Wielrijders. I. A. D. LITT00U Az. Grootste publiGiteit hier ter stede3450 ex. worden wekelijks met zorg verspreid Grootste publiciteit I 313 Gravenstraat. S. J.FONTEIJN I 313 Gravenstraat. J. van Eijzeren, Heiligmaker^ en Janhallg. RIJWIELEN, Vrij van Alkohol Is Woensdag O Maart 1904. Verschijnt eiken Woensdagavond, wordt door de geheele stad gratis verspreid. Span j aar straat. Prijs der Advertentiën van 13 regels 15 cent, iedere regel meer 5 eent. maal plaatsing wordt slechts 2 maal berekend. M feu wstij dingen Ontvangen een prachtige sorteering Goederen en Stoffen voor het naderend Seizoen. BV AAMMEMIMGS-COSTUMES. Soliede kwaliteit. Concurreerende prezen. Advertentiën. LANGE GEERE E 313. Goed gesorteerd in onde en nieuwe Kachels en Haarden, ook in rail. Beveelt zich beleefd aan voor het Repareeren van Eachelwerk. Ontvangen degelijke nieuwe modellen A. A. DE THOME, "MAAGLIJDERSI Mo. 28. Aeiitste Jaargang. 1EDW3 DRGSG 1EIIIIELA1 UIT ©3SVSR Groote letters naar plaatsruimte. By abonnement van 1000 of 500 regels voordeelige voorwaarden. INDISCHE PENKRASSEK. Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden. XLIX. In 1878 werd door een z. g. Centraal Comité in Nederland besloten om een opleidingsschool te stichten voor Inlandsche evangelisten en onderwijzers by de zendingscholen. Het noodige geld was spoedig bijeen en men koos het Christelijke Depok als stand plaats voor die inrichting. Dank zy de welwillendheid van den Heer Hennemann heb ik alles gezien en ook zeer lang met de leerlingen kunnen spreken en alhoewel mijne godsdienstige overtuiging he melsbreed verschilt met die, welke te Depok geleeraard wordt, zoo geef ik toch gaarne toe, dat daar nuttige arbeid wordt verricht, arbeid, die zegenrijke gevolgen moet hebben voor de verwilderde heidensche rassen in onzen Ar chipel. De lezers moeten weten, dat naast de Mo- hammedaansche inlanders, die een geopen- baarden godsdienst belijden en aan een eenigen God gelooven, er ook nog op Sumatra, Borneo en in de Mollukken geheele streken aange troffen worden, waar een barbaarseh heidendom tot de grootste gruwelen aanleiding geeft. Zy, die onder de inboorlingen daar hun leven wagen om het Evangelie van Liefde ingang te doen vinden, zijn helden, waarvoor elk rechtgeaard Nederlander den grootsten eerbied hebben moet. Zy doen zeker nog nuttiger arbeid dan de dominé's op Java, die by een zeer goed trac- tement een vry wat kalmer en rustiger leven leiden. Hier op Depok duurt de studie vier jaar en er zy'n dus vier klassen, elk van ongeveer tien leerlingen. Ieder jaar worden de jongelui van 't oudste studiejaar naar huis gezonden, terug naar den zendingspost, waarvan ze afkomstig zy'n. Men heeft er Batakkers van Sumatra, Al- foeren uit de Mollukken, Papoea's van Nieuw- Guinea en Daj akkers van Borneo onder, 't Was voor mij zeer belangwekkend zoo van nabij eens kennis te maken met beschaafdere elementen uit die verre my nog onbekende landstreken. Ik vind 't intusschen erg jammer, dat de jongens niet wat milderedenkbeelden jegens andersdenkenden worden ingeprent. Ze zyn heilig overtuigd, dat die door het Opperwezen voor het hellevuur bestemd zyn en grappig klonk de angstige vraag van een Sangireesje bent toch niet Roomsch mijnheer Ik antwoordde ontkennend, doch kon niet nalaten te vragen of dat dan wel zoo erg door hem gevonden zou zyn! „O, ja mijnheer, dat zou ik vreeselyk gevonden hebben, ik houd nu al veel van U en wij zouden toch onmogelijk broeders kunnen zyn, als U Roomsch was ge weest De goede jongen had eens moeten weten, dat ik natuurlijk vrij wat verder van hem afstond dan van de Roomsch-Katholieken, vooral ook omdat zyn antwoord op myn vraag my al zeer onverdraagzaam en weinig in overeenstemming met de Christelijke Liefde voorkwam. Hoe het zy, ze maakten overigens een zeer aangenamen indruk, die seminaristen met hun vloeiend Bybel-Maleisch, hun levendige ma nieren, hun ongekunstelde geestdrift voor de Leer, diezij de eenig ware gelooven. Er zit pit in die lui en ik geloof, dat de zendelingen heel veel genoegen van hun Inlandsche hel pers ondervinden. Ze ontvangen behalve 