A, D. UTTOQIJ Az. Grootste publiciteit hier ter stede! 3450 ex. worde b wekelijks «iet zm versprei! i. Ürwtste Publiciteit. I 313 Gravenstraat. 8. J.FONTEI JN I 313 Gravenstraat. No 15 Woensdag 20 Januari 1904. Achtste Jaargang. NIEUWSTIJDINGEN. Heeren- en Kinderkleeding-Magazijn. Groote voorraad Kinder-Cheviot, Zwart en Bruin Manchester Broekjes. Mans en Jongens gestreept en Bruin Eog. leeren Pantalons, in alle mat^n. Uitsluitend soliede kwaliteit. Scherp concurreerende prijzen. Burgerlijke Stand ran Middelburg. IIEUWS' MIDDELBURGSCH DE ETEIÏTIEBLAD T fOKIH Ferschijnt eiken Woensdagavond, wordt door de geheele stad gratie verspreid. üITSKYJTri Spanjaardstra at. Prijs der Advertentièn van 13 regels 15 cent, iedere regel meer 5 cent. maal plaatsing wordt slechts 2 maal berekend. Groote letters naar plaatsruimte. By abonnement van 1000 of 500 regels voordeelige voorwaarden. INDISCHE PENKRASSEN. Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden. XLII. We zyn reeds vroeg aan 't station, waar ons de gewone kleurige drukte tegenlacht. We voelen ons bizonder frisch en opgewekt, zooals men dat alleen maar hebben kan in Java's binnenlanden. We zijn in de stemming van kostschooljongens, die met vacantie gaan, want ons wacht een heerlyk rein genot daar ginds iu de Preanger. Een kaartje „derde" naar Soekaboemi is gauw genomen en even spoedig hebben we een lekker hoekplaatsje veroverd. De trein vertrekt precies op tgd en we zijn weer gereed om indrukken op te doen. Nu eens naar rechts, dan weer naar links, kronkelt onze weg door eene vallei, het dal van de Tjisedani. Links zien we twee berggevaarten, 't zyn de Goenoeng Pangrango (plm. 3000 M.) en de Goenoeng Gedé (plm. 2900 M.) terwijl zich rechts de oude vulkaan van Buitenzorg, de Salak, verheft. 't Is een zonnige morgen, zooals trouwens alt(jd. De Indische hemel is op dit uur maar zelden bewolkt. Lichte dampen, zoo straks nog over den grond zwevende, zijn door de zon, de mata hari of „'toog van den dag", opgezogen en vormen thans dunne nevelstrepen om der bergen top. 'tZyn dampen door den aardbodem uitgewasemd, die de koele bergruggen aan 't gezicht ont trekken. Hoe zal ik U, bewoners van de vlakte, een denkbeeld geven van 't steeds wisselend pano rama? Hoe zal ik ze u beschrijven die donker beschaduwde bergwouden, schilderachtig aftee- kenend tegen de wölkmassa's daarboven en de zonnige lichtgroene rijstvelden beueden, rijst velden tot aan den horizon met kampongs bedekt Wat een genot voor het oog die woeste bergstroomen met rolsteenbeddingeu, welke daar diep in de laagte zich een weg banen naar zee Wat, zou ik me werkelijk toch gaan wagen aan eene beschrijving der tropische natuur, die overal in Java's binnenland zoo heerlijk schoon is?! Neen, duizend maal neen! 'tls onmoge lijk om het u juist te doen voelen, wat ik hier thans geniet en daar we op reis telkens en telkens weer opnieuw van die natuurtafereelen zouden moeten schetsen, zoo meen ik te moeten volstaan, met hier eens en voor altijd te ver zekeren, dat Java een paradijs is, één groote Tuin, één Hof van Eden, doch dat men er 't ongezonde zeestrand mijden moet. Met wellust ademen we den koelen bergwind in, die vry van moerasdamp en strandwalm, onze borst verruimt en verkwikt. We reizen met den boemeltreiu, doch ver velen ons geen oogenblik. Vreemd toch, dat onze bruine broeders zoo weinig voor natuur schoon gevoelen. Ze kijken by na niet naar buiten, rooken hun „strootje", babbelen over koetjes en kalfjes en eten Een inlander schynt op reis altijd te moeten snoepen. By het passeeren