B. C. DE WAAL. A, D. LITTOOIJ Az. Grootste publiciteit bier ter stede! 3450 ex. werden wekelijks met zorg verspreid. Grootste Publiciteit. I 313 Gravenstraat. S. J. FONTEI JN I 313 Gravenstraat. No. 13 Woer.sdae'6 December 1904 Achtste Jaarsran a. Verschijnt eiken Woensdagavond, wordt door de geheele stad gratis verspreid. Spanjaards traaf. Prijs der AdvertenUèn van 13 regels 15 cent, iedere regel meer 5 cent. maal plaatsing wordt slechts 2 maal berekend. NIEUWSTIJDINGEN. Heeren- en Kinderkleeding-Magazijn. firoote voorraad Kinder-Cheviot, Zwart en Bruin Manchester Broekjes. Mans en Jongens gestreept en Bruin Eng. leeren Pantalons, in alle maten. Uitsluitend soliede kwaliteit. Scherp concurreerende prijzen. Ad vertentiën. Pianospel, Orgel- (Hcvrmonitun) spel, Zang en Theorie der Mustek. i 1IDDELBUR6SCH ADVERTENTIEBLAD FAAM MET W 0 N I N G 3 I D S. NIEUWS UITGEVER Groote letters naar plaatsruimte. By abonnement van 1000 of 500 regels voordeelige voorwaarden. INDISCHE PENKRASSEN. Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden. XL. Men heeffc my gisteren geraden nog eenige dagen "op Buitenzorg te blyven, om daarna voor goed van hier te vertrekken en dan sa men met myn lezers een bezoek te brengen aan de zoo heerlyk sehoone Preanger-Regent- schappen. Ik zal dien raad opvolgen. De tocht naar Lembang, naar de Boerenkolinie, is toch niet meer urgent, kan best uitgesteld worden, nu het blijkt dat 't courantenberichtje over de slechte verhouding tusschen Transvalers en bevolking, grove leugens bevatte, leugens verzonnen door een Duitsehen meneer, die den Boeren geen al te goed hart schynt toe te dragen. We komen daar later te Lembang vanzelf' op terug. Thans wil ik u eerst nog een en ander ver tellen van onze Indische Hofstad. We nemen een „doos" (dos a dos) en ry den naar het particuliere land Tanah-Bloeboer op Tjikeumeuh, waar we een bezoek zullen bren- gen aan het beroemde Krankzinnigengesticht van Buitenzorg. Rondgeleid 'door den vriendelijken dokter- djawa Raden Soemero, hooren we natuurlyk tal van bijzonderheden en het blykt ons al gauw, dat deze inrichting geheel up to date is, een model gesticht in den geest van dat te Gheel in België. De Inlander beschouwt een krankzinnige raeestal .als het ongelukkige slachtoffer van een boozen geest, een duivel, een sétan, die wederrechtelijk van 's menschen lichaam bezit neemt en „dan verdreven moet worden door allerlei kunstbewerkingen. De patiënt wordt daarom geranseld, met de beenen in een blok gesloten, met fakkels ge blakerd, in een bamboésen kooi gestopt of wel halvërwegé in een kuil begraven enz. en als hy pfrzij d#n van den weeromstuit wild gaat worden en zich met de kracht der wan hoop verzet, dan begint de marteling eerst goed, want 't is immers de sétan, die zich verweert, die zyn prooi niet wil loslaten Men begrijpt dus hoe noodig het is die arme .zielszieken aan hun treurig lot en on barmhartige omgeving te onttrekken en door eene ineer liefderyke behandeling weer wat tot. kalmte te brengen. ïlen is er te Buitenzorg volkomen in ge slaagd en 't verheugt me, dat ik in den laat- sten tyd op zooveel licht zyden van ons Be- stuur - kan wyzen.; de lezers zouden anders maar gaan denken, dat hier niets deugt in Indië. Het „gesticht beslaat eene oppervlakte van pl. m. 25 hectaren. Er is plaats voor ongeveer 500 patiënten, Europeanen en Inlanders, die zeer goed én ruim -èijn gehuisvest. Het is een complex-;van tuinen, steenen ge bouwen en bamboëloodsen en maakt heelemaal geen gevang.