't noodige vakonder wijs, ook nog onderricht in de kerkgeschiede nis, de aardrijkskunde, de geschiedenis van Nederland (dat zy tusschen twee haakjes hoog vereerenen de Algemeene geschiedenis, (de laatste natuurlijk nog al beknopt.) Zij worden geoefend in het spreken voor de vuist, in het behoorlijk zingen der psalmen en gezangen en het schrijven van Maleische opstellen over godsdienstige onderwerpen. Ook leeren zij viool, orgel en bazuin bespelen, terwijl er bovendien een flink geschoold fanfare-muziek korps is, dat my eenige blijken van z'n ge oefendheid heeft gegeven. De school ziet er keurig en proper uit en er wordt uitstekend voor de jongens :crg ge dragen. Zeer menschkundig vind ik 't va i broeder Hennemann, dat hij de knapen in zake klee ding tot den grootsten eenvoud d v'ngt. Ze loopen in blauwe kielen en broeke i. dragen schoenen noch hoofddeksel en zien er bepaald armoedig, doch zindelijk uit. Ieder leerling heeft een heel klein kamertje tot zyn beschikking, zoo iets als een klooster cel, dat echter door den bewoner zoo gezellig mogelijk is ingericht. Nergens ontbrak het portret van Hare Majesteit en den Prins en toen ik over onze Vorstelijke Familie begon te vertellen, glin sterden al die trouwe bruine kijkers, dat het een lust was om aantezien. De schoollokalen zijn ruim en friseh en doen eenigszins denken aan die op de Dokter- djawasehool. Jammer vind ik 't ook, dat de jongelui geen Hollandsch leeren, ze zouden onze taal op de Buitenbezittingen kunnen helpen ver breiden. Misschien kan het machtige Algemeen Ne- derlandsch Verbond er iets aan doen. Het zou voor de verdere zelfstudie van die iongel ui ook van veel waarde wezen. Hoe het zy, ik herhaal nog eens, ik heb een zeer gunstigen indruk gekregen van het Seminarie van Depok en van de a. s. Inland sche evangelisten en ik beveel deze inrichting ook in de klinkende belangstelling van an dersdenkenden aan. Na een hartelijk afscheid van broeder Hen nemann en de jongelui, kropen we weer in het rytuigje, reden naar 't huis van vader Loen en verwerkten onze aanteekeningen tot de Penkrassen 48 en 49. Depok. En thans gaan we Depok al weer verlaten. We gaan nu regelrecht naar Tjiandjoer en van daar zullen we een uitstapje maken naar het beroemde Sindanglaja. Aan het station gekomen vonden wij er tot onze verrassing vele Seminaristen. Ja, Inlanders zyn net als huisdieren, ze voelen als by instinct of men veel van hen houdt en in slechts weinige uren had ik my onder die kinderen der wildernis trouwe vrienden ver worven, dat merkte ik wel aan hun handdruk, aan de uitdrukking hunner donkere oogen Daar komt de sneltrein van Batavia, nog een laatst saluut van uit den waggon en nage wuifd met zakdoeken, reed ik weer verder naar mijn nieuwe pleisterplaats, naar Tjiandjoer. Lt. Clokceneb Bbousson b. d. In den trein tusschen Depok en Buitenzorg. Een aardige historie wordt er van een theeplanter op Ceylon verteld De planter, die een lorgnet droeg, moestop zekeren dag de plantage verlaten. Hy wist evenwel dat de inboorlingen, zoodra hy de hielen had gelicht, het werk zouden stakenen den verderen dag verluieren. Eensklaps kreeg hy een goed idee. Hij riep de werklieden bij elkaar en zei tot hen„Ik zelf zal heden afwezig zijn, om echter jullie niet zonder opzicht te laten, zal ik mijn oogen hier zoolang neer leggen." Met deze woorden legde hy zyn bril op een paaltje. Eenigen tyd blijven de arbeiders yverig doorwerken, daar zij zich door de oogen bewaakt dachten. Toen kwam een der lieden echter op een gelukkig idee. Hij nam zyn bord, waarvan hij gegeten had en dekte dat over den bril heen. Daarop gingen de arbeiders liggen, gelukkig en tevreden dat niemand hen kon zien. Een aandoenlijke geschiedenis wordt be richt uit Parys. De zoon van een gezeten koopman was den verkeerden weg opgegaan en ten slotte het ouderlijk huis ontloopen om een lichtzinnig leven te leiden. Op zeker oogenblik bezat hy geen geld meer om in zyn onderhoud te voorzien. Hy haalde toen twee van zijn kameraden over in vereeniging met hem, bij zijn vader in te breken. Dit voorstel vond maar al te gewillig gehoor. Op