HIDDELB0R6SC N S. J.FONTEIJN I 313 Gravenstraat. Concurrentie onmogelijk. Jaarlijksche Uitverkoop H. J. PENNINGS. Staakt allen Agent gevraagd A, D. UTTOOIJ Az. Grootste publiGiteit bier ter stede34S0 ex. word en wekelijks met zorg verspreid Grootste publiGiteit. I 313 Gravenstraat. Vraagt VAN DIJK's VOOR f23,50 L. 8. GOBETZ, Koestraat. Heien GROOTE Jfo. 26. Woensdag 6 April 1904. Achtste Jaargang. Verschijnt elïcen Woensdagavond wordt door de geheele stad gratis verspreid UITGEVER Spanjaardstraat, Prijs der Advertentiën: van 13 regels 15 cent, iedere regel meer 5 cent. maal plaatsing wordt slechts 2 maal berekend. H. H. Adverteerders worden in herinnering gebracht dat Advertentiën voor dit blad niet later dan IS uur 's morgens op den dag der uitgave kun nen worden aangenomen. Door te late inzending kunnen tel kens advertentiën niet geplaatst worden. DE UITGEVER. INDISCHE P ENK RASSEN. BURGERLIJKE STAND VAN MIDDELBURG» Lange en Ronde Reschuit, Voor de Schoonmaak. Zeer fijne gegoten Kalk. DASSEN, FRONTS, BOORDEN, MANCHETTEN. Sclicrp concurreerende Prijzen. Ze ziju er weer ])e Heerlijke Chili- of Chocolaadboonfjes, 14 cent per Kop. Magazijn „GROENENDRAAK." iu het Schoen-Magazijn „l)E CONCURRENT", Korte Noordstrant L 87, Middelburg. De voorraad is dit jaar verbazend groot. De Keuze en Koopjes niet minder. Dus men profiteere er van. NIEUWS' Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement van 1000 of 500 regels voordeelige voorwaarden. Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden. LII. Tjiandjoer is maar 'n onbeduidend leelyk plaatsjeToen we bet vry groote station ver lieten, vrij groot volgens Indische begrippen altyd, hadden we meer, hadden we beter ver wacht. Vroeger was deze stad dan ook de drukke bloeiende hoofdplaats van het Gewest, de zetel van den „Kandjeng Resident", doch thans is Bandoeng dit, Bandoeng „het Parijs van Java", zooals ik 't heb hooren noemen, terwijl Tjiand joer, sinds de laatste tien jaar, hard achteruit ging en nu 'n doodseh Indisch plaatsje van den vierden rang geworden is. Men heeft hier zelfs geen hotel meerStel U eens voor onzen schrik, toen de dos a dos-koetsier op 't bevel om naar de roemah makan (eethuis hotel) te rijden, in z'n zacht zangerig Soendaneesch antwoordde„Teu aja deue, djoeragan(Is er niet meer, mijnheer!) Wat nu? vroegen we ons af. We kenden hier niemand, geen sterveling, er ging geen enkele trein meer en voor Sindanglaia, ginds hoog in 't gebergte, was 't reeds veel te laat. 't Begon te regenen ookWaar moesten we heen Vragend keek de jeugdige paardenmenner ons aan met z'n donkere kijkers „Waarheen Daar schoot me plotseling iets binnen Verleden jaar, op het Administratiebureau „Bintang Hindia" te Amsterdam, had ik eens den titel „Djaksa van Tjiandjoer" op '11 bin nengekomen abonnementslijst zien prijken Wat 'n uitkomst! De Inlander toch is bekend om zijn hulpvaardigheid, om zijn zelfs wel eens wat overdreven gastvrijheid. Daarom ben ik er in beginsel tegen van die goede eigen schappen te profiteeren. Maar nu in dit geval, brak nood wet en reed ik naar den Djaksa (Inlandsch Officier- van Justitie) en besloot ik onzen abonné vriendelijk te vragen om een dak, om een maal Nu, ik had het zeker slechter kunnen tref fen Raden Brata di Widjaja, de zoon van wij len den beroemden Patih van Mangoenredja, ontving me buitengewoon hartelijk en vroeg me dadelijk te logeeren. Mijn gastheer, die op 't oogenblik dienst heeft, naar z'n bureau is, verliet nog geen vijf jaar geleden de Hoofdenschool op Bandoeng en bracht het in minder dan geen tijd tot den rang van Djaksa. Hjj spreekt onze taal als de meest beschaafde Nederlander, leest veel (Heyermans is zijn lievelingsautueren heeft een zeer helderen kijk op de dingen. Zjjn jonge echtgenoote is wat maloe (verle gen) uitgevallen en kwam tot heden niet voor 't voetlicht doch ze heelt uitstekend voor alles gezorgd en na een werkelijk fijn Europeesch dinertje, hebben de Djaksa en ondergeteekende van nacht tot bij drieën zitten redeneeren over alles en nog wat. Wat gaan de