van een mooien waterval, roep ik opgetogen myn buurman, een ouden hadji, een „bagoes boekan (Mooi, niet waar toe. Droomerig volgt 's mans blik mijn wijsvinger en verbaasd vraagt hij „Bagoes apa ada perampoean?" („Wat is er mooi? zyn er vrouwen Dit antwoord van den vrij wel afgeleefden grijsaard wekt natuurlijk algemeen hilariteit en 'teerste kwartier wordt onze Mekkaganger dan ook niet weinig geplaagd. De oude heer kan er echter best tegen en pareert soms vrij geestig de kwinkslagen zijner reisgenooten. Op de verschillende halten Batoe to'elis, Mas sing, Tjigombong, Tjitjoeroeg en Paroeng koeda wordt gestopt, 't Zijn miniatuurstationnetjes, waar meestal Inlanders als chef fungeeren. Overal worden we verwelkomd door kleine jongens en meisjes, die eterij, gebak, vruchten en dranken verkoopen en onder een heidensch geschreeuw hun waar aanprijzen. Nu, er wordt nog al gekocht en dat niettegenstaande den meegenomen voorraad De Inlander is van nature gul en koopt nooit iets zonder zijn naaste buurlui ook te presen teeren. Als ik gewild had, dan zou ik voor twee dagen myn genoegen hebben kunnen eten en dan zijn er nog Europeanen hier in Indië, die beweren, dat de Inlander ons blanda's haat. Ik voor mij heb er nog nooit iets van ge merkt, integendeel ik durf verzekeren, dat de bruine broeder meestal wat graag met een Europeaan in aanraking komt, tenminste als de laatste hem niet afsnauwt of ruw behandelt. Merkt hij, dat de blanda niet sombong (trotsch) of koerang adjar (onbeschoft) is, dan legt hij gauw zijn schuwe schroomvalligheid af en ont popt hy zich dikwyls als een gezellige prater. Van Buitenzorg tot halfweg de halten Tji gombong en Tjitjoeroeg stijgt de weg voort durend, dan bevindt men zich op eene hoogte van 550 meter en is men op de waterscheiding tusschen het water, dat naar Java's Noordkust en dat, 'tfwelk naar Wijnkoopsbaai stroomt, tevens op de grens van de residentie Batavia en de Preanger Regentschappen. Vau af voornoemde waterscheiding vervolgt de trein zijn loop langs de oostelyke hellingen van den Goenoeng Salak op den rechteroever van den Tjitjattih, Voortdurend verandert de weg van richting. Men vertelde mij te Buitenzorg, dat op 't traject tot Tjibadak, ongeveer 40 K.M. lang, liefst 100 bochten gemaakt worden, waardoor men telkens de bergen vóór, op zij en achter zich ziet liggen. Tegen de hellingen liggen ettelijke koffie- en theetuinen, o.a. de wereld beroemde Parakan Salak-onderneming. Duidelijk onderscheiden we thans de netjes op rijen aangelegde thee- struiken. Bij de halte Tjitjoeroeg vertelt ons een der Inlandsche reizigers geheimzinnig dat 'teen echt rooversnest is, dat er vele benden schuilen en dat 't hem verbaast waarom 't machtige Gouvernement hier niet eens eene flinke op ruiming houdt. De hadji merkt op, dat men alle dieven en roovers de rechterhand moest afkappen, zooals de Moslimsche wet van Mohammed het letter lijk voorschryft. En nu worden er allerlei griezelige verhalen van moordenaars en rampokkers ten beste ge geven, terwijl de hadji my belangstellend vraagt of er in Holland ook zulke dingen gebeuren. In 't belang van ons prestige loog ik maar van neen. Al pratende komen we op halte Tjibadak, waar de trein 4 minuten stopt om de locomo tief van water te voorzien. Op 't station zit een kleine blinde fluitspeler, die de reizigers onthaalt op eenige droefgee stige stukjes Uit verschillende waggons wordt hem kopergeld toegesmeten, dat een medelij dende stationsbeambte voor den bedelknaap opraapt. W el dra stelt de trein zich weder in beweging en nu stygt