt ge Ja, een pajoeng of zonnescherm doet op Java en in de Soendalanden by de Inlandsche Ambtenaren zoowel als bij de Assistent-Resi denten en Residenten den zelfden dienst als de chevrons en de sterren by ons in het Leger. Het gebruik van den pajoeng, als onder- scheidingsteeken voor de hoofden, is zeer oud en naar men beweert uit phina overgewaaid. Aan de gouden en zilveren borduursels („passemén" van paséement) op de groot-tenue kleeding en aan de gouden en zilveren galons om de „petji's (van pet) kan men trouwens ook reeds een ieders rang en betrekking onderkennen. De pajoeng echter is voor ons Westerlingen het meest typisch origineel, ook al door de suggestieve kracht, die er van uitgaat. Het zonnescherm wordt gedragen door een politieoppasser, panakawan (bediende) of een voor korten tyd gehuurde volgeling. Alleen Residenten en Regenten toch hebben steeds hun oppas (politieoppasser) met den pajoeng by zich, de Assistent-Residenten en lagere Inlandsche Ambtenaren doen dit alleen bij feestelijke gelegenheden, wanneer zij ook in groot tenue zijn. De zonneschermen van de Prinsen en adel lijken in de z. g. Vorstenlanden (Soerakarta en Djoejakarta) hebben tot model gediend voor die, welke nu in de Gouvernementslanden (het overige deel van Java en Madoera) sinds 1820 officieel zyn vastgesteld. Elke pajoeng bestaat natuurlijk uit een stok (Soendgagang, Javgarang) die by de Re genten verguld is, doch bij de lagere ambte naren wit of zwart moet zyn geverfd, (met of zonder versierselen.) Op het eigenlijke scherm (latar) zyn dan kleuren en vergulde cirkels (sèrèt's) aange bracht en aan die kleuren en de plaats en breedte der cirkels, kan men gemakkelijk zien, wie of men nu eigenlijk wel voor zich heeft. De knop (pentol) met z'n stervorming uit geknipt bovenrand-aanhangsel (tlatjap) is by alle pajoengs verguld. De kleuren der schermen (latar) hebben in de oogen der bevolking een bepaalde symbo- lieke beteekenis. Geel en goud b. v. zijn vorstelijk, het wit is 't symbool van reinheid, blauw beteekent liefde, groen hoop en donkerbruin eindelijk trouw. U ziet 't is nog al ingewikkeld. Er zijn in de Gouvernementslanden precies acht en dertig soorten van pajoengs en voor een „baar" (nieuweling) is het dus nog lasti ger dan de rangen en graden by de Zeemacht. Zij, die gediend hebben, begrijpen me. Ik zou nu nog kunnen vertellen van de andere insigniën aan verschillende rangen verbonden, van de vergulde en zilveren knoo- pen met gekroonde W., van het staatsiege- leide bij plechtige gelegenheden enz. enz. doch ik blijf nog wel een groot jaar op dit eiland en kom dus dikwyls genoeg nog in aanraking met hoogere en lagere priaji's (Ambtenaren op Java.) Onthoudt nu voorloopig goed, dat evenals het Vaandel voor den rechtgeaarden krijgsman is een dierbaar symbool van Vaderland, Volk en Koningshuis, dat juist zoo tot 'n Javaan of Soendanees de pajoeng spreekt van Gezag, Macht en Adel De soldaat wordt warm als het Vaandel voorbij gaat, hy rekt zich uit en salueert met toewijding, met eerbiedde bewoner van Java hurkt met afgewenden blik ter aarde voor den Pajoeng. Het huldebewys is velschillend, de eerbied dezelfde. Ik ben geen Inlander en toch, toch moet ik bekennen, dat een gouden pajoeng ook my suggereert. Hy dwingt mij minstens tot een zeer beleefden groet, want hy spreekt ook my van het Gezag, ontleend aan de Hooge Vrouwe in Nederland, van het Gezag der Koningin Sindanglaja. Lt. Clockenbr Bboussok, b. d. Van 17-18 Mei. ONDERTROUWDH. J. Quite, jm. 34 j. met C. A. Harthoorn, jd. 29 "j. GETROUWD R. F. Langejan, jm. 41 j. met S. Wisse, jd. 36 j. BEVALLENK. Hubregtse, geb. Brasser, d. C. C. Kraayeveld, geb. Bot, d. OVERLEDEN: G. Wisse, wedr. van W. A. Jongepier, 78 j. J. M. Casand, ongeh. d. 68 j. G. de Jonge, wedr. van J. Dekker, 69 j. Aanbevelend, W. DRONKURS Pz., voorheen A. VAN LEERDAM, Sigarenliandel, Laugedelft B m, ROODEBESSENWIJN 28 cent. WITTE BESSENWIJN 30 FRAMBOZENWIJN 35 KERSENWIJN 40 DRUIVENWIJN 40 I CITROENLIKEUR 35 FRAMBOZENLIKEUR 35 SINAASAPPELLIKEUR 35 GRENADINELIKEUR 35 I VRUCHTENWIJN 171/2! BESSENSAP 20 Alles per flesch. Alles eerste qualiteit en gegarandeerd zuiver. De flesch is niet onder dezen prijs begrepen. Aanbevelend, Noordstraat TIMMERMANS. dagelijks eenige uren disponibel hebbende zag die gaarne vervuld met LOOPWERK of iets dergelijks. Brieven onder letter P. A. bureau v. d. blad.

Krantenbank Zeeland

de Faam | 1904 | | pagina 1