Inlanders toch vooruit't Is me werkelijk 'n genot 't U te kunnenzeggen en als ergens 't Gouvernement lof voor toe komt, dan is 't wel voor de uitstekende op leiding, die tegenwoordig de zonen der aan zienlijken, onze a.s. Ambtenaren, ontvangen. De oude soort, nog al bekrompen en conser vatief, sterft uit, gelukkigen jonge frissche krachten staan gereed, treden op den voor grond, mannen, die hebben leeren denken, die hun volk en land liefhebben, willen leiden, willen voorgaan, die 't volgaarne erkennen, dat zjj hun gaven van hart en geest danken aan ons, hun vroeger gevreesde, doch toen ook geminachte „överheerschers", mannen der jonge generatie, die onze trouwe vrienden, onze broe ders willen zijnDe Djaksa verzocht me dit vooral eens in een mijner Penkrassen duide lijk te maken en ik doe het thans reeds dade lijk, omdat 's mans geestdrift me zoo echt, zoo heerlijk oprecht gemeend toescheen. Toen we gisteren samen de plaats eens rond reden merkte ik al dadelijk, dat 't hier we melt van hadji's. Hadji's zijn personen, die ter bedevaart naar Mekka en Mendina togen en aldus aan een der vijf z.g. roekoen van den Islam of Mohammedaansche geloofsleer heb ben voldaan. Aangezien we thans gekomen zijn in dat deel van Java, waar 't godsdienstig leven, zeker meer dan elders, opgewekt genoemd mag worden, zoo acht ik 't tot goed begrip van de toestanden hier, tot begrip ook van 't volkskarakter in 't algemeen, zeer gewenscht U eerst een en ander van 't geloof en de ker kelijke gebruiken onzer bruine broeders mede te deeiën. Ik twijfel niet of vele lezers zullen gaarne iets meer daaromtrent vernemen en daarom wil ik trachten er U 'n duidelijk beeld van te geven. Nu er van Tjiandjoer zelf bitter weinig te vertellen valt en mijn gastheer met alle ge weld me hier een weekje houden wil (ik heb er in toegestemd na de plechtige belofte van Raden dat hij niet meer zoo uithalen zal als gisterenavond zal ik de uren, die hij dienst heeft, gebruiken om iets over den godsdienst van den Arabischen Profeet te schrijven over den godsdienst door de overgroote meerder heid in onzen Archipel beleden. Waar ik hier en daar woorden en uitdruk kingen uit den Qoraan (Koran,) den Bijbel der Muzelmannen, zal moeten aanhalen, daar gebruik ik een eigen spelling met Latijnsche karakters, afwijkende van de officieele Ara bische, doch zooveel mogelijk in overeenstem ming met de juiste uitspraak. Den klemtoon zal ik door een teeken (accent grave) boven de lettergrepen aanduiden. De Inlanders vergelijken hun godsdienst meestal bij een klapper (kokosnoot) 1. De Sjariat (de uitwendige eeredienst, de vormen, de ritus) is niet meer dan het bui tenste vezelig omkleedsel. 2. De Tarèkat (de graad van leerlingschap) is de harde schil. 3. De Hakèkat (de graad der waarheid) is het blanke witte vleesch. 4. De Marifat ('t geestelijk inzicht) is het klapperwater, de kokosmelk, terwijl ten slotte 5. De Islam (het zich geheel overgeven van den belijder der leer aan Allah's wil) de klap perolie is, die niet in de vrucht is te zien, maar er toch in verborgen ligt. Voor de groote massa, voor de ontwikkel den, voor hen, die niet nadenken, die niet wijsgeerig aangelegd zijn, wordt de trouwe opvolging van de Sjariat reeds voldoende geacht. Z\j, die erv geschikt voor ziju, die met de doode vormen geen genoegen in:er kunnen nemen, die onderzoeken willen, die telkens 't „waar om op de lippen hebben, ontvangen hoogere leering. Tot de Sjariat behooren dan de vijf zooge naamde „pilaren," in het Arabisch „rokn" in het Maleisch „roekoen" geheeten, de v\jf grondzuilen, waarop de uiterlijke geloofsleer rust, de vijf hoofdplichten, waaraan ieder mos lim (muzelman) zich onderwerpen moet. Ze zijn 1ste de Sjahadat of geloofsbelijdenis, 2de de Salat, het gebed of de Sembahjang, zooals 't in 't Maleisch heet, 3de de Saoem, vasten of poewasa, 4de de Zakat of de ver plichte aalmoezen en ten 5de de Hadjdj of de bedevaart naar de heilige steden Mekka en Medina in Arabië. De geheele leer nu ligt feitelijk opgesloten in de Sjahadat, de geloofsbelijdenis „Er