S.J.FONTEIJN I 313 Gravenstraat.
A. D. LITTÖOIJ Az,
I 313 Gravenstraat.
No. 18*
Woensdag 10 Februari 1904.
Achtste Jaargang.
Verschijnt eiken Woensdagavond;
wordt door de geheele stad gratis verspreid.
Spanjaardstraat.
Prijs der Advertentièn
van 13 regels 15 cent, iedere regel meer 5 cent.
maal plaatsing wordt slechts 2 maal berekend.
grootste pQbticlteit hier ter stede! 3450 ex. worden wekelijks met zorg verspreid, tfrMtsts Publiciteit.
NIEUWSTIJDINGEN;
ïïeeren- en Kinderkleeding-Magazijn. Groote voorraad Kinder-Cheviot, Zwart en Bruin Manchester
Broekjes. Mans en Jongens gestreept en Bruin Eng. leeren Pantalons, in alle maten. Uitsluitend soiled,)
Kwaliteit. Scherp concnrreerende prijzen.
IIEUWS
MIDDELBURGSCH
ADVERTENTIEBLAD
DE FAAM
HET WONINGGIDS.
UITÖEVKR
Groote letters naar plaatsruimte. By abonnement van
1000 of 500 regels voordeelige voorwaarden.
INDISCHE PENKRAS8EN.
Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.
XLV.
We hebben kennis gemaakt met een zeer
belangwekkend Inlander, met Raden Ario Soeria
Nata Legawa, den Patih van Soekaboemi. Deze
hoogbegaafde Soendanees werd in 1853 te
Garoet geboren.
Zyn vader was de bekende Hoofdpanghoeloe
aldaar, Raden Hadji Mohammad Moesa, de
boezemvriend van Karei Holle.
Over dezen grooten Nederlander een vol
gende maal.
De Patih is een vriendelijk man, die gaarne
met Europeanen omgaat en vloeiend Hollandsch
spreekt, hoewel hy pas op zijn zestiende levens
jaar voor 't eerst eene school bezocht.
Het was op raad van den heer Holle, dat de
knaap toen naar Soemedang ging, naar den
Pangéran, den vader van den tegenwoordigen
Regent, en er de particuliere school bezocht,
gelijk met de kinderen van bedoelden Pangéran.
't Waren de eerste Soendaneesjes, die Hol
landsch leerden. Voor West-Java werd dit van
groote beteekenis, daar hier het voorbeeld ge-
feven werd door een algemeen geacht vroom
'riester en een zeer aanzienlijk Inlander, een
Prins van den bloede.
't Werkte aanstekelijk en tegenwoordig we
melt het in deze landen van Soendaneezen, die
goed Hollandsch spreken en zich solidair ge
voelen met ons Grooter-Nederland.
Dat de knaap goed leerde en een prachtig
verstand had, bewijst wel 't haast onbegrijpe
lijke feit, dat hij na 2 jaar schoolonderricht
aangesteld werd tot élève-Soendaneeschen Tolk.
Later werd hy Translateur voor de Soenda-
neesche taal te Bandoeng, en in 1883 Patih
van Soemedang, om in 1892 naar Soekaboemi
te worden verplaatst.
Deze Inlandsche Ambtenaar heeft zulk een
goeden naam onder de geleerden, dat hij
o.a. benoemd werd tot Buitengewoon Lid van
het Bataviasch Genootschap van Kunsten en
Wetenschappen. Ook is hij sedert jaren Re
dacteur van het Landbouw-tijdschrift Metra
Noe Tani (de vriend van den landman). Dit
tijdschrift werd door Karei Holle opgericht
om de Inlandsche ambtenaren en ook de
eenigszins ontwikkelde landbouwers te leeren
hoe 't land bewerkt moet worden.
De Patih schrijft steeds onder den pseudo
niem Kartawinata, en heeft als Soendaneesch
auteur een grooten naam onder zijn volk.
Daar de Bintang Hindia in 1904 ook Soen-
daneesche en Javaansche opstellen zal opne
men, zal men begrijpen, dat ik als Hoofdre
dacteur my van de medewerking van dezen
begaafden schrijver moest verzekeren en groot
was dan ook mijn vreugde, toen hij zich be
reid verklaarde als Soendaneesche taaladviseur
toe te treden.
De vijf zoons van den Patih zijn allen Euro-
peesch opgevoed en en op ena, een aardig
ventje van ongeveer acht jaar, in 's Lands
dienst.