een donkeren nacht slopen de drie ban dieten den tuin van den ouden man binnen, deze ontwaakte echter door het leven dat ze maakten. Hy nam een geweer van den wand en schoot op de drie nadersluipende schimmen, met het gevolg, dat een van hen, getroffen ter aarde viel. De twee anderen ontvluchtten. De oude snelde toe en kwam tot de rampzalige ontdekking, dat hy zijn eigen kind had getroffen. Door een groote wanhoop aangegrepen droeg hy zyn zoon het huis in, waar hy hem liefderijk verpleegde en om den dokter zond. Spoedig mocht de oude man het genot smaken zyn zoon te zien herstellen. De jonge man was evenwel door de liefderijke verpleging zoo getroffen, dat hy zyn leven wilde beteren en in militairen dienst ging. Onlangs bevond de heer D. uit Z. zich voor zaken op reis. Hy begeeft zich des avonds naar de stad A., doet er enkele zaken, om den volgenden dag weer te vertrekken. In de straten van A., waar duizenden den heer D. kennen, krijgt o.a. ook de een of andere „signeur" hem in 't vizier. Dat „heer" had stellig de tering in zijn beurs en zal ongetwijfeld de straten op en neer geloopen hebben met de gedachte „hoe kom ik aan geld." Daar ziet hy den heer D. Plotseling schiet hem een „limineus idee" door 't brein. Hy weet, wat hij doen zal. Naar de publieke spreekcel, of hij aansluiting kan krygen met het kantoor van den heer D. uit Z. Het gelukt. Ting-ge-ling-ge-ling, gaat op het kantoor van den heer D. te Z. Een der bedienden naar de telephoon: „Met wie spreek ik „Met D. Ik ben te A. Och, zeg, kan je me niet dadelijk een telegraphische postwissel van 75 gld. Ik heb geen geld genoeg meege nomen". Wat zeg je, jij bent D. toch niet? (Be diende merkte, dat het niet de stem van D. was). Och kom nou, geen gekheid, ik kan jou stem ook niet herkennen, het suist hier wat in de telephoon, zend maar gauw adressen naar „Kras." De slimme oplichter kon tevreden zijn. Aan het verzoek werd voldaan. Toen de telegraphische postwissel ziju adres bereikt had, begeeft „sig neur" zich naar „Kras." „Is hier een postwissel voor mij, kellner „Wie is U?" „D uit Z." „En uw voornaam vraagt de-:kellner. Hy geeft zyn voornaam op en de kellner, nadat hy zich vergewist had dat de opgegeven naam overeenkwam met het adres, reikte hem het stuk over. De slimmerd spoedt er zich mee naar het postkantoor en ontvangt 75 gulden. Burgerlijke Stand van Middelburg. Van 1—7 Maart 1903. ONDERTROUWDL. L. Vermaat, jm. 26 j. met L. Wondergem, jd. 24 j.J. Goedbloed, jm. 33 j. met 0. E. P. van Zoom, jd. 22 j. A. Rogge, jm. 30_j. en J. Meulenberg, jd. 22 j. GEROUWD: EL. J. van Nederveenjm.28j. met A. Gleysteen, jd. 27 i.F. Tiemstra, jm. 28 j. met E. A. Rosendaal, jd. 28 j.F. Lauer, jm. 27 j. met P. Poppe, jd. 24 j. BEVALLENL. E. Baljeu, geb. Van den Broek, z.J. Karei, geb. Aalberts, d.A. K. Idsenga, geb. Suvaal, d.E. M. Dane, geb. Pauli, z. E. 0. P. Schellings, geb. Dierikx, d.; C. F. de Wolff geb. Guequierre, d.J. Griep, geb. Tolhoek, d. GEBORENeen buitenechtelijke d. (levenl.), moeder 19 j. OVERLEDENA. Seymour, z. 10 j.A. Julianus, z. 4 d.R. C. Ornee, d. 15 j.H. M. Jongepier, wed. van J. van Maaren, 64 j.M. Nieuwenhuize, vrouw van S. Poortvliet, 49 j. A. E. Scheermeyer, vrouw van J. C. Julianus, 41 j.P. van Hellemond, wed, van L. Pe tiet, 84 j. 7 cent per tablet, by LAKO. van verschillende merken, concurreerende prijzen. Die vertrouwt wil ryden, koopt een Rywiel by Rywiel- en Naaimachinehandel 'tZand by Middelburg. Door het Maagpoeder van Apotheker Boom zyn duizenden Maaglijders geheel ge nezen van Maagpijn, Maagkramp, Zuur, Hart water en slechte Spijsvertering. Overal verkrijgbaar in de Drogistwinkels 75 ets. per doos met 500 attesten. Te Middelburg by C. A. Schulte Co. ROODE BESSENWIJN 28 cent WITTE BESSENWIJN 30 FRAMBOZENWIJN 35 KERSENWIJN 40 DRUIVENWIJN 40 CITROENLIKEUR 35 I FRAMBOZENLIKEUR 35 SINAASAPPELLIKEUR 35 GRENADINELIKEUR 35 I VRUCHTENWIJN 171/ BESSENSAP 20 Alles per flesch. Alles eerste qualiteit en gegarandeerd zuiver. De flesch is niet onder dezen prijs begrepen. Aanbevelend, Noordstraat. TIMMERMANS,

Krantenbank Zeeland

de Faam | 1904 | | pagina 1