énisachtigen indruk. Mannen ên vrodwen wonen van elkaar ge scheiden-en voor de Inlanders is er een soort van dessa of kampong, waar de verpleegden geheel op hun gemak zijn en hen zooveel mogelijk vrijheid gelaten wordt. Zy vinden er hun erf, hun bamboewoning, hun klapperboomen terug en velen weten niet beter of ze hebben altyd op die plaats ge woond. Overdag wordt er gewerkt op de sa- wahs. (rijstvelden) en in de koffietuinen, die by het gèsticht behooren. Ook leeren de ver pleegden allerlei ambachten, waarin sommigen het zeer ver brengen •Wanneer we zoo te midden van die men schen rondwandelen, zou men niet denken in een gesticht voor krankzinnigen te zijn. Wel lacht hier en daar een stompzinnig gelaat ons toe, doch gevaarlijk of wild zyn de lui heele maal niet. De Inlanders, zoowel mannen als vrouwen, zijn uniform gekleed. De mannen hebben o.a. een roode hoofd doek op, waardoor ze op de wandelingen door Buitenzorg van andere Inlanders zijn te on derscheiden. Het eten is zeer goed en de behandeling, ik herhaal het, meer dan humaan. Alleen de nieuwelingen, onrustig en angstig als ze nog zyn, worden voorlöopig onder direct toezicht geplaatst en wonen in de open loodsen. Boeien en dwangbuizen zyn hier echter geheel onbe kend. Men tracht door zachtheid enf'goede woorden de mensehen te kalmeeren en dit s moderne systeem levert, volgens mijn zegsman, de beste resultaten op. Op dit gebied zijn we dus hier in Indië zeker niet met Europa ten achteren. De steenen gebouwen zyn bestemd "'voor woningen der geneesheeren, der opzichters en verpleegsters, alsook voor de Europeesche pa tiënten, die heele nette kamers hebben'en zich ook zeer op hun gemak gevoelen. Dat we hier zoo'n moderne inrichting zagen verryzen, danken we in de eerste plaats aan Dr. Hofmann, die ondanks veel tegenwerking zyn systeem heeft weten door te voeren. Hulde daarom, driewerf üuiae aan aien edelen men schen vriend en hulde ook aan de Regeering, die hart toonde te hebben voor de ongeluk-o kige slachtoffers van Inlandsche dwaalbegrip-* pen. Langzamerhand zullen de bruine broe ders wel gaan snappen, dat de booze geesten veel minder gesteld zijn op zachtheid en goedheid dan op slaag en martelkuren. Men moet 't den Inlander echter niet al te euvel duiden, wanneer hy uit onwetenheid zondigt. In Europa werden nog geen honderd jaar ge leden dezelfde kunstjes vertoond om ongeluk kige krankzinnigen van den satan te bevrijden. Na onzen gids bedankt te hebben voor zyn vriendelijk geleide, kruipen we weer in een „doos" (dos a dos) en rijden we naar een an der oord van smarte, naar 't Beri-beri hospi taal. De beri-beri is een gevaarlijk slepende ziekte, die in Indië maar al te veel voorkomt en waarvan de oorzaak nog steeds vrijwel een ge heim mag worden genoemd. Vooral onder de dwangarbeiders maakt zy vele slachtoffers. Gewoonlijk wordt de patiënt in den aan vang door een gevoel van zwaarte in de bee- nen en hartkloppingen bevangen. Langzamer hand valt het loopen hem moeilijker, wordt zijn gang min of meer waggelend en eindelijk weigeren de beenen allen dienst. De huid is intusschen ongevoelig geworden en zonder py'n kan men er de haartjes uittrekken, terwijl met de vingers putjes in de beenen kunnen worden gedrukt. Naarmate men nu te doen heeft met droge of natte beri-beri vermageren sommige lichaamsdeelen of zwellen