De oudste is Adjunct-Hoofddjakas te Ban
doeng, de tweede Wedana van Panjeredan, de
derde schrijver hij den Assistent-Resident van
Soemedang en op een na de jongste is Ad-
.junct-Djaksa van Buitenzorg.
Ik sprak hierboven over Soendaneezen en
(de Soendaneesche taal. De lezers moeten dan
weten, dat de bevolking van Java tot drie
hoofdrassen behoort.
De Soendaneezen wonen in't Westelijk deel
en vormen ongeveer 1/2 der bewoners van dit
schoone eiland. Ze beschouwen zich gaarne
als de djelma boemi, d. w. z. de eigenlijke
oorspronkelijke inboorlingen. In alle geval is
het zeker, dat ze nog het meest getrouw ble
ven aan den eenvoud der vaderen, hun gods
dienst, hun adat (gewoonten).
Ze zijn over 't algemeen veel kleiner ge
bouwd dan de Javanen, doch ook gespierder,
ze zijn lang zoo nuffig niet op hun kleeding
en hebben iets flinks over zich, dat den Wes
terling aanstaat. Ze zijn o.a. niet beschroomd,
en zeer spoedig op vertrouwel ijken voet met
een blanda.
De Soendaneezen zijn bovendien eerlijke
kerels. O wat een verschil met dat boeventuig
uit de residentie BataviaDe hotelhouder
verzekerde mij, dat er nog nooit iets op Soe
kaboemi gestolen was en dat, terwijl de meeste
Europeanen 's nachts hun deuren en vensters
open laten Doe dat eens in Batavia of
in Holland
Hier krijgt men weer sympathie voor de
Inlanders, want ik moet U eerlijk bekennen,
dat 't volkje van Batavia en Buitenzorg al een
zeer slechten indruk heeft gemaakt. Ik was
nu eenmaal Maleiers -van Sumatra gewend, en
vond mij daarom bitter teleurgesteld bij de
eerste kennismaking met de bruine broeders
van Java. Hier in de Preanger vinden we
echter den goedaardigen, zachten, onbedorven
inboorling terug, gastvrij, welwillend, goed-
geefsch, ja edel van inborst.
Ofschoon de Soendanees evenveel eerbied
voor zijn hoofden heeft als de Javanen, is hij
veel minder slaafsch, iets wat vooral goed
uitkomt bij de taal, waarvan hij zich bedient.
Men treft onder hen zeer wijze mannen aan.
Met wys bedoel ik heel iets anders als ge
leerd, of westersch algemeen ontwikkeld.
Er zijn hier gewone Inlanders, die lezen
noch schrijven verstaan, doch wier begrippen
over den Kosmos, het Opperwezen, de be
stemming van den mensch, het leven na den
dood enz. zóó wysgeerig gedacht zijn, dat
menig ontwikkeld Europeaan nog wel eens
een lesje bij hen zou kunnen nemen. Over 't
algemeen is dit bij de Europeanen alhier niet
bekend, omdat de Inlanders hen niet vol
doende vertrouwen. Veel wil ik over dit on
derwerp niet schrijven, want als ik b. v. be
gon over de z.g. occulte krachten der doekoen's
en kijai's, dan zouden de westersehe lezers
me toch niet gelooven.
Dit kan ik U echter ten stelligste verze
keren, hier gebeuren nog steeds z.g. wonderen
en mirakelen
De doekoen's doen b.v. aan elmoe setan
(arabisch„istidjrat" is zwarte kunst), terwijl
de kijai's de witte magie (arabisch „karamat")
beoefenende, hun kracht aan goede geesten
ontleenen en aanwenden om de lijdende mensch-
heid te helpen. Zoo bestaat hier al eeuwenlang
de z.g. gebedsgenezing, waarmede men ook
thans in Europa begint, 't Is alles „de Stille
kracht" van het Oosten, waarvoor alleen de
moderne theosofen oog en oor hebben en die
door 't verlichte Westen gehoond en gemin
acht wordt.
Nn ik over dit oordeel der meeste wester
lingen schrijf, wil ik U toch even herinneren
aan den fabel van den kikvorsch in den put,
verhaald door den Brahmaan Swami Viveka-
nanda op het Godsdienstencongres in 1890 te
Chicago, 't Sprookje luidt als volgt
„Er leefde eens een kikker in een diepen
put. Hy, had nooit iets anders nog gezien en
geloofde daarom dat die put 't voornaamste
was wat er bestond en dat er buiten dien niet
veel bijzonders meer te vinden was.