men bijna aan één stuk door langs de halten Karang tengah en Tjisaafc tot Soeka boemi, gelegen op bijna 600 M. Van uit den trein heeft men links nog steeds het uitzicht op den Goenoeng Gedé, die aan zyn voet met eene lange rij van terrasgewyze oploopende rijstvelden is bedekt, waar, tusschen boschjes van klappers (kokospalmen,) de dessa's (dorpen) verborgen liggen. Het is alsof men eenen langzaam oploopenden reuzentrap vóór zich heeft, met groene bouquetten bezet, lei dende naar de majestueuse, breede kegelzuil, welker top gewoonlyk met eene sierlyke witte pluim is gekroond. Rechts zien we de kale heuveltoppen van de Djampangs, die zich tot aan Java's Zuidkust uitstrekken. Om 9 uur stoomen we het station Soeka boemi binnen. Lt. Clokcener Brousson b. d. Soekaboemi. Een 18-jarige kleuter stond dezer da gen voor den kantonrechter te 's-Gravenhage terecht. Met steenen had hy gegooid, de deugniet. De kantonrechter vraagt hem: „Eu waren daar menschen bij „Nee, meheer „Niet? Ik geloof 't wèl. Naar wien gooide je dan met steenen? „Naar den politieagent, meheer." „Ooooo dus een politieagent is vol<- gens jou, geen mensch?" „Nee, meheer!" (Onbedaarlyk gelach in de zaal.) Te Ede (G.) had een jongeling zich met een vork een wondje aan de lip toegebracht, en veegde dit af met zyn zakdoek. Kort daarop zwollen hoofd en borst op en verloor hij het bewustzyn. Na ruim 9 dagen bewusteloos ge legen te hebben, en tevergeefs een operatie te hebben ondergaan, is de jongeman bezweken. Aan de Barentskade te Amsterdam ver maakten zich eenige jongens met het voort rijden van een spoorwagen toen een der jon gens onder den wagen geraakte en een been werd afgereden. Hij bezweek aan de gevol gen. Te Kruisland begaf zich een boeren knecht als naar gewoonte in den stal om de paarden te voederen, toen hij eensklaps van een jong paard een slag tegen de buik kreeg, zoodat hij stierf. Twee broeders te Gastel zyn in een vechtpartij zoo ernstig gestoken dat een hunner in stervensgevaar verkeert. De dader is in arrest. Op het spoorstation Hoogezand geraakte een werkman tusschen de buffers bekneld en stierf aan de bekomen inwendige verwonding. Te Usquert viel een dienstbode van de trap, kwam op haar hoofd terecht en bezweek aan herschenschud- ding. By eene boeren weduwe te Brits werd kwam een bedelaar, die honger had. De boe rin had medelyden met hem en gaf hem een stevig maal warm eten. Later vermiste de dienstmeid een paar nieuwe schaatsen. Het bleek, dat de bedelaar die uitdank baarheid ook maar medegenomen had Een millioen pond sterling voor een ton aardappelen. Dezer dagen zijn in Engeland aardappelen voor dezen enorm hoogen prys verkocht, een prijs, die gelijk staat met acht maal de waarde van zuiver goud. In 't begin dezer week, Maandag, kostte het Engelsch pond, nog geen 4 ons, 100 pond sterling f 1200,) Woensdag reeds 150 pond sterling f 1800) en werden zelfs aardappelen verkocht voor 450 pond sterling f 5400) per Engelsche pond, wat gelijk staat met ruim 1 millioen pond sterling of 12 mil lioen gulden voor een ton, ongeveer 1000 K.G. De oorzaak hiervan is, dat deze aardappe len „Eldorado" genaamd, trots het uiterst slechte seizoen tegen weer en wind bestand bleken te zijn, waardoor zij voor kweekers deze hooge waarde kregen. Het „leven" van een aardappel duurt ge woonlijk twaalf jaar. Gedurende deze periode veranderen zij telkens van kwaliteit. De „El- dorado"-aardappel behield echter steeds zyn uitstekende eigenschappen, zoodat zy zeer ge schikt zyn tot veredeling van andere soorten en tot voortkweeking. Men begrypt, dat