is geen Godheid dan Allah en Moham med is de gezant van Allah Zij moet met volle overtuiging des harten, in het Arabisch als volgt uitgesproken worde „Asjhadoe anlaa ilaha ilallah oewa asjhadoe anna Moebammad'oèr Rasoèl l'Oèllah De domme massa denkt, dat 't reeds vol doende is deze woorden in 't byzjjn van een of meer moslimsche getuigen na te zeggen, om tot de z. g. „kaoem islam," d. w. z. het mohammedaansche volk te behooren. De meer ingewijden stellen natuurlijk hoo gere eischen by den overgang. Grappig is 't zoo dikwijls als Europeesche schrijvers, over Oostersehe volken vertellende, die woorden door elkaar haspelen en ons b.v. willen wijs maken, dat de Atjeher in 't ge vecht „laillahi laillahibrult. Ze weten er niemendal van en schijnen er maar iets van gemaakt te hebben. Verder is het de plicht van elk geloovig moslim om minstens vijf maal daags te bidden (de Salat, de Sembahjang of tweede roekoen). Er zijn dus vijf gebeden, die alle, na reini ging, met 't gelaat gekeerd naar Mekka op een reine plek moet worden verricht. In Turkije en Algiers b. v. bidt men, zich wendende naar het Oosten, terwijl onze Inlan ders hier dit naar het Westen doen. Ik sprak daar van reiniging, de woedloe zooals 't in 't Arabisch heet. Zoo mogelijk geschiedt deze met „mooia moedlakh" of te wel zuiver water, waartoe dan gerekend worden alle rivier-, regen-, put-, zee- en bronwater. Al 't andere is „mooia moetanadjis" of mooia nadjis, d.w.z. half of heelemaal onrein water. Is er geen water te krijgen, b. v. in een Arabische woestijn, dan mag men ook zuiver zand gebruiken. Over de wijze van reinigen en het gebed zelf zullen we 't een volgende maal hebben. Mijn gastheer komt daar juist thuis, dus voor heden genoeg. Tjiandjoer. Lt. Clockener Brousson, b. d. van 29 Maart tot 1 April. ONDERTROUWD: J. Minderhout!, jm. 27 j. met E. H. Holthuijzen, jd. 28 j.J. de Kuijper, jm. 23 j. met M. Blaas, jd, 22 j. GETROUWDA. M. Witte, jm. 19 j. met J. Flipse, jd. 20 j. BEVALLEN: A. de Rijke, geb. Beckers, d. 0. Huibregtsen, geb. Vogel, d.S. van Dijk, geb. Huissoon, z.G. C. Alewijnse, geb. De Jonge, z. OVERLEDENJ. J. Ludikhuyzen, man van M. C. Paauwe, 80 j.N. Janse, 36 j., vrouw van C. P. Besuijen. Naar wij vernemen heeft op den 29 Maart 1. 1. de Directie der Vereeniging voor Werk verschaffing, haar hoofdkantoor houdende te Haarlem Jansweg 37, den dag herdacht waarop zij voor 25 jaar de Koninklijke Goedkeuring op hare statuten mocht verwerven. Op den lsten Januari 1879 door den Heer Th. J. Schoemaker opgericht, werd zy bij Ko ninklijk Besluit van 29 Maart van datzelfde jaar als rechtspersoon erkend. Onafgebroken stond als Directeur aan het hoofd dezer alom bekende Vereeniging de Heer Th. J. Schoenmaker en aan zyn onvermoeiden arbeid en strengste rechtvaardigheid dankt de Vereeniging voor het grootste deel haar veel jarig bestaan en voortdurenden bloei. Advertentiën het koopen van nietswaardige poetsmid delen. Ge werpt uw geld weg, verknoeit uw tijd, bederft uw koperwerk, poetst U een ongeluk en het koper blinkt niet of zeer wienig, en in elk geval slechts zeer kort. Gebruikt „Ahoi" Poetscrêllie, vooral bij gebruik der vloeibare Poetserême in fleschjes en bussen wordt het poetsen eene ware uitspanning. Alom verkrijgbaar in doosjes a 5, 7^2 en 10 ets., fleschjes a 7'I2 cent en blik ken bussen a 20, 30 en 60 cent. voor den verkoop van Finke provisie. Brieven met opgaaf van re ferentiën onder letters A. Z. ter Snelpersdruk kerij van B. A. VERZIJL, Gouda. 26 a 10 cent. GORTSTRAAT. VOORRADIG een prachtige Sorteering Heeren- en Kindercostuums, Demisaisons, Pantalons en Stoffen voor Kleeding naar Maat. Kinder Cheviot en Manchester Broekjes, Bruin en Gestreept Engelsch leer en Zwart Manchester, Pantalons, Linnen Colberts enz. enz. in alle maten. Brakstraat. R. SCHIPPERS. Nieuwe Tweepersoons Veerenbedden met Peluw en Twee Kussens, beste Linnen Tijk gevuld met 60 pond nieuwe zuivere Kippenveeren. N.B. Men kan zich van de vulling over tuigen. Beleefd aanbevelend,

Krantenbank Zeeland

de Faam | 1904 | | pagina 1