Op zekeren dag viel een andere kikvorsch
in den put. Deze had al heel wat meer van de
wereld gezien en begon toen van alles aan den
eersten kikker te vertellen, doch deze begreep
hem niet, kon hem niet begrijpen, 't arme
beest, dat nooit buiten zijn put had gekeken
en werd daarom heel erg hoos op den tweeden
kikker, bewerende, dat zulke onmogelijke din
gen alleen konden worden gezegd door iemand,
die of een domoor of een bedrieger was
Doch keeren wij tot onzen Patih terug. Deze
vriendelijke ambtenaar vertelde over zeer veel,
wat gedurende mp verder verblijf in de Soen-
dalanden te pas kan komen. Ook hoorde ik
bijzonderheden van Karei Holle's leven, van
Karei Holle, den vriend der Soendaneezen en
't is vooral ook op verzoek van den Patih, dat
ik een speciale Penkras aan onzen beroemden
landgenoot wijden zal.
De Patih klaagde verder over de vele soesah,
die Inl. ambtenaren tegenwoordig hadden, om
voor hun jongens een passende betrekking te
vinden en toen ik hem daarop vertelde, dat
er thans plannen in behandeling zijn, om In
landsche jongelui in de gelegenheid te stellen
examen voor Alkmaar of Breda te doen, toen
riep de man opgetogen uit: „dat zou nog eens
mooi van het Gouvernement wezen, want dan
zouden wij, aanzienlijken, weder een zeer eer
volle werkkring meer voor onze zonen zien
geschapen."
Als men over die behandeling nu niet te
lang doet, kan nog net 't jongste zoontje van
den Patih Harer Majesteits wapenrok dragen.
Het Leger zou zeker ook aan moreele kracht
winnen, wanneer telgen uit de edelste geslach
ten van Java onder zijn vanen dienden. De
bevolking zou dan stellig steun verleenen in
een aanstaanden strijd tegen den buitenlander
en ook de vrijwillige dienstname van fatsoen
lijke Inlandsche elementen voor Kadervorming
zon er door worden aangemoedigd.
Ik heb op een en ander reeds gewezen, op
het 26ste Nederl. Taal- en letterkundig Con
gres te Nijmegen en hoop vurig, dat nu weldra
alle betrekkingen in Gouvernementsdienst voor
den Inlander zullen worden opengesteld.
Is 't geen groote onbillijkheid om de lands
kinderen uit te sluiten
Vrije concurrentie moet de leus worden, ge
lijke rechten voor allen, voor blank en bruin
Zoo zij het
Lt. Clokceneb Bbousson b. d.
Soekaboemi.
Te Rotterdam ontstond Vrijdagnacht in
hare woning twist tusschen een 26-jarige ver
laten vrouw en haar „vriend" die daarbij een
mes trok en haar dreigde haar den hals te
zullen afsnijden. Hij gaf daaraan een begin
van uitvoering door de vrouw haar luehipijp
nagenoeg dwars door te snijden. De vrouw
werd in bedenkelyken toestand naar het gast
huis gebracht. Ook is daar Vrijdagavond de
inspecteur van politie Blom die met zijn vrouw
huiswaarts keerde door een onbekende aange
vallen en geschoten, een worsteling ontstond
hierop waarbij beiden over de straat rolden
doch eer er hulp kwam, was de aanvaller weg-
geloopen, daar Blom, wegens bloedverlies ver
zwakt, hem niet meer honden kon. De won
den zijn niet gevaarlijkofschoon er een ko
gel zit tot tegen het sleutelbeen.
De stationchef van de Noord-Brabantsch-
Duitsche spoorwegmaatschappij te Vechel, de
heer Sijner, is Dinsdagavond doodgeschoten.
Hij kreeg drie kogels in het hoofd en een in
den buik en was onmiddellijk dood. Als ver
dacht daarvan is in hechtenis genomen de
vroegere onderchef Van de Ven, die ontsla
gen was wegens vermoedelijken diefstal. Deze
Van de Ven heeft reeds eenige malen den
chef Sijner aangevallen en afgeranseld, totdat
hij eindelijk zijn noodlottige daad volbracht.
De verdachte is gevankelijk naar 's Her-
togenbosch gebracht, na tweemaal met het lyk
te zijn geconfronteerd.
Men zegt dat hij bekend en verklaard heeft
de dader te zyn yan den diefstal ongeveer drie
weken geleden in het station gepleegd en 2
Febr. jl. opnieuw beproefd.
De verslagene was ongehuwd en Duitscher
van geboorte.