deze op. De doodstrijd is zeer benauwd en vreeselyk om aan te zien. In den laatsten tijd is er onder heeren ge neeskundigen veel geschrijf ontstaan door het optreden van den dokter djawa Ph. Loah te Loeboe Batoe, een der ondernemingen der Kon. Ned. Petroleummaatschappy in het Pa- lembangsche. Deze geneesheer schrijft de ziekte eenvou dig toe aan slechte eentonige voeding en ge neest zijn patiënten glansrijk door verandering van klimaat, veel prikkelende'spyzen en katjang idjoe. De meeste doktoren zijn er slecht over te spreken. Toch niet omdat een Inlander de methode aangeeft Na 'n half uur ryden komen we op Pana- rakam en zien daar links van den weg, door muren van groote riviersteenen omringd, een reeks van bamboeloodsen. 't Is de beri-beri- inrichting voor dwangarbeiders. In elke loods zijn britsen aangebracht voor pl. m. 60 pa tiënten. De zieken staan onder toezicht van een Eu- ropeesch geneesheer en twee dokters-djawa. Er is plaats voor wel 1650 lyders, doch er zyn er gelukkig lang zooveel niet. Laat ons hopen, dat Loah's methode, overal beproefd het aan tal patiënten op Buitenzorg voortdurend zal verminderen. De lyders worden in drie afdeelingen ge splist. Men heeft ten eerste de zware hope- looze zieken, die hier slechts op verlossing door den dood wachten. 't Is diep treurig die ongelukkigen te zien liggen. Waarom mag de medicus in zulke ge vallen het einde niet verhaasten?! In de tweede afdeeling liggen de patiënten, die nog weinig van de ziekte hebben te lijden, nog in het eerste stadium zijn en dus mis schien nog kunnen genezen. We wenschen het den armen drommels van harte toe. Ten slotte hebben we nog de afdeeling der by na herstelden, die spoedig vertrekken zullen om hun straftyd verder uit te dienen. Met genoegen constateeren we^datde dwang arbeider Pier liefderijk verpleegd wordt, aar meh. in hem den armen lyder en niet den gestraf ten spitsboef ziet. Ook hier is zeer zeker een woord van hulde op zyn plaats. Lt. Clokcenee Bbousson b. d. Buitenzorg. Het volgende vermakelyke tooneeltje speelde zich op een der jongste feestdagen af bij de perronkaartautomaten aan het Centraal station te Utrecht Boerenvrouw komt aan 't loket. „Menier, daer heb ik een halve stuuver in die otemaat ge gooid, en nou komp er niks uit". Ambtenaar: „Jawel, vrouwtje, maar je moet er ook twee halve stuiverstukken ingooien". Boerenvrouw een oogenblik later „Menier, nou heb ik nog 's een halve stuiver er in ge gooid en nou komp er nog niks Ambtenaar denkt dat er iets defect is en komt langs een heelen omweg by de automaat. „Wel vrouwtje, laat eens kyken, hoe je dat nou gedaan heb". „Menier, ik heb in deze otemaat een halve stuuver gedaan en in daar ook een Ambtenaar laat zich onwillekeurig brom mend een kernachtige uitdrukking ontvallen die juist niet vleiend is voor de verstandelijke vermogens van de boerin en heeft vervolgens nog moeite om haar duidelijk te maken hoe er „dan wel wat uitkomp". Ten laatste zei de vrouw„Nou begriep ik het" en ze kreeg haar perronkaartje. In den Kerstnacht overleed in de Oosten burgerdwarsstraat te Amsterdam een arme we duwe, die aldaar alleen woonde en reeds eenigen tyd ziekelijk was geweest. Toch was het moeder tje niet geheel eenzaam gestorven. Zy had een hond, die haar niet verlaten had, de buren vonden het trouwe dier op het lyk van zyn meesteres zitten, waarvan het niet dan met moeite_ te verwy deren was. Zij hebben het by de