het volgend jaar de prys dezer aardappelen weer aanzienlijk zal zyn ge daald, daar zich nu natuurlijk velen op de voortkweeking van dit soort toeleggen. Duitsch- land kocht echter nu reeds verscheidene ton nen, die eerst het volgende jaar behoeven ge leverd te worden. Het voorbeeld, door een Engelsch week blad gegeven, om aanzienlijke sommen gelds ergens te verbergen en de lezers door duistere aanwijzingen op het spoor te brengen, is door andere bladen gevolgd. De kans om op die manier ineens een klein kapitaal machtig te worden vermeerderde de oplaag van het blad zoo sterk, dat dit er dubbel en dwars de uitgave door vergoed kreeg. Op het oogen blik zijn er vele duizenden die in Londen en de voorsteden zoeken naar de schatten, die de Weekly Dispatch ter gezamelyke waarde van f 12.000 hier en ginds in den grond heeft gestopt. Men kan dag en nacht op de plek ken, die men meent dat aangeduid zyn, men schen zien snuffelen en spitten. Ofschoon er in dit blad gezegd is, dat men nergens stee nen behoeft op te breken of hekken vernielen of bloembedden omwroeten, verschoonen de/ schatdelvers in hun begeerte niets. De ge< meenteraad van Luton heeft zich Dinsdag avond dan ook bezig gehouden -raet de schaaf" die de fortuinzoekers aan de openbare wegen toebrengen. De politie zal in't vervolg eiken overtreder inrekenen. Het gevaar van een dagboek. Te Kidder minster in Engeland werd in October een vrouw vermoord. Van den dader geen spoor te vinden. Dezer dagen werd te Lincoln een landlooper wegens bedelen tot gevangenisstraf veroordeeld Een cipier zag nu hoe de ge vangene een blaadje uit een boekje scheurde en het trachtte door te slikken. Dit werd hem belet en het papier kwam den cipier in han den. Er stond op geschreven„Ik heb Zater dagavond 1 October te Kidderminster, in Wor cestershire, Swinford (zoo heette de vrouw) ver moord. God helpe my. Een moord komt eens uit." De man staat nu wegens moord terecht. De vorige week heeft te Kwadendamme een ernstige diefstal plaats gehad. Terwyl man en vrouw afwezig waren, is by den ingezetene J. Hoene, behalve een ham en wat spek een som van f 67 en eenig goud en zilver gestolen. Daar deze som juist tot het betalen van pacht was bestemd, is de man er deerlyk door teleur gesteld. Te Nieuwvosmeer is door onbekende oor zaak afgebrand een landbouwschuur van J. Looyen 25 stuks hoornvee, 13 paarden, eenige varkens, verschillende landbouwwerktuigenen de geheele oogst werden een prooi der vlammen. 'Te Berlyn is een geheel gezin, bestaande uit twee broeders en eene zuster met de dienst boden, naar het krankzinnigen-gesticht ge bracht, omdat zich by hen allen verschijnselen van aanstekelyken vervolgingswaanzin ver toonden. Yan 1218 Januari. ONDERTROUWD: E. M. Alberts, jm. 30 j. met L. Salberg, jd. 20 j. GETROUWD: J. L. Emans, jm. 35 j. met M. L. van Hoepen, jd. 18 j. H. Vermeulen jm. 28 j. met T. M. Vermeulen, jd. 20 j. BEVALLENM. Riemens, geb. Zegers, d. J. Yertregt, geb. Dekker, d. M. E. van de Perel, geb. De Broekert, d. C. P. M. Malgo, geb. Fanoy z. J. Gabrielse, geb. Verhulst, d. M. L. Heeren, geb. Van den Bergen, z. M. Vlijberge, geb. Damen, d., (tweel.) Geboren: een buitenechtelijke z., moeder 35 j. OVERLEDEN: S. van Sas, wede van J. Kuzee, 67 j. M. Schout, ongeh. d. 70 j. A. de Muijnck, vrouw van J. J. Dikkenberg, 61 j. J. J. K. Richel, z. 41/» j. J. Bosselaar, wede. van P. Polderman, 85 j. M. C. Clary's, ongeh. d. 27 j. G. Knol, man van C. G. A. Zimmer man, 76 j. W. Vogel, wed. van C. J. van Mal- degem. 85 j.

Krantenbank Zeeland

de Faam | 1904 | | pagina 1