De verdachte is gehuwd en vader van twee
kinderen. Zyn gezin woonde te Vechel; hy
zelf was de laatste weken voortvluchtig.
VerschrikkelijkEen van de grootste
magazijnen te Parijs was dezer dagen het too-
neel van eene akelige en dieptreurige scène,
die eindigde in een allerdroevigst drama.
Terwijl een deftig gekleede jonge dame. een
van de meest gevierde schoonheden der Fran-
sche hoofdstad, in bedoeld magazyn bezig was
eenige inkoopen te doen, bemerkte zy eens
klaps, dat een hand bedeesd op haren arm
gelegd werd en hoorde zy met beverige stem
de woorden
„Alice myn lief kind, Alice 1"
Met een korte, afwerende beweging keerde
zy zich om en stond tegenover een oude afge
leefde vrouw, die in een boerenkleeding gehuld
was.
De oogen der vrouw schitterden van vreugde,
nu zy in bewondering op het ryk-getoüet-
teerde meisje staarde, en met luider stem riep
zij uit: „Eindelijk heb ik je dan gevonden!
Alice, na vijftien jaren. Wat ben ik geluk
kig
Doch de jonge dame keek hare moeder min
achtend aan en zeide op verwaanden toon
„Ge vergist je, vrouw, Ik ken je niet!"
„Vrouw kreet de moeder, die plotse
ling tot de overtuiging kwam, dat haar eigen
kind haar niet kennen wilde.
Maar toch, haar dochter scheen zich te ver
gissen, het kon niet waar zyn. „Alice!" riep
zy uit, „zie my aan. Ik ben je moeder. Behan
del my toch zoo nietAls je toch eens wist,
wat ik al die jaren heb geleden, sinds den
dag dat je van my bent weggeloopen."
Het publiek, in den bazar aanwezig vestigde
meer en meer de aandacht op de twee en net
ontging de schoone niet, dat allerwegen spot
tende glimlachen werden gewisseld.
Daarom riep zy een bediende en zeide op
luiden toon „Wees zoo goed dat dwaze mensch
de deur uit te sturen." En met een beweging
van wreede aanmatiging stopte zy haar een
geldstuk in de hand. De oude vrouw werd
doodsbleek en terwijl zy stom van ontzetting
haar lang verloren dochter aanzag, rolde heete
tranen haar over de verschrompelde wangen.
„Hier neem dit aan", vervolgde de dame,
„en als je verderen onderstand behoeft, laat
het my dan weten. Maar je hebt je zeker ver
gist Ik ben Mile de C. en niet je doch
ter".
En met een minachtenden glimlach verliet
zy schouderophalend het magazyn en stapte in
haar rijtuig voor de deur.
Nauwelijks had zy den drempel overschre
den of de oude vrouw viel tegen den grond,
overweldigd als zy was door deze ondraaglijke
ondervinding. Men schoot aanstonds toe en
bracht haar in een naastbyzynde apotheek.
Maar alles was tevergeefszij had een ader
breuk gekregen en binnen weinige minuten
was zij overleden.
In deze treurige zaak mag als een troostende
gedachte gelden, dat een zuster van Mile de
0. die veel minder by de wereld in tel
is en in de Rue de Rivoli woont, alles deed
wat een liefhebbende dochter past, om haar
ongelukkige moeder op waardige wyze de
laatste eerbetuigingen te brengen.
Burgerlijke Stand van Middelburg.
Van 1 8 Febr.
BEVALLENJ. Scheepers, geb. Geertvliet,
d. J. Lievense, geb, La Brujere, z. B. P. van
Dyk, geb. Koekkoek, d. C. Plansoen, geb.
Adriaanse, z. M. Reynoudt, geb. Baurdoux, d.
J. Joosse, geb. Van Riel, d. M. Meurs, geb.
Boone, d. M. H. C. Israël, geb. Krjjger, z. P.
A. B. Warnou, geb. Lammerée, d. en z. (laat
ste levenl.) L. Baas, geb. Danielse, d. G. W.
de Klerk, geb. Overweel, d. J. C. van Westen,
geb. Michels, z. P. Goeman, geb. Gies, d.
OVERLEDENW. C. van de Kamer, wed.
van A. de Vries, 81 j. E. Kloeg, d. 12 j. H.
Ponse, man van S. de Plaa, 73 j. M. C. van
der Weel, vrouw van P. de Heer, 50 j. K.
Broeke, vrouw van W. J. van Rial, 55 j.