politie gebracht. De in het huis van bewaring te Breda gedetineerde Jansen uit Prinsenhage, was door de rechtbank te Breda veroordeeld tot 3 v jaar gevangenisstraf en in hooger beroep gegaan. Hy werd hedenochtend uit zyne cel gehaald en door een gevangenbewaarder naar de griffie geleid, waar hy zijn stukk-n moest komen teekenen. By de deur van het bureau der griffie schoot hij als een pyl uit den boog vooruit, en vloog ijlings naar beneden en de straat op. Hy rent de Nieuwe Boschstraat op, zonder hoed of pet en nog al tyd in hetzelfde costuum, waarmee hy gekleed was, toen hy zyn wandaad pleegde. In woeste vaart gaat het naar de Bossche brug, daar komt juist den marechaussee de Jonge in burgerkleeding met een spiegel aan dragen. Hy ziet Jansen vluchten, herkent hem en overziet by den eersten oogopslag den toe stand. Weldra heeft hy den vluchteling te pakken. Jansen valt op den grond, verwondt zich en krygt een bebloed gezicht. Maar de kloeke marechaussee laat niet los, de gevangen bewaarder, wien hy ontvlucht is, komt er by- snellen, eenige collega's volgen en zoo was de vluchteling weer heel gauw in het huis van bewaring gebracht. Uit het kantoor van een koopman te Kassei is een brandkast gestolen. Een paar dagen vóór Kerstmis kwamen er 's morgens tegen 7 uur twee jonge mannen aan 't kan toor, toen een werkvrouw daar aan 't schoon maken was. Ze zeiden, dat ze de brandkast moesten halen om gerepareerd te worden. De werkvrouw geloofde hen en hielp nog een handje bij het wegdragen van de zware kast. Toen de koopman op zyn kantoor was ge komen en er naar de dieven werd gezocht, «o tl guvu ujjiw- i 1I-X J„1_1T"V brandkast is den Tweeden Kerstdag geopend teruggevonden in een beek, dicht by een her berg. De buit bedroeg ruim 1000 mark. Maar men is de dieven op het spoor zy liepen in de gaten door met Kerstdag bizonder groote inkoopen te doen. VreeselykTe Leeds zyn Maandagoch tend een man (J. Gallaghor) en een vrouw (E. Swann) opgehangen wegens het vermoor den van den man van laatstgenoemdeToen zy elkander op het schavot ontmoetten zeide zij tot haar lotgenoot: „Goeden morgen, John". En hy antwoordde„Goeden morgen lieve". En een minuut daarna was het met beiden gedaan. De kortste dag. De kortste dag is weer geleden De langere komen weder aan, Dan winnen wij aan meerder zonlicht, De zon zal later ondergaan. Zoo zy het thans ook in uw leven: Was 't daar te donker naar uw zin, Dat dit van lieverlee verdwyne, Er schyn meer licht in 't huisgezin. P. A. J. Burgerlijke Mtand van Middelburg. Van 29 Dec. 1903—4 Jan. 1904. ONDERTROUWD: H. Vemeulen jm. 28j. met P. M. Vermeulen jd. 20 j. BEVALLENS. Leynse, geb. Reynierse, z. J. Kristalijn, geb. Vermeulen, z. A. M. Worst, geb. Weyerman, d. H. M. Boogaert, geb. Heyse, z. M. J. Kalle, geb. Houmes, z. P. Barentsen, geb. Verburg, z. M. J. Lacor, geb. Van Eenen- naam, z. en d. C. van Sluys, geb. Rijkse, d. W. A. Damen, geb. Guldenberg, z. A. C. Blok- poel, geb. Beckers, z. G. Dekker, geb. Speykers d. OVERLEDENA. M. Krings, vrouw van J. Buys, 29 j. J. Klap, z. 5 m. M. J. Fret, man van O. C. Blaas, 31 j. C. Weider vrouw van W. A. A. van Woerkens, 64 j. M. J. Kalle, z. 1 d. N. Baart, wed. van W. P. van Aartsen, 83 j. W. W. Minderhoud, d. 16 j. P. J. van de Gruiter, d. 19 m. P. van de Polder, man van C. Wykhuis, 72 j. MUZIEKONDERWIJZER, LANGE DELFT 129 geeft les in VRAAGT CONDITIËN.

Krantenbank Zeeland

de Faam | 1904 | | pagina 1